Hel
Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Boramelerwaard,
Brillen.
Een jacht over den Oceaan.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3137. Woensdag 20 Maart.
1912.
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 77, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
VOOR
la alle tijden en bij alle cultuurvol
ken zijn verschillende genezingsmetho
den uitgevonden en weer verlatenge-
heele Bystemen zijn ontstaan en weer
begraven; slechts ééa enkele behande
lingswijze is door geen enkele categorie
van geneeskunst-beoefenaren omverge
worpen, nl. de behandeling van abnor
male gezichtsscherpte met brillen. Bril
len dragen, indien noodig, allen: de
professor, de kwakzalver, de natuurge
neeskundige, enz. enz. Dit feit is zeer
gewichtig, aangezien het aantoont, dat
de bril als een afdoend hulpmiddel er
kend wordt. De uitvinding van den
bril is ouder dan de meesten denken.
Reeds keizer Nero gebruikte een ge
slepen smaragd om beter te kunnen
zien.
De eigenlijke vervaardiging van bril
len, zooals we tegenwoordig ze kennen,
schijnt pas ontstaan te zijn in het einde
der 13 eeuw.
Waarin bestaat bu het nut van den
bril? Hij heeft alleen tot doel, datgene
te doen zien, wat het ongewapende
abnormale oog niet zien kan. De bril
is geen genees-, maar een zeer gewich
tig hulpmiddel. Het oog kan echter
verschillende afwijkingen en gebreken
vertoonen, wier erkenning groote weten-
schappelyke kennis vereischt, daarom
vraagt ook de keuze voor een passen
den bril groote ervaring en nauwkeurig
heid. Daarom moet iemand, die een
bril noodig heeft nooit alleen met be
hulp van een opticien glazen uitzoeken,
maar steeds eerst een deskundige raad
plegen.
Brillen moeten, willen zij goed zijn voor
de oogen, door geneeskundigen worden
voorgeschreven. Ontelbare fouten, welke
zeer dikwijls verzwakkingen van het
gezichtsvermogen met zich slepen, wor
den daardoor vermeden. Door 't lange
zoeken en probeeren bij den opticien
worden de oogen in sterke mate ver
moeid.
De grootte der pupil verandert met
de sterkte van het glas; het oog moet
zich telkens daarop instellen en daar
door gebeurt het dikwijls, dat men na
lang zoeken glazen neemt, die op het
moment voor de vermoeide oogen goed
schijnen, maar later ondoelmatig en
schadelijk blijken te zijn. De glazen
zelf mogen geen scheuren, luchtblaasjes
en dergelijke gebreken hebben, daar
de kleinste fout niet slechts het doel
ARTHUR GRIFFITH.
(20
„Een hond, Miss?" vroeg een voorbij
gaande kellner. „Hoort die een passagier
toe? Dan zal de slager hem wel hebben.
Als hij niet van een passagier is, dan hebben
ze nu al worst van hem gemaakt, want de
eerste officier is verplicht hem te laten op
hangen."
„Ik heb een passage-biljet voor hem ge
nomen, en misschien zult u wel zoo goed
willen zijn, mij in te lichten, waar ik den
slachter kan vinden," was mijn bits ant
woord. Ik zal ervoor zorgen, dat de hond
een goed onderkomen krijgt."
„Dat zal ook wel, Miss, heb daarvoor
maar geen zorg, als hij geen kwaje rakkert
is. Is hij dat echter wel, dan heeft Sam Mc
Killop een kluifje aan hem."
Vol bezorgdheid voor Colly liep ik haastig
over het dek, waarbij ik zorgvuldig mijn
weg moest kiezen, om niet met alle moge
lijke soorten van vuile voorwerpen in min
der gewenschte aanraking te komen, totdat
iemand Sam Mc Killop, een groote, sterke
kerel, met een woesten baard en gespierde
bloote armen, erbij riep.
„Hier ben ikl Wie roept Sam Mc Killop?
U, mevrouw?"
„Ik zou graag een woordje met u spreken,
Mr. Mc Killop, over mijn hond," zei ik
gemoedelijk, „het is een rossig-bruine Colly.
Hij luistert naar dien naam."
„Ja, ik weet er al van. Maar zei u, dat
van den bril verijdelt, maar ook voor
't oog gevaarlijk kan zijn. Tegenwoor
dig is de techniek daarin zeer ver ge
vorderd, zoodat de geslepen brillen
glazen bijna zonder uitzondering de zoo
pas genoemde fouten missen. De glazen
moeten schoon zijn, daar men anders
doffe verwrongen beelden te zien krijgt.
Om ze te reinigen moeten zeer zachte
doekjes gebruikt worden, want anders
ontstaan licht krassen, die het zien zeer
bemoeilijken. YervolgenB is het nuttig
van tijd tot tijd na te gaan of de
glazen niet verweren of dof worden.
De onmiddellijke nabijheid van de oogen
en de huid schijnt n.l. een eigenaardige
werking op het glas uit te oefenen.
Het middelpunt der glazen moet
steeds overeenkomen met 't middelpunt
van de pupillen, wanneer men recht
voor zich uit kijkt. Staat het eene glas
te hoog, het andere te laag, dan ziet
men dubbel beeldenna eenigen tijd
gewennen de oogen zich aan dezen
toestand door bovenmatige spieruitspat-
ting, doch deze toestand zal spoedig
zeer nadeelig voor 't oog blijken.
Natuurlijk heeft ook de mode, of
zoo men noemen wil, de coqu >tterie
haar invloed doen gelden Een gewone
bril maakt zoo oud, daarom moest een
meer elegante vorm gevonden worden.
Men gebruikt dan ook zeer veel de
lorgnet, of knijpbril. Voor sommige
oogen mogen enkele vormen van deze
knijpbrillen aangewezen zijn, in vele
gevallen staan ze achter bij de gewone
ouderwetsche brillen. De mensch is
echter nu eenmaal op zijn uiterlijk ge
steld en schikt zich daarom niet ge
makkelijk naar het meest nuttige.
Gaan we nu even de meest voor
komende gezichtsafwijkingen na, dan
moeten we hier onder noemen de kort
zichtigheid en de vèrziendheid. De kort
zichtigheid is wel het meest verbreid,
vooral onder de jeugd. Personen met
een dergelijke afwijking moeten zeer
voorzichtig zijn met 't kiezen van gla
zen, want door verkeerde glazen wordt
de kortzichtigheid nog erger. Zijn de
glazen te zwak, dan ontbreekt hun 't
voordeel van een doelmatigen bril, en
hunne klachten blijven bestaan; zijn
de glazen te sterk, dan is het nadeel
nog veel grooter, want dan moeten de
oogen de spieren te sterk inspannen,
waardoor kramp ontstaat en al gauw
toenemende kortzichtigheid. Dat de
eerste de beste dus maar geen bril
moet afgeven, is dus hieruit al genoeg
duidelijk, gezwegen dan nog van andere
het uw hond is, mevrouw? Ik meende, dat
hij een meneer toehoort, dien ik hierheen
heb gebracht."
„Ik weet niet, wie die heer kan geweest
zijn; in ieder geval staat de hond onder
mijn bescherming en ik wilde u verzoeken,
hem goed te behandelen en geduld met
hem te hebben, want hij is dikwijls wat
onhandelbaar. Ik mag hopen, dat hij het
u niet te lastig maakt," zei ik ten slotte,
hem een sovereign in de hand stoppend.
„O, neen, hij zal het me niet lastig maken,
wees daaromtrent maar niet bezorgd. Hij
is heel zoet en rustig. Als een lammetje liep
hij achter den meneer, die hem meebracht."
„Zoudt u denken, dat het iemand was,
die hem opgevangen had Ik zou dat graag
weten."
„Wel mogelijk. Maar mij wilde het voor
komen, alsof het zijn meester was, want de
hond scheen zeer aan hem gehecht en ging
op commando dadelijk liggen, alsof het een
oud vriend was."
„Hij zal als een verstandig dier hebben
ingezien, dat-ie het verbruid had, en het
't beste zijn zou, zich kalm te houden, totdat
hij mij teruggevonden heeft. Als het u niet
te veel moeite is, Mr. Mc Killop, dan zou
ik hem graag willen zien."
„Daar ginds in die hut ligt-ie lekker in
zijn stroo en schikt zich naar omstandig
heden."
„Ik volgde de aangewezen richting, en
daar lag Colly gemakkelijk uitgestrekt in
zijn hut. Bij mijn komst sloeg hij nauwe
lijks zijn groote, slaperige oogen op, maar
er lag toch een uitdrukking van herkenning
in, dat gepaard ging met een gedruisch,
door het kwispelen met zijn staart in het
stroo teweeggebracht.
Deze volslagen omkeer in zijn doen was
voor mij een aangename verrassing, waarvan
overwegingen, die gelden moeten bij
het voorschrijven van een bril.
Voor vèrziendheid gelden in vele op
zichten dezelfde bezwaren. Hier is voor
al nog te waarschuwen voor de gewone
lorgnetten, want bij lezen, schrijven
enz. komt het hier veel meer op den
zuiveren stand der glazen aan dan bij
de kortzichtigeD. Ook is het niet genoeg,
passende glazen te kiezen, maar deze
moeten van tijd tot tijd naar de behoeften
van het oog, vervang m worden door
andere. Gebruikt men ondoelmatige bril
len, dan treedt in veel gevallen blind
heid op. Dit is oorzaak, dat onder de
plattelandsbevolking zooveel blindheid
voorkomt op hoogen leeftijd. Bekend is,
met welko zorgeloosheid zij in de keus
van hun bril te werk gaan, en dat,
wanneer ze in meer gevorderden leeftijd
vérziende worden, zij die glazen ge
bruiken, welke ze van hun grootvaders
geërfd hebben.
Als regel voor alle menschen, die
afwijkingen aan de oogen hebben, gelde
„wend u tot uw geneesheer!" Goed
gekozen brillen werken gunstig op de
oogen, terwijl ongeschikte glazen daaren
tegen hoogst nadeelig en schadelijk zijn,
aangezien ze het gebrek verergeren.
Het zien is immers een zoo kostbare
gave, dat daarmede niet lichtvaardig
mag worden omgesprongen. Schiller,
de groote Duitsche dichter noemt het
een edele hemelsche gave. Een der
groote oogheelkundigen, von Grafe zegt:
„het oog is het orgaan, dat voedsel
geeft aan den menscbelijken geest, en
op de verhoudingen onder de menschen
onderling een invloed uitoefent, over
welker omvang degene, die in 't volle
bezit zijner oogen is, zich ternauwer
nood rekenschap kan geven.Redenaars
hebben het - oog verheerlijkt, dichters
hebben het bezongen, maar de volle
waarde ervan begrijpen slechts zij, die
het eens bezaten en later verloren
hebben
Boltenland.
Naar aanleiding van een meeting te
Brussel, door de bakkers gehouden, heb
ben een vijftal socialistische kamerleden
een wetsvoorstel ingediend, dat beoogt
den nachtarbeid voor dit bodrijf af te
schaffen en het aantal werkuren te
verminderen. De voornaamste bepalin
gen zijn: verbod brood of banketwerk
te bakken tusschen 9 uur des avonds
en 5 uur 's morgens, met dien ver
stande dat de voorbereidende werk
zaamheden evenwel reeds om 4 uur
ik me maar niet de moeite gaf een ver
klaring te zoeken. Nadat ik hem nog eenige
woordjes van bemoediging had toegesproken,
ging ik van hem weg, want dringende aan
gelegenheden riepen me naar het achterdek.
De stoomboot was al tusschen het land uit,
en onder de werking van een snel opstekende
bries nam de golvenbewegingbedenkelijk toe.
Onder deze omstandigheden achtte ik het
raadzaam, mijne hut op te zoeken, daar ik
weldra in een toestand verkeerde, die me
onverschillig maakte voor alle wereldsche
zaken en het verloop van den tijd. Van de
eerstvolgende drie dagen weet jk me niets
te herinneren dan dat ik het hard had te
verantwoorden. We waren allen erbarmelijk
zeeziek. Maar toen ik de verlammende en
ontzenuwende verstomptheid van zeeziekte
afschudde en aan het dek kroop, om me
te verkwikken in de heerlijke lucht van
den Atlantischen Oceaan, gevoelde ik me
opgewekt tot nieuw leven en beter in staat
om die narigheid het hoofd te bieden.
Zeker iemand bracht nu mijn dekstoel
en dal was mijn vriend, Mr. Rossiter. Hij
liet me met rust, opdat ik in gezondheid
en kracht zou toenemen.
Toen ik daar zoo werkeloos neerlag, begon
ik de mij nauw aan het hart liggende aan
gelegenheid wat meer van nabij te bezien
en te overleggen, in welke mate ik de zaak
door mijn koen besluit gediend en van
dienst was geweest.
Reeds dadelijk, wat de eerste taak betrof,
die ik me gesteld had, namelijk de samen
zweerders in het oog te houden, moest ik
een fiasco aanteekenen. In drie dagen had
ik niets van hen gezien; ik wist van hen
niets meer dan op 't oogenblik, dat ik aan
boord was gekomen en ik had geen duide
lijke voorstelling, hoe ik na mijn aankomst
te New-York het doeltreffendst zou te werk
mogen aanvaDgen, en dat op de Zater
dagen en de dagen aan een feestdag
voorafgaande afwijkingen zijn toege
staan. Voorts maximum arbeidstijd van
zes dagen per week en 8 uur per dag.
In Jemen en Assir staat de Turksche
regeering weer voor een moeilijk geval.
Verschillende stamhoofden vinden den
oorlog met Italië een geschikte gelegen
heid om te trachten hun oude voor
rechten te herwinnen. Geeft de regee
ring toe, dan verzwakt ze haar gezag,
dat aan de Arabische kust van de Roode
Zee toch al niet sterk is. Geeft ze niet
toe dan zullen waarschijnlijk de op
roerige stammen zich onderling ver
binden. Een daarvan, de stam der Ab-
dallijnen heeft grooten invloed in de
streek van Hodeida,
Het blad Moeajed zegt, dat Said Idris
stappen doet om zich met Italië te
verbinden en dat Iman Johia, die on
langs een bloedig gevecht tegen den
Sjerif heeft geleverd bij Sanaa, daar
ook niet afkeerig van is.
De correspondent van de „Stampa"
meldt uit Aden, dat de roemrijke op-
marsch van Said Adrisz voortduurt. Hij
nadert met een leger van 100.000 man
Hodeida, dat zeker in zijne handen zal
vallen. Reeds heeft hij zich van alle
kustplaatsen van Yemen meester ge
maakt en hij staat op nog slechts vier
dagmarschen van Hodeida, dat door
slechts 4000 Turken verdedigd wordt.
Bijna alle stammen namen aan de re
volutionaire beweging deel; alleen An-
vava toont nog een twijfelachtige hou
ding, maar daardoor zal het verder
dringen van Idrisz niet kunnen worden
belemmerd, wiens schepen met de vlag
van den Dieuwen Arabischen staat de
Roode Zee doorkruisen.
Een der bandieten, die eenige dagen
geleden drie leden der rechtbank te
Halsville, in Virginia, die een hunner
kameraden veroordeeld had wegens het
houden eener verboden tapperij, dood
geschoten en eenige juryleden zwaar
verwond hebben, zekere Sydney Allen,
is gevangen genomen nadat hij nog bij
eene weduwe, die tegen zijn broeder had
getuigd, had ingebroken en ook haar
van het leven had beroofd. Een andere
broeder van hem, die het eerste schot
in de rechtszaal loste, is eveneens door
de politie uit zijne schuilplaats gehaald,
nadat zij vervolgens hem drie kogel-
wonden toegebracht en een been stuk
geslagen hadden.
In Egypte zullen bevloeiingswerken
worden aangelegd, waardoor, naar schat
ting, in de eerste vier jaren reeds 399
duizend H.A. land bebouwbaar zullen
worden. Het geheele werk zal 2,500,000
gaan en welke gevolgen de stappen konden
hebben, die ik voornemens was te doen.
Vertwijfeling en moedeloosheid maakten
zich van mij meester; ik had alle hoop
verloren, gevoelde me tot niets in staat en
deed mezelve scherpe verwijten.
En toch was het licht meer nabij dan ik
wel vermoedde.
Mijn blikken vielen op Mr. Rossiter, die,
met Colly aan den ketting, op mij afkwam.
„Hier is iemand wiens wederzien u mis
schien genöegen zal doen, ving hij vrien
delijk aan. „Ik heb verlof gekregen, een
kleine wandeling met hem te maken".
„Is dat uw hond? Wat een prachtdier!
zei eene der naast mij zittende dames, en
toen ik terzijde keek, zag ik tot mijn niet
geringe verrassing, dat het de hertogin was
van Buona Mano.
Deze boog zich met een snelle beweging
naar den mooien halsband van Colly, wat
misschien een beleefde manier heette om
achter mijn naam te komen. Maar de uit
werking was een schrik voor ons beiden,
want toen ze met een verbazing achteruit
deinsde, schoot het me te binnen, dat deze
halsband nog het opschrift droeg: „Kapi
tein W. A. Wood, linieregiment".
„Wie is u? Wat beduidt begon ze
haastig, maar terstond herstelde zij zich
weder.
„Dus u kent ook een kapitein Wood?"
vroeg ze met groot zelfbedwang. „Wij heb
ben namelijk ook een heer aan boord, van
denzelfden naam. Ik zou wel willen weten
of die twee familie van elkaar zijn. U zult
mij wel veroorlooven, u den onzen voor te
stellen, hij reist in ons gezelschap."
Voordat ik een antwoord kon geven, stond
de hertog voor ons, die met een onaange
naam stemgeluid de hertogin bij haren naam
riep, maar in een taal, die ik niet verstond.
pond sterling kosten. Den 23en dezer
zal reeds de spade in den grond worden
gestoken.
Lloyds Bureau meldt uit East Bourne,
dat het stoomschip „Oceana" van de P.
en O. lijn in botsing kwam met een
bark.
Een gedeelte der passagiers en be
manning is aan land gebracht.
Pogingen werden gedaan om de „Oce
ana" op het strand te zetten.
De „Oceana" had een bemanning van
280 koppen en 41 pasagiers. Er schijnen
slechts 4 dezer vermist te worden men
vreest dat die verdronken zijn door het
omslaan eener reddingboot. De „Oce
ana" had 747.610 pond sterling (onge
veer 9 millioen gulden) aan specie aan
boord.
De Russische ministerraad heeft goed
gevonden, dat 35V3 millioen roebels uit
fondsen van den staat beschikbaar zullen
worden gesteld voor steun van de nood
lijdende districten, voor welke tot dus
verre reeds 154 millioen werd besteed.
Een visschers-stoomschip meldt, dat
tengevolge van een hevigen storm een
Italiaansche Transatlantische boot is
vergaan nabij de Baai van Almanga.
Sloepen, die in zee gelaten werden,
moeten schipbreuk hebben geleden.
Alle opvarenden moeten verdronken
zijn met uitzondering van één. De an
dere passagiers moeten aan boord van
het schip zijn gebleven, waar het on
mogelijk is hun hulp te verleenen.
Het Amer. min. van marine hoeft 3
groote kruisers der vloot van den
Grooten Oceaan voor on bepaalden tijd
naar de Philippijnen gezonden, waar
door de Amerikaansche vloot in het
Verre Oosten tot de sterkste is gewor
den, met uitzondering van de Japansche.
Aan de „Secoio" wordt uit Spezzia
gemeld, dat daar een hoog marine offi
cier wegens poging tot hoogverraad ge
vangen genomen en naar de militaire
gevangenis van Varignano gebracht is.
Nog meer arrestaties schijnen te wachten
te zijn.
Uit Parijs is alweer zekere Fournel,
stichter eener „Banque parisienne et
centrale", met de noorderzon vertrok
ken. Hij laat een tekort van verschei
dene honderdduizenden francs, maar
geen cent in kas achter. Vermoedelijk
heeft hij de wijk genomen naar België.
Fournel is slechts een aangenomen
naam; zijn ware is Botiaux, maar als
zoodanig is hij reeds meermalen in
handen der justitie geweest.
Met bereidwillige gehoorzaamheid, stond ze
op van haren stoel. Maar toen ze samen
weggingen, had hij alleen het woord, en te
oordeelen naar het geluid zijner stem, en
de gebaren, die zijn woorden vergezelden,
moest ik opmaken, dat hij haar hevige ver
wijten deed.
„Ja, ja, hij geeft haar een schrobbeering",
merkte Mr. Rossiter op, „en ik geloof niet,
dat een Amerikaansche dame het zich zou
laten aanleunen, om zoo door haren man
te worden aangepakt. Hij zegt haar, dat het
hoogst onvoorzichtig van haar is, zich met
u in te laten, daar hij haar toch uitdruk
kelijk verboden had, met zulke toevallige
kennismaking zich af te geven. Dat was
daar zoo even toch een komieke geschie
denis met den hond.
„Wat weet u dan van den hondvroeg
ik geheel ontsteld.
„Alles, Miss Fairholme zelfs nog meer
dan u, naar ik vermoed", antwoordde hij
glimlachend.
„Wie is u dan?"
„Een vriend. Maar hier, waar we door
iedereen gezien worden, kunnen we niet
spreken. Gevoelt u zich krachtig genoeg
voor een wandeling langs dek?" Daar ginds
zijn we veilig, en de menschen zullen in
den waan geraken, dat we den hond wat
beweging willen verschaffen."
Bereidwillig volgde ik hem, en wat hij
mij mededeelde, was wel in staat mij gerust
te stellen. Deze mijnheer Rossiter, die zoo
veel attenties voor mij had, was de com
pagnon en vertegenwoordiger van Mr. Snuy-
zer, van laatstgenoemde in last^ hebbend,
d:ens plaats in te nemen, voor het geval
hij Snuyzer mocht verhinderd zijn
van onzen stoomer gebruik te maken.
"T UWö VAN ALTEN/*
NAAR
Wordt vervolgd.)