let Land van flensden en Altena, de Langstraat en de Kommeierwaard. L e v e ii s s t r ij d. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3088. Zaterdag 30 September FEUILLETON. ïTZfV UWD VAN ALTEN/ VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. 1911. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/» ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. Rusland! Land van verdrukking en ongerechtigheid! Ziedaar in enkele woor den aangegeven hoe Rusland wordt bestempeld. Maar zeg die woorden eens in Rusland zelf ge zijt dan een gevaarlyk persoon, en de gevangenis staat voor u open. Lezers, ge moogt u gelukkig achten, dat ge niet in een land als Rusland woont, want 't zwaard van Damocles zou steeds boven uw hoofd hangen. Ge zoudt niet het minste kunnen .zeggen of doen, als het tegen den zin der overheid was, of ge werdt in de gevangenis gestopt, misschien ook wel naar Siberië verbannen. Want zoo gaat het in het groote Russische rijk. Vooral zij, die iets tegen de regeering van het land durven ondernemen, hun wacht dan daarvoor als straf een droevig lot. En nu moge dat, wat men tegen de regeering onderneemt, recht zijn of niet recht, daarmede wordt geen rekening gehouden, want in de oogen der Rus sische overheid is alleswat men tegen de regeering onderneemt, ongeoorloofd, en de zwaarste straf wordt hem opgelegd. In Rusland heerschen nog vele mis toestanden, toestanden, die luide om verbetering schreeuwen. De lagere klas sen van de Russische bevolking worden door den adel uitgezogen, en veel van wat er dan nog overblijft van de zuur verdiende penningen moet aan „vader tje" worden geofferd. Langen tijd is dit zoo gegaan, want men wist niet beter of 't hoorde zoo. De hooge huren, welke de Russische boeren aan den adelstand moesten betalen voor de hoeven, waarop zij woonden, zij betaalden ze zonder morren, want ook hun voorouders had den ze zoo bewoond. De gelden, welke ze moesten opbrengen voor den Czaar, ze offeiden ze zonder tegenspraak, maar waarvoor die gelden dienden, dat wisten ze niet, kon hun ook niets schelen, 't Russische volk is dom en liet zich dit alles welgevallen. Toen anderen, meer ontwikkelden, de oogen echter open gingen en het volk kond deden dat ze door den adelstand werden uitgeknepen, dat de gelden, welke ze voor den Czaar opbrachten, terecht kwamen in de zak ken van ambtenaren, die ze onrechtmatig inden en er een bruin leventje van leidden, toen was de bom gebarsten en sinds is er ontevredenheid, opstand en revolutie in het donkere Rusland Toen zijn er mannen geweest, die hun XXVII. (40 Enkele weken later troffen den Praeses twee slagen tegelijk, twee felle slagen, die hem nog pijnlijker wondden dan bijl slagen op den blooten schedel. Maar zij velden hem niet neer. De eerste was een bericht van zijn advo caat, dat zijn proces ook voor het Gerechts hof verloren was, en de tweede, dat de bezwaren der Fruttnellers, tegen de plannen tot wegverbetering, door Russi ontworpen, eenvoudigweg van de hand waren gewezen. Toen Furrer de eerste tijding had gelezen, had hij de wenkbrauwen gefronst, de vuisten gebald en aanstonds besloten, om zijn zaak nogmaals in hoogste instantie te doen be pleiten. Maar toen hij het tweede bericht had ingezien had hij gesteund, als iemand, die inwendig onduldbare pijn leed en was bleek geworden als een lijk; de gedachte aan het voortzetten van zijn proces was als uitgewischt geworden. Maar gaandeweg was de oude veerkracht teruggekeerd. Hij stond op, rekte de krach tige leden en stapte forsch en dreunend het huis uit naar het weiland bij de groote schuur. Gedachteloos liep hij heen en weer langs den rand, bijna als een slaapwande laar, die langs een gevaarlijke dakgoot loopt. De scheuren en groeven in den grond waren wijder geworden; zelfs terwijl hij liep kon hij het brokkelen van den grond hoo- ren. Hij liep voort tot aan het bosch van kreupelhout, dat zijn weide omzoomde, daar greep hij den stam van een denneboom en best hebben gedaan, deze mistoestanden op te heffen, maar zij hebben hun pogen hiertoe met een verbanning naar Siberië moeten bezuren. Er zijn on- schuldigen tot dezen ban veroordeeld, menschen, die met eerlijke middelen hun doel trachten te bereiken. Maar men beschouwde zo als gevaarlijk voor het land en daarom ontdeed men er zich van. Er zitten ook werkelijk schuldigen in Siberië, menschen, die er niet tegen opzagen middelen van geweld te ge bruiken, om hun doel te bereiken, en nu moge men den strijd, welke ze voerden, een strijd voor recht noemen, de middelen welke ze bij dien strijd gebruikten, waren niet eerlijk, en daar om moesten ze gestraft worden, al is de opgelegde strat voor sommigen mis schien wel te zwaar. Dezer dagen is de Russische minis ter-president Stolypin het slachtoffer geworden van een moordaanslag. Yelen konden zich niet vereenigen met het geen door h >m was gedaan. Men zwoer hem te zullen dooden en 't lage plan is gelukt. Stolypin is aan de verwon dingen door een paar revolverschoten overleden. Geheel de beschaafde wereld is met afgrijzen over dezen dood ver vuld. Hoe kan het ook anders. Want welk beschaafd mensch rilt niet bij de ge dachte aan moord Zoo'n dood dient zwaar gestraft te worden. En wat be reikt men nu met den dood van zoo'n persoon? Niets. Want het stelsel, waar naar hij regeerde, bestaat nog. Dit stel sel te dooden, dat moet men zich tot taak stellen. En niet door middelen van geweld, zooals op Stolypin toegepast, zal men het stelsel kunnen dooden. Daarvoor moet men andere middelen bezigen. Dat 't een strijd voor rust is, dat moet erkend worden, maar dat men een strijd voor zoo'n heerlijk doel nu kan bederven door zulke lage middelen, dat moet verbazing wekken. De Russische regeering zelf is ook schuldig. De regeering kon veel doen om een anderen, beteren toestand in het land te scheppen, maar ze wil niet, naar 't schijnt. Maar mogen daarom onmenrchelijke middelen worden ge bruikt, om de regeering tot ander in zicht te brengen? 't Spreekwoord zegt niet voor niets: zachtheid wint meer dan geweld. boog zich over den rand, om in de diepte te kunnen zien. Beneden hem waren de vreemde werklieden van Russi aan het werk. Het klinken van hamers en breekijzers trof hem als hoongelach. Hij voelde zich onmach tig en die gewaarwording deed den man van ijzer en staal beven als een kind. Een grenzenlooze toorn bekroop hem en schoot hem als een bloedstroom naar het hoofd. Hij knarsetandde en boorde zijn nagels in zijn handpalmen, terwijl hij daar stonden keek naar de groeve en de nijvere steen werkers. En op eens stond er iemand achter hem, tusschen het geboomte. „Kent u mij nog, Praeses?" Furrer schrikte, bijna zou hij voorover gevallen zijn, maar hij richtte zich op, door den stam van den denneboom vast te grijpen en keek den vagebond, die voor hem stond, scherp en lang aan. „U zult mij misschien niet meer kennen," grijnsde Lienhard Nager. „Niet dat ik weet," liet Furrer hooren en rekte zich stijf uit. Nager trad naderbijeen onaangename foezellucht kwam met hem mede. „Ik ben Lienhard, van den schoolmeester," sprak bij zacht en snel. „U weet wel, dat ik u destijds een kleiaen dienst bewezen heb, toen hij daar beneden, de duivel moge hem halen, nog uw knecht was. Knecht! Hahahal Ja, hij is zelf knecht ge weest en nu is hij een hond voor zijn eigen knechts." „Zoo!" liet Ferrer droogjes hooren. „Je schijnt het niet erg ver gebracht te hebben." Nager luisterde niet. Zijn waterige oogen glinsterden; hij was dronken, of zijn ver stand was op het punt hem te begeven. „Ja, ja,zeg het maar gerust u haat dien kerel ook!" fluisterde hij op gemeen- zamen toon, maar toch zoodanig, dat elk woord duidelijk verstaanbaar was. „Het is een ellendeling! Ik zou in staat zijn, om Htiiteiilaud. In verband met de gebeurtenissen over Tripoli zijn de volgende bizonder- heden niet van belang ontbloot. Tripoli ligt aan de Middellandsche Zee over Sicilië. Het vormt een Turksch j vilajet aan de noordkust van Afrika, dat in het noordwesten aan Tunis grenst, in het noordoosten aan het landschap Barka. In het oosten en westen grenst het vilajet aan den tot den Egyptischen Soedan behoorenden Lybischen woestijn en in het zuiden en westen aan het Fransche gedeelte der Sahara. Het noor delijke gedeelte van het vilajet neemt het landschap Tripoli in, het zuidelijk gedeelte het oaseland Fessan. Het gebied van Tripoli beslaat een oppervlakte van 270,000 vierkante K.M., waarvan echter slechts 1ji a voor cultuur geschikt is. De bevolking is gering; zij wordt op ca. 650,000 zielen geschat. (Volgens andere opgaven zou de bevolking ongeveer 1,500000 zielen bedragen. Red.) De landbouw wordt zeer belemmerd door gebrek aan water, zoodat de opbrengsten van de oogsten van jaar tot jaar zeer uiteenloopen. Men schat, dat er in 10 jaren in het gun stigste geval slechts 4 goede oogsten binnengebracht worden. De opbrengst van het voornaamste product, de gerst, wisselt van 200,000 tot 750,000 H.L. Behalve gerst worden ook mais, tarwe en aardappelen verbouwd, doch deze artikelen hebben voor den uitvoer geen belang. De cultuur van olijfboomen is ver waarloosd, daarentegen wordt aan de cultuur van dadelpalmen veel aandacht geschonken. Aan het mijnwezen wordt niets gedaan. De Turksche regeering heeft den mijnontginningen meestal tegengewerkt. In den laatsten tijd wordt er door een groep Fransche kapitalisten veel belangstelling aan den dag gelegd voor de fosfaatbeddingen, die zich in Tripoli bevinden. Handel en verk eer van Tripoli han gen in hoofdzaak él van de oogsten, welker opbrengst soms zoo gering is, dat de uitvoer enkele malen verboden is geworden. Het bankwezen speelt in Tripoli geen groote rol. Voor den handel heeft alleen het filiaal van de Banca di Roma belang, welke instelling een aantal agentschappen over het geheele land heeft. De nijverheid is van weinig beteekenis. Het belangrijkste is nog de weefnijverheid. De waarde van den in voer bedroeg tusschen de 5 a 51/, mil- lioen gulden, terwijl de waarde van den uitvoer tot 2 '/2 3 millioen gulden beperkt bleef. hem mijn mes in het lijf te steken en hem langzaam dood te martelen". Furrer had zich met den rug tegen, een boom gesteund. „Maak dat je weg komt," zeide hij norsch, ,je bent dronken!" Maar Lienhard greep hem bij de pols. „Ga mee, ga mee, ik wil u wat laten zien!" Hij trok den verbluften Praeses mee, tusschen de hoornen door tot vlak bij den rand. Zij waren onzichtbaar voor anderen, door het kreupelhout, dat hen omgaf, maar zelf konden zij gemakkelijk de werklieden gadeslaan, die beneden hen, in de diepte, werkten. Naast hen lag een rotsblok, op het afbrokkelend zand, en het scheen, alsof alleen de mosplantjes, die er op en onder groeiden, het nog vasthielden. „Ziet u dat? Vlak* hieronder staat hij eiken dag, vlak hieronder, precies op hetzelfde uur, ik weet het. En als nu iemand dat blok langzaam in beweging bracht en dan liet vallen. Wat is het u waard Praeses? Alle processen helpen niet zoo goed als dit steentje, ha, ha, ha! Ik wil het voor u opknappen, voor u en voor mijzelf naeteen, en ik vraag niet veel. Fruttellen zou weer rust krijgen, als die steen gevallen was." Furrer was achteruitgetreden. Hij wilde nadenken, maar zijn anders zoo helder hoofd liet hem nu in den steek. En toch werkten zijn hersens. Alles wat Russi hem had aan gedaan kwam hem plotseling, als bij toover- slag, voor den geest; van af den tijd dat hij koeknecht bij hem was geweest, tot op den dag van heden. En zijn eigen onmacht herinnerde hij zich ook, zijn onmacht, die hem toornig maakte en woedend. Stap voor stap naderde Russi, en niets wat hem kon weerhouden. Niets? En hier was iemand die nog een middel wist I Een afdoend middel! „Ik zie wel, dat mijn plamnetje u bevalt, Praeses," begon Lienhard opnieuw. „Maar Uit Konstantinopel wordt aan de Ber liner Lokal Anzeiger geseind: De bui tengewone ministerraad heeft voor het geval Italië, tegen de verwachting in, toch tracht Tripoli te bezetten, o. a. het volgende besloten: lo. in Tripoli tot op den laatsten man tegen Italië te vechten 2o. alle Italianen uit Turkije te verban nen; 3o. aan de Italianen in Turkije de capitulatie-rechten te ontnemen. Verder is ook een besluit genomen over militaire transporten, dat echter streng geheim gehouden werd. Reuter verneemt van Malta dat daar particuliere telegrammen ontvangen zijn uit Tripoli, meldende dat deltaliaansche oorlogsschepen met een expeditie-corps aan boord op 20 mijlen van de Tripoli- taansche kust liggen. In Tripoli heerscht een paniek onder de Italianen, daar men vreest voor een moord op de Europeanen zoodra een poging tot landing wordt gedaan. Een Havas-bericht aan de bladen zegt, dat te Konstantinopel de meening veld wint, dat, als Turkije Tripoli mocht verliezen, de Turksche regeering ver wikkelingen in Europa zou trachten uit te lokken door het zenden van een eskader naar Kreta en het aanvallen van Griekenland. De Italiaansche minister van buiten- landsche zaken heeft in den nacht van 26 op 27 dezer een telegram doen toe komen aan den Italiaansche zaakge lastigde te Konstantinopel, waarvan hij tevens mededeeling gedaan heeft aan den Turkschen zaakgelastigde te Rome. In dit telegram wordt met nadruk gewezen op de volstrekte noodzakelijk heid om een einde te maken aan den toestand van wanorde en veronacht zaming in Tripoli en Barka. Elke Itali aansche onderneming is steeds gestuit op den meest hardnekkigen en meest onrechtvaardigen tegenstand. Turkije deed op het laatste oogenblik toezeg gingen van ecomischen aard, doch Italië meent niet meer aan dergelijke onder handelingen te moeten deelnemen. De toestand in Tripoli is volgens inge wonnen inlichtingen uiterst ernstig ten gevolge van de beweging tegen de Itali aansche onderdanen, die uitgelokt is door organen der overheid en die een dreigend gevaar oplevert voor alle vreem delingen. De aankomst van militaire transportschepen zal den toestand slechts kunnen verergeren en noodzaken het gevaar af te weren. De Italiaansche regeering heeft besloten over te gaan tot de militaire bezettting van Tripoli en Barka en hoopt, dat Turkije zijn vertegenwoordigers bevelen zal geen u durft het niet te zeggen, omdat omdat, als het eens uit mocht komen, ha, ha! Maar u hoeft niets te zeggenAls u geen „neen!" zegt is het voldoende en later zult u dan wel eens aan mij denken. Wéblief, Praeses! Hij heeft het toch dubbel en dwars verdiend, die indringerMoet ik het doen Zeg nu geen „neen!" en dan weet ik wat ik er uit begrijpen moet!" Nager gluurde den Praeses aan, hij hief de handen klauwvormig op, als wilde hij nu rceds met zijn treurigen arbeid een aan vang maken. En Furrer atond daar nog altijd roerloos en het klopte en hamerde in zijn hoofd. „Moet ik het doen?" siste Nager. Hij wachtte. Toen lachte h*j. „Ja, ik zie het al, ik moet het doenen als een krankzinnige sprong hij in bet rond en verdween tusschen de hoornen. Toen greep Furrer met de hand naar zijn hemdsboord, trok die open, alsof hij zich benauwd gevoelde en geen adem had, om te kunnen spreken. Hij deed een pas voorwaarts om Nager terug te roepen en sloeg toen beide banden tegen zijn voor hoofd. Daarop keerde hij zich om en ging naar binnen. Hij keek straik naar den grond, terwijl hij liep en mompefl.de iets in zich- zelven, wat hij zelf niet geloofde: „Hij is gek, en en hij zal het niet doen!" Twee 4agen 'l«£er deed Nager het. Het was vroeg in den ochtend van een grauwen, regenachtigen dag. Russi was reeds bij de hand en gaf zijn opzichters aanwijzingen over het werk van den dag. Itfet schetsen en teekeningen voor zich wees hij alles aan en maakte ijverig notities in een zakboek. Dan was hij hier, dan daaralles en allen monsterde hij met scherpen blik. Het laatst begaf hij zich met Giacomo naar de uitgraving bij den Fluhwand, wajar zijn mensehen bezig waren om uitgegraven steenblokken met domme- verzet te bieden. Nadere overeenkomsten zullen den definitieven toestand regelen. Het Italiaansche gezantschap verzoekt om een afdoend antwoord binnen den tijd van 24 uren, bij gebreke waarvan Italië zich genoodzaakt zal zien onmid dellijk over te gaan tot het nemen van maatregelen, die een bezetting verze keren. De Italiaansche regeering heeft stap pen gedaan om aan de Balkanstaten mede te deelen, dat er een verandering plaats vindt in de Italiaansche politiek met betrekking tot de handhaving van de onschendbaarheid van het Turksche rijk in Europa. Aan de regeeringen dier staten is te kennen gegeven, dat Italië niet zou kunnen goedkeuren en vol strekt weigert te steunen eenigen aan val op de rechten van het Ottomaansche rijk op het Balkan-schiereiland, doch dat het zich integendeel aan de zijde der andere mogendheden schaart om elke daad van dien aard te voorkomen. Het geschil tusschen Italië en Turkije heeft slechts betrekking op Tripcfli. De correspondent van de Vossische Zeitung te Athene seint: Tegenover de oorlogzuchtige neigingen van enkele bladen naar aanleiding van het conflict tusschen Turkije en Italië nemen de bladen in Griekenland die beïnvloed zijn door den minister-president Veni- selos, een voorzichtige houding aan. Het blad Patris zegt, dat het Jong- Turksche bewind zeer in gevaar is ge bracht. Als Tripoli zonder tegenweer aan Italië komt, dan is een uitbarsting in den Balkan zeker, terwijl als Turkije na een ongelukkigen oorlog Tripoli verliest, aan de mannen, gedurende wier leven deze verdeeling van het Turksche rijk begint, ook een treurig einde zal worden bereid. Voor Grieken land zal het oogenblik, waarop zich de afgrond opent om het Jong-Turksche bewind op te slokken, van de grootste beteekenis zijn. De tegenwoordige po sitie van Turkije levert het bewijs van de moreele veroordeeling daarvan door Europa, dat den tijd voor het verwij deren van de Halve Maan gekomen acht. De uitwerking van het optreden van Italië op de Balkanvolken is nog onzeker. Waarschijnlijk zal Griekenland, niettegenstaande zijn sympathie voor de Italiaansche onderneming, daaruit voorloopig slechts moreele voordeelen trekken, die echter de positie van het Hellenisme bij een toekomstige bepaling van zijn nationale rechten ten zeerste zullen verbeteren. Het blad Hestia spreekt de hoop uit, dat de leidende Turksche kringen thans krachten en lieren op wagens te laden. De bergwand verhief zich hier loodrecht. Twee werklieden waren bezig om gaten voor dy- namietpatronen in den steen te boxen. Russi en Giacomo stonden naast hen. Eensklaps dreunde een doffe slag boven hunne hoofden. „Lieve Hemel!" kreet Giacomo. Russi had zijn armen uitgestrekt en snel als de bliksem zichzelf en de andere mannen tegen den rots aangedrukt. Het regende steenschilvers op hun hoofden en schouders en een reusachtig blok steen, dat tegen een vooruitspringenden rand van den berg aan botste deed een sprong naar het midden en viel met oorverdoovend gedreun neder, sprong weder op en bleef toen liggen, na zich te midden van reeds behouwen gra nietplaten, die in schilfers en stukken ge broken waren, een diep gat in den grond geboord te hebben. Achter den steen aan was nog iets anders naar omlaag gevallen, dat veel g9leek op een pak kleeren en dat daar lag te midden van het steengruis. D« werklieden waren uit elkander gestoven; niemand was gekwetst, behalve Giacomo, die een schram had bekomen door een val lend stuk steen. Russi was de eerste, die weder op zijn verhaal kwam. Hij trad naar voren en keek naar boven; het kon maar één enkel blok geweest zijn, dat losgeraakt was. Het schreeu wen van een paar werklieden deed hem omzien. Zij waren op het pak kleeren af gegaan, dat, na den steen, van boven was komen vallen. Toen Russi naderbij trad zag hij, dat zij uit de lompen en flarden een bloedige mas3a ontwarden, het verplet terde lijk van een mensch. Vragen was niet noodig. Het gezicht was onherkenbaar en toch wist hij aanstonds dat het Lieni Nager was, die daar voor hem lagde kleeren zei den het hem. En toen, eensklaps, alsof het hem toegefluisterd was, wist hij ook, dat de steen niet vanzelf losgeraakt was. Roman naar het Duitsch. (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1911 | | pagina 1