Hel
Langstraat en de Bommelerwaard.
Land van Heusden en Altena, de
Een jacht over den Oceaan.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3120Zaterdag 20 Januari.
Zelfbeheersching.
FEUILLETON.
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verbooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
1912.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 7ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Er is een spreekwoord, luidende:
„Wie zichzelven beheerscht is sterker
dan iemand, die een stad inneemt". Hier
mede wil gezegd worden dat iemand,
die zichzelven weet te beheerschen,
maar geen stad kan innemen, toch
sterker is dan iemand, die wel een stad
kan innemen, maar niet zichzelven
weet te beheerscheD.
Dit zal velen van onze lezers vreemd
in de ooren klinken en toch is het
waar. Immers, zoo zal men misschien
zeggen, hoe moeilijk gaat 't toch om
een stad in te nemen. Wij stemmen
toe dat dit soms heel moeilijk gaat.
Er zijn ons zelfs wel gevallen bekend,
en onze lezers natuurlijk ook wel, dat
een belegering van een stad moest wor
den opgebroken, omdat de stad on
neembaar bleek te zijn. Zulke gevallen
wijst de geschiedenis ons wel aan.
't Gaat dus soms heel moeilijk om een
stad in te nemen. Maar hoe moeilijk
gaat 't soms ook om zichzelven te be
heerschen! Wij durven zeggen dat dit
vaak nog veel moeilijker gaat. Een
voorbeeldEr was eens een knap en
kundig veldheer, die uit de meeste
strijden als overwinnaar te voorschijn
kwam. Men roemde zijn krijgsmansbe-
leid en zijn grooten moed. 't Was een
geduchte en gevreesde tegenstander in
den oorlog. Als 't kon, daD ontweken
de vijanden gaarne een treffen met hem.
Die knappe, kundige veldheer, die door
zijn beleid en zijn moed met zijn leger
scharen zoo menigen vijand had over
wonnen was een zwakkeling, om
dat hij niet meester was over zichzel
ven; hij was verslaafd aan het drank
genot, dat zijn geest verzwakte en zijn
verstand benevelde. Hij wist hoe scha
delijk en nadeelig 't drinken voor hein
was en meermalen had hij dan ook
gezworen voortaan geen droppel drank
meer over de lippen te nemen. Maar
als de drankduivel riep, dan bezweek
hij weer voor diens macht dan
dronk hij weer, hoe ernstig hij zich
ook had voorgenomen 't niet meer te
doen. Die man, die groote en sterke
legermachten versloeg, die man was te
zwak om zichzelf te beheerschen; hij be-
heerschte de wil niet, maar de wil be-
heerschte hem. Was die man, die wel
anderen kon overwinnen, maar niet
ARTHUR GRIFFITH.
(3
„Apropos Woodl" riep Sir Charles mij
bij het heengaan toe, „breng me toch eens
het rapport over de verdedigingswerken van
de West-Indische kolenstations. Ik mag toch
aannemen, dat dit is uitgewerkt, he
„Neen, Sir Charles, nog niet geheel; ik
ben opgehouden geworden door
Hij viel me woedend in de rede.: „Jij,
aartsluiaard I Zul-je me stapelgek maken
U weet toch zoo goed als ik, kapitein, dat
het Ministerie van Buitenlandsche Zaken
op het werk aandringt, en daar komt u me
vertellen datdat O,
maak dat je weg komt ik wil niets van
je excuses hooren. Dat doet de maat over-
loopenU maakt de Afdeeling te schande,
ik kan u niet meer gebruiken. Maak dat u
wegkomt, zeg ik; ik heb met u afgedaan,
uw gezicht alleen is me genoeg!"
Ik maakte nogmaals rechtsomkeert en nam
in mijn woede het besluit zonder eenige
formaliteit het bureau te verlaten. Toen ik
weer mijn schrijftafel zag met den stapel
papieren, herinnerde mijn plicht mij, dat
ik, uit rechmatig eergevoel, gedwongen was,
mijn taak ten einde te brengen.
Aan mijn rapport over de kolenstations
ontbrak niet veel meer, en ik bracht dit
aanstonds ten einde. Ik liet het aan den
generaal overhandigen en begon aan den
tweeden bundel papieren, met „strikt ge
heim" gewaarmerkt. Maar nu viel mij de
kantteekening „ter voordracht" in het oog,
en ik begreep eruit, dat ik mondelinge aan
wijzing zou noodig hebben, alvorens mij
aas het werk te kunnen zetten. Dan moest ik
zichztlvendus eigenlijk niet een groote
zwakkeling? Getuigt 't niet van groote
zwakte dat hij niet eens zijn eigen
wil kon beheerschen
Wèl gaat 't heel moeilijk zichzelven
te beheerschen, maar 't khn. Of zelf
beheersching een eigenschap is, of een
deugd, of nog iets anders, dat weten
we niet, maar dat zelfbeheersching iets
noodigs is voor ieder mensch, dat weten
we wel. Omdat men zichzelven be
heerschen khn en omdat zelfbeheer
sching een noodzakelijkheid is, daarom
dient alles gedaan te worden om zich
te kunnen beheerschengeen middel
mag onbeproefd worden gelaten om
deze deugd of eigenschap zich eigen te
maken. Want de gevolgen van gebrek
aan zelfbeheersching kunnen ernstig
zijn. De moordaanslagen, de mishan
delingen waarvan men zoo dikwijls
hoort, zijn die niet menigmaal een ge
volg van gebrek aan zelfbeheersching?
Als men zichzelven op het ramp
zalige oogenblik goed meester was ge
weest, als men zich niet door zijn drift
had laten medesleepen, als men zich
zeiven op dat oogenblik had weten te
beheerschen, zouden ook dan al die
moorden en zware mishandelingen heb
ben plaatsgehad Tengevolge van hun
gebrek aan zelfbeheersching zuchten
velen in de gevangenis. Niet alleen
moordenaars en zij, die mishandelingen
hebben gepleegd, maar ook anderen
dieven, schriftvervalschers, enz. Wat
een diefstallen en schriftvervalschingen
moeten ook niet op rekening worden
geschreven van gebrek aan zelfbeheer
sching! Zouden er zooveel diefstallen
en schriftvervalschingen plaats hebben,
als men op 't oogenblik der diefstal
en schrittvervalsching zichzelven goed
meester was, zich indacht welke gevol
gen de daad na zich kon slepen, kort
om, als men zichzelven goed beheersch-
te? We denken 't niet. Hoevelen zijn
er niet in de gelegenheid dagelijks
groote sommen geld weg te nemen
De schijn en de klank van dat geld
lokt velen wel aan, en als ze dan geen
voldoende zelfbeheersching bezitten, dan
zullen ze den een of anderen keer
struikelen.
Zelfbeheersching moet den mensch
van jongs-af reeds worden aangeleerd,
want 't is een „kunst", die men zich
kan aanleeren. Kinderen, die van hun
mijn geprikkelden chef weer onder de oogen
komen, en daartoe gevoelde ik weinig lust.
Vroeger of later moest het er toch toe komen,
daarom verkoos ik maar dadelijk in den
zuren appel te bijten en hem een paar
vluchtig neergeschreven regels te overhan
digen.
De generaal, die in de lectuur van mijn
ander rapport verdiept scheen, keerde zich
bij mijn binnenkomen om, en knikte me
vriendelijk toe. De afgetrokken onweersbui
had in zijn prikkelbaar gemoed weer plaats
gemaakt voor helderen zonneschijn.
„Zeer goed, mijn waarde Wood, alleen
moeten een paar punten nog wat breed
voeriger worden uitgewerkt."
Toen bespraken we deze punten.
Vervolgens polste ik hem over de andere
aangelegenheid, en was zoo spoedig op de
hoogte van hetgeen ik noodig had te weten.
„U zult in uw eigen kamer eraan moeten
werken, want einde dezer week moet het
rapport klaar zijn, maar voorzichtig, denk
eromSluit de stukken weg voor den nacht
streng geheim moet alles behandeld
worden!"
„Het geval kan zich voordoen, generaal,
dat u het werk aan een ander moet toe
vertrouwen, daar ik moeilijk lang genoeg
hier kan blijven om het aftemaken," ant
woordde ik, terwijl ik hem het vel papier
overhandigde, waarop ik mijn verzoek om
ontslag had geschreven.
„Hoe is 't Wood? dat meen-je toch niet9"
riep Sir Charles, heel van de wijs gebracht.
„Zoo kwalijk kun-je, wat ik strak gezegd
heb, toch niet opnemen. Ik ben misschien
wat driftig geweest, maar ernetig gemeend
was het niet. Neen, neen, je neemt dit ding
terug, of je laat het mij verscheuren. Dat
gaat toch maar zoo niet? Vergeven en ver
geten, mijn jongen. Hier heb-je mijn hand,
ik vraag je verschooning, en ik weet dat
je niet meer te laat zult komen!"
Nu haastte ik mij, de verklaring af te
leggen, dat mijn aanvraag om ontslag vol-
ouders alles gedaan weten te krijgen,
zullen geheel verwend worden. Als
ze later hun zin eens niet krijgen,
dan zullen ze boos worden; en driftig
geworden, omdat men hun hun zin
niet geeft, zijn die verwende kinderen
tot alles in staat, misschien wel tot een
moordDaarom, ouders, als we u een
raad mogen geven: verwen uwe kinde
ren niet, want later zult ge 't u mis
schien verwijten. De gevolgen van uw
verkeerde opvoeding zullen voor uwe
kinderen slechte gevolgen kunnen heb
ben. En ge hebt ze toch lief, uw kin
deren? Laat 't uw kinderen daarom
niet aan vermaningen ontbreken als 't
noodig is't zal in uw belang en in
't belang van uwe kinderen zijn.
BuitenBand.
Het is Donderdag bij een interpellatie
over de duurte der levensmiddelen in
de Belgische Kamer tot rumoerige inci
denten gekomen. De afgevaardigde van
de rechterzijde du Bus de Warnaffe nam,
nadat reeds eenige sprekers het woord
gevoerd hadden over den duren tijd enz.,
eindelijk het woord ter verdediging van
de reg6ering en merkte op, dat het niet
de eerste maal was, dat de eetwaren
duur waren geworden. Spreker maakte
toen melding van een artikel van de
Brouckere in een Duitsch tijdschrift,
waarin geschreven was, dat de secretaris
van een socialistische vereeniging te
Gent een landbouwmaatschappij gesticht
had, welke aan de landbouwers geld
leverde tegen de woekerrente van 10
procent.
Uitroepen rechts en gelach links was
het antwoord op deze beschuldiging.
Gij zijt het vervolgde de spreker
der rechterzijde die ons uithongeraars
genoemd hebt. Verwondert u dus niet,
dat er onder ons mannen zijn, die pro
testeeren tegen de hooge rente, die gij
u voorbehoudt. Uwe hatelijke redevoe
ringen zijn het rantsoen, dat gij betaalt
voor de bewaking van uw vrienden.
De socialistische afgevaardigde Van-
dervelde vatte daarop vlam en vroeg
den heer du Bus uitleg van zijn insi
nuaties, wat geweigerd werd.
Een stormachtig tooneel volgde nu,
waarbij Vandervelde de rechterzijde voor
lafaards uitmaakte, du Bus nog eens de
houding van zijn socialistischen tegen
stander bij de beschuldigingen tegen
de missies als ellendig kenschetste, tot
dat eindelijk onder algemeen rumoer
de socialist zijn bank verlaat en naar
die van du Bus wil gaan. Hij wordt
onderweg door zijn partijgenooten tegen
gehouden. De voorzitter moest met een
rechterzijde en een socialistische fractie
voor zich, die met gebalde vuist tegen
over elkaar stonden en heftige woorden
wisselingen hielden, de vergadering wel
schorsen.
Nadat de Kamer weer bijeen was
gekomen, werd met 54 tegen 49 stem-
men rechterzijde tegen linkerzijde
de censuur op Vandervelde toegepast
wegens poging tot geweldpleging.
Woensdag werd uit Lissabon gemeld
Noodweer heeft hedennacht in de zuid-
pier in de voorhaven van Leixoes een
gat van vijftien meter lengte geslagen,
zoodat de golven vrij binnen rollen,
wat voor de in de haven liggende
schepen gevaarlijk is. Ook de noord-
pier is beschadigd.
Uit de sectie is gebleken, dat een
plotseling te Cöpenik bij Berlijn ge
storven werkman aan methyl-alcohol-
vergiftiging bezweken is. De politie
doet moeite om er achter te komen,
waar de man den vergiftigen drank
gebruikt had en heeft daarom in ver
schillende kroegen drank in beslag ge
nomen.
strekt geen ergenis als oorzaak had, maar
er andere redenen waren, die mij noopten
den militairen stand vaarwel te zeggen.
„De zaak is heel eenvoudig," zei ik,
„ik heb een erfenis gekregen, een werkelijk
heel mooie erfenis!"
„Nu, hoe groot is die dan wel, als ik
vragen mag? Ik doe met opzet navraag,
omdat je misschien een heel mooi inkomen
kunt hebben en toch beter zoudt doen, in
dienst te blijven. Voor ieder onalhankelijk
jongmensch is tucht, door geregelden arbeid,
een heilzaam levensbeginsel. Geloof me,
spoedig zal het je gaan vervelen je eigen
meester te zijn. Dat komt van lieverlede tot
drank en spel, interesseert zich voor de
vrouwen, en je gaat naar de maan. Hoeveel
is het wel, een vierduizend pond's jaars?"
„O, veel meer, Sir Charles," ging ik voort.
„Ik geloof, dat ik twee, driemaal millionair
ben. Wilt u zoo goed zijn dezen brief eens
te lezen?" besloot ik, terwijl ik hem het
schrijven van mijn practizijns overhandigde.
Na lezing vouwde hij den brief dicht en
gaf dien mij over met de woorden:
„Waarachtig, Wood, het spijt me voor
jou."
Dit was het nu juist niet, wat ik van
dien man, zoo rijk aan ondervinding en
menschenkennis, had verwacht en het kwam
me voor, dat hij mijn teleurstelling in mijn
oogen kon lezen.
„Dat valt je niet mee, niet waar? Je
beschouwt je zeker als de gelukkigste jonge
man ter wereld. Maar dan vergis je je zeer.
Groote rijkdom is een last en nog iets
ergers."
„Een last," herhaalde hij, de kamer op
en neer loopend en zijn woorden met leven
dige gebaren begeleidend. „Rijkdom is een
tiran. Hij zal je voorwaar drukken en voort
durend zorgen baren. Lang zal het niet
duren, of je zult een veel slechtere opinie
van de menschen krijgen. Maar spreken we
over jezelf. Wat is je plan?"
„Eerlijk gezegd, Sir Charles, weet ik het
Evenals enkele jaren geleden bij een
grooten brand in Tokio, is nu te Osaka
de geheele Josjiwara wijk (ruim 5000
huizen) in vlammen opgegaan. Dat is
de wijk waar de bordeelen, theehuizen
en dergelijke gevestigd zijn. In de Ja-
pansche groote steden maar vooral
in Tokio dragen zulke wijken een
kunstvol en aangenaam kleurrijk karak
ter. Het zal te Okasa wel gaan als in
dertijd te Tokio, waar de wijk-van-ple-
zier in korten tijd prachtiger en kleur
rijker opgebouwd is, dan zij ooit geweest
was. Dat kan ook, want voor den bouw
der woningen wordt in Japan veel hout,
bamboe, papier en dergelijk licht brand
baar materiaal gebezigd. Het gruwelijke
bij de brand in Osaba is echter, dat
naar het schijnt niet weinig
vrouwelijke bewoonsters van de Josiwara-
wijk den dood hebben gevonden in de
vlammen. Wanneer zoo'n dichtopeen-
gebouwde huizenmassa in brand raakt
en er staat dan nog zooals nu in
Osaka een felle wind, dan is er geen
blusschen, en in vele gevallen ook geen
ontkomen aan.
De kerk van uit de negende eeuw
dagteekenende kerk van Santo Stefano
zelf nog niet. Momenteel ben ik door het
gebeurde heelemaal de kluts kwijt. Zoudt
u mij niet met goeden raad van dienst
willen zijn?"
„Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan.
Zeer veel hangt van u zelf af uw grond
beginselen, uw smaak, neiging enz. Natuur
lijk ga je trouwen, ik heb zooal een vogeltje
hooren fluiten. Ik ken haar zeer goed
Erieda Fairholme, die kleine, guitige feeks.
Ze zal je leeren dansen, reken er op!"
„Maar, Sir Charles, ik heb haar nog geen
woord ervan gerept, en heb ook geen reden,
te onderstellen, dat ze aan mijn aanzoek
zal gehoor geven, als ik ermee voor den
dag kom."
„Laat het maar eens op den nijper komen,"
zei de generaal droogjes. „Je bezit drie
millioen pond sterling en nog meer een
nieuw en zeer krachtig argument om haar
van je waarde te overtuigen."
„Neen, Sir Charles, dat ligt volstrekt niet
in haren aard."
„Dan zou ze niet van Eva moeten af
stammen. Ik ken haar van kindsbeen af.
Een schoonheid is ze, dat geef ik toe, en
een aardig vermogen bezit ze ook, maar ik
heb liever dat jij ze trouwt dan ik. 't Is
niet gemakkelijk, land met haar te bezeilen,
en ze zal je de handen vol werk geven.
Miss Frieda zal het geld onder de menschen
brengen en jij zult haar er de behulpzame
hand mee bieden. Nu, misschien des te
beter."
„Dus u raadt me, den dienst te verlaten?"
„Ja zeker, je moet den dienst uitbrulde
hij, plotseling in woede ontstoken. „Wat!
Een kapitein met honderd vijftigduizend
pond '8jaars! Geen kwestie van aanblijven.
Maar overhaast je maar niet, Wood. Hoe
moet het, als het geval zich voordoet, dat
de heele geschiedenis zwendelarij is? Je
kunt beginnen met verlof te nemen
ofschoon ik niet weet, hoe ik je zal kunnen
missen bij het gewichtige werk dat voor
handen is."
te Genua, in welke Columbus zou zijn
gedoopt, is voor het grootste gedeelte
ingestort. Vier kunstvolle altaren en
een in hout gesneden madonna werden
vernield. Een arbeider is licht gewond.
Volgens een bericht uit Berlijn is de
juwelier Schulze met zijne vrouw en
dochter in hun huis door inbrekers
overvallen. De juwelier en zijn dochter
vond men dood, terwijl de vrouw nog
leefde.
Een ander bericht meldt:
De bloedige daad ten huize van den
juwelier Schulze in de oude Jacobsstraat
is nog niet opgehelderd. Zoowel voor
de onderstelling, dat het een familie
drama is geweest als voor de opvatting,
dat inbrekers den moord gepleegd heb
ben, valt wat te zeggen.
Het onderzoek is nog moeielijker
geworden, omdat het laatste nog levende
slachtoffer, de vrouw van Schulze, toen
men haar reeds buiten gevaar achtte,
plotseling den geest heeft gegeven.
Uit een door de justitie gehouden
onderzoek is echter gebleken, dat de
inbreker het drietal met een hamerde
hersens ingeslagen en zich meesterge
maakt heeft van een aantal ringen en
broches met diamant en gouden hor
loges. De politie heeft op zijne aan
houding een prijs van 3000 mark gesteld.
Men vermoedt dat de moordenaar een
bekende der familie Schulze was. Op
een stoel in de werkplaats werd een
vilten hoed gevonden, die blijkbaar
door hem is achtergelaten.
Gisterennacht is in eene kolenmijn te
Myslowitz, in Silezië, brand uitgebroken.
Vier mijnwerkers zijn daarbij om het
leven gekomen en er zijn uitgebreide
maatregelen getroffen om de zich nog
in gevaar bevindende mijnwerkers te
redden.
Een telegram uit Aberdeen, in Schot
land, meldt, dat het stoomschip Wiston
Hall" Donderdagmorgen bij Buchan is
vergaan. De uit 37 koppen bestaande
bemanning, meerendeels Lascaren, is
verdronken.
Volgens een bericht uit Milaan is
den juwelier Introvini in den sneltrein
tusschen Milaan en Turijn een koffer
ontstolen met een waarde van een half
millioen lire. Van de daders geen spoor.
Woensdagochtend om tien minuten
over zessen is in Stuttgart een sterke
aardbeving waargenomen.
Te Rixdorf bij Berlijn loopt weer
Verlof was iets, waar bij Sir Charles een
zware wijs opging.
„Intusschen," ging hij voort, „waar een
maal niets aan te doen is, moet men het
laten voor wat het is, maar als je blieft
niet heengaan in de eerste maand de bestel
En, Wood, mijn beste jongen, laat me
met het rapport over Cuba niet in den steek.
Ik verlaat me hierin heelemaal op je mede
werking, jij bent ginds geweest en weet hoe
de vork in den steel zit."
Gedurende het overige van den namiddag
zette ik mijn arbeid voort, en toen ik weg
ging, droeg ik aan een bureau-beambte op,
alle bescheiden in een gesloten portefeuille
naar mijn woning te dragen.
III.
„Een heer uit Amerika is al meer dan
eens hier geweest", zei Savory, mijn op
passer, toen ik thuis kwam. „Hij beweerde,
een afspraak met u te hebben, maar ik kon
hem niet zeggen, wanneer u hier zoudt zijn."
„Als-ie terugkomt, laat hem dan binnen
komen, ik wil hem spreken."
Niet lang na dit gesprek overhandigde
Savory mij een visitekaartje, waarop met
vergulde letters stond:
Hij was even onberispelijk gekleed als
bij onze ontmoeting in den voormiddag.
„Nu, wat is er eigenlijk aan de hand?"
vroeg ik, hem een stoel aanbiedend.
„Dat zult u aanstonds hooren," zei hij.
„Mijn menschen zijn wel van meening, dat
u graag van onze diensten zult gebruik
maken."
„Een oogenblik as-je-blieft. Wie en wat
zijn „uw menschen"?"
„Saraband Zonen. U hebt toch zeker
wel van hen gehoord? De opvolgers van
de groote particuliere Detective-firma Pin-
kerton Jarenlang heb ik bij Allan Pinkerton
dienst gedaan, en ik meen t,e weten, dat
hij mij als een zijner beste medehelpers
steeds heeft gewaardeerd."
naar
Erastus K. Snuijzer.
Wordt vervolgd.)