üet Land van Heusden en Altena, de Langslraal en de Bommelerwaard. INKWARTIERING! Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. 1\o. 3002. Zaterdag 3 December. LEO TOLSTOï. FEUILLETON. VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. 191Ü. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/» ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. Wie heeft nimmer nog gehoord van den nu wijlen ouden Russischen graaf Leo Tolstoï? 't Zullen er weinige zijn. Hij is bekend geworden bij jong en oud, bij arm en rijk, en bij die allen zal de nagedachtenis van den grooten letterkundige, den philosoof, den Rus- sischen hervormer, blijven voortleven. Leo Tolstoï is dood, voor altijd zijn zijne oogen gesloten, maar zijn doen en zijn werken zal niet vergeten worden en Leo Tolstoï zal leven, steeds voort leven, want wht hij deed, dat was zijn leven. Met spanning in het gemoed, met een angstwekkend gevoel zag men het einde naderen van den grooten weldoener der menschheid, want wèl te doen had hij zich tot taak gesteld. Daarin is hij geslaagd, ondanks aller lei teleurstellingen. Leo Tolstoï heeft een veelbewogen leven achter den rug en nu, op dit oogenblik, op deze plaats, achten wij het van belang iets uit zijn leven te vertellen. Leo Tolstoï werd den 25 Augustus 1828 bij Moskou, in Rusland, geboren en spruit voort uit een zeer aanzien lijk geslacht. Zijn voorouders waren Duitschers, welke honderden jaren ge leden naar Rusland emigreerden. Op jeugdigen leeftijd reeds moest Leo Tol stoï het ouderlijk huis, het landgoed Jasnaza Poljana, verlaten,om geplaatst te worden als student in de Oostersche talen aan de universiteit te Kasan. Al spoedig echter kreeg hij een tegenzin in deze studie en wijdde zich daarna aan de studie der rechtswetenschap, om ook na niet langen tijd hiermede te breken. De jonge graaf voelde zich niet tot de examen-studie's aangetrokken, waarom hij dan ook de universiteit verliet om zelf zijn landgoed Jasnaza Poljana te besturen. Dit was des graven eerste zelfstandig optieden. 't Was zijn doel allerlei veranderingen aan te brengen. Reeds op dien jeugdigen leeftijd openbaarde zich in hem de geest der hervorming van het bestaande. Zijn pogingen om de noodige hervormingen aan te brengen leden echter, buiten zijn toedoen, volkomen schipbreuk. Hij wendde zich weer af van dat leven, dat hem eerst toescheen zijn taak te zijn. Weer verscheen hij in de hooge aristocratische Moskousche kringen, ging weer om met andere jongemannen van zijn stand en dat W. HEI 11UU11 CA. 16) „Dus ook hij zal mij niet beschermen," mompelde zij, „ja, hij zal het vreeselijk lichtzinnig en ondoordacht vinden, als hij verneemt, dat ik Brennenberg's aanzoek van de hand gewezen heb. Nu blijft mij niemandalleen moet ik het leven door worstelen Nu, 't is goed. Ik zal strijden tot de krachten mij begeven." Zij stond op, trok haar manteltje aan, zette het wintermutsje op, nam mof en handschoenen en verliet het huis. Slechts zelden ging zij uit en nooit bij slecht weder, maar heden werd zij met alle macht er toe gedreven. Zij gevoelde een inwendigen angst en een onrustige ge jaagdheid, zoodat het kleine kamertje haar te eng en het stilzitten aan het venster een foltering werd. Op straat voelde zij een kouden wind, die haar blonde lokken uit elkaar deed waaien. Met innerlijk welbehagen liep zij tegen den wind in en liet diens ijskouden adem haar gloeiend voorhoofd verkoelen. Het begon reeds te schemeren, hoewel het eerst drie uur had geslagen. Klara ging de poort uit; de lieden, die zij ontmoette, kende zij ternauwernood en ze lette niet op de nieuwsgierige blikken, die de voor bijgangers haar nazonden. Zij sloeg de eenzame lanen in van den zoogeuaamden Schutterstuiner was nie- bleek zijn ongeluk of zijn geluk? Hij gaf zich over aan het spel, waar mede hij groote sommen verloor. Ge lukkig zag de jonge graaf in, dat het zoo niet langer ging. In zeer korten tijd was hij bijna tot den bedelstaf gebracht. Toen nam hij dienst in het leger. Als soldaat ging hij naar den Kaukasus en ook nam hij rfls officier deel aan den Krim-oorlog. Ook zijn militaire loopbaan brak hij af, met het voornemen om de Wes- tersche beschaving meer van nabij te gaan bestudeeren, want nog steeds had hij zijn plan niet opgegeven om her vormingen in te voeren. Om te weten hoe ze in te voeren ondernam hij die studiereis. Na beëindiging der tocht vestigde hij zich voorgoed op zijn land goed bij Moekou, waar hij na korten tijd huwde met Sophie Börs, de dochter van een Duitsch geneesheer in de oude tsarenstad. Zijn scepticisme verzwakte echter niet. Hij leefde geheel mede met de arbeidende bevolking, doende wat zijn goed hart hem ingaf, opkomende door daad en geschrift voor de belangen en de rechten van het arme, verdrukte volk. Hij streed tegen de soms zoo barbaarsche Russische zeden en gewoon ten, kwam op tegen de handelingen van de Russische regeeriDg, zonder dat hem iets wedervoer wat ieder ander in zijn plaats al overkomen zou zijn. 't Volk aanbad graaf Leo als 't ware, ter wij! 't scheen dat de regeering hem vreesde. Hij hield er voor zich vijf geboden op na, welke hij steeds in zijn leven in praktijk bracht en welke hij in al zijn werken predikte. Die geboden luiddenle. Leef altijd met een iegelijk in vrede en wees tegen niemand toornig; 2e. Ieder man hebbe één vrouw, ieder vrouw één man; 3e. Beloof nooit iemand iets onder eede; 4e. Weersta den booze niet; 5e. Zie in alle menschen kinderen van den zelfden vader. Door de prediking dezer beginselen werd hij in een strijd gewikkeld met den orthodoxen godsdienst en met de Russische regeering. Men durfde echter uiets tegen hem te ondernemen. De gevangenis die voor anderen zou heb ben opengestaan, als zij hadden gedaan wat Leo Tolstoï deed, bleef voor hem gesloten. Een geheimzinnige vrees weer hield ieder maatregelen ten zijnen na- deele te nemen. Alleen zijn werkeD, die in den vreemde alom werden ver mand te zien. Hier, waar beschutting was voor den wind, begon zij op en neer te wandelen; het loopen viel haar vreeselijk zwaar, bijna weigerden haar voeten haar den dienst, zij moest tegen een boom leunen en het was haar te moede als iemand, die na een zware ziekte voor 't eerst weder een wandeling doet. In den tuin, het stadspark en wandel oord, zag het er verlaten en treurig uit, bijna even doodsch als in haar gemoed. Vochtig en beslijkt lagen de bladeren der boomen ter aarde en ook in haar hart was het winter geworden en de lentestormen des levens had de krachten harer jeugd verlamd. Haar gedachten toefden weder bij „hem". O, als hij nu eens kwam en haar aan zijn hart drukte! Bespottelijk; hij kan immers niet komen. Hij zal zich ternauwernood het meisje her inneren, dat met hem in den tuin van Klein-Hermsdorf ronddwaalde, in wieroogen hij eens had gestaard, voor wie hij liederen gezongen had. Waar zou hij toch toeven op dit oogen blik? Zou hij inderdaad gelukkig zijn? XV. Terwijl haar gedachten verwijlden bij den jonkman, dien zij liefhad, draaide onverwachts een man om den hoek van den tuinmuur en naderde met rassche schreden. Klara herkende den bruinen overjas en den grijzen vilthoed van Von Brennenberg, en als vastgenageld bleef zij staan. Wie kon hem haar tegenwoordigheid ver raden hebben? Haastig kwam hij naar haar toe, terwijl hij reeds van verre den hoed afnam. Zij keerde zich om en sloeg een zijlaan in, het was schemerig en mistig geworden. Sneller spreid en gelezen, mocbten in eigen land slechts als handschrift rondgaan. Meer durfde men echter niet te doen, de persoon van Leo Tolstoï zelf liet men ongemoeid. Leo Tolstoï heeft veel gedaan voor het Russische volk, heeft het de oogen geopend, opdat het 't verkeerde zou kunnen inzien, waaronder het opgroeide en voortleefde. Leo Tolstoï heeft den eerst onvruchtbaren akker tot vrucht baar toe bewerkt; het door hem ge zaaide zaad schoot op, al moet gezegd worden, dat niet overal de oogst even goed was. Zyn werken en zijn zwoegen voor al wat goed en edel was is niet tevergeefsch. Leo Tolstoï heeft de vruchten van zijn arbeid gezien. Een vijand was Leo Tolstoï van het Griek8ch-orthodoxe geloof. De strijd, die hij tegen dat geloof voerde, is voor hem een zware strijd geweest, een strijd, waarin leed en tegenwerking zijn deel was. Maar Leo Tolstoï heeft stand gehouden, de overtuiging i3 in hem met de jaren niet verflauwd. Toen hij zijn tachtigsten verjaardag vierde en bijna heel de wereld met eerbied naar hem opzag, toen meende de Heilige Synode, dat zij den ouden grijze moest waar schuwen tegen zijn dwalingen. Leo Tolstoï is officieel buiten de Grieksch- orthodoxe kerk gesloten en welke po gingen ook zijn aangewend om hem daarmede weder te doen verzoenen, alle bleken vruchteloos, tot aan zijn dood is hij in zijn meening niet ver anderd. Leo Tolstoï was, zoo niet de grootste dan toch één der grootste mannen van zijn tijd; zijn naam zal blijven voort leven bij ieder. De Fransche kapitein Meynier, die beschuldigd wordt van moord op zijne verloofde, barones d'Ambricourt, is Don derdagmiddag te Parijs gearresteerd. Hij kwam in burgerkleeren en met geschoren haar en baard, zoodat hij onherkenbaar was, in het ministerie van marine en verzocht, zonder zijn naam te noemen, aan een der boden om een brief te brengen aan den inge nieur Lapetie. Deze liet terstond nadat hij den brief had gelezen de deuren van het ministerie sluiten en den be zoeker gevangen nemen. Meynier ver langde terstond voor het hoofd van den veiligheidsdienst te worden gebracht en maakte zich aan dezen bekend. Hij droeg drie fleschjes met vergif bij zich vervolgde zij haar weg daar klonk zijn stem reeds achter haar. „Goedenmiddag, freule! Ik was even verwonderd als gelukkig, u bij dit weder en in deze eenzaamheid te ontmoeten. Sta mij toe u naar huis te geleiden, want uwe wandeling kan onmogelijk lang duren, daar de avond reeds begint te vallen." „Ik dank u," antwoordde Klara koel, terwijl zij verder ging, „Ik wil u geen moeite veroorzaken en verlang volstrekt geen geleide." „Nu, dan moet ge u dit geleide onge- wenscht laten welgevallen, want ik zou eindelijk gaarne een bepaald antwoord op de vraag, die ik u onlangs in overweging gaf, hooren." „Een bepaald antwoord, mijnheer Von Brennenberg? Dat hebt u immers reeds ontvangen," antwoordde zij, terwijl zij van angst beefde bij- het hooren van dit her nieuwde aanzoek. „Zeker Klara maar heb toch niet zoo'n haast!" Hij legde zijn hand met zachten druk even op haar arm en vervolgde: „Gelieve mij toe te staan nog eens open hartig met u te spreken. Ik verzoek het u dringend. Laat ons nog eens langs dezen weg teruggaan; ik zal kort zijn." Onwillekeurig keerde de slanke gestalte aan zijn zijde zich om en onder haar kleine, zwarte voile staarden haar oogen hem met angstig droeven blik aan. Zij drukte de lippen opeen en liep» zoo ver mogelijk van hem af, aan den kant van den weg. „U hebt mij onlangs verzekerd, freule," begon hij, „dat u mij niet lief hadt. Ik daarentegen en ik meen u dit in onge kunstelde, maar oprecht gemeende bewoor dingen verklaard te hebben heb u harts tochtelijk lief. De zaak is voor ons beiden van diep treurigen aard. In maagdekken die hem natuurlijk zijn afgenomen voor hij naar de gevangenis werd gebracht. Een Grieksch zee-offlcier heeft een toestel uitgevonden, waarmee het mo gelijk wordt gemaakt de lucht in onder zeebooten te ververschen zonder dat die genoodzaakt zijn aan de oppervlakte te komen. Proeven moeten goede resul taten hebben opgeleverd. De geduchtste tegenstander van Jan Olieslagers- voor het behalen van den Michelin-beker en de wereldrecords van afstand en duur, zal ongetwijfeld Henry Far man zijn. De bezitter van den beker in 1909 heeft op zijn iweedekker twee enorme reservoirs geplaatst, een voor 280 liter benzine en een voor 100 K.G. olie. Hiermee hoopt hij 10 ti 12 uren, zonder dalen te kunnen vliegen. De vleugels zijn niet horizontaal, zooals bij de andere Farman-tsestellen, doch vormen een tweevlakkigen hoek. Om zich tegen de koude te beschut ten, heeft hij op zijn toestel een hutje van aluminium geplaatst, waar enkel zijn hoofd zal uitsteken. Dit laatste zal nog beschut zijn door een windscherm van mika. De stang voor het sturen is zoo ge plaatst, dat zij door de knieën in de goede richting zal kunnen gehouden worden, zoodat de vlieger dikwijls de handen vrij heeft, wat van zeer groot nut is bij zulke lange vluchten. Zooals men ziet, schijnt Henry Far- man wel besloten Tabuteau's records te slaan. Het noodweer op de Spaansche kust houdt aan. De Sar is buiten haar oevers getreden. De dorpen Padron en Cesures staan onder water.. Te Allameida Sagra is de bliksem in de kerk geslagen, het vuur heeft zich over het geheele dorp uitgebreid, waardoor belangrijke ver liezen zijn veroorzaakt. Volgens een telegram uit Kaneaaan het Journal des Débats heeft de Kre- tensische volksvertegenwoordiging met 57 tegen 46 stemmen besloten een ander uitvoerend bewind te benoemen. De Amerikaansche bladen hebben berichten uit Sjanghai over een hongers nood in China. Twee en-een half mil- lioen menschen leiden daaronder. De schaarschte aan voedsel is een gevolg van groote overstroomingen in het noor delijke gedeelte van An-hoei en in Kiang Soe. Drie jaar geleden zijn de bewoners van dezelfde gebieden door hongersnood geteisterd. Te Hamburg zijn bij 150 personen, die tot 30 verschillende gezinnen be toom wijst u den man af, dien ge uw hart niet schenken kunt. Dat is edel van u ge dacht, Klara, maar dwaas gehandeld. Ge zijt arm; uw geheele bestaan rust op twee oude, vermoeide oogen van een afgeleefden grijsaard, oogen, die hij na korteren of langeren tijd voor eeuwig moet sluiten Wat zult ge dan aanvangen, alleen op de wereld, die zoo koud is en meedoogenloos? En dan zoo jong en schoon! De taak eener onderwijzeres is moeilijker dan ge denkt en uw niet al te sterke gezondheid is even weinig tegen haar eischen opgewasschen als uw gemoed in staat zal zijn om als onder geschikte de speelbal te zijn van vreemde willekeur. Koestert ge de illuzie, steun te vinden bij bloedverwanten? Ook düt kan ik mij van u niet voorstellen; ge zijt te trotsch om weldaden aan te nemen!" Zij keek hem even aan met minder af keer in haar blik dan zooeven, maar met onverstoorbare kalmte ging hij voort: „Luister verder naar mij, freule. U zult mij in hetgeen ik gezegd heb geen ongelij k kunnen geven, nog minder in wat ik nu ga zeggen. Het leven is lang, en wat men in de jeugd, als de kracht van het lichaam en die van den geest nog samenwerken, gemakkelijk meent te kunnen overwinnen, wellicht alleen beschouwt van den poëtischen kant, dat ziet er, als men ouder wordt, hopeloos en somber uit. Het is niet zoo rooskleurig, voor zichzelf te moeten zorgen, op een zolderkamertje te wonen en in de eerste levensbehoeften met eigen hand te voorzien. Dat laat zich beter lezen in een roman, dan ondervindtn in de werkelijk heid. Er komt een tijd, dat men moede wordt en verlangend omziet naar een trouwe vriendenhand, waarnaar men in een oogen blik van zwakheid kan grijpen. En die tijd komt ook bij het meest standvastige en fiere karakter en het is verschrikkelijk, als men hooren, vergiftigingsverschijnselen waar genomen. Margarine van een zekere firma afkomstig, bleek de oorzaak te zijn. Er bestaat geen levensgevaar, maar sommigen der patiënten zijn er beden kelijk aan toe. Margarine, die het merk Backa draagt, is gebleken de oorzaak te zijn. De fa briek heeft onmiddellijk getracht alle voorjaden, die zij had afgeleverd, weer op te koopen, echter niet met het ge- wenschte succes. Bij chemisch onder zoek, is aan het licht gekomen, dat een uit Engeland afkomstige olie het ver giftige bestanddeel was. In een leerfabriek te Marjevols (de partement Lozère) is onder looiers, die uit Spanje afkomstige huiden hadden bewerkt, een epidemie ontstaan, die aan miltvuur doet denkeu. Een hunner is reeds overleden. De opstand der Albaneezen in het district Skoetari neemt, volgens de Progrès van Saloniki, bedenkelijke af metingen aan. Bij Dibra staan 8000 man onder de wapenen en de beweging breidt zich uit over verschillende dis tricten. De Jong-Turken zeggen, dat het de schuld is van de Montene- grijnsche regeering, die niet weet, wat zij met 10,000 Albaneesche vluchte lingen moet beginnen en hen nu in benden heeft ingedeeld, die met de opstandelingen bij Dibra samenwerken. In de Kaspische zee heeft een ver schrikkelijke storm gewoed, waarover Woensdag uit Astrakan twee berichten werden verzonden. Het eene luidde: Op de reede zijn meer dan 10 schepen gezonken, waar onder enkele met de bemanningen. Een aanlegplaats met 300 Perzische bootwerkers is losgerukt en in zee ge dreven. Er is geen hoop hen te redden. Op de reede van Koerjef zijn 2 stoom- booten en 4 schuiten in het ijs inge sloten. Zeven kustplaatsen zijn over stroomd. Te Stamsa Wasnessenskaja zijn ongeveer 100 huizen afgebrand; 700 menschen zijn dakloos. Het andere: Het s.s. Imperatrisa Alexandra is na een strijd van drie dagen tegen den storm, die in de Kaspische Zee heerscht, te Petrofsk aangekomen. Het schip heeft 16 schip breukelingen gered. Er zijn 16 schuiten gezonken. Meer dan 200 Perzische en meer dan 100 Russische bootwerkers zijn in zee weggedreven en bevroren of verdronken. Donderdag werd gemeld Stoomschepen en ijsbrekers hebben 44 door den storm in de Kaspische Zee gedreven schepen opgehaald. Deze zichzelf bekennen moet: „die tijd is gekomen, en ge hebt deze hand versmaad ter wille van een hersenschim, een jongemeisjes-gril, om dat hij, wien de hand toebehoorde, er anders uitzag dan het ideaal, dat ge uzelf geschapen hebt" Onwillekeurig bleef Klaartje staan; de woorden maakten een diepen indruk op haar ontvankelijk gemoed. „Ik zou zoo gaarne", ging hij voort, „u zulke droeve ervaringen besparen. Ik wil het vernederende denkbeeld verdragen, dat ge mij uw hand niet reikt uit liefde, maar gehoorgevend aan gevoelens, die aan eigen belang ontspruiten. Ik wil u niet kwellen om een gevoel bij u te doen ontstaan, dat ge nog niet koesteren kunt. Wellicht komt dat gevoel eenmaal in het geluk, dat ge zult leeren kennen in een leven vrij van zorgen ik wil den ouden man, uw vader, zijn levensavond aan uw zijde en met uw hulp verhelderen en dankbaar zijn voor ieder vriendelijk woord, dat ge mij zult toevoe gen Ik bid u nog eens, freule Klara, beproef het met mij, geef mij uw hand ik Hij boog zich tot haar toe om haar aan te ziengroote tranen biggelden langs haar wangen en de kleine handen, die den witten zakdoek naar het gelaat brachten, beefden van innerlijke ontroering. Het was haar te moede, als had een wilde, verwarde droom haar bevangen. Hij had de waarheid gesproken, over tuigend, onweerlegbaar! Was het ter wille van een hersenschim, dat zij hem terugstiet; den man, die haar zooveel aanbood? En toch liever dood, liever in ellende en eenzaamheid het geheele leven door, dan aan hem geketend met een hart, dat een ander toebehoorde. DOOR (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1910 | | pagina 1