Het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. Een jacht over den Oceaan. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3128. Zaterdag 17 Februari, Onze Wapenwet. FEUILLETON. De opstand in China. VOOR Dit blad verschijnt "WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. 1912. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/» ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. De moord te Hoofddorp, bij Haar lem, kort geleden gepleegd, ligt nog verech in ons aller geheugen. Men zal zich de toedracht er van nog wel herinneren? Immers, de moeder van 't groote gezin was overleden en de oudste dochter des huizes nam toen de moederlijke plichten op zich en ze vervulde die zoo goed zij konze was een tweede moeder voor haar jongere broer en zusters, van wie enkelen nog heel jong waren; haar vader vond in haar veel terug wat hij door 't over lijden van zijn vrouw verloren had. Maar hoe gaat het niet in alle gezinnen leven jammer genoeg de kin deren als broeders en zusters te zamen óók niet in 't gezin waarover wij 't hier hebben. Menigmaal was er verschil van meening, en dit zou nog niet zoo heel erg geweest zijn, als ruzie en he vige twisten hier niet vaak 't gevolg van waren. Vooral de genoemde oudste dochter, die 24 jaar oud was, en de 21-jarige broeder konden niet best met elkander overweg. De vader begreep dat het niet langer aldus kon gaan. Omdat hij zijn dochter noodig had in de huishouding en ook omdat de zoon telkens de oorzaak was van de huise lijke twisten, daarom gaf hij dezen te verstaan dat hij maar een dienst bui tenshuis moest zoeken. Broer en zuster zouden dan van elkander gescheiden zijn en de vader dacht dat de vrede dan weer terug zou keeren in huis. De zoon was over dit besluit zijns vaders zeer slecht tevreden, 't Meest ontevreden was hij echter op zijn zuster, die hij dacht dat de vader tot dit besluit had gebracht. Daarom nam hij zich voor zich te zullen wreken op zijn zuster. Hij reisde naar Haarlem, kocht daar een revolver met scherp en in zijn vaders woning teruggekeerd loste hij op een avond met die revolver een schot op zijn zuster, met 't noodlottig gevolg dat zij bijna onmiddellijk dood neerviel. Daarna richtte hij het wapen op zich zelf en schoot zich bij de rechterslaap door het hoofd, waardoor hij zwaar verwond neerviel. Eenige dagen later is ook hij aan de verwonding overleden. Dit is ééne van de vele moorden en moordaanslagen, die voor en na in ons land gepleegd zijn. Niet altijd, maar toch vele malen, is de revolver het wapen, waarmede de daad gepleegd ARTHUR GRIFFITH. CU „Een oogenblik nog, Sir Charles. Ik zou bijna dezen brief vergeten, die een uur geleden hier is afgegeven. Hij is aan het adres van kapitein Wood en kan er mis schien toe bijdragen, om licht te geven in deze geheimzinnige geschiedenis. Het is bepaald een vrouwehand, ik was juist op het punt hem open te breken, toen u hier kwaamt. Denkt u, dat ik het kan wagen „Wis en zeker 1 De geringste mededeeling kan nu van het uiterst gewicht zijn. Laat mij het intusschen zelf maar liever doen, want ik, die zijn chef ben, kan me later beter bij kapitein Wood verantwoorden dan u." Dit zeggende, opende hij den brief en begon terstond luidkeels te lachen. „Ah zoo, Miss Frieda 1 Die schijnt er niet lang over gedacht te hebben, om het met onzen nieuwbakken Nabob op een accoordje te gooien. Lees maar eens", zei bij, terwijl hij mij den brief overhandigde. De brief bevatte slechts het volgende: „Willie 1 Wat is er met je gebeurd? Ik ver wachtte je vroegtijdig voor het ontbijt, en toen je niet kwaamt, ben ik eerst woedend geworden, maar nu ben ik on gerust, want er is zeker iets met jou niet in den haak. Ik kan toch niet aannemen, dat je den avond van gisteren al zoudt vergeten zijn! Frieda." „Wat ze bedoelt met „den avond van gisteren", kan ik niet begrijpen," zei ik, „want ik was ongezien getuige van hun afscheid aan de deur van het huis in Princes Gate." „Waar ze natuurlijk hebben gekird en getrekkebekt," voegde de generaal erbij. „Maar ze heeft het recht, om te weten wat er voorgevallen is. Weet je wat je doet, meneer Snuyzer, voordat u naar het bureau gaat, schelt u even in Hillstreet bij Frieda aan. Maar nu hebben we genoeg gerede kaveld ik moet maken dat ik wegkom I" Savory en ik volgden kort daarop in een rijtuig en op raad van den bediende namen we den hond Colly mee. „Die vindt den kapitein zeker, als er ook maar het minste spoor van hem valt te ontdekken," meende Savory. Colly scheen te begrijpen, wat we van hem verwachtten, want pas waren we aan de woning in Hill street, of hij was de eerste, die de trappen opvloog, en hij scheen daar zeer goed thuis te zijn. Spoedig kwam hij weer naar beneden, gevolgd door een der schoonste, elegantste en liefste jonge meisjes, die ik ooit in mijn leven op mijn weg had ontmoet. Haar toilet te beschrijven, gaat mijn krachten te bovenalleen weet ik, dat haar japon haar aan het lijf geschilderd zat, maar terwijl ze met me sprak, zag ik niets anders dan haar bliksemende oogen en haar roode lippen. „Natuurlijk zie ik, dat u van kapitein Wood komt, want dit is zijn hond. Wat hebt u me te vertellen? Gauw wat! Waar is de kapitein?" „Ik wenschte, mejuffrouw, dat ik u daarop een beslist antwoord kon geven, maar dat kan ik nu juist niet. De kapitein is name lijk..." „Wacht, kom hier binnen." Dit zeggende, bracht ze ons in een kamer, wordt. Niet altijd wordt 't wapen ge bruikt met 't doel om te dooden of zelfs maar om te verwonden, maar toch wordt met een vuurwapen spelender wijs vaak een ernstige verwonding toe gebracht, soms wel een zoo ernstige dat de dood er het gevolg van is. Nu zegt art. 1 der Wapenwet: Het is verboden op den openbaren of op eenige van het publiek toegankelijke plaats een wapen bij zich te hebben. Onder wapenen verstaat deze wetge weren, karabijnen, revolvers, pistolen en andere vuurwapenen, windroeren, dolken, dolkmessen, sabels, degens, de genstokken, wapenstokken en dierge lijke voorwerpen". De wetgever achtte dit artikel, noo dig omdat de er in genoemde wapenen zoo gevaarlijk zijn, om de gevaarlijk heid der wapenen werd gemeend dat ze niet op den openbaren weg of op eenige voor het publiek toegankelijke plaats gedragen mochten worden. In art. 2 wordt gezegd welke personen die wapenen wel bij zich mogen heb ben op den openbaren weg of op eenige voor het publiek toegankelijke plaats. Welke die personen zijn doet hier niets ter zake; laat het genoeg zijn hier te zeggen dat 't verbod geldt voor „'t ge wone publiek"; Jan, Piet en Klaas mogen die wapenen niet dragen. Wij, en allen zeker met ons, kun nen zich met deze verbodsbepaling heel goed vereenigen; het noodzakelijke van 't verbod zal door een ieder erkend naooion wordenHad cto iroigoroi wL- ter niet wat verder moeten gaan, vragen we. We meenen van wel. O. i. had hij ook den verhoop der genoemde wapenen aan „'t gewone publiek" moeten ver bieden. 't Bij zich hebben der wapenen valt zoo moeilijk te controleeren en daarom zouden wij willen dat de ver hoop der wapenen verboden werd ook op den verhoop aan t gewone publieh zouden we straf wenschen te zien ge steld. Mocht dit te ver gaan, dan zouden we in ieder geval wenschen dat de koopers bij den koop een verklaring moest overleggen, zooals een kooper óók moet doen als hij sommige ver giften in een apotheek wil koopen. Dat de wet in dien zin aangevuld wordt achten wij noodzakelijk. Er zullen dan minder van die gevaarlijke wapenen in handen kunnen komen van hen, in wier handen ze niet behooren, en 't gevolg hiervan zal zijn dat er ook minder ongelukken mede gebeuren en minder moorden en ernstige verwon dingen met voorbedachten rade mede worden uitgevoerd. En 't doel van den wetgever zal toch geweest zijn om on gelukken, ernstige verwondingen en moorden met die wapenen te voor komen Buitenland. Tegen den voorzitter van den inter nationalen bond van brug - en spoorweg arbeiders, Ryan, is in verband met den dynamietaanslag der gebroeders McNa- mara te Los Angeles (N.-Amerika) een bevel tot inhechtenisneming uitgevaar digd. Tegen talrijke andere leiders van arbeidersvakvereenigingen is een ver volging ingesteld. De eerste inhechtenis neming heeft Dinsdag te Rochester, in den staat New York, plaats gevonden, waar de agent van de machinearbeiders van genoemde stad in hechtenis is ge nomen. De mijnwerkers in den Borinage heb ben de regeering laten weten, dat zij de voorgestelde voorwaarden om de staking te doen eindigen, aannamen. De staking kan nu als geëindigd beschouwd worden. Het wetsontwerp, dat een einde heeft gemaakt aan de staking in de steenkool mijnen in den omtrek van Bergen, luidt als volgt: „Eenig artikel. De wet van 5 Juni 1911 op de ouderdomspensioenen ten bate van de mijnwerkers wordt aange vuld door eene bijzondere bepaling, luidende als volgt: betaling van het loon per week is be krachtigd door het gebruik, kan er maandelijks, in eens, een gelijke afhou ding van 2 fr. 50 worden gedaan op de rekening van eiken werkman, zonder onderscheid van leeftijd. „Bij wijze van uitzondering kan voor het jaar 1912 dat bedrag worden ge bracht tot op 3 fr. en de eerste afhouding zal in den loop der maand Maart ge schieden. „Een koninklijk besluit zal de uit voering van de voorgaande bepalingen vaststellen, alsmede de regelen, volgens welke de voorzorgskas aan de werklieden zal terugbetalen hetgeen van hun loon te veel werd afgehouden, behoudens het geval, dat zij er in hebben toegestemd dit teveel op hun naam te laten storten in de algemeene kas van lijfrente." Een telegram van St. Petersburg aan de Petit Journal meldt, dat het Rus sische ministerie van marine bericht heeft gekregen van een verschrikkelijke gebeurtenis op het eiland Nowa Zembla. Eenigen tijd geleden had de leider van een firma in Archangel een vis- scherskolonie op Nowa Zembla gesticht, waarvan de leden zich* onledig hielden met op zichzelf voor zijn rekening te visschen. Onlangs werd er een stoom schip heengezonden, maar toen de be manning aan land ging vond zij geen levend mensch meer. Er waren geen levensmiddelen aan- gevoerd gedurende de tien maanden, dat de gemeenschap met het eiland onmogelijk is, en de geheele kolonie was van honger omgekomen. De ongelukkige visschers hebben, naar luid van met potlood geschreven aanteekeningen van een der slachtof fers, Sjenoff genaamd, verschrikkelijk geleden alvorens de dood hun verlos sing bracht. Sjenoff schijnt de laatst ovecledene geweest te zijn, en heeft al zijn gezellen de een na den ander zien sterven. Dit is zijn eigen verslag van zijn indrukken„Onze levensmiddelen zijn op, en wij kunnen niets krijgen, nog geen vischje hoe klein ook. Een schip verschijnt; dit wordt een nieuwe teleurstelling want het komt onzen kant niet uit. Door nood gedreven, nemen wij de wol van onze kleeren en eten die op De kinderen zijn allen dood. Nog maar vier visschers en twee vrouwen zijn in het leven gebleven. Wij lijden vreeselijk. Twee visschers eten het vleesch van een doode, en zijn -dientengevolge gestorven Ik, Sjenoff, ben de eenige overlevende en ik schrijf deze regels. Mijn handen be ven, het begint mij te schemeren voor bij is." Op een kostschool te Trim in het Iersche graafschap Meath, hebben een troep jongens op de speelplaats een onderwijzer doodgeslagen. Naar het schijnt, had hij hun verbolgenheid gaande gemaakt door hun te verbieden met een voetbal, die nat was, te spelen. Een jongen velde hem met een stok, en terwijl hij bewusteloos lag, sloegen anderen nog met stokken op hem Tos. Naar een gasthuis overgebracht bleek hij al dood. Zijn schedel en zijn kaken waren gebroken. Er zijn acht jongens, allen beneden de 17 jaar, in hechtenis genomen. Een uit Tientsin verzonden telegram beschrijft de afscheids-audiëntie van Joeansjikai bij de keizerin-weduwe op roerende wijze. De keizerin-weduwe heeft Joeansjikai hartelijk bedankt en bood me een stoel aan en ging met de handen op den rug voor den schoorsteen mantel staan. „Vertel me eens de heele geschiedenis, alles ten minste wat u weet," zei ze, „en haast u wat, as-je-blieft!" In haar volle lengte en onverschrokken stond ze daar, een toonbeeld van zelfbe- heersching, toen ik alles wat ik wist, haar kort en bondig uiteenzette. Daargelaten, dat ze telkens veranderde van kleur, nu eens gloeiend rood, dan doodsbleek werd, en dat in haar oogen tranen opwelden, die ze met alle kracht onderdrukte, liet dit moedig kind geen teeken van opgewondenheid blijken over het gevaar waarin haar beminde verkeerde. „Wat hebt u tot nu toe uitgevoerd?" vroeg ze op gebiedenden toon. „Wat heeft de politie ervan gezegd? Kom, geen uitvluchten en geen praatjes!" riep ze, toen ik begon, haar den stand van zaken uitte leggen. „Dit weet ik nu al laat eens zien meer dan twaalf uur lang, en toch is mijn mijn vriend, kapitein Wood, nog altijd op dezelfde plaats waar die schel men hem heen gesleept hebben." „Waar ik geloof, dat ze hem gesleept hebben," verbeterde ik. „Dat gaat zoo niet. Mr. ik weet niet wie u is en hoe u heet. „Mr. Snuyzer, Amerikaansch defectieve." „Goed, Mr. Snuyzer, maar nu zal ik de zaak eens aanpakken. We dienen kapitein Wood te vinden, dat wil zeggen ik moet hem opsporeD, om het even of u aan de nasporingen meedoet, al dan niet." „Het zou me zeer spijten, als ik niet van de partij mocht wezen, maar er zijn buiten ons ook nog anderen die zich de zaak heb ben aangetrokken. Ik ben in onderhande ling met den Engelschen generaal Colling- ham." „Ja, ja, dien ken ik wel Willie's ik wil zeggen, den chef van kapitein Wood, in het Rapporten-bureau. Ik had juist een boodschap naar hem willen zenden, want hij is een man van grooten invloed en be- teekenis, een man van de wereld, die weet j wat hij doet. Zoo, dus die weet ervan. En wat wil die doen „De politie op de been brengen. Hij zal een massa menschen naar de plaats com- mandeeren, tot waar ik het spoor van den kapitein gevolgd heb, daar zal ik me bij hem aansluiten." „Dan ben ik er ook bij. Wacht hier even, totdat ik mijn hoed opzet," zei ze, aan de schel trekkend. „Als de bediende komt, zeg hem dan, dat hij mijn fiets voor de deur brengt, of wacht neen, het is beter dat we bij elkaar blijven. Bestel maar mijn pony-rij tuig, binnen tien minuten vóór, begrepen?" Geen zes minuten waren verloopen, of ze kwam geheel reisvaardig binnen. „Kom, mr. Snuyzer," zei ze levendiger dan te voren. „Het fcost me moeite, om u het op de lange baan schuiven van de zaak te vergeven, maar we moeten trachten, den verloren tijd in te halen. Het rijtuig is vóór en den hond nemen we mee." Toen we in Strathallanroad kwamen, was Joseph Vialls, tot mijn groote spijt, niet ter plaatse en ook nergens een spoor van hem te bespeuren. Op dien kleinen jongen zou ik mijn leven verwed hebben. Hij was een Londensche knaap, die in zijn kort bestaan al heel wat te water en te land had meegemaakt. Om zijn rappe tong en opgewekte manier van doen, had ik hem van de straat opgeraapt, en nu gaf ik me de moeite, hem voor onze zaken te dresseeren, waarvoor het hem aan natuurlijken aanleg niet ontbrak. Wat van hem verwacht werd, begreep hij volkomen, en hij was er de jongen niet naar, om zoo maar aanstonds zijn post te verlaten. zijn aan den staat en aan haar persoon bewezen diensten met veel lof geprezen. Zij verklaarde, dat hij de levens van haar en den keizer gered had, brand merkte het averechtsche beleid van den ouden regent en de taktiek der Mantsjoe- prinsen, en meende, dat het onnoodig was voor hun toekomst buitenwoon goed te zorgen. Dinsdag is een manifest van Joean sjikai verschenen, dat het volgendein- houdt: Keizer Tatsing heeft zich uit het politieke leven teruggetrokken en ons land heeft besloten den republi- keinschen regeeringsvorm in te voeren. Op het oogenblik ben ik doende het voorloopige bestuur daarvoor te vormen. Alle onderkoningen en alle gouverneurs- generaal moeten voorloopig voortgaan met de uitoefening van hun functies. Alle gezanten van China in den vreemde ont vangen den titel van diplomatiek agent en hebben hun ambt verder te bekleeden. Hun secretarissen en attaché's, evenals de consuls, moeten voorloopig op hun post blijven. De nationale vlag wordt veranderd, voorloopig wordt de republi- keinsche daarvoor aangewezen. Zij be staat uit vijf kleuren: rood, wit, geel, blauw en zwart. De officieele dracht is voorloopig de burgerlijke uniform van de Vereenigde Staten. De bestaande zes orden worden gehandhaafd. Voordat de definitieve vorming der voorloopige re geering plaats heeft, zullen de kabinets ministers zich leiders der departementen noemen. De oude formules worden af geschaft. Joeansjikai neemt met dit manifest den titel van gevolmachtigd organisator van de republiek aan; de manifesten ëÜïClBIl gèudfLeil?0*0 ,7Qn d« kflitfflrlnkfi Joeansjikai heeft te Peking een brief ontvangen van Soenjatsen, als vertegen woordiger van de republikeinsche re geering te Nanking, waarin kennis wordt gegeven van de ontvangst van het edict en den brief van Joeansjikai, waarbij deze zich voor de republiek uitspreekt. Soenjatsen zegt echter, dat de vereenigde republiek de benoeming van een orga nisator van de republiek door den kei zer van de Tsjing-dynastie niet kan erkennen en verzoekt Joeansjikai on middellijk naar Nanking te komen of een gevolmachtigde te zenden. Een ambtelijk telegram uit Nanking van 14 dezer houdt in, dat Soenjatsen, de republikeinsche president, en zijn ministerie hun ontslag aan de republi keinsche Nationale Vergadering aange boden hebben en sterk aandringen op de verkiezing van Joeauejikai tot presi dent van de republiek. Als een tijgerin ging Miss Fairholme tegen me te keer, toen we het huis een paar malen voorbij reden, zonder ook maar een zweem van Joseph te ontdekken. „Stap u maar uit en schel aan!" beval ze toornig. „Hoe eerder we het huis in komen, des te beter. Haast u watas-je-blieft!" Ik hamerde tegen de deur en hing aan de ijzeren stang van de bel, zoodat het leven, dat ik daardoor maakte, de halfdoode voor stad in rep en roer bracht. Maar geen sterve ling beantwoorddemijn spektakel, geen leven was er binnenshuis te bespeuren. Spoedig daarop kwam de politie opdagen. De generaal die op zijn fiets was komen aanzetten, knoopte een gesprek met de jonge dame aan, een voorbeeld, dat door alle aan wezigen gevolgd werd. Ik houd het er voor, dat de lui draalden om aan te pakken en ze het te kwaad kregen met Sir Collingham, die zeer nijdig was; hun korte, scherpe bevelen gaf, maar er niet veel meê verder kwam, totdat miss Fairholme zich met de zaak bemoeide. Hèitr gelukte het al heel spoedig, de menschen te bewegen om mij te volgen, waarop ze zich bij hen aansloot. Een der agenten deed de ronde om het huis en vond aan den achterkant een klein met lagen muur omgeven tuintje. Zonder moeite sprong hij over die omheining waarop hij door een raam van het waschhuis in de woning geraakte. Terstond daarop hoor den we, dat hij den veiligheidsketting van de voordeur losmaakte. Nu kwamen we allen de gang in en verspreiden ons door het huis; één gedeelte ging naar boven, het andere doorzocht de benedenverdieping, maar niemand vond iets. Geen enkel meu belstuk, ook maar niet de minste aandui ding, dat het huis bewoond was, konden we ontdekken. Wordt vervolgd lANB VAN alten/ NAAR „iu ub streaeii vau, ud»

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1912 | | pagina 1