Het Land van Neusden en Altena, de Langstraat en de Bommeierwaard. Een jacht over den Oceaan. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3119. Woensdag 17 Januari. 1912. FEUILLETON. lANB VAN ALl^a- VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 7*/j ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingedacht. Dat er bij de sport, gelijk die in onze dagen wordt beoefend, overdiij- vfng en eenzijdigheid heerseht, is een bewering, waaraan niet te twijfelen valt. Wij weten wel, dat onze sport niet zoo ruw is als bijv. de lichaams oefeningen in de oudheid waren, toen geschreven kon worden, dat de over winnaar in de Olympische spelen vroeger eens een neus, een kin, wenkbrauwen, ooren en oogleden had gehad, dat hij het vaderlijk erfdeel in den strijd had verloren, wijl hij niet kon bewijzen, dat hij zijn vaders zoon was, dat hij zelt zou kunnen zweeren een ander te zijn, dan hy vóór den strijd was, dat hij zich overigens gerust opnieuw in den strijd kon wagen, wijl er op zijn hoofd geen plaats meer was voor nieuwe blessuren. Zoo rnw gaat het gelukkig bij lange na niet meer toe, maar zoo lang de sport blijft gebonden aan het woord record, zoolang zal er natuurlijk ook overdrijving te constateeren vallen, al draagt die dan ook een ander karak ter dan in de oudheid. En wat de een zijdigheid betreft, te dien opzichte staan we bij de Grieken ten achter. Tegen over de schrikkelijke eenzijdigheid van onze dagen immers kan men wijzen op de oefeningen der Grieken, waarmede een harmonische ontwikkeling van het lichaam en zijn organisme werd beoogd. Wij denken bijv. aan het pentathlon, waarbij alle vijflichaamsoefeningen(hard- loopen, springen, worstelen en het wer pen met discus en speer) moesten wor den verricht, waarbij alle lichaamsdeelen geoefend werden. Terwijl deze oefeningen destijds door de geneesheeren werden geprezen als bevorderlijk voor de gezondheid en voor de schoonheid van het lichaam, hoort men in onze dagen voornamelyk de medici vaak klagen over de resultaten van de sportbeoefeuingen, evenals over beroepsziekten veelvuldig spreken over sportziekten. Die ziekten zijn voor een groot deel hartziekten, hetgeen ook wel eenigszins voor de hand ligt, daar ieder blJ ervaring weet, dat het hart ten nauwste bij elke sportinspanning be trokken is, dat hardloopers niet door de snelheid hunner beenen, roeiers niet door de kracht hunner armen, maar in de eerste plaats door een (organisch) goed hart moeten uitmunten. Te groote inspanning kan dan ook slecht voor het hart zijn, maar evenzeer kan verstan- ARTHUR GRIFFITH. (2 Ik werkte zeer vlijtig in mijn studeer vertrek, maar even ijverig jaagde ik ge noegens na, voor zoover tijd en middelen bet mij veroorloofden. De laatsten reikten wel niet zoo'n heel eind, want vier k vijf honderd pond 'sjaars is voor een levens- lustigen jongen officier nu juist geen over daad, waarom ik niet in staat was, mij van schulden vrij te houden. Daaraan was tenminste nu een einde gekomen, al durfde ik mijn gedachten nog niet verder te laten gaan. Het meeste had mijn bediende Savory nog onder den druk mijner bekrompen middelen moeten lijden; maar hij was er zeer geduldig en toegevend onder geweest. Het strekte me daarom tot een bizonder genoegen, hem allereerst af te betalen. „Zou je je geld willen hebben?" vroeg ik hem, mijn uniformjas dichtknoopend, om naar het bureau te gaan. „Nou kapitein, ik kan het best gebruiken. De huur van het kwartaal is al lang ver schenen, de huisheer was gisteren tweemaal bij me. „Hoeveel ben ik schuldig?" „Zeventien pond huur en negen pond yerschotten van mijn vrouw." Onderwijl hij sprak had ik mijn check- boekje voor den dag gehaald en een order briefje voor hem uitgeschreven van vijftig pond. dige inspanning een slecht hart gezond en een goed hart sterker maken. De Berlijnsche hoogleeraar Nicolai wees er dezer dagen nog eens nadruk kelijk op, dat de sport een verderfo lijken invloed kan hebben, maar ook een instrument voor de gezondheid kan zijn en dat men dit zelf grootendeels in de hand heeft. Ieder weet, zegt hij, dat een spier, welke voortdurend gebruikt wordt, lang- zamergand dikker wordt. Ook het hart groeit, als het sterker werkt. De onder zoekingen hebben geleerd, dat het hart van de wilde eend sterker is dan dat van de tamme, en ook, dat het hart van een stadsmensch, die in den regel te weinig lichaamsbeweging krijgt, vaak te klein is, zoodat een vergrooting geen teeken van ziekte maar juist van ge zondheid kan wezen. Op deze wijze, waarop het hart moet groeien komt het echter aan. Om te kunnen groeien heeft het hart, als elk ander orgaan, voldoende voedsel noodig, maar terwijl het hart aan alle andere werkende organen voedsel brengt, moet het werkende hart zich zelf voeden. Yandaar dat de hartspier steeds slechts (voor oefening) zooveel moet werken dat zij (voor voeding) voldoende bloed kan leveren. Langzame en verstandige oefeningen zijn dus noodzakelijk. Nu zijn er, aldus de hoogleeraar, drie een voudige regels, waardoor, indien ze wor den opgevolgd, een te snelle training kan worden voorkomen. Ze luiden 1. Ieder mensch moet zijn regel ma tigen polsslag kennentijdens^ eene inspanning mag deze zoo snel worden als hij wil, maar in de daarop volgende rustperiode moet ze hoogstens na een kwartier weer normaal geworden zijn. Alleen mag het iets langer duren, wan neer het een wel matige, maar lange inspanning betreft, bijv. lange wande lingen. 2. Men moet zich nooit zoo sterk inspannen, dat men gedwongen is met open mond te ademen. Dit is waar schijnlijk het beste kenteeken, dat helaas maar zelden wordt geraadpleegd. Men zal zien, wanneer men dezen regel in acht neemt, dat men zeer spoedig ook bij groote inspanning enkel door den neus behoeft adem te halen. 3. Men mag een inspanning niet zoover doordrijven, dat men bleek wordt. Yoor enkele menscben, die aan een onschadelijke ziekelijke toestand der vaatzenuwen lijden geldt dit niet, maar wanneer men bij geringe inspanning „Hier, wat er van overschiet mag je houden, om er je vrouw een cadeautje voor te koopen. Je hebt veel geduld met me gehad, en zult dus de eerste zijn, die een aandeeltje krijgt van mijn geluk." Alleen maar, om eens te weten, wat voor gewaarwording het was, schreef ik nog meer checks, die ik voornemens was, mijn kleer maker, schoenenkoopman, kapper en meer geduldige leveranciers persoonlijk aan te bieden, sloot ze voorloopig in mijn brieven- tasch en begaf me naar het bankiershuis. II. Toen ik het bankiershuis verliet, was mijn portemonnaie flink gespekt, en in mijn brieventasch staken bovendien, goed en wel geborgen, fonkelnieuwe banknoten, tot een bedrag van tweehonderd vijftig pond. Ik begon nu eindelijk aan mijn fortuin geloof te slaan. De kassier, die kort te voren met een nijdig gezicht het folio in zijn hoofd- boek aanzag, waaruit bleek, dat ik mijn crediet had overschreden, boog nu als een knipmes en gaf me daardoor het bewijs, dat hij mijn positie naar waarde wist te schatten. De gebeurtenissen en verrassingen vaD den voormiddag hadden veel tijd in beslag genomen; het was laat geworden, de wijzer op den toren van Westminister wees twaalf uur in den middag. Voor de leden der afdeeling gold het als een zaak van eer, om bijtijds op het bureau van den generalen staf aanwezig te zijn. Ik was daar met zeer verantwoordelijk werk belast, dat ik, voor zoover het van mij afhing niet mocht of wilde verwaarloozen neen, voor alle schatten der wereld niet! Zoo liep ik dan met versnelden pas door St. Jamess's Park, en werd ingehaald door een persoon, die mjj aansprak, zonder zich reeds bleek wordt, doet men goed zijn dokter te raadplegen. Als men deze drie regels strikt op volgt kan men, zegt prof. Nicolai, zon der schade voor zpn gezondheid zich zooveel inspannen als men wil, mits men zich ook maar den noodigen rust tijd gunt en bij zwaren beroepsarbeid maar niet denkt, dat inspanning nit- spanning beteekent; menschen die een heele week hard moeten werken, zouden het best doen, door Zondags uit te rusten, voor hen is elke inspanning- vereischende sport niet geschikt. Onder de sport, die de hoogleeraar gaarne gemeden zag, wijl het hart erdoor benadeeld kan worden, noemt hij ten slotte die oefeningen, waarbij een plot selinge sterke borstkasuitzetting nood zakelijk is. Als sportinstrument acht hij de fiets uit den booze, roeien en zwemmen prijst hij tenzeerste aan, marcheeren en wandelen noemt hij verder voortreffelijke middelen om het hart te versterken, turn- en vrije oefe ningen (welke ten deele juist samen gesteld zijn om door gunstige bewe gingen aan borst en hart zooveel mogelijk bloed toe te voeren) eveneens, terwijl tenslotte de spelen, die op een grasvlak worden uitgevoerd, ook veel goeds kunnen doen. De waarschuwing van dezen hoog leeraar, welke allerminst een afschrik king is, moge ook hier ter harte genomen worden, want zijn slotwoord „in een verstandig beoefende sport ligt ongetwij feld het eenig mogelijke heil van ons volk" is ook hier van toepassing, zij het dan ook, dat wij het gaarne minder exclusief zouden willen zeggen. Buitenland. Het nieuwe Fransche ministerie is thans samengesteld als volgt: president en minister van buitenl. zaken Poin- caré, vice-president en minister van justitie Briand, binnenl. zaken Steeg, oorlog Millerand, marine Delcassé, finan ciën Klotz, openbaar onderwijs Guis- thau, openbare werken Dupuy, koloniën Lebrun, handel David, landbouw Pams, arbeid Bourgeois. Zondag heeft Poincaré den President der Republiek de lijst der leden van het nieuwe kabinet voorgelegd, welke door dezen werd goedgekeurd. Nu de sociaal-democraten, die in den vorigen Duitsclien Rijksdag over 53 zetels beschikten, er bij de eerste ver kiezingen reeds 64 hebben veroverd en echter bij mij aau te sluiten. „Een woordje mijnheer, als ik u verzoeu ken mag." „Ik heb op het oogenblik daar geen tijd voor." „Als u mij wilt toestaan, een klein eindje met u mee te loopen, dan zal het mij ge lukken, u te overtuigen, dat ik gegronde aanleiding heb, iets van uw kostbaren tijd in beslag te nemen." Ik maakte geen tegenwerping dat hij naast me liep; ik moet het bekennen dat ik wel wat nieuwsgierig was om te weten, wilt hij van mij hebben moest. „U hebt vijanden, meneer," begon hij zonder eenigen omhaal, en hij zag er zoo potsierlijk uit, dat ik onbeleefd genoeg was te lachen. „De zaak is waarlijk niet om mte te gekscheren, kapitein dat zullen uw vijanden u spoedig doen inzien. En die voeren leelijke plannen in 't schild." Hij zei dit op een toon, alsof hij me mijn doodvonnis aankondigde; hij scheen het werkelijk ernstig te meenen, maar ik nam het luchtig op. „Hoor eens," zei ik, „zoo'n dreigement laat me koud, want kijk eens, mijn leven op 'tspel te zetten, is nu eenmaal mijn beroep. Het hoofd van den Staat heeft ook vijanden, en die zijn ook de mijnen." „Zij, van wie ik spreek, zijn uitsluitend u w vijanden, kapitein lieden, die u uwen nieuw verworven rijkdom misgunnen." „Dat heb-je dus al gehoord „Gehoord?!" riep hij verachtelijk. „Er is niets ter wereld, wat u aangaat, dat mij onbekend is, kapitein. Hoe is het u dan dezen zomer aan de Enynirivier bevallen? En zijn kaarten, die u in Angostura heeft ontvangen, u van dienst geweest?" „Stil, man, stil! Wie en wat ben-je9 Wat weerga heb-je voor?" hunne candidaten in 120 disticten nog in herstemming komen, maakt de re geering zich ernstig bezorgd over den afloop. Het artikel in de officieuze „Nordd. Allg. Zeitg.", waarin de bur gerlijke partijen worden aangemaand bij de herstemmingen schouder aan schouder te staan tegen het roode spook, dat 's Rijks weerkracht in gevaar brengt en een mobilisatie dreigt te beantwoor den met een algemeene werkstaking en alle gedachte aan partij-voordeelen te laten varen, getuigt daarvan voldoende. De radicale pers is het daarmede lang niet eens en geeft openlijk de voorkeur aan de sociaal-democraten boven de conservatieven en het centrum, terwijl het ook lang niet zeker is welke hou ding de nationaal-liberalen zullen aan nemen, wanneer een conservatief met een sociaal-democraat in herstemming komt, terwijl het vrijwel vaststaat dat zij in geen geval een candidaat van het centrum zullen steunen. En wederkee- rig zullen de conservatie/en hunne stem niet aan een nationaal-liberaal geven maar zich veel liever van stemming onthouden, wanneer niet voor elke her stemming eene duidelijke overeenkomst tusschen de partijbesturen wordt geslo ten. Ook de agrariërs zijn niet onvoor- waarlijk bereid de nationaal-liberalen te steunen, zoodat er nog heel wat ver wikkelingen en verrassingen te duch ten zijn. Het schijnt, dat voor de Russische Israëlieten een betere tijd gaat aanbre ken. De minister-president toch heeft enkele op hen betrekking hebbende bepalingen van zijn voorganger onge daan gemaakt. Zoo heeft hij o. a. goed gekeurd, dat passen voor een tijdperk van zes maanden mogen worden uitge reikt aan Joodsche kooplieden, die voor hun zaken buiten de hun als woonplaats aangewezen zone willen reizen. In de wolspinnerijen van Lawrence, Massachusets (Amerika) hebben 14.000 man het werk neergelegd, waardoor in het geheel 25 000 personen op straat staan. De politie bewaakt de gebouwen, daar de stakers tot wanordelijkbeden zijn overgegaan. In de schermutselingen hebben verschillende personen verwon dingen opgeloopen. Op de Ems, te Emden, is Zondag, terwijl een groot aantal personen aan het schaatsenrijden waren, het ijs be zweken, met het gevolg, dat een menigte rijders daaronder verdwenen. Volgens de laatste berichten zouden reeds 27 lijken zijn gevischt, maar worden nog eenige personen vermist. In verschillende gedeelten van Mace donië en Albanië, o. a. in Uskub en We waren onderwijl voor den ingang van het dienstgebouw aangekomen. „Is hier uw werklaats?" vroeg hij. „Kan ik met u niet binnengaan een oogenblik maar? De zaak is dringend en betreft u van zeer nabij. Het gevaar waarin ge verkeert, is zeer dreigend, uw vijanden hebben zich verbonden, u nadeel te betrokkenen groot nadeel." „Och, komZoo'n vaart zal het wel niet loopen," antwoordde ik geprikkeld. „Ik heb waarachtig nu geen tijd voor u, want ik word hier verwacht. „Sir Charles is er zeker al? vroeg ik den concierge. „Ja, kapitein, al sedert ruim drie uur. Z.Exc. heeft al een paar malen naar u ge vraagd." „Ziet u nu wel? Uw aangelegenheid moet wachten, meneer „Snuyzer. Ik zal me schikken naar om standigheden, maar, als u het goedvindt, kom ik u in Clarke's street opzoeken, van avond om „Als je er dan toch op staat, kom dan om vijf uur. Goedendag!" zei ik en trad het dienstgebouw binnen. In de Informatie-afdeeling had ik een gemeenschappelijk bureau metSweteThorn- hill, een levenslustig jongmensch, maar nauwgezet in zijn werk. Zoodra deze mij zag, zeide hij „Sir Charles heeft reeds driemaal om je gezonden, en tweemaal kwam hij zelf. Hij wilde je een werk opdraaien waar haast bij is. Op dit oogenblik kwam een bureau beambte binnen met een vracht papieren, die hij op mijn lessenaar deponeerde. Ze waren in den gewonen groenen omslag, die f „zeer dringend" aanduidde, en met groote, flinke letters stond er op: „Kapitein Wood I ter voordracht." Koprülü, moet de staat van beleg zijn afgekondigd. De agenten der Bulgaarsche revoluti- onare comité's moeten er in geslaagd zijn, te Saloniki een aantal Albaneesche stamhoofden over te halen tot een op stand in den aanvang van Maart. De Spaansche minister-president Ca- nalejas heeft in een onderhoud met een berichtgever van Reuter verklaard dat de Koning besloten had ook aan den laatst veroordeelde in het Cullera-proces gratie te schenken, ofschoon de minister raad besloten had in tegenovergestelden zin te adviseeren. Canalejas dankte den Koning voor die vriendschappelijke be schikking en verklaarde gelukkig te zijn, hem het gratie-verzoek te kunnen aanbieden, maar tevens het ontslag van het ministerie te moeten indienen. De voornaamste aanleiding tot dit besluit schijnt te zijn geweest de bedreiging dat te Barcelona eene algemeene werk staking zou uitbreken, wanneer de gratie geweigerd werd. Volgens een later bericht heeft Ca nalejas het ministerschap weder aan vaard. De overige ministers zijn ook aangebleven. Volgens een telegram aan de Frankf. Ztg. uit Beiroet (Syrië) is tusschen Akka en Tyrus in den nacht van 10 op 11 Januari een Nederlandsch stoomschip op een rots geloopen. De bemanning kon gered worden. De bergingswerk zaamheden waren begonnen. Aan boord van het Fransche pantser schip „Charlemagne" heeft men in het vulsel der kisten kardoezen, gevuld met kruit B, korrels zwart kruit gevonden. Waar bekend is hoe hoogst gevaarlijk die beide kruitsoorten in eikaars nabij heid zijn en de ramp van de „Jena" vermoedelijk daaraan moet worden toe geschreven, acht men een dergelijke slordigheid misdadig. Te Parijs is in den laatsten tijd bij verschillende wapenhandelaars inge broken en voor een waarde van 30,000 francs aan geweren en revolvers ge stolen. De koude in New York houdt aan. Zaterdag is het 's nachts in de wereld stad aan de Hudson kouder geweest dan in de laatste 10 jaar nog het geval was geweest. Er wordt veel ellende geleden in de stad; den dakloozen wordt een onder komen in de kerken verschaft. Védrines heeft Zaterdag te Pau van de gunstige weersgesteldheid gebruik gemaakt om zijn triomfen op 'tgebied der vliegerij voort te zetten. Op de baan, die 5 K.M. groot is, „De voordracht zal hij grootendeels zelf wel houden, denk ik," ging Swete Thornhill stekelig voort. Ga naar binnen, mijn waarde, om een standje te ontvangen." Sir Charles was voor zij n onderhebbende officieren over wie hij wat den dienst aanging met ijzeren roede heerschte, een strenge chef. Niemand onzer had graag met hem te doen, als hij boo3 was, en dit was hij, ronduit gezegd, niet zelden, want op vliegend was hij en zeer driftig, hoewel in den grond niet kwaad. Achter zijn streng gelaat en ruw uiterlijk, zat een goedig hart; hij liep met dit laatste niet te koop, althans niet tegenover een plichtvergeten onder geschikte, en daarvoor zag hij mij op dit oogenblik aan. Ik was alles behalve op mijn gemak, toen ik voor den grooten man mij n opwachting moest maken. Terstond pakte hij me aan. „Sakkerloot, wat moet dat beteekenen, Wood?!" riep hij bulderend. „Welk excuus hebt u in het midden te brengen? Natuurlijk moet u zich verslapen, wanneer je uw nachten gebruikt, om Frieda Fairholme, dat dwaashoofdje, het hof te maken. Maar laat u eens en vooral gezegd zijn: Nalatig heid in den dienst duld ik niet. U komt te laat en u weet, dat ik op mijn puntjes sta en zelf doe wat ik anderen voorhoud. Klokslag tien was ik dezen morgen hier. Maar u zult nog maken, dat ik mijn geduld verlies: daarom opgepast; dezen keer zal ik het gebeurde nog door de vingers zien." „Tot orders, generaalzei ik met het gebruikelijk militair saluut, waarbij toch de vraag zich aan mij opdrong, waarom ik, die over millioenen had te beschikken, mij zoo'n slaafsche onderwerping liet aanleunen. NAAR Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1912 | | pagina 1