Hel Land van Hensden en illena, de Langstraat en de Boinmelerwaard.
Weldoen.
Een jacht over den Oceaan.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3134. Zaterdag 9 Haart.
FEUILLETON.
VAN ALTEN/
VOOB
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
1912.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/* ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
„Wie wèl doet, wèl ontmoet."
Wy weten ons nog te herinneren,
dat er eens een oude vrouw leefde, die
in hare levensbehoeften trachtte te voor
zien door het dryven van een kleinen
handel in garen, band, knoopen, luci
fers enz. Zij kon het daarvan niet erg
ruim hebben. Voor wat zij verdiende
moest eten, kleeren, vuur en nog zeer
veel meer gekocht worden men be
greep het net oudje moest armoede
lijden; dit kon niet anders zijn, meende
men. Velen waren er, die medelijden
met het arme schepsel hadden. Al
hadden ze nu niet bepaald iets noodig
uit haar handel, toch waren er nog
wel menschen die iets van haar koch
ten, „omdat ze 't zoo noodig had",
zooals men dan zeide. Anderen gaven
't oudje zoo nu en dan een flinke boter
ham of steunden ze op een andere
manier in haar droevig bestaan. Aan
een buurvrouw vooral had ze veel te
danken. Als ze een heelen dag had
gezwalkt met haar kort metspullenen
ze kwam dan 's avonds thuis iu haar
armoedig woninkje, dan was 't buur
vrouw, die haar in haar gezellig huis
vertrek noodigde en haar iets te eten
en te drinken gaf. Ze was hier dank
baar voor en gaf dit dan ook meer
malen onomwonden te kennen. Maar
eens op een morgen bleven deur en
ramen in de woning van 't oudje ge
sloten. Buurvrouw bemerkte dit en ging
eens zien wat hiervan de oorzaak was.
Toen bleek 't dat ze nog te bed lag
en niet opstaan kon, omdat ze zich niet
wèl gevoelde. Buurvrouw had óók haar
bezigheden thuis, maar za liet deze
rusten om 't oudje op te passen. Hoe»
goed de verpleging ook mocht zijn, 't
hielp niet, 't werd steeds minder met
de zieke. Een paar dagen was ze bed
legerig geweest en toen voelde 't oudje
dat het einde naderde. Ze liet de notaris
komen en vermaakte al haar bezit
tingen o.a. achthouderd gulden, die
ze bijeen gespaard had aan haar
buren, want ze had geen nabestaanden.
Enkele dagen na de teraardebestelling
maakte de notaris den wil van den
overledene bekend aan de buurvrouw
en haar man. Hij zeide, dat de over
ledene uit dankbaarheid voor de vele
diensten, aan haar bewezen, hun tot
hare erfgenamen had benoemd.
Een goede daad is nooit verloren,
zegt men wel eens. En zoo is het. Als
ARTHUR GRIFFITH.
(17
„Komt u, om wat nieuws te hooren, of
brengt u tijding, Miss Fairholme?" zoo
begon Sir Charles. „Als het eerste de reden
is van uw bezoek, dan kan ik u, tot mijn
spijt, niét van dienst zijn wat het tweede
betreft, waarachtig, aan de uitdruk
king van uw lief gezichtje zou ik zeggen,
dat u mij iets hebt te vertellen. Heb ik
gelijk? Zoo, zool" Met de vlugheid van een
jongmensch sprong hij van zijn rijwiel en
bracht me in huis.
„Een heel wonderlijk heer, die Ameri
kaan," ging hij in zijn afgebroken, levendige
manier van spreken voort, toen ik hem het
mijne verteld had. Er zal ons wel niets
anders overschieten, dan hem te gelooven,
niet waar? Dub feitelijk heeft hij inbraak
gepleegd. Nu, in ieder geval is hij verder
gekomen dan wij, want zooeven nog ben ik
naar Clarkestreet geweest, om eens te hooren,
of onze vriend Wood al opgedoken is, maar
neen, hij is en blijft zoek."
„Maar, Sir Charles, hoe zou dat ook
kunnen?" was mijn haastig antwoord. „En
hoe kunnen we hier praten en onzen tijd
vermorsen? Hij is bepaald opgelicht ge
worden en het is toch voorzeker onze plicht,
dit spoor te volgen, zonder een oogenblik
te verliezen. Hij moet het koste wat het
wil bevrijd en gered worden!"
„En de papieren? Ze zullen de papieren
men iets goeds doet, dan ontvangt men
daarvoor altijd iets goeds weer terug,
't Is niet altijd iets stoffelijks, wat men
terug ontvangt. Maar daarom kan 't nog
wel iets goeds zijn. Iets niet-stoffelijks
kan oos zelfs nog veel liever zijn dan
iets stoffelijks.
Als wij iets hebben gedaan aan an
deren, waarvoor ze ons dankbaar zijn,
dan zullen ze ons in de meeste gevallen
hun dankbaarheid toonen. Dit kan op
verschillende manieren gedaan worden.
Ze kunnen van hun dankbaarheid blijk
geven in woorden en ook door daden,
door het geven van iets stoffelijks bij
voorbeeld. En is menigmaal een woord
van dank niet veel liever en aangenaam
dan de aanbieding van iets stoffelijks?
Dkèrom reeds, om die dankbaarheid,
waarin die ook getoond wordt, doen
wij zoo gaarne iets goeds. We zeggen
niet dat dit zoo is als 't behoort, maar
't is waar een mensch wil nu
eenmaal gaarne zich beloond zien voor
wat hij doet, al is die bdooning ook
maar een vriendelijk woord.
Als men iets goeds doet, dan moet
men daarbij in de eerste plaats natuur
lijk niet deuken en zich de vraagstel
lenzou 't door hem of haar wel ge
waardeerd worden wat ik doe? Zal ik
daarvoor later wel beloond worden?
Aldus mag niet gedacht worden, want
dan zal men met zijn goed doen niet
tot doel hebben iets goels te doen,
maar wel zich zei ven daarvoor later
beloond te zien. Dat mag niet't doel
moet alléén zijn goed te doen en niet
meer. Ontvangt men er later een bewijs
van dankbaarheid voor, dan mag en zal
men hierover verheugd zijn, maar doel
mag dit niet zijn.
Nog daargelaten als men een bewijs
van dankbaarheid ontvangt of niet,
is 't voor ons zelf niet een groot genot
om goed te doen waar en wanneer we
kunnen? Hierom reeds zou men niets
anders wenschen dan anderen te helpen
en te steunen, die onze hulp en steun
noodig hebben.
En wat meer ishebben wij ook niet
plichten te vervullen, plichten tegenover
onze medemenschen? Moeten wij hen
die onze hulp en steun noodig hebben,
niet helpen en steunen zooveel als in
ons vermogen is zulks te doen? Zijn
we dat niet verplicht?
Ja immers! Ook wij wenschen dat
men ons zal helpen, als wij hulp noodig
hebben, en mogen wij anderen dan in
zulke oogenblikken aan hun lot over
laten Daarom moeten we doen, zooals
wel hebben meegenomen. Ja, ja, u hebt
gelijk! Maar in 's hemels naam, hoe zullen
we het jacht inhalen? Hoe we dat moeten
aanleggen, zou ik wel eens willen weten."
„Natuurlijk, als we het met een ander
schip volgen. Ik wil alles betalen, maar
laten we asjeblieft geen tijd meer verliezen!
Zouden we geen oorlogschip kunnen machtig
worden?"
„Waarachtig, daarin hebt u gelijk. Als
we eens een snellen kruiser kregen, dan
was het misschien te doen. Misschien gelukt
het me, de heeren van de Admiraliteit te
overreden, als ik hun voorhoud, dat het
hier geldt een aangelegenheid van het groot
ste staatkundig gewicht, om die papieren
terug te krijgen."
We reden hierop, langs den korsten weg,
naar de Admiraliteit in Whitehall, waar
men den generaal zonder eenig vei wijl te
woord stond. Spoedig daarop werden we
aan zekeren kapitein Pulteney voorgesteld,
die, naar we vernamen, Secretaris was van
den eersten Lord en waarschijnlijk een zeer
beminnelijk man, maar die me al heel gauw
een grooten afkeer inboezemde, want hij
begon al dadelijk bezwaren te opperen,
waarbij hij, naar het mij voorkwam, een
smadenden en zeer hoogen toon aansloeg.
„Wat zouden we eigenlijk kunnen uit
zenden? We hebben geen enkel schip," zei
hij, zijn collega toesprekend, alsof hij daar
mee zeggen wilde, dat de heele Britsche
vloot had opgehouden te bestaan. „En bui
tendien, als ik een kanonneerboot of een
Aviso ter beschikking had, welken koers
zou ik dat jacht moeten aangeven? Wat
moet het zoeken? De heele geschiedenis
hangt aan elkaar als droog zandik ben er
bepaald tegen!"
„Dan zal ik me tot Sir George in persoon
wenden," zei mjjn goede generaal koeltjes.
we zelf gedaan wilien worden't is
onze plicht aldus te doen.
BnlÉe«iIa.nd.
De gouverneur-generaal van Porlu-
geesch Indië heeft met toestemming van
de Portugeesche regeering in het gebied
van Goa den staat van beleg afgekondigd
en de bij de grondwet gewaarborgde
rechten opgeheven. Volgens den bericht
gever van de Times moet de toestand
er zeer onzeker zijn; benden roovers
vallen de bewoners aan, die zij uitplun
deren en dwingen hen van voedsel te
voorzien. Verschillende plantages zijn
in brand gestoken.
Naar aanleiding van de ongeloofelijk
brutale moorden, die er den laatsten
tijd in de drukste gedeelten van Parijs
zijn gegleegd, waarbij de moordenaars,
als nieuwste hulpmiddel om aande politie
te ontkomen, van de automobiel gebruik
maakten, heeft het Kamerlid Lefas een
wetsvoorstel bij de Kamer ingediend,
strekkende om aan boosdoeners, die bij
het volvoeren van hun misdaad van een
auto gebruik maken, het voorrecht van
„verzachtende omstandigheden" te ont
houden. Met het maximum straf, zoo
wil Lefas, zullen gestraft worden zij,
die het nummer van de auto onzicht
baar gemaakt of vervalscht hebben of
die bij hun wandaad een chauffeurs
masker gedragen hebben.
In de begrootingscommissie van den
Duitschen Rijksdag is op voorstel van
het centrum besloten om het onderzoek
van het mond- en klauwzeer van rijks
wege te ondersteunen, en een grooten
prijs uit te looven voor de ontdekking
van de oorzaak en een geneesmiddel
van de ziekte.
De storm der laatste dagen heeft vooral
aan de noordwest kust van Frankrijk
duchtig huis gehouden. De telegrafische
en telefonische verbindingen met Enge
land zijn bijna geheel verbroken. Op
vele plaatsen zijn telegraafpalen omge
waaid en over de spoorlijnen gevallen,
waardoor het treinverkeer veel vertra
ging ondervindt. De stoomboot-dienst
Dieppe-Newhaven moest gestaakt wor
den. De boot kon niet uit de Engelsche
haven vertrekken. Uit Granville, St.
Malo, uit Charleville en Mezières wordt
gemeld, dat de woedende elementen er
belangrijke schade aangericht hebben.
Menschenlevens zijn daar te betreuren.
Uit Pompeji wordt gemeld, dat op
gravingen, die daar twee maanden ge
leden begonnen zijn, tot de ontdekking
van een nieuw belangrijk deel van de
bedolven stad geleid hebben. Men heeft
„We kunnen dit punt beter met hem be
spreken."
En zoo moesten we weer een zwerftocht
aanvaarden, waarbij kapitein Pulteney brom
mend en mopperend volgde.
Maar Sir George Fitz Hugh koos de zijde
van zijn Secretaris. De voorhanden berichten
waren te gering in zakelijkheid, er was niets
geen basis, waarop men kon opereeren, noch
wat aanging de papieren, noch met betrek
king tot kapitein Wood.
„Ziet u, Sir Charles, u hebt volstrekt geen
houvast, wat die papieren betreft. Zijn ze
gestolen of verduisterd, of hoe zullen we
het noemen? Wie toch weet iets bepaalds
omtrent die zaak? U weet verder niets, dan
dat ze verdwenen zijn, evenals kapitein
Wood verdonkeremaand is. Dat dezelfde
menschen zich van beiden zouden hebben
meester gemaakt, is alleen maar een ver
moeden, maar hoe kunnen we dat weten?
U neemt het te veel aan, als iets, dat een
uitgemaakte zaak is, mijn waarde generaal.
Wanneer we ook al het geval stellen, dat
ze ontvreemd zijn, waaruit blijkt het,
dat ze momenteel aan boord van de „Fleur
de Lis" zich bevinden? De heele geschiedenis
is niets meer dan een reeks vermoedens.
Dat ik daarop de verantwoordelijkheid voor
de uitrusting van een bodem op me zal
nemen, kunt u billijkerwijs toch niet ver
langen. Zooiets dienen we den eersten Lord
der Admiraliteit over te laten."
„Wanneer verwacht u dien9" vroeg ik
ongeduldig, want die bezwaren en dat dralen
brachten me in een kwade luim, en ik zag
ook aan Sir Charles Collingham, dat zijn
geduld ten einde was en hij op het punt
stond in drift los te barsten. Zijn hardnek
kig stilzwijgen maakte op mij den indruk
dat hij zich tegen zijn gewoonte in,
ditmaal wilde beheersohen.
ook opschriften van groote historische
waarde gevonden en rijke archeologische
schatten. Het werk wordt met ijver
voortgezet. Er zal een buitengewoon
krediet aangevraagd worden van 750.000
lire voor verdere opgravingen.
Men leest dikwijls van dienstpersoneel
dienstboden meestal dat zijn mees
ters of meesteressen aandoenlijk trouw
is, minder van het omgekeerde. Te
Chelsea (Engeland) is voor het hof van
den lijkschouwer het volgende aan het
licht gekomen. Zes jaar geleden kwaiu
Lucy McGruer als juffrouw van gezel
schap en kamenier in dienst bij een
juffrouw Myln, toen 40 jaar oud. De
twee konden uitstekend overweg en in
1909 maakte juffrouw Myln een testa
ment, waarin zij al wat zij bezat aan
Lucy McGruer naliet. Verleden week
zeide deze haar meesteres echter den
dienst op, aangezien haar broeder was
overleden en zij het haar plicht achtte
voor diens tw.ee kinderen te zorgen.
Juffrouw Myln was er geheel ontdaan
van, en Zaterdagmorgen vond Lucy haar
meesteres dood in bed liggen. Zij had
de gaskraan opengedraaid en de reten
van deuren en vensters toegestopt, en
was zoo gestikt. Op een stuk papier had
zij geschreven: „McGruer heeft mij met
een maand den dienst opgezegd. Ik kan
niet alleen achterblijven. Mijn leven is
te zwaar." Op een ander stuk papier
had zij beschikkingen voor haar begra
fenis gemaakt. Zij moest te Folkestone
begraven worden in hetzelfde graf als
een vroegere dienstbode van haar, en
in een oud nachthemd, dat een dienst
bode indertyd voor haar had gemaakt
en dat zij voor dat doel had bewaard.
In Stettin is Woensdagmiddag om
12 uur een pont omgekanteld, die dicht
bezet was met menschen. Omstreeks
30 personen vielen in het water. Van
alle kanten kwam hulp opdagen, maar
er moeten toch 4 personen verdronken
zijn.
Ds politierechters te Londen hebben
'n aanmerkelijk aantal kiesrechtvrouwen
tot gevangenisstraf met dwangarbeid
veroordeeld, de meeste tot twee maanden,
een enkele tot zes weken. Verscheiden
vrouwen zijn voorts naar den strafrech
ter verwezen, die nog zwaarder straffen
kan opleggen. Een politierechter zei,
dat hij in die vrouwen niet anders dan
gewone misdadigsters of krankzinnigen
kon zien. Onder de veroordeelden zijn
schilders, een beeldhouwster, een dichte
res, verscheiden onderwijzeressen, een
verpleegster, een dokter enz.
Niet alleen het Britsche museum is
voor het groote publiek gesloten, uit
vrees dat de kiesrechtvrouwen hun ver
nielzucht ook op kunstwerken zullen
,,'s-Namiddags, als hij naar het Hooger-
huis gaat, komt hij altijd hier eerst even
eenige schikkingen maken. Als u wilt, kunt
u hem dan spreken," zei de ondersecretaris
van het Marine-departement.
„Van middag! Dus na verloop van een
uur of vier. Onzin J" riep ik driftig uit, „nu
iedere minuut een kostbare tijd is! Dit
zeerooverjacht, de „Fleur de Lis," heeft nu
al een voorsprong van vier-en-twintig uur.
Kom generaal, we gaan op een andere haven
ons fortuin zoeken. Er zijn nog andere sche
pen dan oorlogsbodems stoombooten,
jachten te huur, bij de vleet. Waarom
talmt u nog? Zal dan niemand mij willen
helpen
Misschien lag er in mijn toon wat warmte,
want toen ik met Sir Charles mij verwijderde,
hoorde ik in mijn nabijheid eenestem, die
zeide: „Sakkerloot, wat is dat een kleine
feeks!"
Van Whitehall reden wedoor het„Strand"
naar Lloyds. De generaal kende den Secre
taris, zei hij en hij waa bovendien met de
wijze, zooals men daar de zaken aanpakte,
vertrouwd. Hij bedoelde hiermede de won
derbare organisatie en de grootsche inrich
ting, waarover Lloyds kan beschikken en
waardoor men aan dat lichaam in staat is,
bijna van uur tot uur, bericht over alle
schepen te kunnen verkrijgen.
Maar de Secretaris, een ernstig man, die
sluw knipoogde, schudde zeer twijfelachtig
het hoofd, toen hij het geheele verhaal had
aangehoord.
„Het zal wel moeilijk zijn, dat jacht uit
te vorschen het zal althans tijd kosten
als die schuit voornemens is het incognito
te bewaren. Natuurlijk kunnen we het spoor
van de „Fleur de Lis" op de rivier tot
South-end aan de eene en Noord-Foreland
aan de andere zijde, volgen. Maar als ze
bot vieren, het museum van natuurlijke
historie en het Victoria-en-Albert-mu-
seum te Zuid-Kensington hebben dat
voorbeeld gevolgd. De Royal Academy
heeft haar tentoonstelling van oude
meesters gesloten, veertien dagen vroe
ger dan was aangekondigd. Zij is dat
tegenover de eigenaars der kostbare
stukxen verplicht, schrijft de president
in de Times.
Juffrouw Christabel Pankhurst, de
secretaresse van de Sociale en Politieke
Vrouwenunie, waartoe de glasbreeksters
behooren en waarvan het bureau door
de politie is in beslag genomen, heeft
een verslaggever te woord gestaan. Zij
was zeer fier op al de ruiten die haar
medestandsters hadden verbrijzeld. Zij
hoopte, dat het nu genoeg zou zijn en
de ministers tot inkeer waren gekomen.
Zoo neen, dan zouden er andere dingen
volgen, wat en wanneer, daar kon zij
zich niet over uitlaten. Het moest tel
kens een verrassing zijn. Alleen het
stemrecht zou aan den oorlog een einde
maken. Laat de regeering maar de fond
sen van de vereeniging in beslag nemen.
Er is meer geld te krijgen.
In een toespraak heeft Christabel no»
gezegd, dat de vrouwen desnoods tot
brandstichting zouden overgaan, van
een paleis b.v.
De vereeniging voor vrouwenkiesrecht
van unionistische vrouwen heeft een
protest uitgevaardigd tegen het optre
den der militante kiesrechtvrouwen. Wij
moeten het kiesrecht met eerlijke mid
delen winnen, zoo heet het.
De kiesrechtvrouwen zijn Donderdag
ochtend weer bezig geweest. Van een
aantal welbekende winkels in het West
einde werden de ruiten verbrijzeld.
Verscheiden vrouwen zijn in hechtenis
genomen.
Door een speciale vergunning van de
„Daily Express" is de Telegraf Company
in staat gesteld het volgende bericht
uit Wellington in Nieuw-Zeeland te
publiceeren
„Amundsen verklaart, dat Scott de
Zuidpool bereikt heeft".
Een verrassend bericht voorwaar, dat
men echter goed zal doen met eenige
reserve te aanvaarden. De CookPaery
verwikkelingen aangaande de Noordpool
hebben de menschheid wel wat scepti
scher gestemd.
Met belangstelling zal de geheele
wereld nadere gegevens van Amundsen's
en Scott's expeditie afwachten.
De beschermende mogendheden zou
den van de militaire wederbezetting van
Kreta afgezien hebben na de krachtige
maatregelen der Kretenzer regeering tot
handhaving van orde en bescherming
der Mohammedanen.
vandaar een rechten oostelijken hoek neemt,
dan gaat haar spoor in de Noordzee ver
loren."
Dit zeggende, tikte hij op een klok, die
op tafel stond en gaf den daarop binnen-
tredenden beambte eenige aanwijzingen.
„Stel u met de signaal-stations aan de
Theems, stroomafwaarts in verbinding, ook
met. die aan de oostelijke en zuid-oostelijke
k-ust, en vraag eens, of er een jacht,
„Fleur de Lis" naar deze beschrijving
(hij overhandigde den beambte het rapport
van Snuyzer) gezien of gepraaid is, en zoo
ja, welken koers het voor heeft. Daar is
niet langer dan een half uur mee gemoeid.
Intusschen zult u zich ook kunnen infor
meeren, welke stoomers voor een vervolging
beschikbaar zijn."
„Dat is toch uw bedoeling, nietwaar?"
vroeg hij ons, waarop hij, na een toestem
mend antwoord van ons te hebben ont
vangen, door middel van een spreekbuis,
die op zijn schrijftafel aanwezig was, een
tweeden ondergeschikte aanriep.
„Kan hierop succes volgen?" vroeg Sir
Charles twijfelend.
„Waarom niet? Natuurlijk moet u politie
manschappen meenemen, want het komt
er niet alleen op aan, het jacht in te halen,
maar u moet den oplichters ook schrik
aanjagen op den voorgrond altijd gesteld,
dat u de „Fleur de Lis" inhaalt en haar
bepaald herkent, twee dingen, die beide niet
zeer waarschijnlük zyn."
„Dat heb ik deze jonge dame ook te ken
nen gegeven. We dienen eerst het jacht te
vangen en ons allereerst boven allen twijfel
te overtuigen, dat het werkelijk de „Fleur
de Lis" is, alvorens een stap verder te gaan."
NAAR
Wordt vervolgd.)