et Land van Neusden en Altena, de Langstraat en de ttosnmelerwaard. Jenever en gezondheid. INKWARTIERING! Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 2993. ff7oensdag 2 November. FEUILLETON. ET-' - ALT'Nf4 «JUTü VAN V<X)E Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. 1910. AdvertenLën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/» ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. Het is gewoonlijk niet het sporadische gebruik van alcoholh^u,Jende dranken, dat voor de gezondheid nadeelige ge volgen oplevert, maar juist het dage- lijksche aanhoudende gebruik van een flinken borrel. Welke is dan wel de werking van alcohol op het menschelyk organisme? Men zou twee soorten van werking kunnen aannemen, die op het lichaam en die op den geest. Op de organen van het lichaam oefent zij zonder uit zondering een slechten invloed uit. De hartspier verliest zijn kracht en wordt slap, zoodat het geheele hart uitzet. De bloedvaten ondervinden den invloed op hunne wanden; hierin worden kalk- plaatjes gevormd, waardoor de bekende verkalking ontstaat. Dit heeft tenge volge, dat de vaatwand zijn elasticiteit verliest, waardoor de bloedstroom niet zoo regelmatig meer kan plaats hebben. De lever schrompelt, omdat de alcohol veroorzaakt, dat er samentrekkend bind weefsel ontstaat. Zoodoende wordt de leverfunctie beperkt, hetwelk hoogst nadeelig op het organisme werkt. Ook de nipren ontspringen den dans niet en ondergaan vaak ziekelijke veranderingen. Da maag, die eigenlijk het meest last van den borrel ondervindt, kan bet ook niet lijdelijk aanzien. Zij antwoordt op den alcoholprikkel met ontsteking van hare wand, stoornissen in de zout- zuuraf8cheidmg. Yanzelf spreekt, dat hare functiën niet meer regelmatig plaats zullen hebben. Ze raakt evenals de slokdarm en de keel in een chro- nischen ontstekingstoestand. Vandaar hebben zoovele drinkers maagklachten als misselijk, opgeblazen zijn, opris pingen, neiging tot braken, vooral 's mor gens. Het slijmvlies van den slokdarm en de keel wordt dunner en daardoor krijgen de borrelaars hun wijde keel gat. Alleen de longen vertoonen schijn baar geen afwijkingen onder de werking van den alcohol. Toch dient opgemerkt te worden, dat drinkebroers vaak het slachtoffer worden der tuberculose. Er is wel eens beweerd, dat iemand, die zwaar werkt, veel alcohol moet gebruiken, omdat hij dan meer kracht krygt. Deze meening berust op de er varing, dat alcohol de verteering van W. ilElllBUllKi. 8) Zoo langzamerhand was zijn beetje ver mogen bijna geheel ingeteerd, terwijl dat van zijn broeder, Hedwig's vader, steeds toenam. Het maakte hem verdrietig, dat hij zich bekrimpen moest, weliswaar niet om zijnentwil, maar ter wille van zijn ge liefde vrouw en van zijn klein, blond dochtertje. De eerste verstond echter altijd de kunst, met zachte woorden de zorgvolle plooien van zijn voorhoofd glad testrijken zoodat het echtpaar een, hoewel eenzaam, niettemin gelukkig leven leidde. Toen Klara pas twaalf jaar geworden was, stierf zijn levensgezellin, en de tot in het diepst van zijn gemoed getroffen man herstelde nooit weder van dien slag en werd met ieder jaar knorriger en onhandel baarder. Het arme kind beleefde een moeilijken tijd. Een huishoudster werd aangenomen, die haar betaalde plichten waarnam zonder verder eenige deelneming te betoonen aan den zieken, gebroken man of het naar liefde hunkerende kind. Op zekeren dag kwam de oom uit Klein- Hermsdorf op bezoek en hij zag, op welken dorren bodem het jonge menschenknopje opgroeide. Hij bracht zijn broeder aan het verstand, dat het kind bij hem wegkwijnde en haalde hem over het te sturen naar de kostschool, waar zijn Hedwig was. vet in het lichaam tegenhoudt. Het vet wordt er door bespaard. -Daardoor valt te verklaren, dat zoovele drinkers op een flinke vetlijvigheid kunnen bogen. Gewoonlijk kan men aan iemand's gelaatsuitdrukking wel zien, of hij een flinkeD borrel dagelijks gebruikt: de onmiddellijk herkenbare „jenever oogen" d.w.z. die tranende, fletse oogen met wat afhangende leden, de blauwroode kleur van wangen en neus, de opge blazenheid, de eigenaardige stem, de typische gemoedelijkheid en jovialiteit, dit alles maakt onderzoek overbodig. Wanneer men nu iemand, die gere geld eiken dag zijn quantera jenever of bitter moet hebben, vraagt waarom hij dit neemt, dan is meestal het ant \toord, dat hij het zonder borreluurtje ongezellig vindt, of dat hij er eetlust door krijgt, of dat het hem opvroolijkt. Schijnbaar is dit waar, maar in werke lijkheid oefent de jenever een verlam* menden invloed uit. Die hersenfunctie, die het eerst een verlammenden invloed ondergaat, dus als het ware verzwakt wordt, is het heldere oordeel. Tenge volge daarvan weet iemand niet meer wat te zwijgen of wat te spreken. Hij woidt openhartig, mededeelzaam, de zorgen verdwijnen en hij krijgt weer levensmoed. Hij ziet geen gevaren meer; alle kommer en verdriet wordt vergeten. Vandaar de vroolijke stem ming, die onder een drinkend gezel schap spoedig begint te heerschen. Nooit echter wordt een mensch door geestrijke dranken geestig. Deze mee ning berust op zelfbedrog; het is slechts een verschijnsel van verlamming in dien zin, dat het heldere oordeel ver dwijnt en de zelfvoldaanheid in den vorm van driestheid voor den dag komt. Als verlammingsverschijnselen zijn ook het levendig gebarenspel en de onnutte krachtsinspanningen der beschonkenen op te vatten. Het tegenwicht, dat het nuchtere verstand aan de noodelooze bewegingen tegenoverstelt om zijne krachten zooveel mogelijk nuttig effect te geven, is verlamd. Daarmee hangt ook de toename van het aantal polsslagen samen, wat ge woon lijk als bewijs voor de opwek kende werking van den alcohol wordt aangevoerd. Deze toename hangt in 't geheel niet af van het alcoholgebruik, maar is slechts een gevolg van de op winding. Wanneer iemand zich onder Het kostte hem veel moeite zijn broeder te overtuigen. „De kosten zijn te hoog 1" luidde diens bezwaar. „Ik heb niet zooveel te verteeren als jij." Ten slotte wist de eigenaar van Klein- Hermsdorf alle bedenkingen te overwinnen. Het kindje leefde voortaan onder speel kameraadjes van haar leeftijd en door den omgang met haar nicht, die één jaar ouder was en haar met groote teederheid tegemoet kwam, kon zij nu vrij ontwikkelen en prijkte, toen zij met Hedwig de kostschool verliet, als een lentebloem in de volle be koorlijkheid der jeugd. Zij haastte zich naar haar vader terug te keeren. Deze zag verbaasd tot zijn dochter op. Toen wendde hij het hoofd af en weende. Hij zeide, dat haar verschijning hem te veel herinnerde aan den gelukkigsten tijd zijns levens, aan de vurig beminde, helaas voor altijd verloren vrouw. Het meisje gat zich alle mogelijke moeite om den knorrigen ouden man het leven aangenaam te maken, hem een lachje af te dwingen, maar dit gelukte haar slechts zelden. Hij las zijn courant, voerde zijn kanarie vogels en strompelde geregeld des middags naar de sociëteit, om daar zijn partijtje ombre te spelen, en keerde dan vermoeid terug om dadelijk na den eten naar bed te gaan. Klara klaagde niet in de brieven, die zij Hedwig schreef, maar uit eiken regel sprak duidelijk een verlangen naar de vriendin. „Zoodra het voorjaar in het land is, moet zij komen," verklaarde de eigenaar van Klein-Hermsdorf. „Dat meisje verliest daar alle levenslust." En toen de vlier en de gouden regen bloeiden, reed hij naar het stadje, waar zijn broeder woonde, en op een schoonen mei avond lagen de beide meisjes juichend in eikaars armen. het drinken rustig houdt, blijft de pols ook kalm. Onder het publiek is het vastgewor- teld geloof, dat alcohol den moeden kracht geeft, en den arbeid aanmoedigt. Het behoeft bijna niet gezegd te wor den, dat het alleen een verdooving van het moeiheidsgevoel is. Dit is voor de raenschelijke machine zeer schadelijk, daar juist het moeiheidsgevoel het sein geeft, dat de mensch moet gaan uit rusten. Verdooft men dat nu, dan ge lijkt men op iemand, die met geweld de veiligheidsklep eener stoommachine afsluit om de machine krachtiger te j doen werken. Alcohol geeft warmte zegt men en daarom een borrel meer in den winter. Ook dit is slechts zelfbedrog. De bloed vaten der huid worden verwijd; er stroomt dus meer bloed door en der halve meer warmteafgifté. Alleen direct na het gebruik ontstaat eenige verwar ming, die echter zeer spoedig voor afkoe ling plaats maakt. Alcohol geeft kracht. Wetenschap pelijk is deze meening niet te verdedi gen, doch zij berust op ervaringen van gewoonheidsdrinkers. Wie eenmaal regelmatig aan een borrel gewend is geraakt, wordt inderdaad door den alcohol beter geschikt tot zijn arbeid. In dit opzicht gelijkt hij veel op den morphinist, die zonder morphine-inspui- ting tot niets in staat is. Iemand, die er nooit gebruik van maakt, ondervindt een tegenovergestelde werking. Yan de schadelijke werking op het menschelijk organisme is nu genoeg gesproken. Nu valt slechts nog op een punt te wijzen, voorzeker niet het minst gewichtige en wel den invloed op de jeugd. In de eerste plaats het alcoholgebruik door kinderen. Dit wordt heel vaak door de ouders oogluikend of openlijk toegelaten. Soms geven ouders het zelfs aan zuigelingen, in de meening, dat alcohol versterkt, soms wordt het in den vorm van verschil lende soorten wijn als staalwijn, kina wijn, etc. genuttigd. Maar waar de jenever etc. al een zoo slechten invloed op den volwassen mensch heeft, is het haast niet uoodig te zeggen, dat het gebruik voor het onvolwassen, groeiend individu onher roepelyk blijvend nadeel zal opleveren. Beter echter dan door alle weten schappelijke bewijsvoeringen wordt de volkomen nutteloosheid van den alcohol aangetoond door de vele ervaringen die bij militairen zijn opgedaan. Het is een vaststaand feit, dat soldaten zoo wel in vrede als in oorlog, bij hitte, kou en regen alle onaangenaamheden van inspannende marschen het best verdragen wanneer men ze geheel alle alcoholische dranken onthoudt. Trou wens ieder, die zich aan sport wijdt* zal zich wel wachten, alcohol te ge bruiken. Buitenland. Over Klara's bleek gezicht vloog weder een lachje, toen zij met haar vriendin onder de bloeiende boomen wandelde, vriendelijke woorden hoorde en opgeruimde menschen om zich heen zag. „Arme papa!" dacht zij, maar onwille keurig moest zij zichzelf bekennen, dat hij haar van zich had laten gaan zooals men met een zucht van verlichting een last van de schouders werpt. „Wat moet ik met het meisje hier aan vangen?" had hij zich afgevraagd. „Zij is jong; zij wil het leven genieten en wat kan ik haar geven?" Het arme kind wist 'tmaar al te goed; zij werd niet gemist. Dit bewustzijn drukte zwaar op het jonge gemoed en onderdrukte dikwijls de on schuldige vroolijkheid der jeugd. Maar het gaf tevens aan haar kinderlijk wezen zoo iets aantrekkelijks, aan haar blauwe oogen zulk een uitdrukking van denkenden, dwe penden ernst, dat men zich onwillekeurig gedwongen gevoelde haar telkens weder te zien. Daarbij lag over de geheele verschijning een waas van reinheid en onschuld, waar door het oordeel van den kleinen Trebnitz, „zij is te schoon voor dit nest" volkomen werd gerechtvaardigd. Hedwig scheen in alle opzichten het tegenovergestelde een kleine, overmoedige heks, in staat tot alle dwaze streken, een verwend gelukskind, wier wenschen steeds blindelings werden opgevolgd, waarvoor zij trouwens wel gezorgd had, want zij wist altijd haar wil door te drijven. Soms konden de bruine oogen toornig fonkelen en de kleine voetjes stonden altijd gereed om op den grond te stampen als men haar durfde tegenspreken. „Maar ik wil nietdat was een gezegde, dat de kleine, roode mond dikwijls hooren liet. Zij had een door-en-door goed karakter maar zij kön nu eenmaal niet anderszij moest zich over iets of ten koste Zaterdagavond heeft een nieuwe brand op de Brusselsche tentoonstelling ge woed. In de straat, die naar de Duitsche afdeeling leidt, liggen rechts en links tal van gebouwen, allemaal eethuizen. In een ervan, het Hanzehuis, brak over negenen in de keuken brand uit. De vlammen verspreidden zich snel door het geheele luchtig opgetrokken ge bouw. Drie minuten, nadat alarm ge maakt was, waren reeds drie stoom spuiten aan het werk. De brandwacht van de Duitsche afdeeling liet dadelijk de sirenen van de Duitsche machine hal gillen, en binnen tien minuten was de geheele brandweer van de Duitsche afdeeling doende, om de Ne- derlandsche afdeeling tegen de weg vliegende brandende stukken te be schermen. De nieuw ingerichte brand weer heeft zoodoende de proef voor de eerste maal schitterend doorstaan. In nog geen half uur was het gevaar voor de andere gebouwen geweken. Het Hanze-huis brandde geheel af en de aangrenzende gebouwen kregen schade. Een betrekkelijk onbeduidende reden heeft alweer in het Noorden van Berlijn, in de wijk Wedding, Zaterdagavond tot ernstige rustverstoringen aanleiding ge geven. Bij een slager had een van de 14 knechts vier keer achtereen Maandag gehouden. Nadat hij den 4den Maandag verzuimd had, hield zijn baas hem een dag van zijn loon in. Daarop legden de 14 knechts Zaterdag eendrachtig hot werk neer, zeggende dat zij het pas zouden hervatten, indien hun kameraad den vrijen dag betaald kreeg. De patroon weigerde en zoo ontstond er een staking Iedereen, die Zaterdagavond in den winkel kwam koopen, had overlast van de samengeschoolde menigte. Zelfs weer looze vrouwen werden mishandeld. De politie kwam de klanten te hulp, maar bepaalde er zich toe, het volk met de vuist terug te drijveu. Zij had uitdruk- van iemand vroolijk maken. Het opmerken van belachelijke eigenschappen bij personen uit haar omgeving had haar steeds veel genoegen verschaft. VIL Hedwig's karaktereigenschappen kwamen ook bij gelegenheid van dit officierenbezoek ten sterkste uit. Zoo bootste zij nu weder haar beleefden buurman aan tafel na en toen zij de heeren de trap hoorde afkomen, liep zij gauw naar de piano, sloeg met een paar forsche grepen de toetsen aan, zoodat tante Stanze verschrikt uit haar dutje op sprong en de binnentredende officieren, met Treben aan het hoofd, slaperig aanstaarde terwijl Hedwig zong: „Komt een knap jongmensch u tegen, Blond van lokken, of wel bruin om dadelijk daarop, schijnbaar verlegen en verschrikt, te zwijgen. Trebnitz onderdrukte met moeite een lach, Krosky schaterde onverholen, terwij Treben, die volstrekt niet begreep, dat dit liedje uitsluitend hem gold, de zangeres de vleiendste complimentjes zeide. Buiten was het langzamerhand koeler geworden. Het kleine gezelschap maakte een waa deling in het parkOtto had Trebnitz, die zich in zijn speciale vriendschap mocht verheugen, meegelokt om hem de reigers nesten te laten zien, terwijl de anderen paarsgewijze wandelden, het aan tante Stanze overlatende als vijfde rad aan den wagen een plaatsje te zoeken. „Dit pad is mijn lievelingsweg," zeide Klara tot Krosky, terwijl zij op een voetpac wees, dat uit het park naar het bosch voerde „Laat ons dat dan gaan bewandelen sprak hij, met iets smeekends in zijn stem. Zij sloegen het smalle pad in; hij ging voorop en boog de lastige takken zywaarts, relijk bevel gekregen, de sabel in de scheede te laten. Na tienen bedaard* de herrie en werd de politie, op eei. dubbelen post voor den slagerswinkel na, teruggetrokken. Om kwart voor elven, toen alles ru^tiy eek, kwam plotseling een volksmenigte van eenige duizenden opzetten. Zij wier;, met steenen naar de twee agenten en gestookte een wagen van den vleescb louwer. De agenten trokken hunn* sabel en ontboden versterking. Toen de te hulp geroepen agente aankwamen, ging het reeds zoo spaan, oe, dat er tegen een regen van steens en bierflesschen in, die ook voor een gedeelte, met stukken ijzer van balkons uit de huizen neerdaalde, een uitv. s gedaan moest worden. Een paar \r werd uit de menigte een schot gelost. De politie deelde met de blanke sabel geduchte houwen uit. Ettelijke m^n schen, die na zoo'n houw niet meer tonden opstaan, moesten "naar een ver- Dandpost gebracht worden. Later in den avond werd de politie andermaal gealarmeerd. Het bDek, dat de menigte andermaal in de Ködin r en de Wiesenstrasse alle lantaarns stuk ïad geslagen, zoodat de straten duisu-r waren. De agenten moesten nu ook een jaar keer van hun revolvers gebruik maken. Het grootste gedeelte van de politi ton pas Zondagsochtends tegen kwarr over drieën weggezonden worden. Een la er bericht meldt: De Berlijnsche voorstad Wedding i in staat van beleg verklaard. De politie is gewapend met revolvers en karabij nen en heeft opdracht daarvan bij het minste verzet gebruik te maken. Toen Zaterdagavond 11 uur de bode Billard met paard en rijtuig van Ville- juif naar Viry-Ch&tillon huiswaarts keerde, viel nabij Chevilly zijn paard plotseling neer. Hij klom van zijn rij tuig en hielp liet dier overeind, dat gevallen bleek te zijn over een ver sperring van 27 telegraaf- en telefoon draden, welke afgesneden en dwars over den weg aan de boomen bevestigd waren. Op het oogenblik dat hij weer op zijn wagen klom, sprongen drie kerels uit een gracht te voorschijn en wierpen zich op hem. Hij legde zijn zweep over het paard, maar zijne aan' vallers zetten hem per rijwiel na. Een hunner, die hem voorbij was gereden, loste twee revolverschoten, die echter hun doel misten. De politie uit Gen- tilly trok er terstond op uit om de daders te zoeken, maar zonder gevolg. Zondagochtend hebben vermoedelijk opdat zij haar niet in het gelaat zouden striemen. Beiden zwegen. Na een poos zag Klara om toen eerst verbrak zij de stilte. „Zij zijn ons niet gevolgdwij moeten terugkeeren O, hoe schoon is 't hier voegde zij er zacht bij, omhoog ziende naar het groene looverdak, dat boven hun hoof den welfde. Als betooverd zag de jonge officier tot haar op. Duizenden raadselachtige gewaarwordin gen bestormden zijn hart, terwijl zij daar voor hem stond; zoo bekoorlijk alleen met hem. Als bedwelmd trad hij nader en strekte de armen naar haar uit. Maar nu wendda zij het gelaat weder naar hem toe en haar zachte, blauwe oogen zagen hem zoo or schuldig, zoo vragend en toch zoo vol vei trouwen aan, dat hij onwillekeurig zijn arm liet zinken en met een nameloos gevuel van schaamte over zichzelf terugtrok. „Willen wij terugkeeren?" vroeg zij zacht. Met een diepe buiging liet hij het rac-j voorbijgaan. Hij waagde het niet haar reii blik nog eens op dezelfde wijze te kran en zwijgend volgde hij haar. Een overhangende tak trok een roos o., de blonde lokkenhaastig bukte hij zich om die op te rapen. Zij wendde zich om. „Mijn roos 1" zeide zij zacht. „Mag ik haar behouden?" vroeg hij, en zijn gelaat zag doodsbleek, terwijl hij dit verzoek stamelde. Zij knikte toestemmend en versnelde haac schreden om de anderen te volgen. Kr<>-k\ die het geschenk in zijn uniform vero zag nog slechts, dat een donkere bios i zachte wangen kleurde. 9 DOOR (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1910 | | pagina 1