Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden
No3071ff7oensdag 2 Augustus
FEUILLETON
VOOB
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
tneer 77i ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
komen, met handhaving overigens van
het beginsel der open deur in Marokko.
Op den grooten ceintuur-spoorweg te
Versailles hebben boosdoeners eergiste
ren een telegraafpaal met behulp van
dynamiet vernield; de draden zijn ech
ter niet gebroken.
Te Yssingeaux werden groote steenen
op de rails gelegd, maar ontdekt voor
dat ze een ongeluk hadden veroorzaakt.
Te Lorient werden eergisteren alle
telegraaf- en telefoondraden naar Fi-
nistère vernield.
De Times verneemt uit Teheran, dat
de Russische gezant tegen de benoe
ming van majoor Stokes tot chef der
gendarmerie verzet heeft aangeteekend.
De gezant zeide, dat deze benoeming
Rusland zal dwingen andere maatre
gelen te nemen.
De eerste expeditie tweeduizend
man sterk tegen den vroegeren Sjah
is Maandag uit Teheran vertrokken.
Deze, die zich in het Astrabadsche op
houdt, proclameerde zijn broeder tot
troonopvolger, den tegenwoordigen Sjah
uitsluitend.
De met de vervolging der roovers in
den Olympus belaste majoor Hainid
bei gelooft, volgens een bericht uit
Saloniki, een nieuw spoor van den
ontvoerden ingenieur Richter gevonden
te hebben. Het spoor leidt naar het
Grieksche klooster Dyonisios boven het
dorp Lithochori. In de buurt van dat
klooster zijn rotskloven, waar herders
dikwijls een toevlucht zoeken. Het heet,
dat de vervolging der roovers met alle
kracht ter hand genomen is.
Men weet, dat vroeger een brief van
Richter gevonden is, waarin hij er juist
op aandrong de roovers niet te scherp
te vervolgen, daar hij anders gevaar
liep gedood te worden, doch liever het
geëischte losgeld te betalen.
De Lokal Anzeiger heeft een telegram
gekregen uit Katerina, dat uit de om
geving van Hamid-bei, den vervolger
van de roovers van Richter, afkomstig
is. Richter's ontvoering zou de onder
neming zijn van een Grieksch politiek
genootschap. Een spion van Hamid-bei
heeft Richter gezien. Hij maakt het
het goed en men zal hem ook gèen
kwaad doen. Om hem los te krijgen,
zal de Duitsche regeering echter flink
moeten optreden in Athene. Hamid-bei
betreurt het, dat de Duitsche regeering
eerst verhinderd heeft, dat de roovers
onmiddellijk krachtig vervolgd zijn, voor
zij den tijd hadden Richter over de
grenzen te .brengen. Bij het vervoer
heeft Richter een nacht doorgebracht
bij den schoolmeester van Karikani,
die met de bandieten heult. Lolios, de
Het naburige België, eens zoo
nauw met ons vereenigd, trekt weer
in bijzondere mate onze aandacht, naar
aanleiding van het korte en reeds ge-
eindigde bezoek van onze geëerbiedigde
Koningin aan het Belgische vorstenpaar.
Onze Koningin brengt slechts zelden
een bezoek over de grenzen. Dit kan
ons niet verleiden om, op het voetspoor
van anderen, aan dergelijke bezoeken
eene bijzondere beteekenis te hechten.
Dat ook vorsten kennis maken of de
kennis onderhouden met hen, die in
gelijken rang op de wereld zijn geplaatst,
komt ons zeer natuurlijk voordaarom
zijn wij toch geenszins blind voor de
wenschelijkheid dat beide landen, die
in enkele opzichten gelijke belangen
hebben en waarvan de bevolking een
druk verkeer met elkander onderhou
den, in vrede en vriendschap naast
elkander leven. Dit te bevorderen, is
een groot belang op zich zelf, dat door
wederzijdsche bezoeken der gekroonde
hoofden zeer zeker kan worden be
hartigd.
Intusschen is het steeds onze over
tuiging dat het daarbij behoort te blij
ven en dat net verschil in natuurlijke
gesteldheid tusschen beide volken nim
mer uit het oog mag worden verloren.
Het gebeurde met de Vlamingen,
Ier gelegenheid van het koninklijk
bezoek, heeft dit naar onze meening
weer duidelijk in het licht gesteld.
Evenals Oostenrijk, verkeert België in
den altijd zeer moeilijken toestand van
een land, welks bevolking op taalgebied
in twee groote deelen is gesplitst. Die
deelen voeren te dier zake sinds lang
een hevigen strijd met elkander, een
strijd, die nu weer oorzaak is geweest,
dat een deel der bevolking zich veron
achtzaamd gevoelende op het gebied der
taal, zich onthield van deelneming aan
de hulde, onze vorstin bewezen.
Zeker kunnen wij dat betreuren en
het kan ons verbazen dat, gedurende
de oorlogen der republiek, niet gestreefd
is naar een uitbreiding van ons grond
gebied over de Vlaamsch sprekende
deelen der Zuidelijke Nederlanden. Het
verschil in politieke en godsdienstige
overtuiging was daarvan waarschijnlijk
de oorzaakmaar zeker is het, dat
in zoodanig geval een meer natuurlijke^
toestand zou zijn ingetreden, die ook
aan de Vlamingen en hun taal ten
goede zou zijn gekomen. De Vlaamsche
Nogmaals willen wij er op wijzen
dat beide landen, België en Nederland,
er als 't ware op aangewezen zijn om
in vrede en vriendschap naast elkander
voort te leven, zonder te willen terug-
keeren tot een afgedaan verleden, dat
vol leering is.
Maar dit neemt niet weg, dat er wel
gemeenschappelijke belangen zijn, die
ook wel gemeenschappelijk, tot beider
meerder welzijn, kunnen worden be
Victori ging naar de etenskast, om het een
en ander in te pakken, Babe haalde een
vijffrankstuk te voorschijn en Seppe Marie
kwam aandragen met een gehaakte doek,
die goede dienst zou kunnen bewijzen.
Toen Broni een poosje later belast en
beladen nogmaals op weg ging naar de hut
van den daglooner en de drie zusters weder
ijverig hun taak vervolgden, zag zij Baschi
Zurfluh voorbijgaan.
Met onzekeren tred stapte hij voort, een
zesjarigen knaap aan de hand met zich
voerende. Broni keek hem na toen hij, met
zeis en hark gewapend, de Strahlegg-hut
voorbijstapte, blijkbaar op weg naar zijn
landje „im Bonacher." Het ruwe, linnen
hemd, dat met zijn grove broek zijn eenige
kleedingstukken uitmaakten, stond aan hals
en borst opende voeten waren naakt en
grauw van het straatvuilde hemdsmouwen,
tot aan de ellebogen opgestroopt, lieten de
door de zon verbrande armen zien. Het
zweet gutste hem van voorhoofd en slapen
en teekende vuile strepen op het ingevallen,
blauw-roode gezicht van den nu nagenoeg
vijftig jarigen man. Met starren blik keek
hij voor zich uit. Zijn in de te wijd ge
worden broek gestoken beenen, droegen zijn
nog altijd forsche lijf niet meer zoo zeker
als vroeger. Baschi was erg vervallen.
Hij, die als jonge man de jeneverflesch
tot zijn liefje had verkozen, was door haar
te gronde gericht; hij was nog maar de
schaduw van den ijzersterken man, die hij
vroeger geweest was, toen de Fruttneller
Raad hem tot veldwachter had aangesteld.
Had aangesteld want hij was al sedert
jaren ontslagende Praeses had den dronk
aard niet langer in zijn huis willen dulden.
Maar de jenever had hem ook zijn geld en
zijn goede zaak doen verliezen. Zijn herberg
was een goudwinning geweest, zooals men
algemeen zeide, maar Baschi was zelf zyn
ken bleven laag en dreigend boven het dorp
hangen en slag op slag trof het onmachtige
menschenvolk, dat in zulke oogenblikken,
als verstijfd van ontzetting en sidderend in
zijn kleinheid, aanziet, wat het noodlot
beslist, en dat niets anders kan doen, dan
fluisterend te stamelen: „O, God, mijn
God
Baschi was gevonden, liggende in zijn
grasakker, met het gezicht voorover, de
handen krampachtig vastgrijpende in het
dorre gras, verstijfd, dood. Broni Hofer
had verklaard, dat de dronkaard getroffen
was geworden door een alcohol beroerte.
Aan het kind had niemand in het begin
gedacht. Maar toen de moeder naar de on
geluksplaats was gesneld, waar zij de men-
schen bezig vond het lijk van haar man
weg te dragen, was haar eensklaps de ge
dachte aan haar zoontje gekomen. Waar
was het kind Zou haar misschien nog meer
onheil beschoren zijn?
Zij had de weiden afgezocht, vliegensvlug,
gejaagd, in angst, als een jachthond, die
het spoor bijster is, en eensklaps was zij
op den oeverrand van de beek toegesneld.
„O, God als het kind eens in de diepte
gevallen was, als het, toen Baschi neerviel,
eens bang geworden was, radeloos van
angst had de arme vrouw de mannen aan
gestaard, die haar hielpen zoeken.
Toen had een hunner zich ver voorover
gebogen over den rand en gezien, dat het
kind in het water lag, in de diepte en dat
een struik aan den kant het vasthield aan
zijn kleertjes.
En toen het avond geworden was, had
men de arme vrouw twee lijken thuisge
bracht.
XVI.
Den dag na de dubbele begrafenis zaten
in hun woonkamer de vier zusters Broni
bijeen.
Bij 't raam zat Babe, op een na de oudste,
naast haar zat Seppe Marie, een magere,
ziekelijke verschijning, die wel tien jaar
ouder scheen dan Babe, ofschoon zij inder
daad een paar jaar jonger was. Zq was het
troetelkind der anderen, die niets verzuim
den om haar't leven zoo dragelijk mogelijk
te maken. Tegenover Marie, aan de naaitafel,
zat Victori, de jongste der oude zusters;
zij geleek het meest op Broni, die grijs
geworden en bij de zeventig was, maar die
het, wat flinkheid betreft, nog gerust tegen
haar kon opnemen en die nog altijd bleef
dokteren, wanneer de menschen geen geld
genoeg hadden om den geneesheer van
Weiier te laten komen.
Broni was zooeven thuisgekomen. Zij zat
aan de tafel en at een bord soep.
Toen Broni haar maal gedaan had, stond
zij op en begon aanstonds bedrijvig in een
kast te zoeken, terwijl zij, al verleggende
en opstapelende vertelde van een daglooner,
met vijf kinderen, die doodziek te bed lag.
Zij was bij den Praeses geweest en deze
had zich, als altijd, niet onbetuigd gelaten
maar zelf moesten zij toch ook iets doen.
Daarom wilde zij de kleerenkast eens nazien
en kijken, of er wat gemist kon worden.
Eensklaps kwam er leven in de zusters.
Roman naar het Duitsch.
(Wordt vervolgd).