et Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Borae!erwaard. nderstroo Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 31Ü9. W oensdag 13 December Landverhuizing. FEUILLETON. VOOR VAN ALTEN* Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zonder prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. 1911. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 7V, ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. Ziedaar een gansch Diet nieuw on derwerp maar dat tot dusver niet alleen niets van zijn belang verloren heeft, maar integendeel zoo gewichtig blijft, dat het nu en dan in 't publiek belang noodzakelijk onder de oogen moet wor den gezien. Het feit dat er overbevol king is, wat niet beteekent dat er te veel men8chen zijn, maar doodeenvoudig dat er wanverhouding heerscht tusschen het aantal menschen en de bronnen van menschelijk bestaan, dat feit is er nu eenmaal en wij hebben geen reden om te gelooven dat het binnen afzien- baren tijd weer ongedaan zal worden gemaakt. Daarom blijft verhuizing naar stre ken waar die wanverhouding niet be staat en vooreerst niet te wachten is, de meest natuurlijke zaak van de wereld en even natuurlijk is het, dat daarvoor alleen zulke streken der aarde in aan merking kunnen komen, waar het kli maat eenigszins met het onze overeen komt, zoodat een voortdurend verblijf en een gezond werkzaam bestaan er mogelijk zijn. Het zijn inzonderheid sommige deelen van Noord-Amerika, Australië, Argen tinië en Brazilië, waarop de aandacht gevestigd blijft en het zou wel wen- sehelijk wezen dat meer algemeen emi gratie vereenigingen werden opgericht, met het doel om samenwerking en or dening te brengen in het verleenen van steun en voorlichting aan hen, die in economischen zin een nieuw vaderland wenschen op te zoeken. In ieder geval zou het gewenscht wezen dat zich ge meentelijke of minstens provinciale or ganisaties vormden, die zich bereid ver klaarden tot het geven van inlichtingen en het doen van onderzoek ten dienste der verhuizing naar alle landen, waarop onze landgenooten inzonderheid het oog gevestigd houden. Het komt waarschijnlijk niet zoo vaak meer voor als voorheen, maar daarom is het toch volstrekt niet uit gesloten, dat er aanleiding bestaat om te waken tegen verleidelijke aanbiedin gen, die op onwaarheid berusten of die, in ieder geval, de ongunstige bijomstan digheden verzwijgen, die aan de zaak verbonden zijn en die er noodzakelijk toe moeten leiden om de onderneming te ontraden. In dit laatste schuilt waarschijnlijk Naar het Duitsch van ERNST MBM. (13 het grootste gevaar. Onze regeering waarschuwde bv. indertyd tegen het aannemen van werk bij het aanleggen van een spoorbaan in Brazilië, waar het hooge dagloon ruim werd opge wogen door het gevaar voor de zoo genaamde gele koorts. Dergelijke ambtelijke waarschuwin gen komen zelden voor. Ook met be trekking tot Duitschland en tot som mige streken van Noord-Amerika heb ben wij ze wel eens ontmoet; maar voor officieele personen houdt men zich in den vreemde wel eens van den domme; zij kunnen niet steeds alles te weten komen en moeten daarom met hunne mededeelingen wat voorzichtig wezen. Het staat vast dat een parti culiere organisatie andere wegen kan bewandelen en beter achter de waar heid kan komen door de hulp van betrouwbare particuliere personen, wier hulp vertrouwelijk wordt ingeroepen. In alle deelen der wereld, die bij ons voor emigratie in aanmerking komen, zouden dus door de emigratie-commis sies speciale correspondenten moeten worden gezocht, wier inlichtingen en gegevens zouden moeten worden ver zameld en nu en dan bijgewerkt en herzien, om op die wijze een volledig en elk oogenblik met vertrouwen te raadplegen archief bijeen te krijgen. In den laatsten tijd was weer bij zonder de aandacht gevestigd op Noord- Carolina, een land van veel zachter klimaat dan het hooge noorden maar over de kansen daar bleken de gevoe lens zoodanig uiteen te loopen, dat het waarlijk van groot gewicht zou zijn om het advies te kunnen vernemen van een speciaal deskundige, die met de toestanden in die streken en met de streek zelf volkomen vertrouwd is. Een groot gebrek bij de emigratie is, dat men bijna uitsluitend let op de natuurlijke gesteldheid van het klimaat van het land waarheen men zich wenscht te begeven, van den toestand van dat land, van de kansen om aldaar vol doenden loonenden arbeid te verkrijgen, enz., maar dat men, hoe zonderling het. ook moge schijnen, zelden de aandacht vestigt op zich zelf; alsof dat van on dergeschikt belang ware! De emigrant moet ook wel degelijk de rechte man op de rechte plaats wezen en deskun digen, wetende met wie zij te maken hadden, hebben dikwijls den een aan geraden wat zij den ander sterk meen Flori liet zijn werk in den steek en vergat zelfs dat hij den stier, dien hij juist van den ketting had genomen, midden in den stal had laten staan. Hij struikelde over den drempel en verdween. „Die lijkt wel bezeten," zei de meid, die met den kneclit op dien „halven gare" begon te schelden, die ineens zoo raar en gek had gedaan. Flori was naar zijn kamer getrokken. Hij stond midden in het kleine, frissche vertrek en het was hem of op die vier muren, en in de lucht, en op de kleine vensterruiten en op de gepleisterde zoldering, of overal met groote letters stond geschreven: „Leni gaat weg." Hij staarde voor zich uit en dacht na. Plotseling maakte een toomelooze drift zich van hem meester. Zwyer had gemerkt dat zijn dochter hem, Flori, graag mocht lijden, en daarom werd Leni weggestuurd Hij deed een stap naar de deur: hij zou den boer gaan zoeken en hem laten op biechten! Met z'n vuisten zou hij Zwyer bij de keel grijpen en hem toeschreeuwen: „Waarom stuur je je dochter weg?" Toen verscheen de hooge, rijzige gestalte van den boer hem plotseling voor den geest en zag hij den ernstigen blik op hem gericht. De eerbied dien hij voor den nobelen man gevoelde bracht zijn drift tot bedaren, en hij boog het hoofd. Hij dacht nu aan Leni, en eensklaps kwam hij tot de stellige over tuiging, dat Regine hem had voorgelogen! Als het waar was, dan zou Leni het toch aan hem hebben meegedeeldHoe kon hij toch zoo dom zijn geweest! Zoo iets vertel je toch allereerst aan je verloofde en was hij dan niet Leni's verloofde! Ja, ja, God wist, dat hij die was! En wederom over weldigde hem een waanzinnig gevoel van gelukzaligheid. Hij wilde niet langer twij felen, en na een feilen strijd met zichzelf te hebben gevoerd, was hij zichzelf weer meester en kon hij zijn werk hervatten, alsof niets bijzonders was voorgevallen. Acht dagen verliepen, zonder dat Flori aan de mogelijkheid wilde deuken van Leni's vertrek. Hun verhouding was de zelfde gebleven; geen van beiden durfde echter een woord reppen van wat hen dag en nacht vervulde. Verscheiden toebereid selen voor de aanstaande reis brachten Flori wel aan het twijfelen, doch angst en vrees wist hij te verdrijven, door zich onophou delijk voor te praten: „Als ze ging, zou ze het je toch hebben verteld!" Op een Vrijdagmorgen in Maart was Flori 's ochtends vroeg den berg opgeklommen naar het Farniger bosch. In het gedeelte dat den dorpsvoogd toebehoorde, moest hij boomen kappen, en met bijl en touwen was hij hard aan het werk. Het eene uur na het andere verliep, en Flori hakte er op los, alsof het heele bosch er aan moest gelooven. Hij had zijn jas uitgegooid, het vest hing open en de hemdsmouwen waren hoog op gestroopt. Het zware werk hield zijn lichaam warm; zijn gelaat zag bleek van inspanning, het haar plakte op zijn voorhoofd; in deze dagen deed hij alles overijld en gejaagd, zonder zich een oogenblik rust te gunnen. Flori zou den arbeid niet hebben gestaakt, al was de dood juichend het dal binnen gereden. In het bosch gevoelde hij zich veilig; hier was hij alleen. Want Leni zou over twee dagen vertrekken, had hij in huis hooren zeggen en zijn blind vertrouwen was geschokt. Tegen den middag, toen de zon al te fel begon te branden op hoofd en rug, hield den te moeten ontraden. Dat zijn de ware vrienden maar de emigrant moet ook de ware vriend van zich zelt wezen en nooit afgaan op de overweging„als het een ander gelakt dan gelukt het mij ook". Dat is eenvoudig geen redeneering. Of de arbeid, die men werkelijk kan bekomen, voor een betrokken persoon inderdaad geschikt is, daarnaar wordt weinig gevraagd. De emigratie is tot op zekere hoogte een wilde boel, zonder orde of regelmaat en dat moest anders zijn. Iemand die hier niet bijzonder gelukkig is geweest, stelt zich van het nieuwe leven heel wat voor; hij is uiteraard een optimist, die zelfvertrou wen heeft en denkt dat, hetgeen hem ontbreekt, met de noodige wilskracht wel aan te vullen is. Nu willen wij gaarne toegeven, dat moed en vertrouwen zeer noodzakelijke eigenschappen zijn in hem die met zijn gansche verleden breekt om een nieuw leven te beginnenmaar gebrek aan theoretische kennis en wetenschap kan nooit door goeden wil worden aange vuld of vervangen en het is een vaste waarheid, dat vele menschen denken, dat ze ergens geschikt voor zijn, wan neer het er op geen stukken naar lijkt. Velen ook, die zeer slecht op de hoogte van hun eigen taal zijn, hebben natuurlijk geen het minste begrip van de taal van het vreemde land en weten niet dat men, zonder voldoend lager onderwijs genoten te hebben en dien tengevolge ook het Nederlandsch vrij goed machtig te wezen, geen vreemde taal leeren kan, en dbn denken zij die vreemde taal uit een boekje op de heen reis te kunnen leerenIn het vreemde land zijn ze geheel aangewezen op de hulp van toevallig aanwezige landge nooten of van de weinige vreemdelin gen die het Hollandsch machtig zijn; ze gevoelen zich van allen omgang verstoken, gedrukt en eenzaam, worden bedot, verliezen het zelfvertrouwen en de rest laat zich wel denken. In andere omstandigheden zouden diezellde men schen toch misschieu wel geslaagd zijn. Is men ook lichamelijk wel geschikt voor de vestiging op de uitverkoren plaats'? Van een onderzoek is meestal geen sprake; als het klimaat een beetje bij het onze komt is het al goedmaar de verandering van voeding, de inspan nende arbeid in den eersten tijd ge vorderd, die worden niet geteld. En toch is het een groote, door de geheele geschiedenis gestaafde waarheid, dat alleen sterke gestellen, die niet zoo bij zonder met de omstandigheden rekening behoeven te houden, voor emigratie wezenlijk geschikt zijn. Voor gehuwden en gezinshoofden is de zaak natuurlijk nog veel moeilijker ze hebben rekening te houden met de krachten van vrouw en kinderen, moeten terdege letten op de mogelijkheid om goed onderwijs te bekomen, moeten be denken dat er voor een gezin zooveel meer noodig is en dat mislukking den totalen ondergang van een geheel gezin ten gevolge kan hebben. Door dit alles wordt duidelijk be wezen, dat de emigratie eene zaak is van veel grooter belang dan men zich gewoonlijk voorstelt, een zaak die niet voortdurend aan haar lot moet worden overgelaten. Wij moeten aansturen op de stichting van emigratie-commissies, vereenigingen, organisaties of hoe men het ook noemen wil. Landverhuizing is een mooi en boven dien een noodzakelijk iets, en toch is menig leven er door gebroken. Waar om Omdat het beter is dat een mensch van een gewoon gestel, die niet buiten gewoon glad is, niet al te veel aan durft, niet al te veel geleerd heeft, en deze menschen vormen toch de zeer groote meerderheid, blijft op de plaats of althans iu de omgeving, waarin het lot hem nu eenmaal heeft geplaatst. Heeft hij daar een karig bestaan, de kans is heel groot dat in het vreemde land dat karig bestaan nog niet eens zijn deel zal wezen. Helpen, inlichtingen geven, dat zal de hoofdtaak wel wezen van de orga nisatie die wij op het oog hebben maar door raden en waarschuwen, door onvoorzichtigen van noodlottige stappen terug te houden, daardoor zullen ze wellicht nog meer zegen kunnen verspreiden. Buitenland. De bekende vlieger Védrines, van wien dezer dagen een schouderverrek king vermeld werd, is wel zeer onge lukkig. Een geldbrief, door de Daily Mail hem toegezonden, ter waarde van f 12,000, voor een prijs, dien Védrines behaald heeft, schijnt in verkeerde han den gekomen te zijn. De som is naar alle waarschijnlijkheid verloren. hij op met werken om wat uit te rusten. Hij gooide de bijl in de sneeuw en leunde tegen de afgeschorste stammen, die nog op de laatste slagen wachtten om in het dal j neer te storten. Hij haalde de pijp uitzijn jaszak te voorschijn, doch voor hij die in den mond stak, kwam hij tot een ontdek king, die het bloed naar zijn gelaat dreef. De Farniger hutten werden sinds een uur beschenen door het zonlicht dat den nevel had doen optrekken, en daar zag hij een meisje tegen den berg opklimmen; het was Leni! Waarom zou ze zelf komen? Waarom werd de stalknecht Töni niet gestuurd om hem zijn eten te brengen? Plotseling welde een vreeselijk vermoeden bij hem op: Leni kwam afscheid nemenDie gedachte maakte hem radeloos; zijn wanhoop was zoo woest, dat hij niet langer in staat was tot geregeld denken. Intusschen baande Leni zich een weg door de sneeuw. Ze was gegaan met toestemming van haar vader, en ze was blij te moede als ieder, die vreugde gaat brengen aan hem dien ze lief heeft. Toen ze den berg was opgeklommen, zag ze Flori met wijd-open- gesperde oogen haar aanstaren. Ze liep naar hem toe, doch hij week achteruit en bleef staan bij de omgehakte boomen, waar de sneeuw was platgetreden. Leni kwam nader. Hij leunde tegen een ouden boom en liet het hoofd op de borst hangen. Boven hem glansden de scherpe naalden van den donkeren boom in gouden zonne-schittering, doch lager hingen nog de grijze winterdraden, die de vorst om den stam had geweven. „Goeden middag," zei Leni, die nu naast hem stond. Haar stem klonk onzeker, of door de opwinding of door de inspanning van het stijgen. Flori gaf geen antwoord. Leni begon den rooden zakdoek los te maken, waarin het blikken soep-keteltje zat gebonden. „Je zal wel honger hebben," hernam ze, een poging doende om hem aan het praten te krijgen. Flori trad op haar toe: „Is het waar dat je weggaat?" De vraag kwam zoo onverwacht, dat een schok door haar heenvoer; gelaat en hals kleurden zich donkerrood, alsof haar geweten schuldig was. „Ja," was alles wat ze in haar verwarring kon uitbrengen. Flori deinsde achteruit; toen greep hij zoo woest haar beide handen beet, dat het brood op den grond viel, doch hierop sloeg hij geen aandacht. „Heb je me voor den gek gehouden? Ja? Zeg op I" Zijn borst zwoegde. Van opwinding bleven de woorden hem in de keel steken. Stotterend ging hij verder: „Zeg dat het zoo is; ik zal je niets doen ik wil 't alleen maar weten en dan weggaan l" „Flori," sprak ze met nadruk; „hoe kan je zoo spreken! Weet je dan niet meer wat ik je heb beloofd?" „Of of ik het nog weet! Maar juist daarom kan kan het toch niet waar zijn dat je weggaat!" „£k moet! Vader en moeder willen het! Maar over een jaar kom ik terug! En en als je je goed blijft houden en me over een jaar nog graag mag lijden dan zal je zien, dat ik mijn belofte zal nakomen, mijn leven lang!" „Vader en moeder willen het!" Dat waren de eenige woorden, die tot hem waren door gedrongen; nu had hij alle zelf beheersching verloren. „Ze sturen je weg! Begrijp je dan niet, dat ze je weg willen hebben, om je van dien schobbejak van een Bennet vandaan te halen! Ga dan maar, ga; dus je vindt het zelf ook wel goed, hè?!" „Maar Flori, luister toch! Ik beloof je Twee officieren van justitie en een president van de arrondissements-recht- bank te Miinchen-Gladbach hebben elk een paket ontvangen, dat ontplofbare stof bevatte. De paketten waren van een lont voorzien, die bij het verwij deren der touwen, waarmede ze dicht gemaakt waren, de ontploffing moest veroorzaken. De in de paketten geborgen stukken lood en koper zouden onge twijfeld de personen, die ze opengemaakt hadden, zwaar gewond hebben. Dat de paketten niet geopend zijn, is louter toeval. Als vermoedelijke dader van deze laffe aanslagen is een daar wonende fabrikant in hechtenis genomen. De Köln. Zeitung zegt, dat men den van den aanslag verdachten fabrikant, Pritzsche geheeten, verdenkt uit wraak gehandeld te hebben, daar hij, hoewel de daad ontkennende, zich wegens ver scheidene strafbare feiten, meineed enz., voor het gerecht te verantwoorden heeft gehad. Volgens een telegram uit Teheran, heeft Rusland een derde dreignota bij de Perzische regeering ingediend, waarin de bestraffing van de moordenaars van Ala ed Dowlé verzocht wordt. Deze moord was in Perzië over 't algemeen als een tegen Rusland gerichte vijandige betooging beschouwd. Zondagmiddag is een volle wagen met bijwagen van de electrische tram te Oporto gederailleerd en in de Douro gestort. Slechts 4 personen konden zich door van den wagen te springen, red den. De redding der overige passagiers ging moeielijk, omdat de wagens geslo ten waren. Er zijn 16 dooden opgehaald en ruim 30 gewonden naar het hospitaal gebracht. Het aantal dooden wordt op 30 geschat; de gezwollen rivier voerde de lijken weg.- Volgens de Kieler Neueste Nachrich- ten zou de Duitsche regeering van plan zijn een deel van de marine naar Emden te verplaatsen en bij Larrelt in de buurt van Emden kazernes te bouwen voor 1200 mau van verschillende wapens. In het Berliner Tageblatt drukt een deskundige er zijn twijfel over uit, dat de regeering te Emden een nieuwe oorlogshaven zou willen aanleggen. Em den is thans reeds een basis voor uit vallen van torpedobooten, maar het zou tallooze millioenen kosten, om het achter de wadden gelegen Emden tot een basis te maken voor een vloot van kruisers en slagschepen. Het moet boos weer zijn aan de kusten van Frankrijk, zoowel aan het Kanaal op mijn eerewoord dat ik je trouw zal blijven I" Bennet was buiten zichzelf van drift. De oogen flikkerden en zijn gelaat werd beur telings rood en bleek. Plotseling lag bij voor Leni op de knieën. Zijn handen grepen krampachtig de plooien van haar rok, en toen ze terugweek, kroop hij haar na op de knieën over de harde sneeuw. „Als je me hebt liefgehad, ook maar een enkel uur in je leven, ga dan niet heen Als je weggaat en ik je niet meer zie, dan hij wees in de richting van het dorp „Dat, daarginds, dat is mijn Jochmeer waar honderd armen me naar toe trekken, als jij me niet tegenhoudt!" Hij zweeg. Leni boog zich over hem heen in haar oogen stonden tranen. „Ik heb je lief, Flori! Geloof me toch! Ik blijf je trouw, en als ik weg ben, zoo lang Hij liet haar niet uitspreken. „Ga je, of ga je niet? Antwoord, dan heb ik rust!" „Ik moet gaan, FloriMaar Plotseling gevoelde ze een ruwen stomp die haar deed wankelen. Een schrille lach weerklonk, en toen ze smeekendFJori'snaam riep, zag ze, dat de jonge man was ver dwenen. Van angst kromp haar hart ineen wat tot nu toe grootendeels medelijden en deernis was geweest, werd plotseling harts tochtelijke liefde. Ze vergat het bevel van Zwyer, en in haar doodelijken angst kreet ze: „Vader heeff dien tijd bepaald, Flori. Hij wil je op de proef stellenIk ga heen als je verloofde!" Geen antwoord. Een donderend rumoer van kraken, knetteren en dreunen had die laatste woorden gesmoord. De lawine van den „Stillen Hoorn" was in het dal neer- gestort. In het dorp werd dit beschouwd als het aanbreken van de lente. (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1911 | | pagina 1