et Land van flensden en Altena, de Langstraat en de Bommeierwaard. Tuberculosebestrijding. THUIDA Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3012. Zaterdag 7 Januari. FEUILLETON. 1911. 7,0 VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 7*/» ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. In de vergaderzaal van de Tweede Kamer is dezer dagen een belangrijke zaak in bespreking geweest, n.l. de be strijding der tuberculose. De zaak is van genoeg belang om eens in ons blad te worden behandeld. Wemogen 'teen verblijdend verschijn sel noemen dat in de laatste jaren het sterfte cijfer der tuberculose gestadig af neemt. Waaraan dit nu toe te schrijven In de eerste plaats aan de maatregelen, die men ter bestrijding van de verschrik- kelijkte ziekte neemt. Ons land komt in dit opzicht niet bij de andere landen ten achter. In tegendeel, de methode, die in ons land wordt gevolgd om de ziekte te bestrijden, wordt in het buitenland zeer gunstig beoordeeld. De propaganda geschriften doen veel goeds, omdat daarin wordt beschreven hoe men zich tegen de tuberculose kan wapenen. En bekend is het bij allen dat voorkomen eener ziekte beter is dan te genezen. Dan nog hebben we onze sanatoriums en lighallen, waarin de tuberculoselijders worden be handeld en waaruit zeer vele lijders van de ziekte weer genezen terugkeeren bij de hunnen. Dit alles, deze bestrijding der tuberculose, heeft zeer zeker tot ge volg dat we kunnen constateeren dat het aantal aan de ziekte gestorvenen de laatste jaren zoo groot niet meer is als vroeger, toen men de bestryding nog niet zoo goed ter hand nam. Al ismen door de meerdere bestrijding der tuber culose tot gelukkige resultaten gekomen, toch mag dit natuurlijk geen reden zijn om de maatregelen ter bestryding niet DÖg meer uit te breiden. De ziekte is te gevaarlijk om niet alles te doen, wat in ons vermogen is, om ze te genezen, zoo mogelijk te voorkomen. Er kan dus niet genoeg door woord en geschrift wor den gedaan om regels na te leven, welke naleving de ziekte bij velen misschien zal voorkomen. Dan moet de verpleging in lighallen en sanatorie zoo goed moge lijk zijn. De geheele inrichting moet zóó zijn dat er de grootst mogelijke kans bestaat op genezing. Natuurlijk, de meest practische inrichting en de meest goede verpleging zullen soms niet kunnen voor komen dat een lijder aan tuberculose toch aan de ziekte bezwijkt. Maar dan wer ken andere omstandigheden tegen het herstel van den zieke, maatregelen van Diet-materiëelen aard, en daartegen W. ïlEIiaUURGl. 2) Moeder en zoon zaten naast elkaar en pasten voor 't uiterlijk even weinig samen als de vergulde kop bij de oude, bruine koffiekan, die door een ijzerdraad bij elkan der moest worden gehouden, wilden de stukken er niet afvallen. In stevigen greep lagen beider handen in elkaar en met innige teederheid hingen de blikken der oude vrouw van het fijne, bleeke gelaat van haar lieveling, wiens anders zoo droefgeestig starende oogen van daag met een uitdrukking van welbehagen door het kleine vertrek rondzagen. „Niets gaat toch boven eigen huis, moe der!" zeide hij. „U kunt 't niet gelooven hoe ik de dagen tel tot aan mijn vertrek uit de oude, berookte stad, om hier bij u in het kamertje te zitteD, Zie, het is alles nog ais vroeger! Daar staat de tafel nog voor het raam, waarbij ik mijn schoolwerk afmaakte, en daarnaast het bankje, waarop Truida altijd stond en over mijn schouders gluurde, als ik poppen voor haar teekenen moest Hoe lang is 't toch wel geleden, sinds ik van hier vertrok? Al twee jaarl Weet u nog, moeder, hoe u weende, toen ik u verliet? En Truida schreide ook!" „Wel, dat is natuurlijk, Johannes 1 Ik had er trouwens niet veel tijd toe, want moest dadelijk naar mevrouw Freimuth om te mangelen, maar Truida vond ik, toen ik een paar uur later terugkwam, nog kan niets worden ondernomen. Voor zoo ver wij, menschen, echter by machte zijn om een ziekte te genezen, mag niets worden nagelaten wat de genezing kan bespoedigen en verzekeren. Geen geld mag worden gespaard, tegen geen zorgen mogen worden aangezien, kortom, geen offer kan te groot zijn om zoo'n men- sehenleven te redden. Het is onze plicht als mensch om onzen naasten lief te hebben als ons zelveB, en, zoo vragen wij nuzou er iemand zijn, die terug zou schrikken voor het grootste offer, dat hij zou kunnen geven, als hij daarmede zijn leven zou kuunen redden? Wij allen, wij hebben ons eigen leven zoo lief en moeten wij anderen dan maar aan hun lot overlaten, niets doen voor hen, om ook hun leven te redden? te beveiligen tegen de gevreesde zie te? In onze Tweede Kamer werd er ook op aangedrongen dat aan de bestryding der ziekte nóg meer moest worden ge daan dan tot nog toe. Wel wist men ook d&dr wel te zeggen dat het sterfte cijfer gaandeweg kleiner wordt, terwijl toch het bevolkings-cijfer steeds stijgt, wat men een bemoedigend verschijnsel noemde en dat is het ook inderdaad, maar om dat de tuberculose nog altijd een armeluiziekte bleef, wilde men voor al voor het „volk", voor de arme lui, meer doen om ze van „hun" ziekte te kunnen laten genezen. Wel had men een volkssanatorium Oranj e-Nassau - oord zoo werd gezegd, maar dit was nog nooit een sanatorium voor het „volk" geweest. En wij stemmen dit toe, want ook wij erkennen gaarne dat f 1.65 per dag voor een man uit het volk, voor een arbeider, een te groot off r is, om de genezing te zoeken van de tuberculose, en wel alleen om dat velen zulke hooge verplegingskosten niet zullen kunnen betalen. Er werd dan ook aangedrongen op uitbreiding der lighallen, omdat de verpleging hier in veel goedkooper is, ón omdat ge bleken was dat, zooals in de lighal in Den Haag, vaak plaats te koitis. Wel zijn de lighallen niet zeer luxe en men betreurde dan ook dat men niet een beetje royaler was, maar toch drong men op uitbreiding der hallen aan. Men ging nog verder zelfs. Er moest gezorgd worden voor vrijbedden in het Oranje- Nassau-oord, men moest er voor zorgen dat het in werkelijkheid ook een sana torium voor het volk werd. Nu was het dit slechts in naam. En daner hier in de kamer. Zij zat op jouw stoel met het hoofd op de tafel en wilde van niemand iets weten, van Suze noch van grootma, wat zij ook tegen haar zeiden Ik heb je toen immers geschreven, Johannes, hoe zij om je treurde". De jongeling antwoorddeniet. Hij knikte slechts en wendde het hoofd naar het raam. „Wat is hier alles reeds groen", zeide hij. „Zeker, Johannes. Ik heb het immers altijd gezegd, zoo schoon als hier bij ons is 't nergens. Zie eens, wie heeft zoo'n fraai uitzicht als ik? Wanneer ik 's avonds moe en afgemat van het werk kom en daar op dien stoel ga zitten, waar ik over het pleintje heen in den tuin zei, dan ruil ik met niemand." „Goed, vlijtig moedertje!" sprak hij ge roerd. „Wacht maar! Zoodra ik gepromo veerd ben en een betrekking heb, zult u het goed hebben. Dan komt u bij mij om voor de huishouding te zorgen en zult zelf een waschvrouw hebben". De oude vrouw schudde het hoofd. „Ach, Johannes! Neen, dat past niet. Dan neem je een knappe, mooie Zij zweeg plotseling; haar blik viel op de kruk, die naast hem stond. Zij keerde zich om, opdat hij de tranen, die haar in de oogen kwamen, niet zou zien. „Ik weet wel, wat u bedoelt, moeder! Laat u dat niet bedroeven. Ik geloof stellig, dat ik nooit trouw. Wij beiden blijven bij elkaar". Hij lachte even. „Wat zou een vrouw metmij uanvangen?" besloot hij. Toen nam hij zijn kruk, stond op en ging naar het venster. Helder door de zon beschenen lag het zindelijke, met tegels geplaveide pleintje voor hem. De zoele lucht trilde als 't ware over de boomen in den tuin, waarvan de zijn menschen in sanatorie en lighallen, die armoede lijden en daar liggen met den grootsten angst over hun gezin. Wel wordt er reeds iets gedaan om de menschen in hun gezinnen te steunen, maar de regeering schijnt niet geneigd de menschen ook in staat te stellen zich onder goede behandeling te plaat sen. De minister had bedenking tegen een te snelle stijging van den post. Hij heeft over subsidieering van sana- tories een advies, dat hij moet bestu- deeren. Wij hopen nu maar dat in het belang der zaak de studie gunstige ge volgen moge hebben. ilHiteulatid. Het volgende is gebeurd te Cumber land, in den Staat Maryland (V. St.) Edward Twiggs en Grace Loser zouden met elkaar trouwen. Hij was rijk, zij was schoon, en de huwelijksvoltrekking zou binnen enkele uren plaats vinden. Beide gelieven zaten op een sofa; er werd gelachen en gekust. Maar toen een kwartier later de moeder van de bruid binnentrad, waren beiden dood. Zij hielden elkaar omstrengeld en mond was op mond gedrukt. De dokter die onmiddellijk geroepen werd, zag dat de lijken der gelieven verbrande lippen hadden. In den mond van den man werd een kauwballetje gevonden, dat cyaankalium bevatte. De kus had beiden den dood gebracht. Maar was hier zelf moord en moord, dubbele zelfmoord of dubbele moord, door een derde begaan, gepleegd? De meeste beklaagden in het straf geding tegen de aanleggers van het complot tot vermoording van den keizer van Japan hebben bekend. Althans de meesten der gedetineerden hebben er kend, het plan te hebben gesmeed niet enkel den Keizer maar ook de ministers uit den weg te ruimen. Voorts zou er op groote schaal brandstichting gepleegd en allerlei onrust en verwarring verwekt worden. Het geding is met gesloten deuren behandeld maar toch is aan vele advo caten e. a. die er voor in aanmerking kwamen, toelating verleend. Ook de leden van buitenlandsche legaties te Peking hadden toegang tot de terechtzitting. De Luchtvaartclub te Ostende seinde aan die te Brussel, dat een vliegerspet en vliegersbril ter hoogte van Maria- kerke gevonden zijn. Men vermoedt, dat deze voorwerpen van Cecil Grace waren, den Engelschen schutting zich vlak tegenover hem bevond. De traliedeur stond open en Moor, de oude poedel, was er op z'n gemak dwars voor gaan liggen. De deur van het deftige huis naast het bordes bleef echter gesloten, hoe verlangend ook de blikken van den jongen student zich er telkens naar wenden. „Truida komt vandaag niet, Johannes", zeide de oude vrouw, terwijl zij de laatste slokjes koffie uit haar schoteltje slurpte. „Haar grootma wil het haar niet toestaan". „Waarom niet, moeder?" Truida is vandaag aangenomen en morgen gaat zij ten avondmaal, dus mag zij geen afleiding hebben voor de godsdienstige gedachten. Toen Suze den schotel met kra kelingen bracht liet zij weten, dat mevrouw je eerst morgen kan ontvangen." „Dan ga ik eens den tuin door!" zeide de jongeling. En weldra liep hij, langzaam en zwaar op zijn kruk leunende, door den in lentedos prij kenden hof. Op de bloembedden bloeiden crocussen en blauwe en roode hyacinthen, maar hij sloeg ternauwernood acht op de geuren- en kleurenpracht om hem heen. Haastig ging hij verder en hield eerst aan het beneden einde van den tuin stil. Voor hem strekte zich een grasperk uit, langs den muur omgeven door oude, hooge boomen. Daarnaast een priëel waaraan de eerste blaadjes van den wilden wingerd ternauwernood een lichte schaduw ver leenden. Een liefelijke geur van viooltjes kwam hem tegemoet. Hij ging naar den anderen kant en knielde op den grond; de kruk lag naast hem, voorzichtig boog hij de donkere blaadjes uit elkaar en donkerpaars blonken de kleine, geurige kinderen der lente hem tegen. vlieger, die in December het laatst bij Sangatte gezien werd, in de mist ver dween en ran wien men sedert zonder bericht bleef. Dinsdag is, niet ver van Ogden, in den staat Utah, een trein van de Sout hern Pacific Railway tot stilstand ge bracht en uitgeplunderd door twee gemaskerde roovers. Een neger conduc teur werd gedood, een ander gewond. Alle reizigers moesten hun geld en kostbaarheden afgeven. Woensdag werd uit Warschau gemeld: Tengevolge van onvoorzichtigheid van passagiers der derde klasse met benzine, is in den nacht van Maandag op Dins dag op de spoorlijn tusschen Grodno en Soewalki een personenwagen in brand geraakt. De wagen verbrandde. Vele passagiers bekwamen brandwonden. Eenige verkoolde lijken zijn gevonden. Een aardbeving heeft te Wjernoje (in het Oosten van Russisch Toerke- stan) de helft van de steenen huizen vernield. Het aantal omgekomenen is onbekend. Te Kopal (ten NO. van Wjer noje) zijn scheuren in den grond ont staan. Uit Milaan komen berichten van hevigen sneeuwval. In geheel het noor den van Italië is veel sneeuw gevallen. Op het oogenblik zijn in de Eifel vier groepen bezig met het zoeken naar goud: een Dusseldorpsche groep, die 35 velden, een Keulsche groep, die 25 velden, een Nederlandsche groep, die 4 velden, en een Berlijnsche groep, die 5 velden ontgint. Te Breslau is een loods met drie vliegmachines door brand vernield. Men denkt aan brandstichting, daar sedert Zaterdag niemand in de loods is geweest. Uit Queenstown, Zuid-Afrika, werd Donderdag gemeld: Te Gaika Sloop bij Cathcart is er gisterenavond een ongeluk gebeurd met een pleziertrein uit Oost-Londen. Alle wagens zijn van den dijk gevallen. Blijkens officieele mededeeling zijn vijftien personen gedood en 40 a 50 gewond. Het Journal des Débats verneemt uit Petersburg, dat te Moekden ernstige onlusten zijn uitgebroken naar aanlei ding van een belastingverhooging. Tal rijke Chineesche kooplieden hebben levendig geprotesteerd. De districtschef moest met het oog op zijn persoonlijke veiligheid een beroep doen op de troe- „Het tiert en bloeit nog, evenals altijd 1" fluisterde hij. Toen begon hij ijverig te plukken. II. Zoo in de bezigheid verdiept zag Johannes niet hoe een vlugge meisjesgestalte den weg langs snelde. Even vlug als altijdde lange japon hinderde niet, want die was over het korte, witte onderrokje hoog opgenomen. En evenals altijd dansten de zwarte vlechten op den rug, maar de blauwe oogen zochten den geheelen tuin rond en eindelijk ver scheen een schalksch lachje om de frissche roode lippen. Met bijna onhoorbare schreden sloop zij nader tot zij dicht achter hem stond. Hij was zoo ijverig bezig, dat hij haar nog altijd niet opmerkte. Nu legden zich twee kleine handen op zijn oogen en een klankrijke, jeugdige stem sprak „Ik ken je wel, viooltjesdief Hoe heet ik dan? vlug asjeblieft!" „Truida!" riep hij uit. Nu nam hij de handen weg; zij was naast hem neergeknield en beider oogen ontmoet ten elkaar. Over het gelaat van den student was een gloeiende blos gevlogen. „Wat ben je veranderd, Truida!"stamelde hij, terwijl zijn oogen vol bewondering op haar bekoorlijk gezichtje gevestigd bleven. „Jij ook, Johannes! Maar jij ziet er slecht uit!" antwoordde zij onbeschroomd. „Ik heb hard gewerkt, heele nachten door!" antwoordde hij. „Ik wil spoedig zelfstandig zijn om binnenkort mijn doc toraal examen te doen Een heldere lach verhinderde hem voort te gaan. „O Johannes, hoe kluchtigJij een doctor 1" „In de letteren pen. Deze vuurden op de betoogers. Er zijn tien dooden en tal van gewonden gevallen. Er wordt melding gemaakt van een staking in het Belgische kolengebied; 12000 man hebben volgens de laatste berichten het werk neergelegd en te Seraing zijn gewonden gevallen in een gevecht met gendarmes. De berichten, die in verschillende bladen staan, zijn niet overmatig duidelijk. Zooveel schijnt evenwel vast te staan, dat van een algemeene staking vooralsnog geen sprake is. Alleen de kolenrijders hebben tot dusver het werk neergelegd. De beweging bepaalt zich nog tot den linker Maasoever. Maar er bestaat vrees, dat zij zich tot den rechteroever zal uit breiden. Eerst thans is bekend geworden dat de Londensche politie den 24 Decem ber j.l. op een verlaten terrein der gas fabriek van Beckton drie pakken spring- gelatine heeft gevonden, bestemd voor d6 vervaardiging van bommen. Men wil daarin een bewijs te meer zien voor het bestaan eener uitgebreide anarchis- ten-vereeniging en vermoedt, dat na het drama van Houndsditch in den nacht van 16 December alle anarchis ten, uit vrees dat de politie huiszoe king bij hen zou houden, alles wat hen zou kunnen belasten in veiligheid heb ben gebracht en dat daartoe ook de pakken gelatine behoorden. De „Daily Telegraph" beweert nu te weten, dat de politie der City in het bezit is van inlichtingen omtrent eene groote anarchistische samenzwering, waaromtrent mededeeling is gedaan aan don minister van binnenl. zaken en het hoofd der politie. De „Exchange Telegraph" voegt daar nog bij, dat die samenzwering ten doel had zekere vreemde diplomaten in Enge land uit den weg te ruimen en dat de „Roode bende" inbraken op groote schaal in haar schild voerde om zich geld te verschaffen voor het ten uit voer leggen harer politieke plannen. Ware het spoor der voornaamste moordenaars niet ontdekt, dan zou de kroningsdag van koning George V, waarschijnlijk in een dag van rouw zijn verkeerd. De politie volgt op het oogenblik nog het spoor van een 20 tal leden dier bende. Algemeen is men thans overtuigd dat de anarchisten zelf het huis in de Syd- neystraat hebben in brand gestoken en zelfmoord gepleegd toen het hun on mogelijk bleek aan de justitie te ont komen. Nu onder de puinhopen nog de geheel onherkenbaar geworden over blijfselen van een derden persoon zijn „Nu ja, maar toch een geleerde 1" Nu zag zij schuw naar alle kanten om. „Als grootma mij eens zoo hoorde lachen 1" fluisterde zij. „Je moet weten, Johannes, op Palmzondag ben ik bevestigd en morgen zal ik ten Avondmaal gaan. Nu heeft Suze mij zooeven in de keuken gezegd, dat men, voor men 't altaar nadert, met alle menschen verzoend moet zijn. Nu wilde ik je vragen, Johannes, of jij, jij bovenal, mij kunt ver geven." Smeekend zagen de blauwe oogen uit het een weinig verbleekte gezichtje naar hem op. „Ik, Truida? Wel, ik wist niet, dat je mij ooit „O, Johannes, maak 't mij toch niet zoo moeilijk! Je wilt schertsen met hetgeen zoo bittere ernst is." Zij strekte smeekend de gevouwen handen naar hem uit. „Wat dan, Truida? Ik weet waarlijk niet wat je bedoelt," antwoordde hij ontwijkend, terwijl hij naar de kleine handen greep. „Ach, Johannes, dat weet je heel goed! Maar geloof mij, het heeft mij niet minder ongelukkig gemaakt dan jou. Geen oogen blik heeft de herinnering mij verlaten, 's Avonds kan ik er niet van in slaap komen, des nachts droom ik ervan en, als ik 't soms voor een paar uur vergeet, dan valt het mij daarna weer des te zwaarder op het gemoed. Ach, Johannes .jij waart altijd zoo goed jegens mij lieve, beste Johannes! Ik heb 't nooit gewaagd, je om vergiffenis te 8nieeken, maar vondaag, omdat, zooalg Suze zegt, 't zonde is tot het altaar te komen met eenig onrecht op het geweten waarvoor men geen vergiffenis heeft gevraagd nu wil ik O, Johannes, reken het mij niet toe, wat eens mijn kinderlijke overmoed misdeed. DOOR Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1911 | | pagina 1