Nel Land van Heosden en Allena, de Langstraat en de Bommeierwaard. Een jacht over den Oceaan. 1912. De nieuwe industrie. Oorlog tasschen Italië en Turkije. lÉiÉSi. ifgf 'W$M it i VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3131. ff7oensdag 28 Februari. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/» ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. Het is er verre van verwijderd, dat wij alles geloovig zouden willen aan nemen, wat men ons op het gebied van kunst of industrie als mogelijk voorstelt. Daarvoor wordt te veel ge praat zonder voldoenden wetenschap- pelijken grond. Toch zouden wij aan den anderen kant minstens even verkeerd handelen, indien wij elke nieuwe meening of gedachte terstond verwierpen, met de verklaring dat zij iets onmogelijks bevat. Indien de ervaring ons iets heeft geleerd, dan is het zeker wel dit, dat wij onverstandig, onwetenschappelijk handelen, door iets voor onmogelijk te verklaren. Wij verheffen ons daar mede tot een standpunt, dat wij niet mogen innemen en dat met de geheele geschiedenis in volslagen strijd is. Elke eeuw maakt ons bekend en ten slotte vertrouwd met dingen, waarvan men een paar eeuwen geleden niet droomde en die men een eeuw geleden nog voor onmogelijk hield en toch zijn die dingen thans voor ons de meest natuurlijke zaken voor de wereld. Telkens ook leert de ervaring ons weer, dat wij met onze in vergelijking met die onzer voorouders, zoo hoog gaande kennis, toch nog maar dorpel wachters in den tempel der wetenschap zijndat nog al te veel aan onze ken nis ontbreekt, dat zelfs die van de eigen planeet waarop wij leven hoogst gebrek kig is en dat er eigenlijk geen enkele redelijke grond is om er aan te twijfe len, of deze groote klomp wel voort durend in staat zal wezen om te voor zien in de behoeften der menschelijke mierennesten die er op leven. In ieder geval staat het vast dat kennisneming van elke nieuwe vinding, van elke wetenschappelijke meening plicht is, vooral wanneer die de oogen opent op menig verschijnsel, dat tot nogtoe onze bijzondere aandacht niet in genoegzame mate op zich vestigde, of waarvan het belang ons ontging. Wg moeten ons doordringen van de waarheid dat, voor den ernstigen, vooral voor den wetenschappelijken mensch, niets bestaat wat onbeduidend of on- beteekenend is. Van dien aard is ook de zaak, waarop de heer J. J. Loke te 's Hage in ver schillende bladen de aandacht gevestigd heeft. Zijne artikelen handelen over een FEUILLETON. ARTHUR GRIFFITH. (14 „Daar ik gesnapt was," ging Jo voort, „waar ik spijt van heb, achtte ik het beter, me wat in te binden, als ik nog iets wilde te weten komen. Het was ook hoog tijd, het bureau kennis te geven van wat er voor viel. Ik was op weg naar een telegraaf kantoor in de buurt, toen ik eens omkeek en zag dat het rijtuig den tuin inreed. „Aangezien de straat nu vrij was, sloop ik terug, er op lettend, niet gezien te worden. Ik verstopte me in het portiek van een nabijzijnd huis, waaruit ik zien kon wat verder gebeurde. Het rijtuig was nergens meer te zien, ze moesten het direct in de remise gebracht hebben, waarvan de deuren open stonden." „Dat hadden ze gedaan om Mr. Wood weg te krijgen," bracht de Amerikaansche detective in het midden. „Hoe kunt u zoo iets beweren? U weet immers niet eens, of die nu juist déér was," luidde de smalende opmerking van den overste. „Bah! wacht maar even, dat zult u wel gewaar worden," hernam de heer Snuyzer. „Ik geloof, dat het rijtuig voor een bepaald doel was gekomen, of wel ze waren bang geworden, nadat ze den jongen ontdekt hadden. Ze koesterden argwaan, want een hunner had het in de gaten gekregen, dat iemand hun op het spoor was, en daarom wilden ze de plaats poetsen. nieuw industrie, een ijzerfabricage langs electrischen weg, waarvan de schrijver, hoe vreemd het ook schijnen moge, ook voor ons land een buitengewoon groote winst verwacht. De waarde der mede- deeÜDgen van den heer Loke kan voor het tegenwoordige nog niemand beoor- deelen. Yoor de juistheid zijner mede- deelingen hoopt hij binnenkort bewijzen te leverenmaar in ieder geval zijn die mededeelingen op zich zelf belang rijk genoeg. De heer Loke stelt, dat de dikte van de buitenste korst der aarde 16 Kilo meters bedraagt, voor zulk een reuzen- lichaam zeker geen bijzondere dikte, terwijl de mijnwerkers nog slechts tot een diepte van ongeveer twee kilome ters daarin zijn doorgedrongen, zijnde dus ongeveer een achtste. Toch worden uit deze betrekkelijk dunne laag jaarlijks te voorschijn gehaald 950 millioen ton kolen, 78 millioen ton petroleum en 112 millioen ton ijzererts. Een ton be- teekent hier een gewicht van duizend kilogram. Van deze ijzererts wordt 60 millioen ton ruw ijzer verkregen en daaruit maakt men hoofdzakelijk 53 millioen ton staal, met een waarde van ruim zesduizend millioen gulden. Schijnbaar is het zeer natuurlijk dat Nederland geheel buiten deze belangrijke fabrica tie staat; maar het is niets dan schijn, daar het in staat is om zelf een reuzen- mijnwerk te verrichten. Eu hier begin nen eerst de werkelijke mededeelingen van den schrijver over eene nieuwe wetenschap. Hij vestigt de aandacht op ons eiland Java, dat 45 vulkanen telt, waarvan verscheidene nog in werking zijn. Deze werpen niet alleen stoffen in vasten en vloeibaren vorm uit, maar vooral ook stoffen in gasvorm, welke stoffen, wan neer zij in aanraking komen met den naar evenredigheid zeer kouden damp kring, tot vloeibaren en vasten vorm overgaan en zich met zuurstof van de lucht verbinden tot metaaloxyden. Zoo gaan ook de metalen ijzer en titaan, bij de onberekenbaar hooge tempera tuur en den ontzaglijken druk, eene verbinding van het titaanijzer in gas vorm en oxydeeren in den dampkring tot titaan-ijzeroxyden, die, als asch- regen, in den vorm van titaan-ijzer- zand neervallen. Bij de uitbarsting van de Kloet, op 23 Mei 1901, werd een hoeveelheid van twee honderd millioen kubieke meter vulkanische asch uitge worpen, welke neerviel over een opper- „Och, maar dat zijn allemaal klakkelooze vermoedens," zei de overste. „In ieder geval hebben ze hem toen verdonkeremaand," bracht Snuyzer in het midden. Als hij al daar was," hield de overste hardnekkig vol. „As-je-blieft, heeren! Ga voort. Jo heb je nog iets van het rijtuig gezien?" vroeg ik. „Of ik er nog iets van gezien heb, me vrouw? Natuurlijk daarop wachtte ik juist, maar het duurde een half uur, of misschien nog langer, tot het er weer uitkwam. Eerst kwamen drie mannen, die lachten en bab belden. Ik hoorde één van hen zeggen: „Nu is hij tam, en een ander zei: „als een lam metje ging iel" „Ja, als een dood schaap," meende de derde." „O GodDan hebben ze hem pijn gedaan I Ach, sir Charles!" riep ik, want ik kon me niet meer inhouden. „Neen, miss," antwoordde de Amerikaner zeer goedig. „Ik heb u al gezegd, dat die menschen, zooals ik het geval beschouw, geen aanleiding vinden, hem geweld aan te doen, want daarvoor heeft de man voor hen te veel waarde. Daarom, vooruit maar, Jo!" „Het rijtuig kwam al heel gauw door de deur der remise op straat en reed weg in de richting van de City. Nu moest ik een besluit nemen, wat mij te doen stond, en wel spoedig ook. Mij was de taak opgelegd, het huis in het oog te houden en te rappor teeren of er iemand uitkwam. Mij dacht, ze waren allen uit, en in ieder geval diende ik u rapport te geven, maar bovendien wilde het mij ook voorkomen, dat het rijtuig me helpen zou, om tot een besluit te komen, wat me in het eerstvolgend oogenblik te vlakte van ruim 115000 vierk. kilo meters en over een afstand van onge veer 750 kilometers, zijnde even ver als van Amsterdam tot in het hart van Zwitserland. Men berekent dat bij eene enkele dergelijke uitbarsting zooals die van de Kloet, eene hoeveelheid van meer dan 800 tonnen titaanijzer wordt uitgewor pen en deze, in enkele oogenblikken verkregen productie bedraagt veel meer dan alle mijnwerkers voor de wereld productie van ijzerertsen, in zeven jaren uit den korst der aarde kunnen te voor schijn halen. De stelling van den heer Loke, waar op alles neerkomt*is deze, dat de grond stof titaanijzerzand, een stof die in de metaal wereld nog zoo goed als onbe kend is, in den electrischen oven een eerste product oplevert met zulke buiten gewoon goede eigenschappen, dat geen ander ruw ijzer daarmede kan worden vergeleken. Door toepassing van een bepaalde methode kan uit het titaan ijzerzand, behalve het bovengemelde product een vlak (het vlies op het ijzer) worden verkregen, welker grooter waar de heeft dan de productiekosten be dragen van het hierdoor gemaakte ijzer. Het nieuwste op industrieel gebied is dus electrisch ijzer, dat in Nederland zal worden gemaakt uit de producten onzer Indische bergen. Tegen heden (Dinsdagavond) is een bijeenkomst belegen in een der lokalen van het Koninklijk Zoölogisch en Bo tanisch genootschap te 's Gravenhage, waar de heer Loke meerdere bijzon derheden zal mededeelen en waar prac- tische proeven zullen worden genomen. Inderdaad, de zaak is voor ons be langrijk genoeg om er de bijzondere aandacht op te vestigen. De mogelijk heid toch, dat er een geheel nieuwe bron van industrie voor ons land door zal worden geopend, schijnt geenszins uitgesloten. lltilUkiilaei(i. De Italianen schijnen Beiroet be schoten te hebben, doch wat er eigen lijk is gebeurd, valt uit de verschil lende berichten nog niet met juistheid af te leiden. In eene officieuze mede- deeling van Italiaansche zijde wordt gezegd dat aan de Italiaansche oorlog schepen bevel was gegeven twee in de haven van Beiroet liggende Turk- sche oorlogsschepen, de kanonneerboot „Avrillali" en een torpedoboot, die in opdracht hadden den invoer van oor logscontrabande te vergemakkelijken en de Italiaansche schepen, die troepen vervoeren, aan te vallen en te vernielen. Volgens een telegram uit Turksche ibron, schijnt de Italiaansche bevelheb ber die schepen te hebben willen sparen en hun overgave geëischt. Terwijl de vali der stad daarover met den gezag voerder der kanonneerboot onderhan delde, liet de Italiaansche vlootvoogd het vuur op de stad openen, waardoor het douane-kantoor en andere gebouwen aan de haven getroffen werden. Dertig personen werden daardoor gedood en een honderdtal gewond, waaronder ook vreemdelingen. De Turksche forten en oorlogsschepen beantwoordden het vuur, maar de „Avrillali" werd in deu grond geboord, terwijl de torpedoboot in brand geraakte en in de lucht vloog; slechts een deel van het lichte geschut van deze laatste kon nog aan wal gebracht worden. Van de bemanning werd niemand gedood de gewonden werden naar het militair hospitaal gebracht. De gebouwen, die door het Italiaansche geschutvuur beschadigd werden, zijn filialen van de Ottomaansche bank en van eene bank te Saloniki benevens twee woonhuizen een later bericht zegt echter dat in de stad geen schade is aangericht. De Italiaansche admiraal Favorelli heeft aan zijne regeering geseind, dat er geen sprake is van een bombarde ment van Beiroet; alleen de Turksche kanonneerboot „Avrillali" en een tor pedoboot werden in den grond geboord, negen uren nadat de sommatie tot over gave dier schepen onbeantwoord was gebleven. In Turksche regeeriugskringen gelooft men dat het de bedoeling der Italianen is geweest, de dweepzucht der Moham medanen op te wekken en eene slach ting onder de Christenen uit te lokken. In elk geval moet het gebeurde aan leiding hebben gegeven tot ongeregeld heden, waarbij de opgewonden bevolking zich meester maakte van de rijkswapen- magazijnen en vijandige betoogingen hield tegen de vreemdelingen, waarbij een Rus gewond werd. Dank zij de door den vali genomen maatregelen is de orde in de stad spoedig hersteld kunnen worden. Drie escadrons cavalerie zijn van Da mascus naar Beiroet gezonden, terwijl de staat van beleg is afgekondigd. Voor de veiligheid der vreemdelingen wordt gewaakt. De Fransche regeering heeft een kruiser naar Beiroet gezonden om zoo noodig voor de veiligheid harer onderdanen zorg te dragen. De Porte he^ft aan de mogendheden een protest, gezonden tegen het bom- doen stond, en dat ik, zoo ik het volgde, te weten zou komen waarheen ze allen zich hadden begeven. „Daarom kraste ik een paar woorden op de deur, voor het geval, dat u zoudt komen en mij natuurlijk missen, en toen liep ik wat ik loopen kon, om den wagen in te halen. Aan dezen kant van de brug ging dat ook een poosje heel goed, hoewel ik zweette, totdat ik eindelijk van achteren er kon opklimmen, zooals ik dat reeds duizend maal gedaan had, en zoodoende kwam ik het heele eind van Hammersmith road naar Kensington. „Maar daar maakte een van de politie mannen, die in alles hun neus steken, den koetsier erop opmerkzaam, dat ik achterop zat, en die sloeg met de zweep naar me, maar ik hield me vast, al brandde de slag ook als netels. Toen de koetsier zag dat zijn zweepslagen niets hielpen, hield hij opeens stil, en voordat ik erop verdacht was, sprong een het kleine zwarte kereltje van vroe ger eruit en pakte me bij den kraag. Nou, of die woedend was. „Jou satansjongen! Ben jij het weer? Zeg, nou heb ik je met je spionneeren eindelijk voor goed te pakken. Voor den dag met je belijdenis. Wie heeft je gezonden? of bij alle duivels hij vloekte in een taal, die ik niet verstond ik zal kort proces met je maken." „Maar hij kon niets uit me krijgen; ik had niets gezegd, al zou hij me in stukken hebben gehouwen. „Schei uit!" riep ik, „schei uit, of roep de politieAls ik een misdaad heb begaan, dan kunnen die me in 't verhoor nemen, maar niet ude politie zal ik te woord staan." „Met de politie wilde hij echter niets te doen hebben, dat begreep ik dadelijk, want die zou meer van hem hebben willen weten, dan hij wel lust had te verklappen. Dat stelde me gerust. Maar nu trok hij me naar het portier, opende dit en stiet me in het rijtuig. Toen zag ik, dat daarin dezelfde dame zat, die ik te voren bij het huis had gezien, en naast haar lag een verbazend groote bundel goed, een reusachtig pakket, dat me een vermomde man toescheen, heel in dekens en mantels gewikkeld het kon ook wel een lijk zijn. „Nu begon die kleine vent weer in een vreemde taal met de dame te praten, waarin deze ook antwoordde, en ik begreep, dat ze danig ruzie hadden met elkaar. Ik begon te begrijpen, dat ik het onderwerp uit maakte van hun gesprek, en het einde van het liedje was, dat de kerel me op de ach terbank zette. „Hier blijf je zitten en verroer je niet van de plaats," snauwde hij me toe, „als je probeert er uit te springen, kan ik het van den bok af zien en zul je niet ver komen. Jij past op hem, Suzette. Zij is voor je verantwoordelijk, mijn jongen, en ze weet wat haar te wachten staat, als je ons een poets bakt!" Met deze woorden verliet hij ons en we reden verder. „Wie heeft je gestuurd? Kom je vanwege zijn vrienden?" vroeg de dame, zoodra de man weer op den bok was geklommen, terwijl ze klopte op het pakket dat naast haar lag. „Ken je kapitein Wood?" „Ha, ha! ziet u?" kwam de Amerikaan tusschenbeide. „Ik wed om wat men wil, dat onze man on der de dekens verborgen lag." Ook de anderen waren nu wel genood zaakt, dit feit te erkennen, en ze stemdéTn dan ook bereidwillig erin toe. Mijn hart klopte geweldig, want ik ge- bardement van Beiroet, dat eene niet versterkte stad is. De Berlijnsche bladen zijn het er vrijwel over eens, dat de beschieting van Beiroet een zeer ernstige gebeur tenis is, die wel eens internationale verwikkelingen zou kunnen veroorzaken. Het bombardement van Beiroet, zoo schrijft bijv. de Morgen Post, is in tegenspraak met de nog onlangs door de Italiaansche regeering gegeven ver zekering, dat zij alles zou vermijden, wat tot verwikkelingen in Europa aan leiding zou kunnen geven. De beschie ting heeft plaats gehad zonder dat de vreemde schepen in de haven daarvan van te voren in kennis waren gesteld, zooals het volkerenrecht eischt. Het incident kan van de mogendheden, die bij den handel op Beiroet belang heb ben, krachtige protesten doen ver wachten. De Fransche bladen vreezen ook voor de gevolgen van de beschieting van Beiroet, waar de Europeesche mogend heden, en in het bijzonder Frankrijk, groote belangen hebben. Verschillende bladen manen het bevriende Italië tot de grootste voorzichtigheid aan. Andere laken scherp het optreden van Italië, dat, voor zoover Tripoli betreft, niets zal uitwerken, madr wel de Fransche belangen ernstig schaadt. Ook spreken de bladen de vrees uit, dat een tegen de christenen gerichte opwinding treu rige tooneelen in Turkije zal uitlokken. Op de gevolgen, die het bombarde ment van Beiroet voor de christenen zou kunnen hebben door een ontketenen van het steeds dreigende muzelmansche fanatisme, wijst vooral de Temps. Het is trouwens toch een ongelukkige kant van dezen oorlog, zegt het blad, dat alle slagen, die Italië aan een belang rijk Turksch centrum zal willen toe brengen, de belangen van Europeanen op zijn minst evenzeer zullen schaden als die van Turkije. De Temps betoogt ten slotte de noodzakelijkheid, dat de beide oorlogvoerende partijen wat meer het oor leenen aan den raad om vrede te sluiten, dien alle mogendheden, voor welke dezelfde gevaren dreigen, natuur lijk genoopt worden te geven. De Matin meent te weten, dat het niet het voornemen is van de Italiaan sche regeering om de Turksche havens te boinbardeeren, noch landstreken in Klein-Azië of eilanden in de Aegeïsche Zee te bezetten. Haar optreden zou zich bepalen tot de vernietiging van alle Turksche oorlogsschepen, welke de Itali aansche vloot in de Aegeïsche Zee zal vinden. Indien de Italiaansche vloot b.v. morgen zou vernemen, dat zich in de haven van Smyrna Turksche oorlogs bodems bevinden, dan is het zeker dat deze vaartuigen hetzelfde lot zouden voelde, dat ik eindelijk mijn beminde op het spoor was. „Wat heb je haar geantwoordGa voort, beste jongen," zei ik met ingehouden adem. „Ja, ziet u, Miss, ik had nooit van een kapitein Wood een woord hooren spreken, maar ik wilde me zelf niet verraden," ging Joseph voort. „Mijnheer had me gezegd, dat ik moest oppassen en het een gewichtige zaak was, maar namen heeft de patroon niet genoemd. Daarom vroeg ik: Is dat Mr. Wood? en ik kan er op zweren, dat de bundel zich bewoog, alsof iemand zich eruit los wilde wringen." „Natuurlijk was hij gekneveld," lichtte de Amerkaan toe, en Jo ging voort: „In ieder geval," zeide de dame, „ben ik zijn vriendin, en ik zal niet dulden, dat hem leed geschiedt. Ik zou graag willen, dat hij hier bewoog het pakket zich weer „en anderen dat hoorden, en het ware me een voldoening voor mijn eigen gevoel, als je het publiek maakt, zoodra je uit het parket komt. „Wanneer zal dat gebeuren? vroeg ik zachtjes. „Zoo dadelijk, als je moed ge noeg hebt om eruit te springen," antwoordde ze, „en ik zal je niet vasthouden," ging ze voort, terwijl ze aanstalten maakte om het portier los te wringen. „Maar ik dacht even na, en toen schoot het me te binnen, dat ik beter deed te blijven waar ik nu eenmaal was. Mr. Wood zat tegenover me, maar ik meende, en als ik hem van nut zijn wilde, kon het niet door mijn wegvluchten geschieden. Het was noo dig, dacht me, toe te zien, hoe de geschie denis zou afloopen, wèir ze hem heenbrach ten, wat ze met hem aanvingen, wie en wat ze waren." UN3 VAN ALTEN*» jit I NAAR Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1912 | | pagina 1