Hel Land van Heusden en Allena, de Langstraal en de Bommelerwaard. Een jacht over den Oceaan. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3121Woensdag 24 Januari. 1912. Taalbeweging. FEUILLETON. De opstand in China. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 7 7» ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden 0.75, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. In zekere stad in Nederland de naam doet thans niets ter zake is men een taalbeweging begonnen, een beweging namelijk voor het spreken en schrijven in zuiver Nederlandsch, het schrijven vooral, want ook de meest hardnekkige vyand van het ge bruik van vreemde woorden en spreek wijzen zal moeten toegeven dat men niet lean spreken zooals men schrijft of behoort te schrijven; want dat zou zeker niet aangenaam in de ooren klinken. "Wij zullen ons, waar wij de bedoelde taalbeweging op het oog hebben, dan ook bepalen tot het schrijven der Ne- derlaDdsche taal en dan moeten wij toegeven dat daarbij zeer veel gebruik wordt gemaakt van geheel vreemde woorden, althans van woorden van vreemden oorsprong en van zoogenaam de kunsttermen. Waartoe toch al die vreemde woor den, vraagt men en wij hoorden on langs aan die vraag toevoegen„de Vlamingen doen hun best, hun eigen taal te spreken en zij worden daarin niet weinig gesteund door de nabijheid van Noord-Nederland, maar zij worden daardoor ook vaak belemmerd. Onlangs heeft een Fransch hoogleeraar te Brus sel, tot groot vermaak der Fransch sprekende Walen, uit geleerde Noord- Nederlandsche boeken aangetoond, dat wij benoorden de grens het spreken en schrijven van zuiver Nederlandsch zelf niet verstaan." Met allen eerbied voor het streven der Vlamingen, willen wij opmerken, dat wij er niet zoo bijzonder hoog mee wegloopen. Voorheen was de taal, die de Vlaamsche landlieden spraken, een verbastering van het middeneeuwsche- Hollandsch. De meer ontwikkelden heb ben toen met alle geweld een eigen Vlaamsche taal willen hebben, maar niet bedacht, dat men een taal niet maaktmaar deze langzamerhand ont staat en zich ontwikkelt. Zij hebben zich toen op tal van Fransche woorden geworpen, die vertaald en daarmede de nieuwe taal verrijkt, verder een deel van het Noord-Nederlandsch overge nomen en voor een ander deel de oud- Vlaamsche woorden en spreekwijzen behouden. Zoo is het Vlaamsch een al legaartje geworden, dat eigenlijk aan niemand voldoet. Hadden de Vlamingen eenvoudig hun best gedaan om het Ne- ARTHUR GRIFFITH. (4 „Maar, om 's hemels wil I Wat heb ik eigenlijk met een particulier rechercheur uit te staan?" riep ik, luidkeels lachend. „Ik zal wel zoo vrij mogen zijn, u beleefd te herinneren aan het feit, dat u kortelings eigenaar is geworden van een aanzienlijk vermogen, want de nalatenschap van Mr. Mc. Faught moet eenige millioenen be dragen, en en en uit dien hoofde heb ik van Saraband Zonen in last, u een bezoek te brengen." „Is het soms een onafscheidelijk iets, ver bonden aan een man van fortuin, er een particulier rechercheur op na te houden?" Ik kon maar niet nalaten te lachen, doch mijn vroolijkheid vond geen weerklank bij mijn bezoeker. „Dat hangt er van af, kapitein Wood. Velen doen het, anderen weer niet; maar wie het nalieten, hebben er later berouw yan gehad; het kan ook u zoo gaan." „En wat zou er kunnen gebeuren, als ik nu eens zoo dwaas was, het vriendelijk aanbod „uwer menschen" van de hand te wijzen?" vroeg ik glimlachend. „Ik verzoek u, de zaak ernstig op te vatten, meneer Wood. U neemt ons, al of niet, maar w$t iK u raden mag, neem in ieder geval iemand in uw dienst. Probeer om 's hemels wil niet, op eigen houtje uw zaak ter hand te nemen I" Hij zei dit met zulk een onloochenbaren derlandech bij hen in te voeren, dan zouden zij wel is waar geen eigen taal hebben gehad, maar dan toch een wezen lijke taal, niet opzettelijk en ten deele door kunstmiddelen gevormd. Zij spreken b. v., als het heel hard waait, van een tempeest, zooals wij Noord-Nederlanders in vroegere eeuwen ook deden. Nu moge storm oorspronkelijk Germaansch wezen, tempeest is evenzeer van vreem den oorsprong, zooals trouwens bijna alle woorden van vroeger in andere ta len bestaan hebbende ontleend zijn, maar in ieder geval is storm nu een maal een zuiver Nederlandsch woord te achten, dat sinds eeüwen burger bij ons is geworden. Dit voorbeeld is met een schier oneindig groot aantal andere te vermeerderen. Dat de Ylamingen in de vorming van een zoogenaamde eigen taal niet alleen door de nabijheid van het Noord- Nederlandsch worden gesteund, maar daarin door datzelfde Noord-Neder landsch, dat dikwijls zoo onzuiver ge schreven wordt, ook wel eens worden belemmerd, moge waar zijn, even waar is het dat, wanneer het Nederlandsch de taal der ontwikkelde Nederlanders en Vlamingen ware, beiden te zamen een groote macht tot taalzuivering zouden vormen. Toch mag ook wat men de taal zuivering noemt, niet overdreven wor den en dat dit vaak gebeurt is niet te ontkennen. IJver is een goede zaak, maar het moet een ijver met verstand blijven. Er zijn in elke taal, ook in onze, een aantal woorden en uitdruk kingen, geheel tot een andere taal be- hoorende, kennelijk uit den vreemde afkomstig, of zelts niet wezenlijk onder eenige taal te rangschikken, doch die ten onzent een zeker burgerrecht ver kregen hebben, en waarmede men, dit is de hoofdzaak, de gedachte die men te kennen wil geven, beter, korter, duidelijker, kernachtiger uitdrukt. Men zal ons toegeven dat dit geen kleinigheid is. De taal is het voertuig der gedachte. Hebben wij niets te zeggen, dan hebben wij ook geen taal noodig; maar indien wij wel wat te zeggen hebben, dan is het hoofdzaak, dat wij het doen op zoodanige wijze, dat wij door allen, die ons hooren het best verstaan en begrepen worden. In de stad, waar de beweging waar van wij boven spraken, werd begonnen, waren onlangs in zeker proces een aantal geneeskundigen voor den rechter ernst, met zulk een vaste overtuiging, dat ik mij minder op mijn gemak begon te gevoelen. „Wilt u daarmee zeggen, dat ik behoefte heb aan bescherming, dat ik in gevaar, in persoonlijk gevaar verkeer, en dat ik, voor het geval ik niet laat waken over mijn persoon, het slachtoffer worden kan van een samenzwering, een komplot?" „Ja, dat bedoel ik en nog veel meer; maar ik kan op dit oogenblik mijn waar schuwing niet in meer bijzonderheden om schrijven, want dat zou veel weg hebben van ons beroepsgeheim te verraden. Maar u kunt er toch staat op maken, dat ik grondige beweegredenen heb zoo te spreken. Toen ik u dezen middag ontmoette, heb ik al op zoo iets gezinspeeld. Er zijn menschen, die u uw pas verworven fortuin misgunnen, die uw recht, het recht zelfs van den erf later, betwisten. Deze lieden deinzen voor geen middel geheime, sluwe, zelfs ge weldige middelen, niet terug. Ik moet zeggen, dat u misschien, neen, dat u bepaald op dit oogenblik reeds door het zeer nabij zijnde gevaar wordt bedreigd uw fortuin en leven te verliezen." „Maar dat is toch iets, dat de politie aangaat!" riep ik, opgewonden van mijn stoel opspringend. „Uwe politie kan u daarbij volstrekt niet van dienst zijn; daarvoor gaat alles veelte voorzichtig en heimelijk in zijn werk. Eerst, als de slag gevallen is, kan de politie tus- scheubeide komen. Bescherming en voor- behoedsmaatregelen, dat is het, wat u noodig hebt. U moet list plaatsen tegenover list, ondersteld altijd, dat het nog tijd is." „Dreigt het gevaar werkelijk zoo?" „We hebben alle reden om aan te nemen, dat de aanslag reeds sedert eenigen tijd is gesmeed en thans voor uitvoering rijp is." „Maar geen etmaal is nog verloopen, sedert gedagvaard, om, hetzij als getuigen, hetzij als deskundigen, verklaringen af te leggen. De redactie van zeker blad maakte een lijstje van al de vreemde woorden, waarmede de heeren toen hun waar nemingen en hunne gedachten kenbaar maakten. Zij vroeg wie er iets voor gevoelde, om het gebruik van die vreemde woor den of van die verbasteringen van vreemde woorden af te schaffen. En de redactie nam het lijstje op met ver melding van het Nederlandsche woord dat öf buiten kijf, 6f gevoeglijk daar voor in de plaats bruikbaar en der halve aangewezen is. Wij voor ons hadden tegen dat lijstje vrij wat bezwaren, evenals wij er b.v. bezwaar tegen hebben, dat een advo caat, die tot dusver altijd van zijn clïènten sprak, voortaan gaat spreken van zijn klanten. Het is wel degelijk waar dat de ge regelde koopers van de waren van den kruidenier, door dezen als zijn klanten worden aangeduid en dat men bij het gebruik van dit woord niet denkt aan den man die voor een enkele maal bij een advocaat om een raad gaat vragen en daarvoor een vaste som betaalt. Voor patiëntzegt de redactie, moe ten wij ziekelijder of behindelde ge bruiken maar ieder weet toch wel dat een dokter niet begrepen zou worden als hij van zijn „behandelden" sprak en dat niet al zijn patiënten zieken of lijders zijn. Temperatuur beteekent volstrekt niet alleen, zooals de redactie beweert, bloed- warmte of lichaamswarmte, maar stelt, ook wel degelijk andere warmtegraden voor. Onjuist is het, dat wij voor het vreem de woord perceel de woorden huis of onroerend goed kunnen gebruiken. Onder perceel verstaan wij meer bepaald een afzonderlijk stuk onroerend goed. Zoo verstaan wij onder quaestie nu eens een vraag en dan weer een geschil en zoo kunnen wij de vreemde woorden en uitdrukkingen, die niet precies door een en hetzelfde woord kunnen worden aangeduid, bij honderdtallen opnoemen. Trouwens, in de werkelijke samen leving behooren wij op alle dingen te letten. Als wij taalzuivering tot in het uiterste willen doorvoeren welke titels moeten wij dan voortaan geven aan den advocaat-procureur, den candidaat- secretaris of secretaris, den notaris of de tijding van mijn erfenis hier is aange komen." „Dat de millioenen van Mr. Mc. Faught naar Engeland zouden verhuizen, heeft men in Amerika reeds lang voorzien, al is de naam van den feitelijken erfgenaam eerst een week geleden bekend geworden. Toen was alles al voorbereid, en de campagne zou aanstonds geopend worden, zoodra men zekerheid had, wien de aanval gold." Toen hij mij deze onthullingen deed, zag ik den langzaam sprekenden Yankee, met zijn grove wezenstrekken eens doordringend aan en trachtte ik de zekerheid te ver krijgen, of de man ernstig sprak, dan wel me voor den gek hield. Natuurlijk wistik nu, dat ik een gezocht stuk wild vooralle soorten van schurken was, en het wilde me voorkomen, dat de bezorgdheid van Mr. Snuyzer omtrent mijn persoon verder niets was dan een tamelijk doorzichtige poging om mij geld af te persen. „Wat moet het me kosten, als ik me ver zekeren wil van de goede diensten der firma Saraband Zonen vroeg ik, om een voorstelling van den werkelijken eisch te verkrijgen. „We verlangen alleen restitutie onzer voorschotten en een matige vergoeding, laten we zeggen vijf-en-twintig dollars per week en laatstelijk een premie, waarvan het bedrag naar evenredigheid van het ge vaar wordt berekend". „Gevaar? Dat begrijp ik niet best." „Naar den omvang der gevaren, waartegen wij u beschermen, hetzij door waarschuwing, bewaking oi daadwerkelijke hulp. We hou den er een prijscourant op na, die ik met pleizier voor uw richtsnoer afsta. Kijk enkele posten maar eens aan: Echtscheiding-aan gelegenheden voor beide partijen, beslag legging, valsche aanklachten, verwonding, verlies van ledematen, dood candidaat-notaris? Wij zullen in tal van moeilijkheden komen om een nieuwe taal te maken, niet door natuurlijke ontwikkeling ontstaan en daarom on deugdelijk. Laat ons in alles met nadenken te werk gaan en, willende toebrengen aan de schoonheid onzer schoone taal, haar niet integendeel bederven. Wij zouden dan misschien handelen als de man die twee brieven moest schrijven: een aan den kleedermaker A. te B. en een aan den tailleur C. te D. Hij wilde vooral niet met twee maten meten, maar beiden met denzelfden titel aanduiden en daar om noemde hij ze beiden op het adres Snijderhetgeen tengevolge had dat de kleermaker er een grap in zag, maar de tailleur, een fijne meneer, de zaak hoogst euvel opnam. En als men den snuggeren taalzui veraar nu eens gevraagd had om een ander duidelijk verstaanbaar Hollandsch woord te gebruiken in plaats van het woord adreswat zou hij dan gezegd hebben Buitenland. De rechtbank heeft geweigerd om den drogist Scharmach te Charlotten- burg, den man die aan de vervalsching van aethyl-alcohol schuldig staat, tegen een borgstelling van 30,000 mk. in vrij heid te stellen. Men verwacht binnen enkele dagen nieuwe inhechtenisnemin gen van menschen, die voorloopig weer vrij gelaten waren. Bij den aanleg van den spoorweg van Weidenau naar Dillenburg is in een tunnel, die men aan het graven is, bij ongeluk een dynamiet-ontploffing voorgekomen. Vier werklui, van wie drie buitenlanders waren, zijn omgeko men. Er was bij ongeluk ergens een patroon achtergebleven, die een werk man toevallig met zijn houweel raakte. Bij het aflossen van de ploegen in de mijn Bismarck te Gelsenkirchen, zijn vier mijnwerkers, die tegen het verbod in gebruik maakten van den ophaalbak voor steenkolen door het breken van den kabel in de diepte gevallen. Zij waren op slag dood. Er hebben Zondag opstootjes plaats gehad te Boekarest. Na afloop van een vergadering der oppositie trok een troep betoogers naar het Schouwburgplein, waar het tot een botsing kwam met de politie. De politie kon er slechts met groote moeite in slagen het plein „Dat wil zeggen, moord?" vroeg ik, altijd nog schertsend. „Hoe hoog is het bedrag wel tegen deze alles afdoende gebeurtenis?" „Van 10,000 pond sterling af, al naar de grootte van het gevaar," antwoordde hij, zonder dat een spier op zijn gelaat zich bewoog. „Welnu, ik zal over uw vriendelijke offerte eens denken. Misschien kom ik er wel op terug, zoodra ik bemerk, dat ik mijn eigen persoon niet meer kan beschermen. Voor het moment wil ik het op de politie en op mijn eigen voorzichtigheid laten aankomen." „Dat is een fout meneer Wood, een groote fout; en dat staat als een paal boven water," antwoordde mijn bezoeker, opstaande om heen te gaan. „U verkeert in groot gevaar, een gevaar, dat klimt met het uur en u hebt uw vijanden meer dan één prikkel gegeven, om u te vervolgen. Natuurlijk is het hoofddoel van deze schelmen uw dollars in hun zak te steken; maar buitendien is het bekend, dat u kort geleden op Cuba zijt geweest en bijgevolg in 't bezit moet zijn van belangrijke militaire geheimen, die voor „Oom Sam", (zooals wij Amerikanen door den Engelschen John Buil genoemd worden) van groot gewicht kunnen zijn en die dat volkje u hopen af te persen, als gij in hun handen mocht vallen. U kunt ons aanbod van de hand wijzen, dat is uw zaak; maar ik bezweer u, kapitein Wood, volg mijn raad en zorg, dat u altijd een goeden zes- loopsrevolver bij u hebt; ga nergens heen, althans niet naar een plaats die u onbekend is en volstrekt niet zonder geleide." „Hoor eens, mijnheer Snuyzer, ik mag lijden, dat de zaak er zoo erg niet uitziet, maar ik ben u dankbaar, en ik zal u in gedachten houden, wanneer wanneer „U er het leven afbrengt? Ja, mijnheer Wood, maar stel het niet te lang uit. U is gesignaleerd, kapitein, en uw vijanden vrij te maken. Uit een hotel en uit het clubgebouw van de democraten werden revolverschoten op de politie gelost. De betoogers hebben de club der conser vatieven met steenen gebombardeerd, zoodat alle ruiten gebroken zijn. Een advokaat.die zich in het gebouw bevond, kreeg een ernstige hoofdwonde. In het geheel zijn er twintig menschen gewond. De New-York Herald verneemt uit Teheran, dat de Russen in Tabris den Armeenschen directeur van de opium belasting ophingen, niettegenstaande daartegen geprotesteerd was door den Britschen consul. Met de terechtstellingen wordt dage lijks voortgegaan. De democratische volksleiders verlaten Perzië, wijl zij vreezen, dat Rusland hun uitlevering of terdoodbrenging zal eischen. Men weet reeds, dat men in hof- en regeeringskringen te Peking zich vrijwel verzoend heeft met het denkbeeld van een afstand des Keizers waarop dan de uitroeping der republiek zou volgen met Joeansjikai als eersten president. Dr. Soenjatsen zal zich van te voren terug trekken. Echter naar de Times uit Peking verneemt niet onvoorwaar- lijk. Dr. Soenjatsen zal onmiddellijk na 's keizers afstand naar Peking komen om met Joeansjikai te onderhandelen over de vorming van een nieuw mi nisterie. De republikeinsche leiders zijn gene gen om toe te staan, dat de keizer na zijn afstand, den titel blijft voeren van „Mantsjoe-Keizer", echter niet meer dien van keizer van China. Joeansjikai wil aan het hof pensioenen waarborgen tot een gezamenlijk bedrag van 5,000,000 taëls 'sjaars. Bijzondere eer zal worden bewezen aan de keizerin-weduwe, omdat haar echtgenoot de vorige keizer een voorstander van hervormingen was geweest. Uit Tsjarkent wordt aan hetNowoje Wremja geseind, dat 40,000 Kalmoeken in Chineesch Toerkestan den wensch hebben te kennen gegeven, onder pro tectie van Rusland te komen. De raad van bestuur van buiten- landsche missies te New-York heeft het volgende telegram uit Sjanghai ont vangen, dat onderteekend was door den bisschop Graves en den predikant Lo- denstine van de presbyteriaansche mis sie Twee en een half millioen menschen lijden aan hongersnood. Hulp is drin gend gewenscht. Het comité doet een beroep op de weldadigheid voor een bedrag van minstens 1 millioen dollar. zullen spoedig hun slag slaan. Ze beweren, met positieve bewijzen, zooals ze zeggen, dat Mr. Mc. Faught zijn millioenen niet op rechtmatige, op eerlijke wijs heeft ver worven." „Bestaan daarvoor deugdelijke bewijzen viel ik hem snel in de rede. „Bully Mc. Faught was een behendige kwant en kan wel eenige zaken gedaan hebben, die het licht niet geheel en al mogen zien, maar op een cel in 's lands gevangenis had hij al even weinig recht als de luidjes van Wallstreet, de groote bankiers, met wie hij overhoop lag. Men kan altijd een stok vinden om een hond te slaan; daarom zullen uw vijanden wel allemans praats hebben en een balletje opgooien van terug gave van onrechtvaardig verworven goed, want dat klinkt zoo mooi, weet u. Maar ik ben niet van meening, dat u reden hebt, u den slaap uit de oogen te laten houden door de gedachte, of u aan weduwen of ouderloozen weezen restitutie verschuldigd zijt, althans niet voor en aleer u ertoe gedwongen wordt, waarvan de mogelijkheid nu juist niet uitgesloten is." „En u zoudt me daartegen kunnen vrij waren „En voor erger ookhet beste wat u doen kunt, is ons aanbod in overweging te nemen. Zoo we u van dienst kunnen zijn, ons telephoonnummer is 2873, en ik zal ten allen tijde, dag en nacht, bereid zijn, uw oproeping, ook door een vervanger, te be antwoorden. Hier hebt u mijn persoonlijk adres: Norfolkstreet 39, Strand. Daar woon ik; het zal me een genoegen zijn uwe aan wijzingen te noteeren en zoo het niet te laat mocht wezen u vaardige hulp te verschaffen. Goedenavond, kapitein, denk eens goed na over wat ik u heb gezegd." NAAR Wordt vervolgd

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1912 | | pagina 1