Hel Land van Hensden en Altena, de Langstraat en de Boinmeierwaard, Armverzorging. Een jacht over den Oceaan. m\ UitgeverL. J. VEERMAN, Heusden. TVo. 3141. Woensdag 3 April. 1912. De nieuwe richting inzake de FEUILLETON. cT lAMD VAN ALTEN/ VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 7l/t ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. III. Een hoofdzaak is ook het bespreken van gemeenschappelijke belangen en het beramen van maatregelen tot be vordering eener goede armverzorging, in het bijzonder het steunen en bevor deren van samenwerking van alle in stellingen van weldadigheid welke ter plaatse werkzaam zijn. Ook aan hoofden en bestuurders van ondernemingen worden bij deze wet weer nieuwe verplichtingen opgelegd. Als een verzoek om ondersteuning is gedaan en het is werkelijk om te weten welk loon enz. de aanvrager en zijn gezin genieten, en wanneer dan het bestuur der weldadige instelling, van welke steun is gevraagd, de juistheid der inlichtingen, die de aanvrager geeft, wenscht te onderzoeken, dan worden nadere inlichtingen door den raad en anders door burgemeester en wethou ders gevraagd aan het hoofd of den bestuurder der onderneming waar de aanvrager zijn arbeid verricht. Wanneer in een gemeente geen ar menraad bestaat, dan kunnen burge meester en wethouders een register van inlichtingen instellen, aangaande armen die ondersteuning ontvangen van in stellingen van weldadigheid in de ge meente, of aau wie ondersteuning door de instellingen is geweigerd. Alle kosten van verzorging van een arme, uitgezonderd het loon voor ver strekten arbeid, kunnen worden ver haald op den ondersteunde, indien hij tot teruggaaf daarvan in staat is, of op zijn nalatenschap, alsmede van hen, die ingevolge de wet tot zijn onder houd gehouden zijn. De inkomsten van bezittingen, van weezen, vondelingen, verlaten kinderen en andere armen, verpleegd in gods huizen, kunnen gedurende den tijd der verpleging worden genoten door de instelling die de verpleging bekostigt, tot zoodanig bedrag als door den rech ter wordt bepaald. Op de nalatenschap van hen, die zijn verpleegd geworden in godshuizen, zoo even bedoeld, kunnen de kosten dier verpleging en der begrafenis worden verhaald, voor zoover die niet door het ARTHUR GRIFFITH. (23 „TJ zegt Saraband Zonen hebben alle draden in handen. Ik weet van niets, ant woordde Wood, ik zou graag eens ophelde ring ontvangen wat dat alles te beteekenen heeft." „Ik heb van Snuyzer alleen in breede trekken een en ander vernomen. Het kom- plot is door zekeren Mc. Quahe op het ge touw gezet." „O, dien ken ik. Ik heb reden om dit te gelooven „Deze Mc. Quahe was zeer goed met Mr. Faught, den erflater, bekend. Hij was in diens geheimen gedeeltelijk ingewijd, en de eerste die hoorde, dat het groot fortuin u zou ten deel vallen. Daarom ging hij met den Italiaan die in het geheel geen hertog is een vennootschap aan, en deze twee brachten een kantoorbediende mee, Simcox genaamd, vroeger geëmploieerd bij de nota rissen Gray en Quinlan. Dat is nu de hansworst, die uw persoon hier aan boord voorstelt, maar nu zal alles aan den dag komen, verlaat u in alles maar op de firma Saraband." „Eén zaak echter kan ik aan de heeren Saraband Zonen niet overlaten, en dat zijn de vermiste papieren, waarvan u de geschiedenis voorzeker kent, die moeten bepaald voordat we te Sandyhook aan komen weer in mijn bezit zijn. Als al het andere mislukt, moeten we de schurken aan boord laten arresteeren, maar ik zou genot der inkomsten zijn vergoed. Met meerderjarige verpleegden kun nen echter omtrent een en ander na dere overeenkomsten worden getroffen. Onder godshuizen verstaan wij alle inrichtingen, in welke armen met of zonder verzorging worden gehuisvest. Bij Kon. besluit zal ten slotte een algemeene armencommissie worden in gesteld en geregeld, tot het dienen van raad aan autoriteiten, en, op verzoek, aan instellingen van weldadigheid. Wat de algemeene grondslagen be treft waarop het ontwerp rust, schijnt men te moeten denken aan een soort van vergelijk tu6schen verschillende richtingen, waarbij de armenzorg in gestichten, die meer in het duister werkt, de meest mogelijke zelfstandig heid heeft behouden en waarbij het er op aangelegd is, dat een vrije armen zorg zich zooveel mogelijk zal ont wikkelen. Vrij algemeen acht men het in onzen tijd een plicht dat de overheid de mid delen bepaalt en de burgerlijke armbe sturen verplicht om de armen, welke tot deze besturen hun toevlucht moeten nemen, te helpen op andere wijze dan door bedeeling; maar aan dezen eisch is niet voldaan. Wat de samenstelling tusschen de verschillende instellingen van armen zorg betreft, wordt wel eens beweerd, dat deze bij ons niet op zulk een laag peil staat als men meent. Eigenlijk hangt hiervan alles af. Wij vreezen echter dat het toezicht van het burger lijk armbestuur onvolledig is, dat de particuliere vrijheid van handelen veel te veel is ontzien, dat de deur g >opend is voor dubbele ondersteuning en dat de samenwerking tusschen het burger lijk armbestuur en particuliere of ker kelijke instellingen volgens dezen wet niet wezen zal wat zij inderdaad behoorde te zijn. Wat de armenraden betreft, deze zijn op zeer omslachtige wijze samen gesteld en een fout schijnt het te wezen, dat zij ook werken zullen als bureaux, waarbij de arme zich om hulp kan aanmelden, hetgeen met den aard dezer lichamen in het geheel niet strookt. Bij vroegere schema's en ontwerpen stond deze wet naar onze tneening veel ten achtermaar wij erkennen dat veel zal afhangen van de personen, die ge roepen zijn haar uit te voeren. dat graag vermijden, want het kon ertoe leiden, dat iets van den inhoud der papieren bekend is en deze zijn van zeer geheimen, zeer vertrouwelijken aard." „Gelooft u niet, dat de Italiaan den inhoud reeds lang van buiten kent?" „De inhoud is van zulken zeldzamen aard, dat geen mensch aan zijn beweringen geloof zou slaan, zelfs onder eede niet, als hij zijn onthullingen niet met de bewijsstukken in handen kan bevestigen." „Dan zult u ze wel moeten terug hebben, maar hoe dat geleverd worden kan, weet ik waarachtig niet, tenzij men ze juist uit de kooi van Buona Mano wegneemt, en dat zou iets zijn als het ontdekt wordt." „Voor u zou het een diefstal zijn, voor mij niet. De papieren behooren mij, of liever mijn lastgever. Ik zou er nu geen bezwaar in zien, ze openlijk of in het geheim me toe te eigenen, of erom te vechten, als ik erbij kan komen." „U schijnt ook bereid te zijn, kapitein, de proef af te leggen, om in den pot te dwalen, als ik me in mijn vaktaal zoo mag uitdrukken," hernam Mr. Rossiter lachend. Den vierden dag onzer afvaart verscheen mijn meisje aan dek. Aangezien ik onaf gebroken op den uitkijk stond, ontwaarde ik haar van mijn verre plaats in het „Voor uit", lang voordat Rossiter mij een bericht gaf. Toen hij eindelijk op me afkwam, wilde hij alleen nog maar Colly halen. „De juffrouw is bijna krankzinnig, om den hond te zien," zei hij, maar toen hij terugkwam zag hij er tamelijk verschrikt uit. „Nu is de zaak verkorven! De hertogin van Buona Mano heeft uw naam op den halsband van den hond gelezen." „En vermoedt, dat ik aan boord ben „Dat zal ik nu juist niet beweren ten minste tot nu toe niet, maar het zal vroeg genoeg uitkomen, als ge voor het overig Htiitenla.n<l. De Fransche politie heeft thans de hand gelegd op zekeren André Soudy, een 20-jarig anarchistisch kruideniers- knecht, die gehouden wordt voor de persoon, die te Chantilly met zijn kara bijn de nieuwsgierigen op een afstand heeft gehouden terwijl de ander® leden der bende bezig waren met het plun deren van het bijkantoor der Société Générale. De politie had de laatste dagen zekerheid gekregen dat Soudy plotseling Parijs had verlaten en zich ophield te Berck, in het dep. Pas de Calais, bij een anderen anarchist, den chauffeur Ba- raille, dien hij per telegraaf van zijne komst had verwittigd. Zij hielden zich schuil in een hut in de duinen, waar zij zich veilig achtten tegen overrom pelingen door de politie. Zaterdagoch tend zag men een persoon, angstig rondkijkend, die hut verlaten en zich langs een omweg begeven naar het station Berck. Daar nam hij een kaartje naar Amiens en werd door de politie gearresteerd, vóór hij gelegenheid had zijn revolver te trekken. Hij was in het bezit van een aantal patronen en bijna 1000 francs in geld benevens een fleschje cyaan-kali, een zwaar vergif. Hij wei gerde iets mede te deelen zoolang ook „de anderen" niet waren gearresteerd. Het geld was hem door kameraden ge geven; hoe die er aan kwamen ging hem niet aan. Aan de misdaden droeg hij geen schuld; hij vond het daarom vervelend een maand of zes preventief opgesloten te worden. Hij is zwaar ge boeid per trein naar Parijs gebracht. Gebleken is dat hij reeds eenige malen met de justitie in aanraking is geweest en verscheidene maanden gevangenis straf heeft ondergaan wegens misdrijven tegen het gemeene recht. Ook wordt hij verdacht, twee maanden geleden te hebben ingebroken bij eene verbruiks- vereeniging, waar 900 francs werd ge stolen. Bij een doorzoeking van de hut in de duinen vond de politie verscheidene valiezen met brieven en brochures. Ba- raille werd 's avonds, toen hij thuis kwam, eveneens gearresteerd. Ook hij weigerde iets te zeggen. Ook heeft de politie de hand gelegd op zekeren Alexander Lebourg, een deserteur, die verdacht wordt den 31 Januari j.l. te Orleans een brigadier der gendarmerie te hebben doodgeschoten. Een zijner medeplichtigen heeft toen zelfmoord gepleegd en werd in het bezit gevonden van een zakboekje van Le bourg. Het staat vast dat Lebourg be hoort heeft tot de bende van de rue Ordener, maar niet dat hij aan hare misdaden heeft deelgenomen. gedeelte van de reis u niet zorgvuldig in uw kooi verborgen houdt." „Verstoppertje spelen doe ik niet, vriend, althans niet, voordat ik met Miss Fairholme gesproken heb, en dat ben ik voornemens te doen, met of zonder uw hulp of verlof." „Nu terstond?" „Ja, nu terstond, en wel daarginds op het Bchansdek, ten aanzien van iedereen. Ik kan het passagegeld Eerste Klasse be talen en zal het doen, onder een anderen naam." „Wilt u dan opzettelijk de aandacht op u vestigen en deze gauwdieven weer jacht op u laten maken het heele spel ver knollen „Wat zouden ze me kunnen maken? En als ze iets tegen me wilden beginnen, ben ik mans genoeg om me te weer te stellen. Voor open en eerlijke aanvallen ben ik niet bevreesd." „Oj>en en eerlijke aanvallen zijn het juist niet waaraan zij zich zullen bezondigen. Als u zich nu laat zien, geeft u hun aanleiding, zeer op hun hoede te zijn. Wees niet eigen zinnig, kapitein, wachten moet de leus wezen, niet waar?" „Hoe lang? Vandaag-Woensdag zyn we vijf dagen op zee op die manier zullen we nog te New-York komen, zonder dat ik haar gesproken heb." „Luister naar me, kapitein! Ik zal van avond nog, in het schemeruur, Miss Fair holme bij u brengen of wel u bij haar. Wat zegt u daarvan? Déér achter, ginds vóór het stuurtoestel, is een gezellig hoekje, juist groot genoeg voor twee luidjes, die veel van elkaar houden. „Hebt u haar gezegd, dat ik aan boord ben? Zoo niet, dan zou ik u zult dit begrijpen de voorkeur eraan geven „U behoeft met mij geen doekjes erom te winden, kapitein. Van mij heeft ze geen De gemeenteraad van Parijs heeft besloten, naar aanleidiug van het steeds driester worden van het optreden der misdadigers te Parijs en in de omstre ken in het bijzonder naar aanleiding van den te Chantilly gepleegden aan slag, een bijzondere politie-brigade in te stellen, bestaande uit vijftig man, wien speciaal het opsporen van misda digers wordt opgedragen. Voorts zal het aantal politie-agenten met honderd vijftig man uitgebreid worden. In de kamerzitting klaagde de afge vaardigde Berry over de zeer onvol ledige toepassing van de wet betreffende de verbanning van misdadigers en de wet, waarbij in bepaalde gevallen aan vreemdelingen het verblijf in Frankrijk wordt ontzegd. Er zijn, zoo betoogde de spreker, alleen in Parijs 8000 per sonen, die onder deze laatste wet vallen en die zich aan alle toezicht weten te onttrekken. Van de 300,000 te Parijs verblijf houdende vreemdelingen hebben er 220,000 zelfs niet eens opgave van hun verblijf gedaan. Van de bende auto bandieten, die ook de misdaad in de Ordener-straat gepleegd heeft en waar van Garnier en Bonuot waarschijnlijk de aanvoerders zijn, is Carrouy een Belg, Rodriguez een Spanjaard, Bat- chiche een Rus. In verschillende landen zijn deze misdadigers reeds veroordeeld, maar, zeide Berry, in Frankrijk kunnen zij vrijuit komen en gaan. Berry wees ook nog op het gevaar, dat de door niets beperkte verkoop van wapenen voor de openbare veiligheid oplevert. Boosdoeners kunnen zich zon der eenige moeite zooveel wapens ver schaffen als ze maar willen. De minister van binnenlandsche zaken beloofde dadelijk na de Paasch-vacantie der Kamer, voorstellen in te zullen dienen om het vraagstuk der openbare veiligheid op te lossen. Te Londen is een blauwboek gepu bliceerd over Perzië. De inhoud is be langrijk, wijl er uit blijkt, dat de voor malige Sjah er toe besloten heeft zich in Engeland te vestigen. De Standard schrijft naar aanleiding hiervan, dat de oud-Sjah de eerste afge zette Aziatische despoot is, die zich in Engeland komt vestigen. 4000 spoorwegbeambten in het Noor den van Spanje hebben besloten te staken. Zij verlangen een loonsver- hooging van 25 procent. Sedert den moord op den Vorst van Samosheerscht daar, volgens een bericht uit Konstantinopel aau de „National Zeitg." regeeringloosheid. Een bende woord vernomen, dat u hier op den stoomer is, en zal ze ook niets hooren. Of ze het een of ander vermoedt of niet, kan ik niet zeggen, maar ik zou niet weten, hoe ze op de gedachte moest komen, en als ze er al achter komt, zouden ge-n tien menschen haar vasthouden, maar ik geloof, dat ik nu mijn boekje eenigszins te buiten ga." Voor het overige van den dag, althans zoo lang Frieda aan dek was, bleef ik op de plaats vertoeven vanwaar ik haar het best kon waarnemen, en ik leende te dien einde een zeekijker van Rossiter, om haar gelaat nauwkeuriger te kunnen uitvorschen. Veelvuldig wisselende gewaarwordingen tee kenden zich af op haar wezenstrekken, gedachten aan mij, zooals ik ij del genoeg was te gelooven en wel te recht, zooals ik uit het hartelijk welkom mocht besluiten, waarmede ze me omhelsde, toen we eindelijk weer vereenigd waren. Hoe de tijd voorbijging, kan ik niet zeggen. We zaten hand in hand geklemd en zagen de lichende streep na, die de kiel van den stoomer door het water trok. Onbewust van onze omgeving en zonder ons in het minst erom te bekommeren, zouden we tot laat in den nacht daar zijn blijven zitten, zoo niet plotseling de schaduw van een rijzige gestalte zich op ons afgeteekend en de stem eener vrouw ons niet had aangesproken. „Neem me niet kwalijk," zei deze, „maar ik wist, dat ik me niet kon vergissen: u is kapitein Wood?" Het was de hertogin van Buona Mauol „Ik moet u spreken, om tot rust te kunnen komen," ging ze haastig voort, „en toch voel ik me hier te veel. Ik zou u niet graag storen, maar mag ik u iets vragen? Het is u dus gelukt te ontsnappen?" „Zooals u ziet mevrouw de hertogin, en wel zonder dat mij een weinig ongemak en ruwe behandeling daargelaten eenig van 12 man heeft de directie der douane overvallen en de ambtenaren gedwongen de kas te openen, waaruit een bedrag van 360 T. ponden gestolen werd. De gendarmerie werd door de bende ont wapend en haar kapitein vermoord. Aan de Berliner Zeitung wordt uit New-York geseind: Door de overwin ning van de rebellen in Noordoostelijk Mexico heeft de burgeroorlog een loop genomen, die zeer gevaarlijk is voorde stad Mexico. De opstandelingen zijn in staat alle wegen naar de hoofdstad te bezetten en alle telegrafische en tele fonische verbindingen met de stad af te snijden. Zij houden, daar zij alle wegen beheerschen, de stad reeds feite lijk ingesloten. Men heeftin Washing ton van den Amerikaanschen gezant in Mexico een telegram ontvangen, dat ernstige bezorgdheid gewekt heeft over het lot van de Amerikanen en Euro peanen, die daar wonen. Vele buiten landers zijn in hun consulaten gevlucht. De gezanten laten onder hun laudge- nooten wapens verdeelen. Vooral voor de Amerikanen in de stad Mexico wor den uit de Unie wapens gestuurd. Tegen president Madero, wiens val men spoedig verwacht, staan 4 gene raals van de opstandelingen in het veld. Zaterdag is uit Cleveland (Ohio) ge seind, dat het geschil tusschen de ar beiders in de vetkooldistricten en de mijneigenaars is bijgelegd. Alle werk gevers hadden een loonsverhooging van 5 percent ingewilligd. Volgens een aan het ministerie van. buitenlandsche zaken te Parijs ontvan gen telegram, heeft sultan Moelai Hafid het verdrag onderteekend, waarbij het Sjerifijnsche rijk onder protectoraat van Frankrijk gesteld wordt. De dagbladen bevatten een telegram uit Akaroa, meldende, dat kapitein Scott niet aan boord van het Poolschip „Terra Nova" is. Hij heeft den 3 Januari een boodschap gezonden naar het station van de „Terra Nova", in de Mc. Murdo sond, dat hij nog een winter in de Zuidpoolstreek bleef om zijn werk te voltooien. Zijne groep bevond zich toen op 150 mijl van de Pool en trok nog voorwaarts. De Londensche correspondent van de N. R. Ct. seinde Maandag: ShackletoD heeft vanmiddag in een interview verklaard allesbehalve verrast te zijn door het betreffende Scott ge seinde bericht. Hij is van meening, dat Scott de Zuidpool na den 3en Januari bereikt heeft, om daarop naar zijn win- leed is geschied. Er zal een dag komen, dat u de heele geschiedenis zult vernemen." „Gaarne had ik u dit ongerief van den beginne af bespaard. Ik heb het getracht met alles wat in mijn vermogen was, zelfs dien eersten avond in de opera, en later zou ik u graag gewaarschuwd hebben, maar ik had den moed niet duidelijk te spreken. En in dat verschrikkelijk huis was ik weer in uw nabijheid." „Inderdaad, mevrouw de hertogin," zei Frieda, u hebt aanspraak op onze dankbaar heid en wij hopen, u die in de naaste toe komst te kunnen betoonen." „Maar waarom is u hier vervolgde de hertogin ongeduldig. „En hoe is u hier aan' boord gekomen? Ik heb u de geheele reis nog niet gezien en de anderen vermoeden ook niets van uwe tegenwoordigheid, wat een geluk mag heeten, want ze zouden u ongerief aan te doen." „Dat hebben ze reeds gedaan, het nadeel, dat ze me berokkend hebben, is misschien in het geheel niet meer te herstellen. Ze hebben me bestolen." „Ja, ja, dat weet ik," antwoordde ze, „maar een bagatel en gemakkelijk te vergoedén. Voor iets ergers kunt u, nu u weder vrij zijt, u inacht nemen, als u de voorzichtigheid maar betracht. Waarom u thans weer zoo- veel waagt, daar u zich weer onder het bereik stelt van uw vijanden, kan ik niet" begrijpen." „Dat heb ik nooit geteld," antwoordde ik lachend. „Aan het geld is me niets gè^ legen, maar mijne eer, hertogin, staat op het spel. Ik moet zekere papieren terug hebben, die uwe menschen hebben gestolen, zoo niet, dan ben ik voor altijd onteerd." NAAR Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1912 | | pagina 1