Hel Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommeierwaard. igL I Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3047. Vf7 oensdag ÏO Iflei. FEUILLETON. DE GOEDHARTIGE. Het beloofde land. £3 VAM ALTEN/ VOOB Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. 1911. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 77s ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. III. (Slot). Canada is een land van geheel bij zondere beteekenis, een land met een buitengewoon groote toekomst en dat vermoedelijk toch niet bestemd is om eenige politieke rol van beteekenis op de wereld te vervullen, vooral omdat het uiteraard onafhankelijk van andere deelen der aarde kan bestaan en anti militair is. Hier vormt zich hoe veelsoortig ook samengesteld, een gezond en krachtig volk, dat hard werkt. Vooral op het gebied van den landbouw is het land voor schier onbeperkte uitbreiding vat baar. Er zijn graanbouwers, veefokkers en eigenlijk gezegde boerenmaar de graanbouw is het meest winstgevend en het minst afhankelpk van toevallige omstandigheden; hoewel dit bedrijf met een zeer groote oppervlakte gronds dient te worden aangevangen. Van zooge naamde intensieve cultuur kan eerst later sprake zijn. Het Canadeesche gouvernement heeft modelboerderijen en daar het veelal op de keuze der zaden aankomt, in verband met de opbrengst van den grond en de tijd van rijpen van de vrucht, kunnen juiste inlichtingen daaromtrent voor iedere provincie en ieder onderdeel ervan bij het gouvernement worden aangevraagd, zoowel als aan de bovengenoemde mo delboerderijen. Ook heeft het gouver nement de meest uitgezochte soorten van zaden beschikbaar. Als men het laod gaat ontginnen is bemesting in het geheel niet noodig. 't Huurt soms wel twintig jaar en langer eer dit bepaald vereischt wordt. Wel is, in tegenoverstelling van andere streken, kunstmatige besproeiing gewenscht. Groote droogte komt wel voor en het land is minder waterrgk. Besproeiing komt daarom aan de productie zeer ten goede. Bevloeide landen zijn vooral zeer geschikt voor den hooibouw, die op groote schaal wordt uitgeoefend. Naar enkele hooisoorten is altijd veel vraag. Ook is het gewenscht, zooals trou wens overal, den bodem nu en dan wat rust te gunnen (braaklegging). De ge- De ongenoode bezoeker was Tanner, de boer van den Reinhof, een forsch gebouwde man, zooals er zooveel zijn in het bergland. Zijn haar was bijna nog bruin hier en daar een enkel grijs plekje. Zijn blozend gelaat verried een goed gezond verstand, maar de eigenzinnigheid van het bergvolk was hem om den mond geteekend. De boer had zijn Zondagsche pak aan. Met een kort „Goeden dag, schout", wierp hij zijn vilten hoed op een stoel, maar hij begon niet te praten voor Metter's moeder de kamer verlaten had. Dat hij iets gemerkt had van den twist tusschen moeder en zoon toonde hij niet. „Ik kom over een ernstige zaak spreken," begon hij, terwijl hij plaats nam op den stoel, dien Metter hem toeschoof. „Rudi, mijn zoon mag ik maar rechtuit spreken?" Hij werd een weinig verlegen. De schout leunde achterover in zijnleeren stoel en zijn onbewegelijke houding was weinig tegemoetkomend. De laatste woorden van zijn moeder, toen deze den bezoeker herkende, hadden zijn toorn nog meer op gewekt hij wist zelf niet waarom. „Spreek maar rechtuit," antwoordde hij. „Rudi zou graag trouwen," hernam Tan ner. „Hij heeft het oog laten vallen op uw zuster op Beate en nu kom ik vragen hoe u daarover denkt Het gelaat van den schout was wat op gehelderd. Er kwam zelfs een glimlach om zijn mond. „Rudi is een brave jongen en ik geloof, dat Beate hem wel mag lijden," antwoordde hij peinzend. „Ja, die twee hangen als klissen aan elkaar," haastte zich de andere te verzekeren. „Ik zal eens met het meisje praten wat mij betreft, ik heb er niets tegen dat die twee man en vrouw worden, als hij tenminste beloven wil, goed voor haar te zijn zoo goed als een man voor zijn vrouw maar zijn kan. Beate is een hef woue methode is om den grond telkens voor andere producten aan te wenden maar dit is nooit zoo goed als braak leggen. Hoe groot de nog onontgonnen op pervlakte ook zij, zij neemt zeer snel af; op de prairieën is in het laatste jaar zooveel ontgonnen, dat het volgend seizoen de bebouwde oppervlakte eene vermeerdering van vijftig percent zal aantoonen. De veefokkerij wordt langzamerhand door den landbouw verdrongen en in streken uitgeoefend, waar de prijs van den grond belangrijk lager is. Vroeger had men een schier onbeperkt gebied te zijner beschikking, om het vee op te laten grazen; maar de reusachtige ontginningen hebben hierin verandering gebracht. Niettemin blijft de veefokkerij een tak van het boerenbedrijf, die voort durend toeneemt. Er wordt enorm veel hoornvee uitgevoerdmaar de vraag naar paarden is in het binnenland zoo groot, dat er bijna niet meer kan wor den uitgevoerd, zoodat voor de paarden fokkerij in Canada een buitengewoon goede gelegenheid bestaat. De veefokkerij is daarom een der meest belangrijke en vooruitstrevende takken van den landbouw in Canada, wijl in de provincie Alberta het kli maat toelaat dat het vee op de prairie kan overwinteren, zoodat men niet zulke groote onkosten behoeft te maken voor den bouw van stallen. De eigenlijk gezegde boeren, die melk verkoopen, kaas en boter maken, var kens mesten, kippen houden enz., oefenen den meest zekeren tak van landbouw uit. Toch wordt deze nog niet op vol doend ruime schaal uitgeoefend, omdat er niet zulke groote winsten mee te maken zijn; terwijl er ook vrij wat meer kennis voor noodig is. Door de zorg der regeering worden de Cana deesche zuivelproducten zeer weinig ver- valscht; de uitvoer zal steeds toenemen. De regeering stelt er zooveel belang in, dat aan eigenaren van boter- en kaasmakerijen eene vergoeding van honderd dollars wordt betaald, wanneer zij gebruik maken van een ijskoel-in- richting. meisje; zij verdient gelukkig te worden." Tanner sloeg het eene been over het andere. Hij had zijn moed teruggekregen en ook zijn eigenzinnigheid. „Zoo u zoudt er dus tevreden mee zijn," hernam hij op gerekten toon," „dat verheugt me Dat zou dus in orde zijn voor zoover maar ik heb nog wat te zeggen." Hij streek zich een paar malen met de vingers door de haren en flapte er toen onverwacht uit: „Maar Rudi kan dat meisje van de Penners niet tot schoonzuster hebben!" De stoel van den schout vloog achteruit. M«t een ruk stond hij rechtop, bleek tot aan de lippen. „Moet dat een voorwaarde beduiden?" vroeg hij dreigend. Tanner wreef zich eens in de handen en stotterde: „Ja ja begrijpt u ik bedoel alleen maar ik zou graag zien, dat Rudi en Beate een paar werden. Maar de menschen vertellen nog en neen, schout, u moogt zoo'n dwaze streek niet uithalen laat dat meisje die Sepha, loopen! Wat vindt u toch aan haar?" „Dat gaat niemand aan!" Zoo hield Metter zijn koeknechts intoom. Tanner kon die toon niet behagen. Hij wierp ook het hoofd in den nek. „Zoo ik meen toch, dat ieder mensch zich bekommeren mag om zijn aangetrouwde familie ik, ten minste, bedank voor Sepha! Dan moet Rudi zich Beate maar liever uit het hoofd zetten." Hij greep naar zijn hoed en maakte zich gereed om heen te gaan. „Het spijt mij, schout! Het is heel jammer, dat die twee van elkaar moeten afzien, maar Zijn hand lag op de kruk van de deur. „Geef mij tijd de zaak nog eens te over denken," bracht de schout met groote moeite uit. Het gelaat van den boer van den Reinhof werd wat vriendelijker. Hij deed een pas terug in de kamer. „Tijd? Zooveel u wilt een week twee weken? Zeg maar hoelang!" Ook de tuinbouw is, vooral in de onmiddellijke nabijheid der zeer groote steden, een winstgevend bedrijf, waarop meo zich met veel vooruitzicht op suc ces kan toeleggen. Ook de vetmesterij en de hoenderteelderij zijn buitenge woon winstgevende bedrijven. Engeland is in dit opzicht een reusachtige af nemer. Op dit gebied is de provincie Alberta weder de meest aanbevelens waardige streek, die onuitputtelijke hulp bronnen heeft voor deze nog betrek kelijk weinig in aanzien zijnde takken van landbouw. Het boerenbedrijf en de daaraan ver wante vakken in Canada vertoonen uiteraard veel overeenkomst met die in andere landen maar toch zijn er eenige eigenaardigheden aan verbonden, die men zich door de praktijk van liever lede moet eigen maken. In ieder geval staat het vast dat de ligging, de ge steldheid van den bodem, die van het klimaat en andere omstandigheden, krachtig medewerken om, waar het aan het verder noodige niet ontbreekt, goede resultaten van den arbeid te verkrijgen. Canada is en blijft evenwel een land van zeer ongelijken regenval en in allo landen die dit kenmerk hebben, heeft men ten allen tijde de noodzakelgkheid van irrigatie of bevloeiing ingezien. Het gouvernement heeft ook deze zaak ernstig ter harte genomen en haar wet telijk geregeld. De bodem van het land bestaat uit de prachtigste zwarte tuinaarde, ge durende jaren gevormd, tot een dikte van 1 h 2 voet. Deze bodem is rijker dan de rijke bodem van Centraal Rus land. Yooral in West-Canada wordt de bruikbaarste grondsoort in terreinen van honderd duizend acres aangetroffen. Ten slotte nog dit. De afdeeling con sulaire zaken, aan het departement van buitenlandsche zaken te 's Gravenhage, bezit betrouwbare gegevens ten aanzien van de emigratie naar Cauada, die in hoofdzaak met het door ons geschetste overeenstemmen. Zij die wenschen te emigreeren kunnen aan dit ministerie gedrukte mededeelingen bekomen, waar uit voornamelijk blijkt dat in Canada slechts landverhuizers werk kunnen vinden, die landbouwer zijn, in het bezit van voldoende geldmiddelen om koeien of land te koopen; benevens boerenarbeiders en vrouwelijke dienst boden. Men moet ouder dan 18 jaar zijn, bij aankomst f 62,50 van 1 Maart tot 1 November en f 125 gedurende de wintermaanden bezitten, alsmede een biljet naar de plaats zijner bestemming, tenzij kan worden aangetoond dat de betrokkene zich naar een bepaal 1 werk begeeft of naar bloedverwanten of ken nissen die in zijn onderhoud zullen voorzien. Ook is het noodzakelijk om de Engel- sche taal te leeren. Die binnen twee jaar armlastig wordt of zich misdraagt, kan uit het land worden verwijderd. Buitenland. „Tot Zondag," antwoordde Metter met klanklooze stem. Tanner stak de hand uit. „Goed dan zal het wel in orde komen U u bent verstandig genoeg om in te zien dat ik niets onbillijks verlang." Hij drukte vertrouwelijk Metter's hand, die onbewegelijk in de zijne lag. Geen woord werd er meer gewisseld en Tanner ging heen. X. Een week was er voorbijgegaan sinds de schout zijn beste weilanden voor het dorp opgeofferd had. Morgen zou een com missie uit den raad van de drie dorpen bijeenkomen, om te beslissen hoe men de „Goedhartige" aller dankbaarheid zou too- nen. Men was het daarover in Imboden niet eens kunnen worden. De tongen der vrou wen waren daarbij voortdurend in beweging en de groote kletsmolen was opnieuw ge smeerd door het bericht, dat de rondte deed„Trini Fenner is er vannacht vandoor gegaan. Dien zelfden avond zat Sepha met rood beschreide oogen in het huisje aan het einde van het dorp. Op de tafel lag nog het briefje, dat Trini achtergelaten had. „Zij kon het in het dorp niet uithouden en ging terug naar de stad," stond daarin. Sepha kon den wrok en de bitterheid, die tegen haar zuster in haar oprezen, niet onder drukken. De eenige verwante, die zij nog bezatAls zij daaraan dacht, begonnen telkens weer haar oogen te branden en voelde zij de heete tranen over haar wangen loopen. Daar werd plotseling de huisdeur geopend. Wie kon daar zijn? Nanny, de weduwe, met wie zij samen woonde, was vandaag uit werken gegaan en kon nog niet terug zijn. Wie zou haar kunnen bezoeken? De trap en de vloerplanken van den overloop kraakten onder zware voetstappen, die al nader kwamen. Zonder aan te kloppen kwam een oogenblik later de boerin van Stalden binnen. Het was half donker in de kamer, maar Sepha herkende de binnen tredende onmiddellijk. Zij sprong van haar stoel op en er kwam een harde, vijandige trek om haar mond. Van Metter's moeder verwachtte zij niets goeds. Le Peuple publiceert den tekst van het nog niet bekend gemaakte testament van Leopold II van België. Het luidt als volgt Ik heb van mijn vader en mijn moeder 15 millioen geërfd, die ik aan mijn kinderen nalaat, om ze onder elkaar te verdoelen. Door mijn ambt en door het vertrouwen, dat zekere personen in mij stelden, zijn op zekere tijdstippen groote bedragen door mijn handen gegaan, zonder mij toe te behooren. Ik bezit niets dan de bovenvermelde 15 millioen. Laeken, 18 October 1909. De New York Herald bericht, dat de Russische en de Japansche regeering het eens zijn geworden over de maat regelen, die genomen worden, wanneer China voortgaat de belangen van beide landen in Mantsjoerije te schaden. Er wor it thans nog beraadslaagd over de noodzakelijkheid om andere landen in te lichten over de gevolgtrekkingen, die men heeft gemaakt. Het is waarschijnlijk, dat de Russische minister van oorlog met zijn collega te Tokio overleg zal komen plegen. Ontevredenheid over het bestuur en hongersnood hebben in de Perzische provinciën Astarabad, Ispahan en Chefas- Zonder een woord te spreken kwam de boerin op haar toe. „Wat komt u hier doen?" vroeg Sepha op ijskouden toon. „Ben je alleen?" vroeg de andere. „Ja." „Steek dan licht op!" De stem van vrouw Metter klonk als deelde zij een bevel uit. Sepha mat haar met een onbeschrijfelijken blik en stak daarna het kleine lampje aan, dat aan de zoldering hing. E» nu wachtte zij tot haar bezoekster zou beginnen te spreken. Deze had de bewegingen van het meisje met haar oogen gevolgd. „Je bent, er niet mooier op geworden," zeide zij plotseling op kwaadaardigen toon. Sepha hield zich aan de leuning van een stoel vast; zij beet haar onderlip aan bloed. „Je wilt toch hooger op, meisje?" hernam de weduwe. Nu bruiste het jonge meisje op. „Wat wilt u van me?" „Wat ik wil? Ik wil je zeggen, datje hoop niet vervuld zal worden, datje, zoolang ik leef en mij verzetten kan, nooit de vrouw van Marti zult worden ingebeeld schepsel dat je bent! Ik zal het je aan je verstand brengen als je ten minste nog verstand hebt achter die schijnheilige oogen van je en ik zal je wijzen waar je thuis hoort en waar nietjou jou De toorn overmande haar zoo, dat zij al haar waardigheid vergat. Het jonge meisje was tienmaal haar meerdere in kalmte en bedachtzaamheid. „Wie zegt, dat ik boerin op Stalden ver lang te worden?" vroeg zij met bevende lippen. „Weet u dat zoo zeker?" De toon, waarop zij deze vraag deed, had de boerin moeten overtuigen, dat zij niets te vreezen had. Maar zij begreep haar niet. „Zoo wil je soms ontkennen, bedorven schepsel? Heb je Marti niet onmiddellijk weer tot je gelokt, toen je nauwelijks weer in het dorp waart?" „Neen!" Dit woord klonk zoo snijdend, dat de oude vrouw zweeg. Na een poos begon Sepha langzaam en op kalmen toon te spreken. „U bent hier gekomen om mij te krenken saan tot hongeranoodoproeren aanleiding gegeven. De bewoners weigeren belasting te betalen en betoogen, dikwijls met medewerking van de troepen tegen de plaatselijke besturen. Te Ispahan is het commissariaat van politie vernield, het stadhuis geplunderd en een rech terlijk ambtenaar gedood. De ontstemming tegen het parlement, en vooral tegen de gematigde meerder heid, is algemeen. De actieve democra tische minderheid maakt hiervaD, met het oog op de nieuwe verkiezingen, gebruik. De regeering neemt maatrege len om te voorkomen, dat deze onlusten op Teheran overslaan. Zij is bijzonder zenuwachtig, zooals uit het volgende blijkt: Zondag werden een groot aantal samenzweerders die zgn. van plan waren Mohamed Ali weer op den troon te brengen, in hechtenis genomen. Maan dag werden ze allen weer op vrije voeten gesteld. Uit Londen wordt geschreven Vrijdag heeft het Lagerhuis met 255 tegen 88 stemmen in tweede lezing het wetsontwerp aangenomen, waarbij het parlementaire kiesrecht aan de vrouw wordt verleend, op gelijke voorwaarden als het nu de man heeft. Verder dan de tweede lezing zal het wetsontwerp het in de zitting van dit jaar stellig niet brengen. Verscheiden voorstanders van het vrouwenkiesrecht zijn er tegen, omdat het in het algemeen de arbeid sters onder de vrouwen buitensluit en de behoudende partijen er baat bij zouden vinden. Maar dit is het niet in de eerste plaats, dat de aanneming van het wets ontwerp belet. Men weet, het kabinet is op dit punt verdeeld. Asquith is nog tegen het vrouwenstemrecht en met hem nog een paar ministers. Hij was niet aanwezig. Evenmin Balfour, die een voorstander is. De reden van zijn weg blijven is, dat er ook onder de leiders van de oppositie geen eenheid op dit stuk is. Sprak hij voor het wetsontwerp, Austen Chamberlain zou er tegen spreken. Bij het begin van het debat werd er een adres met 22.000 handteekeningen van mannen en 31.000 van vrouwen tegen het kiesrecht der vrouw ter tafel gebracht. Een der sprekers maakte de opmer king, dat de toon van het debat zooveel ernstiger en waardiger was dan het placht te wezen, als het kiesrecht der en te beschimpen! Als uw zoon dat wist, vrouw Metter, dan zou hij het belet hebben, want hij weet, dat u mij onrecht doet! Maar ik weet en begrijp wel, dat de gedachte alleen reeds, dat de schout Sepha Fenner tot zijn vrouw zou kiezen, uw toorn opwekt, thans meer nog dan vroeger en enik kan u alleen dit zeggenu hebt niets te vreezen! Ik weet te goed, dat hij het niet doen mag en ik heb er nooit op gehoopt! Ikik vraag het hem maar ik heb neen gezegd en zal neen blijven zeggen zoo vaak hij komt! Ik" haar oogen vulden zich met tranen, maar zij drong ze met geweld terug „ik weet te goed wat ik hem schuldig ben!" Stalden's meesteres kon haar verbazing niet verbergen. „Maar je hebt hem toch lief!" „Ja!" „En hij jou „Ik geloof het wel!" „Zie! Zie! Wat beteekenen nu al je mooie woorden „Heb toch geen angst!" antwoordde Sepha met klanklooze stem. „Ik ga weer heen de volgende weekendan kom ik hier niet terug Dat het een marteling voor haar was deze woorden uit te spreken, had de oude vrouw nu toch gehoord. „Je bent beter dan ik gedacht heb," sprak zij op een toon, die heel eigenaardig klonk. En plotseling scheen haar een gedachte in te vallen, want haastig vervolgde zij „Waar om vandaag niet, meisje?" „Vandaag nog? In den nacht?" „Of morgen in de vroegte 1" „Hebt u zoo'n haast? Maar, ja, mis schien is dat nog beter! Goed, morgen bij het aanbreken van den dag verlaat ik het dorp. Dandan kunt u toch gerust zijn, nietwaar, vrouw Metter?" De jeugdige gestalte beefde als in hevige koorts. De oude vrouw werd nu vriendelijker. Zij haalde een klein beursje uit den zak. Wat daarin rammelde klonk als goud op goud." „Nu je zoo volgzaam bent, meisje, zul je ook wat van mij hebben. Daarneem dit mee op reis." Naar het Duitsch. 11) (Slot volgt.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1911 | | pagina 1