Het Land van Hensden en Altena, de Langstraat en de Bommeierwaard.
INKWARTIERING!
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3OIO. Zaterdag 31 December.
NIEUWJAAR 1911.
PEtlLLETON.
w. 2ii:iuhum;.
UiJD VAN AlF^'
VOOR
M
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
1910.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/* ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Zoo vliegt bet heen, ons aller leven,
Bij 't jagen, stormen van den tijd,
En waar we elka&r een handdruk geven,
Wordt nu weêr 't Nieuwe jaar bereid,
't Blijft altijd strijden, altijd zorgen,
Maar, zonder dat de moed ontvliedt;
Er is geen avond en geen morgen,
Die ons geen stof tot danken biedt!
Wie vindt er in de levensgaarde,
Bij al het wisselend getij,
Geen vruchten van onBchatb're waarde,
Te zoeter, naar 't genieten zij
Wie voelt de jaren, die we tellen,
Dan maar zoo vrucht'loos doorgejaagd,
Dat niet de bron der Hoop mag wellen,
Voor 't leven, dat een toekomst vraagt
Komt, ziet terug op uw verleden,
Met zooveel bloemen voor uw voet,
Maar ook met strijd, in zorg gestreden,
Met smart, die ge u herinn'ren moet!
Dan heft ge zeker 't oog naar Boven
Dan dankt ge voor het vriend'lijk Licht
Dat stralen blijft voor wie gelooven,
Dat Liefde roept tot Levensplicht
Vindt gij in 't leven, om u henen,
Geen rijke halmen op het land,
ÉÈ-Geen garven, door de zon beschenen,
Dan helpe ddir uw broederhand
Als gij den trage aan kunt sporen,
Den zwakke helpt om voort te gaan,
Dan kiemt het zaad wèl in de voren,
Dan hebt ge pas uw plicht gedaan!
't Zijn bitt're tranen, die er branden,
In eigen-schuldbesef, alléén
Geeft daar uw hart en beide handen,
Ziet öm, en dan weer voorwaarts heen!
Geheeld de smartGetroost het lijden
Dat zij uw leus als Hoog gebod.
Als gij zóó 't nieuwe jaar wilt wijden,
Dan wijdt ge uw leven ook aan God
Snelt voort maar, jaren, die ons dragen
Naar 't einde van de levensbaan!
Wat helpt dat troost'loos, angstig klagen?
Wie wenscbt er dan terug te gaan
Wij willen 't Nieuwe jaar besteden
In reinen plicht, met kloeke hand;
Dan wijke 't Ou^ naar 't Verleden
Ons wacvc Eeuwig Vaderland!
L. J. Eijdman.
23)
Het jongemeisje was alleen; haar vader
bevond zich als altijd in de soos, tante
Stanze had haar lieveling vriendelijk op het
voorhoofd gekust en was toen ter kerke
gegaan. Nu kwamen de gedachten, die oude
kwelgeesten de herinneringen uit een
kort, blij velleden en de vreezen voor een
lange, bange toekomst. Zij joegen haar op
van den leunstoel en deden haar rusteloos
voortwandelen.
Bijna onhoorbaar gleden de voeljes over
het verbleekte tapijt; toen bleef zij staan,
nam een dunnen gouden ketting ter hand,
liet dien in gedachten verzonken door haar
vingers glijden, deed hem vervolgens om
den hals en begon haar wandeling opnieuw.
Dit kettinkje had haar oude vader haar
zoo straks gebracht; het was zijn bruids
geschenk aan haar moeder geweest. Hoe
zwaar moet het hem gevallen zijn, van dit
dierbaar aandenken te scheiden 1 Eén oogen-
blik had het haar toegeschenen, alsof er tra
nen glinsterden in de oude oogen toen hij,
haar dank afwerende, haar haastig verliet.
Dit was zijn kerstgeschenk; zij verheugde
er zich hartelijk 'over, maar met alle kracht
wekte het de herinnering op aan de afge
storvene en toonde haar de groote leemte
in haar Lven.
Ach, als zij nog een moeder had om bij
deze het orervolle, bekommerde jonge hart
te kunnen litstorten!
„Hedwig heeft ook geen moeder meer",
dacht zij, „miar zij zal dit gemis niet zoo
diep voelen. 2ij heeft immers den man
gevonden, om wien de vrouw vader en
moeder verlaat!"
Haar gedachten vlogen naar Hermsdorf.
„Nu zal oom de kaarsjes aan den boom
ontsteken ach, een Kerstboom!
Voor haar alleen brandde er heden geen,
voor haar alleen geen vreugde, geen geluk
Wederom staakte het jongemeisje haar
wandeling en sloeg in bittere smart de
handen voor het gezicht.
„Waar zou hij toch wel zijn? Zou hij wel
ooit, zij 't ook nog zoo vluchtig, weer aan
mij gedacht hebben?"
In haar herinnering stond hij duidelijk
voor haar, hij, die haar ziel met de eerste
vreugde, maar toen ook met de eerste bittere
smart had vervuld.
Zij wilde in toorn jegens hem losbarsten,
maar kón het niet.
„Ach, als hij nu eens de kamer binnen
trad en zeide: „Klara, ik kan zonder jou
niet leven! Wijs mij toch niet terug!"
Ach, dan dan Maar er geschieden
immers geen wonderen meer, zelfs heden
niet, op den Kerstdag! Wat kan ik
toch tusschenbeiden dwaze gedachten heb
ben. Hoe kom ik er toch aan?"
Zuchtend schudde zij het hoofd en de
lieve lach, die haar zooeven om den mond
zweefde, maakte wederom plaats voor een
treurigen plooi om de bleeke lippen.
„Ach, kwam tante toch maar! Ik verga
van angst, zoo alleen!"
Plotseling werd hevig aan de huisdeur
gescheld, haastige schreden liepen de trap
op, bij twee treden tegelijk.
Wie kon dat zijn?
De postbode? Neen, die loopt veel lang
zamer.
Brennenberg? Groote God!
Haar nog altijd bleek gezichtje werd nog
witter.
Maar neen! Ook zijn stap was het niét.
Hij kwam altijd trede voor trede naar boven.
Zou Otto?
Btiitenland.
Een verschrikkelijk ongeval heeft te
Irsy-les-Moulineaux plaats gehad. De
vlieger Laffont maakte W oensdagmorgen
eenige proefvluchten met Pola als mede
reiziger, ten einde den tocht Parijs
Brussel—Parijs te beginnen. Na eenige
malen de baan te hebben rondgevlogen
op een hoogte van 10 M. viel het toestel.
Men veronderstelt, dat er aan de draden,
die de stuurinrichting bedienen iets
gehaperd heeft.
Laffont had een schedelbreuk en zijn
linkerarm was hem in 't lichaam ge
drongen. Pola was geheel verminkt.
Deze ademde nog maar toen men hem
optilde gaf hij den geest. Kort daarop
werden de lijken naar het ziekenhuis
vervoerd.
De ingenieur Heyn, die met een door
hem gemaakt valscherm een sprong
uit een luchtballon wilde doen, is van
een hoogte van ongeveer 150 M. gevallen
en doodelijk gekwest. Hij brak o. a.
zijn ruggegraat.
Lanser, die Donderdag met een passa
gier, Panier geheeten, de reis Parijs
Brussel en terug begonnen is, om den
grooten prijs van de Fransche Auto
mobiel-Club, kwam, nadat hij tegen
half tien 's ochtends te Issy-les-Mouli-
neaux was opgestegen, om 11 u. 50 te
St. Quentin aan, vanwaar hij om kwart
voor éénen weer vertrok. Even voor de
Belgische grens, bij Rouveroy, moest
Lanser echter weer dalen wegens zwaren
mist.
De Nederlandsche vlieger Jacque
Labouchèreheeft dezer dagen zijn brevet
de pilote aan de Aëroclub de France
behaald. Den 24en December maakte
hij een prachtigen tocht met zijn biplane-
Zodiac.
Labouchère is dus onze 6e gebreve-
teerde vlieger.
De politie te Parijs heeft zich in een
herberg in de volkrijke wijk van het
hospitaal St. Louis meester gemaakt
van een bende van 12 apachen, die
sedert een tient 1 dagen zich herhaalde
lijk aan nachtelijke aanvallen heeft
schuldig gemaakt. Er is verwoed gevoch
ten en met revolvers geschoten, maar
wonderlijk genoeg werd niemand ge
wond, ofschoon verscheidene bandieten
naar de zesde verdieping waren gevlucht.
In de laatste jaren heeft het aantal
ontvoeringen van kinderen in Amerika
schrikbarende afmetingen aangenomen.
Dezer dagen is nu een Italiaansch
echtpaar, dat aangesloten was bij de
Zwarte Hand, op heeterdaad betrapt.
Zij bleef midden in de kamer bij de
tafel staan en hield onafgewend haar blik
ken op de deur gevestigd.
Nu naderden de voetstappen den drempel
van haar kamer, daarop werd er héél be
scheiden aan de deur geklopt, zóó zacht,
dat dit volstrekt niet overeen was te brengen
met den vasten, haastigen gang van den
bezoeker.
„Binnenklonk het bevend van de lip
pen van het meisje.
Zij wilde zelf de deur gaan openen, maar
een onverklaarbare angst hield haar als aan
haar plaats geboeid.
Langzaam, bijna aarzelend werd de deur
geopend en daar stond was het dan
werkelijkheid, geen droom? daar stond
hijaan wien zij zooeven nog gedacht had.
Hoe smeekend zag hij haar aan!
„Klara!
Het was haar, alsof de kamer en de lamp
in jubelenden rondedans om haar heen
draaiden.
Zij strekte de armen uit en lag aan
zijn borst. Zij hoorde zijn stem, maar ver
stond ternauwernood wat hij zeide. Steeds
vaster vlijde zij zich in zijn armen. Het
was immers maar een droomDadelijk zou
zij weer ontwaken in de sombere, bittere
werkelijkheid en zij wilde het droombeeld
niet verjagen door een onbedachtzaam woord.
„Klara, heb je mij werkelijk niet ver
geten? Kun je mij vejsgeven?"
Zij antwoordde niet, maar sloeg slechts
de oogen op en zag hetn onder haar tranen
lachend, met denzelfden teederen blik van
vroeger aan. Geen enkel woord van ver
wondering kwam over haar lippen, maar
op het nu blozend gezichtje lag de zalige
overtuiging, da^ kommer, ziekte en zorgen
nu verdwenen waren, als het ijs voor den
adem der lente, en dat het geluk, als het
schoonste, heiligste kerstgeschenk, haar klein
kamertje was binnengetreden.
En daar buiten, in de geheeld Christen-
Beiden zijn veroordeeld tot de maximum
straf, die op dit misdrijf is gesteld, te
weten 49 jaar gevangenisstraf. De rech
ter, dié het vonnis velde, gaf zijn spijt
te kennen, dat de wet hem niet toestond,
de doodstraf uit te spreken.
Tijdens een storm is er op het eiland
Comera (Kanarische eilanden) een huis
ingestort, waarbij twee-en-twintig per
sonen voor het meerendeel kinderen
verpletterd zijn.
De vroegere koning Manuel van Portu
gal blijkt vijf dagen lang in een voor
naam hotel in het Westeinde van Londen
verblijf te hebben gehouden. Hij heeft
er vele bekende en hooggeplaatste
koningsgezinde Portugeezen ontvangen,
meerendeels vroegere gezanten. Natuur
lijk verluidt niets naders over hetgeen
daabij verhandeld is. De Koningin-
Moeder moet er niet bij tegenwoordig
geweest zijn.
De Temps heeft langs Spaanschen
weg een telegram ontvangen, meldende,
dat de toestand in Portugal vrij ge
spannen is. De arbeiders stellen eischen,
die onmogelijk in te willigen zijn. In
het leger komen tal van gevallen van
tuchteloosheid voor. Drie kruisers zijn
weggezonden; de regeering zou niet
zeker zijn van de gezindheid van leger
en vloot. De bevolking is ongerust.
Woensdag werd uit Grenoble gemeld:
Om zeven uur in den ochtend is hier
en in verschillende plaatsen in den
omtrekVoiron, Allevard-les-Bains,
Chambéry, een aardbe/iDg waarge
nomen. Schade is niet veroorzaakt.
Donderdag uit Athene: Aardbevingen
hebben in Elis aanzienlijke schade ver
oorzaakt.
Een Duitsche visschersboot, die te
Cuxhaven aangekomen is, heeft op 19
dezer een grijze overjas opgevischt. In
de zakken vond men twee zakdoeken
met de letters O. L. Het lijdt geen
twijfel, dat het de jas is van Otto Lange,
den luitenant, die over den in zee ver
ongelukten Dnitschen luchtbol Saar
gezag voerde.
Volgens een bericht uit Petersburg
zijn na het avondmaal in een dorps
kerk in het district Peterhof, 32 per
sonen ziek geworden en drie ouder
lingen gestorven. In den kelk was bij
vergissing in plaats van wijn een op
lossing van chroomsulfaat en kaliurn-
chromaat gedaan.
In Macedonië wordt het langzamer
hand weer het oude spelletje. De benden
wereld, brandden nu in paleizen en hutten
de kaarsen aan de Kerstboomen, en tal-
looze VToolijke harten sloegen dankbaar in
de gemoederen der menschen
Hier, in het kleine vertrek, brandde
weliswaar geen kerstboom, maar gelukkige
oogen schitterden in nóg helderder glans;
de lichte, zwakke draden waren nu onver
breekbaar samengeknoopt en weefden een
rooskleurigen sluier om de hoofden der
beide jongelieden, schitterend van het geluk
der liefde en de zalige droomen van een
schoone toekomst.
Wat verbaasd gezicht tante zette toen zij
uit de kerk kwam en zich haastte om voor
haar lieveling het in alle stilte versierde
kerstboompje te ontsteken en nu een
gelukkige verloofde in de armen van een
niet minder gelukkigen jongeman vond, en
hoe schielijk de majoor uit de soos naar
huis snelde, nadat Brennenberg hem iets
in het oor had gefluisterd wij weten
het niet. Zijzelf wisten het ternauwernood
het was verwondering, verbazing, een ju beien
zonder einde
Alleen het jonge vrouwtje van luitenant
Treben is met haar levendige verbeeldings
kracht in staat, zich het tooneeltje duidelijk
voor oogen te stellen en dit behoort tot
de kostelijkste verhaaltjes, die zij met on-
betaalbaren humor voordraagt.
Krosky's kerstreis en het doel van dien
tocht was bij 't geheele regiment bekend,
evenals Treben's kluchtige verbazing over
de voorgewende schaking van tante Stanze
door den ontvanger Hubner.
Het kleine, drukke vrouwtje zou 't liefst
een blijspel daarover hebben gesehreven
om het bij een uitvoering in de offieiers-
societeit te laten opvoeren, maar zij was
bang mevrou w Krosky te kwetsen:; die toch
was edelmoedig genoeg ««wawen
van de verloving ir»
beginnen steeds meer het hoofd op te
steken. Het ministerie van oorlog heeft
de zaak ernstig overwogen en besloteii^
het troepencontingent in Macedonië te
versterken. Er zullen een aantal batal
jons heen worden gezonden, speciaal
om de benden te achtervolgen. De
gendarmerie kan het niet af.
Het is gebleken, dat de benden in
den laatsten tijd zoowel over de Grieksche
als de Bulgaarsche grens het land zijn
binnengetrokken. Daarom is de bewa
kingsdienst aan de grens versterkt. Een
afdoende afsluiting van de grens is
echter onmogelijk.
De Etna is weder geducht aan het
werken. Er heeft zich een nieuwe krater
gevormd. De bevolking vlucht.
Woensdag werd uit Londen gemeld:
Vijf stille agenten hebben gisteren
een huiszoeking gehouden in een huis
in de Goldstraat in Stepney, waar zij
een groote hoeveelheid scheikundige
stoffen in beslag hebben genomen, als
gebruikt worden voor het maken van
de geweldigste ontplofbare stoffen in
bommen. Verder vonden zij een gordel
met 150 dumdum-kogels van dezelfde
soort, die in Houndsdith gebruikt zijn,
en een aantal bescheiden en boeken,
meerendeels van revolutionairen en
anarchistischen aard. De politie gelooft
in het huis in de Goldstraat de voor
naamste opslagplaats van de Russische
anarchisten te Londen ontdekt te heb
ben. De gevonden papieren toonen aan,
dat de gedoode moordenaar Gardstein
aan het hoofd van de bentgenooten
stond. Zijn ware naam is Poloski Mo-
roentsef. De politie heeft alles naar het
hoofdbureau van politie in de City
overgebracht, waar Matthews, de direc
teur van de crimineele politie, het in
oogenschouw heeft genomen. Matthews
heeft ook het huis in de Goldstraat en
het huis in de Grove-straat, waar Mo-
roentsef overleden is, bezocht, maar
voorshands zijn er geen nieuwe inhech
tenisnemingen gedaan.
Een later bericht luidt:
De papieren, die ontdekt zijn in het
huis in de Goldstreet, Stepney, dat vele
maanden bewoond is door Moroentzef
alias Gardstein, heeten veel licht te
verspreiden over den moord op de
politieagenten in HoundSditch en ook
over complotten van anarchisten op het
vasteland. Gedrukte en geschreven pa
pieren, die alle in het Jiddisj of in
het Russisch zijn opgesteld, hebbende
politie reeds aanleiding gegeven, nog
twee huizen in Stepney te doorzoeken.
Ook hier zijn papieren in beslaggeno
men, die vele nog ongeroemde personen
toch een prachtige revanche zou zijn.
„Goedenmorgen, Klara!" zei Hedwig op
zekeren dag, toen zij, frisch als een roos,
in een elegant toilet, het salon der jonge
mevrouw Krosky binnentrad.
Het vrouwtje des huizes zat voor haar
schrijftafel en las met een lachend gelaat
een brief.
„Goedenmorgen, Klara! Neem mij niet
kwalijk, dat ik je stoor. Je weet, dat in de
volgende week onze gezamenlijke huwelijks
verjaring wordt gevierd. Hier is de uit-
noodiging van papa om dien feestdag op
Klein Hermsdorf door te brengen. Hij schrijft
mij, dat tante Stanze een onnoemelijk aan
tal schepels meel ver bakt tot koeken, om
niet eens te spreken van den moord op
groote schaal in den kippenren. Allemaal
voor die gelegenheid! Je gaat toch mee?"
„Zeker, zeker!" antwoordde het jonge
meisje opgeruimd, terwijl zij haar nicht
de hand reikte.
„Waar kunnen wij den 15den October
wel heerlijker vieren dan juiet dkèr, waar
wij „in ketenen zijn geklonken?" vulde
Hedwig guitig aan.
Nu dreigde Klara haar zacht met den
vinger.
„Veel complimenten van Otto," zeide zij
toen, terwijl zij den brief nogmaals open
vouwde en opnieuw lachte. „Hij schrijft
mij 't zijn weliswaar hartsgeheimen, die
hij mij toevertrouwt, maar jij als zuster
moogt 't wel weten hij schrijft mij, dait
hij te Heidelberg een jong meisje heeft
leeren kennen, dat op mij moet gelijken.
Hij schijnt haar zijn warmste hulde te
brengen, want het slot zijner gloeiende
lofrede op de jongedame luidt woordelijk;:
„En deze engel heet Josefine".
Hedwig heeft grooten lust hartelijk om
den er.gel, die Josefine heet, te lachen, en
neemt zich in stilte voor, den verliefden
student eens flink te plagen. De heer des
huizes treedt juist de kamer binn<»«
DOOR