el Laad van lleusden en Altena, de Langstraat en de Üommeierwaard.
Op het Pinksterfeest.
Teruggeroepen.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3156. Zaterdag 25 Mei. 1912.
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/* ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Het zijn groote en gewichtige wereld
gebeurtenissen, waarvan de herdenking
ons wacht op de blijde feesten, die
aanstaande zijn. Dkn bepalen wij ons
inzonderheid tot de uitbreiding van de
leer des grooten Meesters, ten gevolge
der prediking ervan door de apostelen,
die voor het meerendeel voorheen zijne
discipelen of leerlingen waren geweest.
Sinds eenige jaren was Palestina als
Romeinsche provincie met Syrië ver-
eenigd. Keizerlijke procuratoren stonden
aan het hoofd des lands, waarbij de
bevolking echter zooveel doenlijk was
gelaten in het bezit van hare eigene
instellingen, wetten, zeden en gebruiken.
Het was op grond daarvan dat, onder
de negenjarige regeering van den land
voogd Pontius Pilatus, de Meester den
marteldood stierf.
Aan pogingen om het diepgezonken
Joodsche volk een betere toekomst, door
verbetering van hart en leven, te ver
zekeren, had het niet geheel ontbroken.
Johannes de Dooper was laatstelijk in
dien geest opgetreden; maar kon geen
genade vinden in de oogen van hen,
tegen wie hij als boetprediker optrad.
In zeker opzicht zette de g.-oote Stichter
van het Christendom om dit met
geheel juiste woord hier nu te bezigen
zijn werk voort; maar, op welke wijze!
Nooit had de wereld iets dergelijks
aanschouwd. Nooit had zij die schoone
en eenvoudige taal vernomen, waardoor
in kernachtige gezegden, in wonder
spreuken en gelijkenissen, een verheve
ner betrekking tusschen God en den
mensch verkondigd werd, dan men ooit
gekend had. Het kindschap in betrek
king tot den Schepper aller dingen, de
broeder- en zusterschap in de onderlinge
betrekkingen der menschen, de liefde
als beginsel en richtsnoer van het leven,
dat was en is de kern van Zijn leer,
door eigen rein leven bezegeld. Zóé
kwam inderdaad een koninkrijk Gods
op aarde, niet zooals de tijdgenooten
van den Meester meenden, een konink
rijk van deze wereld, waarin de heide
nen weer door het zwaard zouden
worden overwonnen en tot bekeering
gebracht, maar een zuiver geestelijk
rijk, een Messiasrijk van liefde, gods
vrucht en vrede.
Die prediking was een gruwel in de
oogen der secten, die geestelijk het
Joodsche land beheerschtenkleingees
tige vormendienaar8, die inderdaad hui
chelaars waren en spotten met alle ware
HUGH CONWAY.
(11
Ik zou naar mijn kamers in Walpolestreet
teruggegaan zijn, indien ik niet gevreesd
had dat, wanneer ik Maidenvale verliet,
Teresa, indien zij haar belofte mocht willen
houden, mij niet zou kunnen bereiken. Zoo
bleef ik aarzelen, tot er tien dagen langzaam
verstreken waren, en toen, toen ik juist
begon te wanhopen, kwam er een brief.
Hij was in Italiaanschen stijl geschreven
en bevatte niets anders dan dat de schrij ver,
Manuel Ceneri, de eer zou hebben mij tegen
den middag te komen bezoeken.
Er werd met geen woord in gerept over
het doel van dit bezoek, maar ik wist dat
dit slechts met één ding in verband kon
staan met den wensch van mijn hart.
Teresa had bij slot van rekening dus toch
geen valsch spel gespeeld. Pauline zou de
mijne worden. Ik wachtte met koortsachtig
ongeduld de verschijning af van dezenon-
bekende, Manuel Ceneri.
Een paar minuten over twaalven werd
hij aangediend en trad mijn kamer binnen.
Ik herkende hem aanstonds. Hij was de man
die met Teresa gepraat had in de schaduw
van de San Giovanni te Turijn. Ongetwijfeld
was hij „il dottore", over wien de oude
Teresa gesproken had als de man, die over
Pauline's lot kon beschikken.
zedelijkheid. Onderling doodsvijanden,
sloegen zij de handen in elkaar, om
den mond, die deze gehate leer verkon
digde, voor altijd het zwijgen op te
leggen en daarmede die leer zelve van
de aarde te doen verdwijnen.
Slechts in het eerste gedeelte van de
taak die zij zich voorstolden, konden
zij slagen. Hoe had het ook anders
kunnen zijn, daar immers van geen
menschelijk werk sprake was? Weldra
traden de apostelen moedig op voor het
oog der verbaasde wereldwelhaast
plukten zij de eerste vruchten hunner
verheven prediking, en het is vooral
van die feiten dat wij verheugd ge
dachtenis vieren op de dagen, die wij
gewoon zijn Pinksterdagen te noemen.
Na verloop van zoovele eeuwen is het
de heilige geestdrift dezer mannen, die
zich nog steeds aan de wereld mededeelt.
En inderdaad is dit ook dringend
noodzakelijk, want de aan de wereld
opgelegde grootsche taak, om het een
maal in haar midden uitgesproken
woord, aan alle schepselen te verkon
digen is nog steeds niet geheel vervuld,
en daarmede is tevens gezegd dat ware
menschelijkheid, innerlijke beschaving,
reine begrippen van zedelijkheid, nog
lang niet overal zijn gepredikt. Dat is
geheel iets anders dan het vestigen van
een naamchristendom, door het onder
werpen van gansche volksstammen,
zooals voorheen gebruikelijk was. Die
zoogenaamde christenen, die, om aan
hun eer- en heerschzucht te voldoen of
om louter staatkundige redenen, aldus
het christendom verbreidden, stonden
niets hooger dan de oude Israëlieten,
die droomden van een met geweld ge
vestigd Javeh- of Jehova-rijk. Als de
zending van den Heiland der wereld
dat karakter bad gedragen, dan zou
zij het zij met eerbied gezegd
beter achterwege zijn geblevenmaar
juist omdat de duisternis het licht niet
begrepen heeft en ook niet aanstonds
begrijpen kon, daarom is de Pinkster
arbeid niet een arbeid van jaren of van
tientallen van jaren geweest, maar een
arbeid van eeuwen geworden, waarvan
al de zwaarte ook nog drukt op ons,
kinderen der twintigste eeuw en waar
schijnlijk nog vele eeuwen drukken zal
op hen die na ons komen.
Het is wellicht juister gezegd, dat
die arbeid nimmer een einde zal nemen
want al moge eenmaal de tijd komen,
waarin het evangelie der liefde en des
vredes gebracht zal zijn tot de gansche
menschenwereldal nadert die tijd nu
misschien sneller, omdat wij zoo snel
Hij boog beleefd bij het binnenkomen,
wierp een snellen blik op mij als om zooveel
mogelijk gevolgtrekkingen te maken uit mijn
voorkomen en nam plaats in den stoel, dien
ik hem aanbood.
„Ik verontschuldig mij niet over mijn
belet vragen," zeide hij, „u zult stellig wel
raden, waarom ik kom."
Hij sprak vloeiend Engelsch, maar met
een zeer buitenlandsch accent.
„Ik hoop dat mijn gissing juist is," ant
woordde ik.
„Ik ben Manuel Ceneri. Mijn beroep is
geneesheer. Mijn zuster was de moeder van
Miss March. Ik ben om uwentwille uit
Genève gekomen."
„Dan weet u dus wat mijn wensch
de eenige wensch mijns levens is?"
„Ja, dat weet ik. wilt met mijn nicht
trouwen. Wel, Mr. Vaughan, ik heb meer
dan één reden om te verlangen dat mijn
nicht niet trouwt, maar uw voorstel heeft
mij aanleiding gegeven om de zaak nog
eens te overleggen."
Als Pauline een baal katoen geweest was,
zou haar oom niet met minder gevoel over
haar toekomst hebben kunnen spreken.
„In de eerste plaats, ging hij voort, men
heeft mij verteld dat u van goede familie
en rijk is. Is dat juist?"
„Ik ben inderdaad van goede familie,
beweeg mij in deftige kringen en mag rijk
genoemd worden."
„Ik veronderstel dat u mij dit laatste
punt zult willen bewijzen?"
Ik boog stijf, nam een vel papier en
schreef een paar woorden aan mijn zaak
waarnemers om hun te vragen aan brenger
de volledigste inlichtingen te geven omtrent
mijn vermogen. Ceneri vouwde het toe en
bergde het weg in zijn portefeuille. Hij
leven, daarmede is het groote werk van
de wedergeboorte der wereid niet vol
tooid. Al moge het werk der zendiDg,
in den engeren zin van het woord be
schouwd, eenmaal volbracht zijn, er zal
steeds arbeid genoeg overblijven op den
akker van het menschelijk hart, in de
samenleving, in allerlei maatschappelijke
verhoudingen, in staat en kerk. Want
al moge eenmaal de tijd komen, waarin
alle menschen zich christenen noemen
en niemand uit andere oorzaken dan
gemoedelyke overtuiging de leer van
den Heiland beleden heeft, daarmede is
geenszins gezegd, dat alom waarheid
zal zijn geworden, wat de Heiland der
wereld als het ideaal van een Godsrijk
heeft voorgesteld. Neen, daarvoor is
vrij wat meer noodig dan éénheid in
de hoofdpunten van belijdenis; daar
voor is noodig een algemeen en een
drachtig streven naar de verwezenlij
king der groote beginselen, die het Pink
sterfeest verkondigt. Zullen wij door
hooger geest bezielde kinderen des lichts
zijn, dan zullen wij met al wat in ons
is en met al de krachten en gaven dje
ons geschonken zijn, er naar streven
om, in ons dagelijksch leven, een af
schaduwing te vertoonen van het leven,
dat slechts eenmaal op aarde in ware
volmaking geleefd is; dan zullen de
ware begrippen van vrijheid, van broeder
schap, van liefde, van eenvoud, van
beschaving en zedelijkheid, geen ijdele
klanken, geen namen meer voor ons
zijn, maar in daden omgezette begin
selen, die wel geen verloren paradijs
op aarde zullen terugtooveren, maar
toch wel demenschheid duurzaam zullen
leiden in de richting van meerdere vol
making en daardoor tot hooger geluk
staat.
Moge de herdenking der heerlijke
Pinkster prediking ons dat alles weer
herinneren en ons sterken in het on
wrikbaar geloof in het bereiken van
een hooger levensstandpunt.
Ook daarbij zal voor het overige van
volle kracht en waarde blijven, wat de
Heiland zoo schoon heeft geleerd: dat
het koninkrijk der hemelen gelijk is
aan een mosterdzaad. Die stille, nederige,
schier onopgemerkte, halt vergeten wer
king, beeld van eenvoud en van klein
heid, ziedaar ook het beeld van den
waren weg, den weg langs welken, als
hooger geest den wasdom geeft op den
arbeid der menschen, mettertijd de spruit
tot een boom wordt, een boom die
zijn kruin ten hemel heft, en die een
veilige schuilplaats biedt aan zijn voet.
scheen te bemerken dat ik de koopmans-
achtige nauwgezetheid van zijn onderzoek
onaangenaam vond, tenminste hij zeide:
„Ik ben genoodzaakt om nauwgezet te
zijn in deze aangelegenheid, daar mijn
nicht niets bezit."
„Ik verwacht niets en verlang niets."
„Zij had eenmaal geld een groot for
tuin. Het is reeds lang geleden verloren
gegaan. U zult niet vragen hoe of waar
Ik kan alleen maar herhalen wat ik reeds
zeide."
„Zeer goed ik voel dat ik het recht
niet heb uw aanbod te weigeren. Hoewel
zij half een Italiaansche is, is zij Engelsch
in haar manieren en gewoonten. Een En
gelsch echtgenoot zal haar het best passen.
Ik geloof dat U haar nog niet over uw
liefde gesproken hebt?"
„Ik heb er geen gelegenheid toe gehad.
Ik zou het stellig gedaan hebben, doch
zoodra wij kennis gemaakt hebben, werd
zij elders heen gebracht."
„Ja, ik had Teresa strenge instructies
gegeven. Ik heb Pauline alleen toegestaan
in Engeland te wonen onder voorwaarde
dat zij Teresa zou gehoorzamen."
Hoewel deze man sprak als iemand, die
over zijn nicht absoluut gezag uitoefende,
had hij nog geen woord gesproken, dat de
minste genegenheid verried. Wat dat betreft,
kon zij best een vreemde voor hem geweest
zijn.
„Ik veronderstel dat ik haar nu zal mogen
bezoeken?" vroeg ik.
„Ja, maar op één voorwaarde. De man,
die met Pauline March trouwt, moet tevre
den met haar zijn zooals zij is. Hij moet
niets vragen, niets te weten zoeken te komen
betreffende haar geboorte en haar familie,
noch omtrent haar verleden. Hij moet ge-
Buitenland.
Te Londen hebben de aanvoerders
van de beweging voor vrouwenkiesrecht
wegens misdadige samenspanning, die
tot het inslaan van ruiten bad geleid,
terechtgestaan. In het strafgeding tegen
mevrouw Pankhurst en den heer en
mevrouw Lawrence hebben de gezwore
nen weliswaar de beklaagden schuldig
verklaard aan samenzwering, maar zij
bevalen een clement vonnis aan, daar
de beklaagden uit politieke drijfveeren
hadden gehandeld. De voorzitter ver
oordeelde de drie beklaagden elk tot 9
maanden gevangenisstraf. Mevr. Pank
hurst en de heer Pethick-Lawrence
moeten bovendien de kosten van het
geding betalen.
Na het uitspreken van het vonnis
vielen er merkwaardige tooneelen voor.
De vele kiesrechtvrouwen, die aanwezig
waren, riepen „schande". Zij gingen
allen langs de veroordeelden om hun
de hand te drukken en bemoedigende
woorden toe te voegen. Zij wuifden met
zakdoeken en riepen: Hoezee, houdt de
vlag hoogwaarop de veroordeelden
glimlachend antwoordden: Of we. Nie
mand verhinderde deze betooging.
Bij een gerechtelijk onderzoek, dezer
dagen gevoerd te San Diego, in Califor
nia, schijnt te zijn gebleken, dat leden
van de revolutionaire arbeidersorgani
satie de Industrial Workers of the World
een plan hadden beraamd om genoemde
stad met dynamiet te vernielen en dan
de stad te plunderen.
Op last van president Taft zal van
wege het departement van justitie te
Washington een nader onderzoek worden
ingesteld.
Donderdag werd uit Boedapest ge
meld
Sinds vanmorgen heerscht hier de
algemeene staking. Het heele garnizoen
is gemobiliseerd. Er zijn verscheiden
straatgevechten geleverd. De cavalerie
voerde bij herhaling charges uit op de
menigte en de infanterie loste tweemaal
salvo's.
Honderddertig gewonden werden door
de reddingsmaatschappij opgenomeD.
Tramwagens zijn omvergeworpen en
verbrand. Het tramverkeer staat stil.
Alle winkels zijn gesloten.
Aan de National Zeitung wordt uit
Boedapest het volgende geseind: De
stad levert het schouwspel op van een
slagveld. Sedert vanmorgen 10 uur is
er onophoudelijk tusschen stakende ar
beiders en de politie en de soldaten
gevochten. Alle zaken in de stad liggen
stil. De winkels en de kantoren zijn
gesloten. Ook alle verkeer in de straten
is opgehouden. De arbeiders, die zeer
gewelddadig optreden en geen middel
onbeproefd laten, om de politie terug
noegen nemen met de wetenschap dat zij
een dame is, dat zij zeer schoon is en als
hij haar bemint, zal dit hem genoeg zijn?"
Die vraag klonk zóó vreemd, dat ik, hoe
groot mijn hartstocht ook was, even aarzelde.
„Ik wil er dit nog aan toe voegen," ging
Ceneri voort, „dat zij goed en rein is en
van even goede familie als gij zelf. Zij is
een wees en ik ben haar eenige bloedver
want."
„Dan ben ik tevreden," riep ik uit en
stak hem de hand toe alsom de overeen
komst te bezegelen. „Geef mij Pauline en
ik vraag niets meer."
En waarom zou ik niet tevreden geweest
zijn? Wat behoefde ik iets te weten van
haar familie, haar verleden, haar geschiede
nis? Zoo vurig verlangde ik ernaar dit
schoone meisje de mijne te noemen, dat, al
had Ceneri gezegd dat zij een onwaardige
en verachtelijke was onder de vrouwen, ik
toch gezegd zou hebben„Geef haar mij en
laat haar een nieuw leven beginnen als mijn
vrouw I"
„Nu, Mr. Vaughan," zei de Italiaan, zijn
hand uit de mijne terugtrekkend, „wat ik
u nu vraag, zal u verbazen. U bemint Pauline
en ik geloof dat u haar niet geheel onver
schillig is
Hij zweeg even en mijn hart sprong op
bij die gedachte.
„Zoudt u spoedig, onmidde lijk, kunnen
trouwen? Zou ik, voor ik over een paar
dagen weer naar het Vasteland terugga, haar
toekomst geheel in uw handen kunnen
leggen
„Ik zou vandaag nog wel met haar willen
trouwen, als dit mogelijk was I" riep ik uit.
„Zoo overhaast behoeft dat f iet in zijn
werk te gaan maar zoudt u het kunnen
schikken op, laten we zeggen, overmorgen
te slaan, hebben in de straten barricaden
opgericht en van daaruit hebben zij de
politie en de soldaten met een regen
van steenen en revolverschoten terug
gedreven. Deze laatsten zagen zich toen
eveneens gedwongen van de wapenen
gebruik te maken en deden in stormpas
een aanval op de stakers. Zij namen
de barricaden en dreven de oproerma
kers in de zijstraten. Daar deze alle
straatlantaarns vernietigd en de gaspit
ten afgedraaid hebben, zal het vanavond
geheel donker zijn in Boedapest. De
straten zijn met glasscherven bezaaid,
daar overal ruiten ingegooid zijn. Tot
nog toe zijn 4 dooden, waarvan 2 politie
beambten en 100 gewonden, waarvan
de meesten zeer zwaar gewond zijn, ge
meld. Om half twee gelukte het den
militairen de menigte van het Parle
ment weg te drijven. De regen had de
volksmenigte een weinig verminderd.
Een later telegram aan hetzelfde blad
luidt: De kiesrechtbetoogingen van de
sociaal-democraten in Boedapest hebben
opgewonden, bijna revolutionaire vor
men aangenomen. Het geheele garni
zoen is uitgerukt. Er zijn vele salvo's
afgegeven. Het janhagel plundert café's.
Dames en heeren worden door apachen
aangevallen. Portemonnais en horloges
worden geroofd. Een schoolknaap is ge
dood. De beurs is gesloten.
Verder wordt aan de National Zeitung
nog geseind: De stemming in de stad
wordt van minuut tot minuut opge
wondener. Onschuldige voorbijgangers
loopen het grootste gevaar. Tegen 4 uur
kwamen nieuwe berichten over bloedige
botsingen tusschen arbeiders en de ge
wapende macht. Tot nog toe is er op
die plaatsen met groote verbittering ge
vochten. De reddingsmaatschappij meld
de reeds om 10 uur, dat zij niet in staat
was de vele gewonden op te nemen. Tot
nog toe heeft zij 60 verwonden in de
ziekenhuizen afgeleverd.
Des middags werden de soldaten ver
sterkt. In alle straten ziet men infanterie
met de bajonetten op het geweer en
cavalerie. De politie koestert voor de
avonduren ernstige bezorgdheid, daar
de betoogers telkens nieuwe verster
kingen krijgen. Om 6 uur 's avonds
werd uit Boedapest aan de National
Zeitung geseind: De militairen hebben
alle hoofdstraten en openbare pleinen
bezet. Tengevolge daarvan heerscht er
op het oogenblik in de binnenstad rust.
Iedere poging van de menigte, om zich
te verzamelen, wordt onmiddellijk ver
ijdeld. De politie is aan het zoeken
naar de leiders der socialisten en heeft
reeds verscheidene hoofden van de so
cialistische beweging aangehouden. Men
wil dezen voor de gebeurtenissen van
heden verantwoordelijk stellen. De
avondbladen hebben niet kunnen ver
schijnen. Het is ook twijfelachtig of de
Ik staarde hem aan en kon amper geloo-
ven dat ik hem goed verstaan had. Over
een paar dagen reeds met Pauline getrouwd
zijnl Dat was al te veel geluk daar moest
iets achter steken I Ceneri was stellig krank
zinnig I Maar om 't even, ik kon toch niet
weigeren mijn geluk aan te nemen, zelfs uit
de handen van een gek!
„Maar ik weet niet of ze mij bemint
zal zij het wel goedvinden?" stamelde ik
„Pauline is gehoorzaam, ze zal doen wat
ik verlang. U kunt haar het hof maken nü
haar huwelijk, in plaats van daar vóór."
„Maar kan een huwelijk wel zoo snel plaats
hebben
„Ik dacht dat er zoo iets als speciale
vergunningen daartoe te koop waren. U is
verbaasd over mijn voorstel. Ik ben genood
zaakt om ten spoedigste naar Italië terug
te keeren. En nu vraag ik ukan ik in de
gegeven omstandigheden Pauline hier achter
laten onder geen ander toezicht dan dat
van een oude dienstbode? Neen, Mr. Vaug
han, u mag het dan vreemd vinden of niet,
maar ik moet, vóór ik heenga, haar met u
getrouwd zien, of wel ik neem haar met
mij mee terug. En dit laatste zou misschien
voor u niet gelukkig zijn, daar ik hier in
Engeland alleen met mijzelf heb te rekenen,
terwijl in het buitenland misschien nog an
dere menschen geraadpleegd zouden moeten
worden en ik zelf misschien ook nog tot
andere gedachten zou kunnen komen.
„Laten we naar Pauline gaan en het haar
vragen," zeide ik en stond ongeduldig van
mijn stoel op.
„Zeker," zei Ceneri ernstig, „wij zullen
het haar dadelijk vragen."
DOOR
(Wordt vervolgd).