liet Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
W e d ij v e r.
Een jacht over den Oceaan.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3144. Zaterdag 13 April.
1912.
FEUILLETON.
uind van alt&w
VOOB
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/» ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Ons leven ia een tocht over een
woelige zee, een wedloop, een wedstrijd
om pry zen. 't Laatste vooral. Overal
spant men zich in om in de voorste
gelederen te komen, om den hoogsten
prijs te behalende een wil den ander
voor zijn, hem de loef afsteken.
Er is veel goeds in dien wedijver.
Wien het niets kan schelen ofhijach-
teraankomt, zoo iemand wordt niet hoog
geschat; zoo iemand zal het ook niet
ver brengen, wat anderen loopen hem
voorbij, stooten hem terzijde, werpen
hem onder den voet.
De Jan Salie-geest, die den mensch
doet zeggen„kom ik er vandaag niet,
dan morgen wel", of: „de laatste schuit
moet ook vracht hebben," die geest
heeft velen ten verderve gebracht,
enkele personen, geheele familiën, een
geheel volk. Die wacht dat anderen
hem zullen helpen, die komt meestal
bedrogen uit; de raven brengen ons
geen spijze meer. Die meent dat hij
het volmaakte heeft bereikt, dat hij
zich niet meer behoeft in te spannen,
die zal weldra bij de anderen ten ach
ter zijn.
Eens stonden onze vaderen in menig
opzicht aan de spits der Europeesche
volkeren. Het kleine Nederland besliste
mee over het lot van Europaonze
kunstenaars en geleerden hadden een
wijdvermaarden naam; onze handel
bracht meer schepen te water dan de
andere Europeesche landen te zamen.
't Is waar, dat was niet vol te houden
op den duur, maar toen de kinderen
en kleinkinderen van die stoere mannen
de handen in den schoot legden in
plaats van ze uit den mouw testeken,
toen was het voor de anderen een
gemakkelijk te winnen spel. 't Gevolg
bleef dan ook niet uit, want op elk
gebied werden we door de anderen
overvleugeld.
Leest de bladen, vooral in het sei
zoen, dat nu weer aanstaande is! Wat
een wedstrijden! Wat gaat men zich
inspannen om een prijs te behalen, om
de eerste te zijn! Roeien, zeilen, voet
ballen, harddraven, muziekwedstrijden,
tentoonstellingen 't gaat alles om
te toonen dat men meedoen kan, om
de eerste te zijn.
ARTHUR GRIFFITH.
(26
De commandant grinnikte, want hij zag
in mijn bewering een nieuw bewijs van
krankzinnigheid.
„Ja, en behalve deze vier een jongmensch,
die zoo goed als in mijn dienst is, al behoort
hij tot het personeel van Saraband Zonen,
te
„Het detective-bureau te New-York? Van
die lui heb ik gehoord."
„Maar misschien is het hem niet aange
naam, als u te weten komt, wie hij is."
„Het draait er dus op uit, dat je ons
er geen borg voor geven kunt, he 1 Het wil
me voorkomen, dat je op het punt staat
van Zinken en heel gauw een volkomen wrak
zult zijn," hoonde de commandant. „De
heele geschiedenis ziet er verdacht uit. Je
slingert op plaatsen waar je niets te zoeken
hebt; er worden papieren op je gevonden,
die een ander passagier, als van hem ge
stolen aanwijet en die je maar klakkeloos
vernietigt, op het oogenblik, dat ze je zouden
afgenomen worden. Je zegt te heeten, zooals
een ander dien naam draagt Kortom,
de heele geschiedenis staat me niet aan, en
ik zal je zeggen, wat ik voornemens ben
met je te doen. Ik zal je onder streng toe
zicht gevangen houden, totdat wer te New-
York zijn gekomen. Daar mag je bij de
bevoegde autoriteiten je rechtvaardigen. Tot
zoo ver neem ik de verantwoording op me,
want ik moet voor den goeden naam en de
eer van mijn stoomer "kunnen instaan."
„Waar wilt u mij gevangen houden, com
mandant!"
„In een leege hut, die de administrateur
je zal aanwijzen. Je maaltijden zul je krijgen
Dat wedijveren is goed, want 't be
waart voor indommelen, voor overschat
ting van eigen kracht; 't leert ook den
tegenstander waardeeren. Maar 't heeft
ook zijn schaduwzijde. Want wie vaak
als overwinnaar uit het strijdperk komt,
hij loopt gevaar hoogmoedig te worden,
laag op het werk van anderen neer te
zien. En onthoudt men hem soms een
prijs, dan denkt hij o zoo gaarne aan
kwade trouw bij de beoordeelaars. Ook
wordt het spel zoo licht een hartstocht,
die hem meesleept, vaak in een ver
keerde richting.
Wie geregeld een zekere soort van
wedstrijden bijwoont, er nog wat meer
dan de buitenzijde van ziet, die zal o
zoo vaak de ervaring opgedaan hebben
dat, waar men edele bedoelingen ver
wachtte, poëzie dacht te zien, grof
winstbejag de spoorslag was, het dorste
proza de drijfveer. Wat een lage, slechte,
oneerlijke practijken soms om den prijs
te bemachtigen Wat een tegenwerking,
verdachtmaking zelfs, om den tegen
stander te benadelen, onschadelijk te
maken Gewone wedstrijden in de open
lucht, spelen van kinderen, vanonont-
wikkelden, kunnen ons dit alles leeren,
maar ook de wedstrijden van hen, die
we ons hooger, beter voorstellen dik
wijls, zijn er niet vrij van. En dat niet
alleen op het sportterrein.
De concert- en schouwburgzaal, het
tentoonstellingsgebouw en het parlement,
ze geven ons, als we ingewijd zijn,
herhaaldelijk te aanschouwen dat ook
dd&r de zucht om de beste te zijn tot
het bezigen van oneerlijke middelen
verlokt.
Wie zal de eerste zijn, de heerscher
Wie zal boven de anderen uitsteken,
over hen heerschen? Die vragen be-
heerschen het doen en laten van talloos
velen. Met eerlijke middelen strijden
om de zege te behalen, in een open
lijken strijd den tegenstander te be
kampen, voor een goed doel zijn krach
ten in te spannen zeker, niemand
zal het in den mensch afkeurenin
tegendeel, het is prijzenswaardig. Maar,
zooals gezegd het moet geschieden met
eerlijke middelen. Want al is de prijs
nog zoo groot, zoo die behaald wordt
met oneerlijke middelen, dan is er geen
eer, maar oneer en schande be
haald. Zoo'n overwinning verheft niet,
en naar behooren bediend worden, maar je
blijft acbter slot en grendel, totdat we vast-
gemeerd liggen, en Oom Sam iemand aan
boord stuurt, die je afbaalt."
„Ik kom daar tegen op, commandant, en,
zooals reeds gezegd, ik stel u voor alles
verantwoordelijk, het zal u berouwen!"
Op dit oogenblik ontving de commandant
een spoeddepêcbe van de commandobrug.
De officier van de wacht liet zeggen, dat
een groot stoomschip, waardoor de „Chat
tahoochee" al eenige uren was achtervolgd,
nu zeer nabij was, en signalen gaf.
„Hij wil met ons spreken," zei de vierde
stuurman, die de depêche had overgebracht,"
zijn vaartnummer staat niet in het seinboek,
zeker een van de nieuwe Britsche kruisers,
en Mr. Aston zegt, dat hij drie-en-twintig
mijlen loopt."
„Commandant Sherborne," zei ik, „dat
oorlogschip komt om de papieren, of ik
moest me al zeer vergissen," bracht ik met
een lachje van inwendige voldoening in het
midden. „Misschien is er iemand aan boord,
die mij kent."
Woedend zag de commandant mij aan,
maar hij sloeg zijn oogen neer voor mijn
kalmen blik en duidelijk kon ik zijn ge
dachten lezen: toenemende twijfel, de vrees,
zich in de vingers te hebben gesnedende
ongeregeldheden, die er voor hem moesten
voortspruiten uit het feit, mij, zonder ge
noegzaam bewijs, als dief te hebben behan
deld, en toch zat hij tot het einde hoog
te paard.
„Ik zal later met je afrekenen, mijn jon
getje, en wel behoorlijk. Jij kunt mij geen
vrees aanjagen."
„Als ik me een opmerking mag veroor
loven, commandant Sherborne, dan is uw
plaats nu op de brug. Ik wil me niet onder
winden, u uwen dienst te leeren, maar wan
neer iemand zich door drift laat overmees
teren, kan hij allicht iets over het hoofd
zien. We kunnen later het klein misverstand
tu-schen ons tweeën ophelderen, maai*nog
eens waarschuw ik u voor iederen maatregel
van geweld. Op die boot, dat oorlogschip
maar vernedert en verlaagt.
Eu jaagt men naar een onedel doel,
dan zal de behaalde zege geen lauwer
krans zijn. Wie in het lage, schande
lijke, gemeene, zijn vermaak zoekt, er
in tracht uit te munten, hij moge bij
zijn vrienden gezien zijn, door hen ge
vleid en geprezen worden, hij is niet
temin een schandvlek voor de mensch-
heid.
Beide moeten ze goed zijn in den
wedloop des levens: het doel en de
middelen. Niet een slecht doel najagen,
ook niet een goed doel met slechte
middelen najagen, denkende: het doel
heiligt de middelen wel, maar eerlijk
strijden voor datgene wat men voor
waar en goed houdt, en danvooruit,
niet rusten voor men het doel bereikt
heeft
Naar de Kölnische Volkszeitung meldt
moet het veelbesproken plan om den
Rijn, door Duitsch gebied heen, recht
streeks met de Noordzee te verbinden
veel besproken ook omdat men het
ontwerp bij wijze van dreigement ge
bruikt tegen Nederland, zoo dit den
Rijntol niet wil aanvaarden thans
vasten vorm hebben aangenomen, zoo
wel wat het tracé als wat de berekening
van de kosten betreft.
Het uitgangspunt van het nieuwe
kanaal zal, volgens het ontwerp, Wezel
zijn. Bij die plaats mondt de Lippe,
welke reeds genormaliseerd wordt, in
den Rijn uit, en zoodoende krijgt Wezel
ook aansluiting op het kanaalnet, dat
ten O. van den Rijn ontstaat. Het ont
worpen tracé loopt van den Rijn in
noordelijke richting naar Bocholt. Het
kanaal volgt dan over een lengte van
10 K.M. de grens, die het tot op 1 K.M.
nadert. Verder gaat het tusschen Stadt-
lohn en Vreden langs Ottenstein naar
Gronau in Westfalen, waar het in het
belang van de daar gevestigde nijver
heid in noordwestelijke richting omheen
loopt. Van Gronau loopt het kanaal in
westelijke richting langs de grens voort,
om bij de grens tusschen Westfalen en
Hannover met een grooten bocht weer
de richting van het noorden in te slaan.
Langs Nordhorn, de laatste groote fa
brieksstad, voor het kanaal in het heide
gebied links van de Eems komt stroomt
het ten Z. O. van die plaats.
Door de snijding met het Eerns-
daarginds bevinden zich misschien vrienden
van me
Toen ik dit zeide, zag ik, dat hij opnieuw
woedend werd, maar hij bedwong zich en
verliet de hut van den administrateur, met
een vloek en het bevel, mij mijne vrijheid
te laten.
Zonder dat iemand er zich tegen verzette,
ging ik naar het dek, posteerde mij in de
nabijheid van de trap, die naar de voorkajuit
leidde, en sloeg de voor mij zeer aantrek
kelijke gebeurtenissen gade, die thans aan
boord plaats grepen. De opvarenden waren
door de nadering van het prachtig oorlog
schip ten zeerste opgewonden. Het gerucht,
dat het met ons iets had uit te staan, had
zich als een loopvuurtje verspreid, door de
vele bonte seinvlaggen, die ieder oogenblik
wisselden van kleuren, en telkens werd de
nieuwsgierigheid nog verhoogd; maar ze
steeg ten top, toen het bevel afkwam, met
halve kracht te stoomen. Het oponthoud in
de vaart van een stoomschip verwefct altijd
opzien aan boord, en de passagiers ver
drongen zich op voor- en achterdek. Ik
bemerkte, dat die van de Eerste Klasse druk
mét elkander in gesprek waren en met
levendige gebaren naar het oorlogschip
wezen. Ook vele kijkeis waren erop gericht,
en ik zag, dat dit oponthoud in onze vaart
met misnoegdheid werd opgenomen. In onze
dagen, waarin de stoomschepen elkaar in
snelheid trachten te overtreffen en de een
het record van den anderen zoekt te slaan,
is een uur oponthoud een zaak van groot
belang.
Nu kwam op de eenigszins afgelegen
plaats waar ik stond, de slachter van de
„Chattahoochee" op me af. Colly was de
oorzaak geweest onzer kennismaking, en,
was dit heerschap anders wat chagrijnig en
kort aangebonden, zoo was hij nu ineens
spraakzaam en innemend. Hij had op oor
logsbodems gediend, en het gezicht van de
witte vlag had hem genoeglijk aangedaan.
„Het is de mooiste en de nieuwste kruiser,
die op het water zwemt I Harer Majesteits
oor logs too mer „Victrix", zei hij.
Bechte-kanaal zal aansluiting op hef
Dortmund-Eemskanaal en, door middel
van het kanaal van Almelo naar Nord
horn, met Nederland verkregen worden.
Daarna loopt het kanaal in noordelijke
richting door de heidevelden verder.
Het snijdt het Ilaren-Rütenbrocker-
kanaal, waardoor een tweede verbin
ding met het Dortmund-Eems kanaal
en de Nederlandsche kanalen tot stand
zal komen. Het kanaal zal zijn weg
vervolgen door een gedeelte van de
Bourtanger heide en ten slotte ongeveer
59 K.M. stroomopwaarts van de buiten
haven van Emden bij Rhede in de
Eems uitkomen.
De geheele lengte van het kanaal
zal 171 K.M. zijn. Hiervan loopen 12
K.M door de Rijnprovincie, 65 door
Westfalen en 93 door Hannover. Als
men het genormaliseerde stuk van de
Beneden-Eems erbij rekent, zal de heele
afstand van Wezel tot Emden 220 K M.
zijn; van Wezel tot Rotterdam is de
lengte 180 K.M. Van Emden tot in zee
bij Borkum is het nog 50 K.M., van
Rotterdam tot aan zee nog 33 K.M.,
zoodat de waterweg van Wezel door
Nederland naar zee 213 K.M., door het
Rijn -Noordzee kanaal 270 K.M. lang
zou zijn.
De hervatting van het werk in de
kolenmijnen heeft in Engeland reeds
een aantal ongelukken veroorzaakt, door
aardstorting enz., waarbij al menig mijn
werker het leven heeft verloren. Dins
dag zijn weer in een mijn te St. Helens
zes man onder een aardstorting bedol
ven. Drie werden er dood onderuit ge
haald en de drie anderen zwaar ge
wond. Door de langdurige staking was
de mijn in slechten toestand en van
Maandagochtend was men al bezig om
neergevallen blokken op te ruimen.
De oude aanvoerder van de Duitsche
socialisten, August Bebel, wordt door
slag op slag getroffen. Nadat verleden
jaar zijn vrouw gestorven was, bezweek
onlangs de man van zijn eenige dochter,
©en geneesheer, aan een bloedvergifti
ging, die hij bij bacteriologische proe
ven opgedaan had. Nu is Bebel's doch
ter ten gevolge van dit verlies krank
zinnig geworden.
Men zag Bebel reeds sedert eenigen
tijd niet meer in den Rijksdag, daar
hij te Zurich bij zijn dochter verblijf
hield.
Aan de Moesel, in den Eifel en in
den Hundsruck hebben aanhoudende
„Dus u kent dezen bodem?"
„Of ik hem ken? Mijn zwager is schie
mansmaat aan boord, en nog geen week is
het geleden, dat ik de kast, toen ze nog op
de Solent lag, van boven tot onder gezien
heb. Toen had de „Victrix" order, om naar
China te stoomen, en de duivel mag me
halen, als ik weet wat ze nu opeens midden
op de Atlantische zee moet zoeken."
„Ze zal wel een heel bizondere order
hebben."
„Misschien komt er oorlog, We beleven
ernstige tijden, en in de kranten heb ik
gezien, dat Frankrijk een oogje op ons
heelt nou, die kikkers mogen opkomen
als ze durven. Ik denk, dat het schip uit
gezonden is, om onze handelsvloot te waar
schuwen en bericht te geven."
„Nu, we zullen het gauw genoeg weten.
Kijk, hij heeft een sloep gestreken, en we
stoomen nu met halve kracht, om de luidjes
die erin zitten aan boord te nemen."
De „Victrix" lag ongeveer op een halve
mijl afstands. Toen haar sloep afstak en
met goed afgemeten maatslagen van haar
zestien riemen over de breede golven schoot
van den Atlantiechen Oceaan, zag ze in ver
gelijking met de geweldige grootte van den
kruiser eruit als een notedop. Bij de plecht
zaten drie mannen, en toen ik ze in het
vizier kreeg, zag ik, dat een hunner een
marine-officier, de twee anderen in civiel
waren.
Een hunner was niemand anders dan
mijn collega van het Rapporten-bureau,
majoor Swete Thornhill, en de andere was
de detective mr. Snuyzer.
Nu werd me aanstonds duidelijk wat me
te doen stond. Ik begreep, dat dit door snel
handelen mogelijk was: Swete Thornhill al
het noodige meedeelen en toch onbekend
te blijven. Daarom spoedde ik me naar den
tweeden salon en schreef hem het volgende
„Waarde Swete 1
Ik heb de papieren teruggekregen en over
boord geworpen. Laat niets meer over mij
j uitlekken, dan hoog noodig is, maar zie
sneeuwstormen gewoed en nu vriest het
er. De vruchtbloesems zijn vrijwel ver
nietigd. Ook in het dal van de Lahn
heeft het gevroren. De thermometer
stond Dinsdag op 31 Celsius onder het
vriespunt.
De gezagvoerder van een vruchten
boot, die te Mobile (Alabama) is aan
gekomen, bracht de tijding, dat duizen
den zijn omgekomen in de Indiaansche
dorpen bij Bocas-del-toro, tenge/olge
van een uitbarsting van den vulkaan
Chiriqui in Panama, op 5 dezer.
Verscheidene dorpen zijn vernield.
(De vulkaan Chiriqui ligt in het
westen van Panama, zeker 200 a 300
K.M. verwijderd van het kanaal.)
De overstrooming van de Mississippi
houdt aan. Berichten, die zijn ingeko
men uit Memphis, in den staat Tennes
see, behelzen, dat, naar luid van de
rapporten der ingenieurs van de regee
ring, ongeveer 30.000 menschen door
het water uit hun woningen zijn ver
dreven. Meer dan 2000 vierk. Eng. mijl
staan onder water. De tot dusver reeds
aangerichte schade bedraagt al over de
10.000 dollars.
Hagenbeek, de bekende handelaar in
wilde dieren en eigenaar van het die
renpark te Stellingen bij Hamburg, heeft
bekend gemaakt, dat een zijner verza
melaars een merkwaardig succes heeft
gehad. Deze reiziger, Schomburgk, heeft
in Liberië een levend exemplaar be
machtigd van het dwergnijlpaard. Men
zal trachten, het levend naar Europa
over te brengen. Verder schoot Schom
burgk een tweede exemplaar. Tot dus
ver bezit naar Hagenbeek tenminste
verzekert nog geen enkel museum
een dwergnijlpaardgeraamte.
Volgens de Neue Freie Presse zijn
Duitschland, Oostenrijk-Hongarije en
Italië het in beginsel over de her
nieuwing van het Drievoudig Verbond
eens.
In de Duitsche Noordzeehavens heeft
de aanhoudende storm van de laatst©
dagen groote verwarring gesticht. Het
scheepvaartverkeer stond geruimen tijd
stil. Veel schepen zijn gezonken en tal
rijke opvarenden vonden den dood in
de golven.
De reddingsposten te Wangerog, Neu*
werk en Dranske hebben een koorts
achtige werkzaamheid ontwikkeld en in
veel gevallen is het gelukt de beman
den commandant van de „Chattahoochee"
te bewegen tot een korte samenkomst met
u en Snuyzer in mijne hut of ergens anders,
zonder andere getuigen. Ik heb afdoende
redenen om mij schuil te houden.
Je dienstwillige,
W. Wood."
Dit briefje nam ik mee in de kajuit van
den administrateur, dien ik er gelukkig
aantrof met eindelooze en omvangrijke reke
ningen over levensmiddelen, die hem meer
schenen te interesseeren dan wat aan dek
plaats vond.
„U zult de goedheid hebben, dit terstond
den commandant te overhandigen," zei ik
op bevelenden toon. Het is bestemd voor
een der heeren, die aanstonds met de sloep
van den oorlogstoomer langszij komen."
„Ja zeker," zei de administrateur, wiens
houding, na de lezing van het adres, geheel
veranderde, waarop ik naar mijn waar
nemingspost aan dek terugkeerde, om af te
wachten de dingen die zouden komen.
Ik zag nu mijn vrienden langs de groote
trap aan boord stappeneerst den marine
officier, die den bij de valtrap staanden
commandant salueerde en vervolgens zijn
begeleiders aan dezen voorstelde, waarop
het gezelschap zich zwijgend door het ge
drang der van nieuwsgierigheid brandende
passagiers een doortocht baande en in de
hut van den gezagvoerder verdween.
Op de gevolgen van dit bezoek behoefde
ik niet lang te wachten, want een oogenblik
daarna werd ik door den opzichter van d©
Tweede Klasse aangeroepen, die me een
beetje kortaangebonden meedeelde, dat ik
me bij den commandant had te vervoegen.
„Master Willie," begon majoor Thornhill,
nadat we allen een handdruk hadden ge
wisseld, „hoe, voor den duivel, kom je hier
aan boord9 En ben je nu wel zeker omtrent
die papieren?"
„Dat heeft alles tijd. Wat de papieren
betreft, heb je commandant Sherborne maar
te vragen. Hij weet, wat ermee gebeurd is."
NAAK
(Slot volgt).