Hel Land van Heusden en iltena, de Langstraat en de Boinmelerwaard. Teruggeroepen. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3ISO. Woensdag 3 Juni. 1912. Ziekteverzekering. FEUILLETON. laud van alten/- Oorlog tusschen Italië en Turkije. voor Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 7ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. Dit onderwerp is voor ous niet nieuw. Toen indertijd de Raden- en Ziektewet in ontwerp werden ingediend, hebben wy ze in alle bijzonderheden besproken en wij kunnen ods niet eens meer met volle zekerheid herinneren wanneer dat was. Tegenwoordig, nu tusschen de in diening van een wetsontwerp en de in werkingtreding eener wet meestal vele jaren verloopen, zou het eigenlijk ver standiger wezen om er voorloopig maar geen kennis van te nemen. Intusschen is het niet te ontkennen, dat de ziektewet voor een groot deel van het volk van gewicht en beteeke- nis is en daarom kan het zijn nut hebben er thans nog eens in het kort op te wijzen, dat er indertijd een commissie van voorbereiding voor de behandeling van het ontwerp werd benoemd en in overleg met deze een gewijzigd ontwerp door den minister van landbouw werd ingediend. Wij behoeven niet te zeggen, dat er heel veel kans is dat deze wet in hoofd zaak ongewijzigd tot stand komt. Een nieuwtje op wetgevend gebied zullen dan zijn zekere colleges, bekend onder den naam van Raden van Arbeid, die de bestemming hebben om te dienen als uitvoerend lichaam niet alleen voor de ziekteverzekering, maar ook voor toekomstige verzekeringswetten. Deze deftige colleges zullen bestaan uit een bezoldigd rijksambtenaar als voorzitter, minstens acht onbezoldigde leden, gekozen voor de helft door de werkgevers en voor de helft door de arbeiders en voorts een bezoldigd secre taris; maar boven deze raden, als con troleerend college, zullen verzekerings raden staan, ook al uit een aantal be zoldigde en onbezoldigde leden bestaande en die o.a. voor hun district de pre mies en de uitkeeringen bepalen. Dat alles zal kolossaal veel geld kos ten, dat ten deele uit de premies der verzekerden gevonden moet worden. We krijgen wel een beetje kippenvel, als we bedenken dat we, nauwelijks aan het college van bakkersraden ontsnapt, in ziektezaken komen te staan voor vijf en tachtig raden van arbeid en verzekeringsraden, die het rijk een half millioentje zullen kostenmaar ook de ziektekassen zullen meer dan een half millioen moeten bijdragen. De vloed van ambtenaren, die sedert den tijd der rijksverzekeringsbank voor de ongeluk ken ons landje overstroomd heeft, neemt door HUGH CONWAY. (14 Het leven had voor mijn vrouw, voor zoover ik kon zien, geestelijk genot noch smart. Het Jeek mij toe dat zij haar geheele leven lang gewoon was geweest iemand te gehoorzamen. Het was die gewoonte welke mij zoozeer op een dwaalspoor had gebracht, mij bijna had doen denken dat Pauline mij liefhad, omdat zij anders niet toege stemd zou hebben in dat overhaaste huwelijk. Zóó was Pauline mijn vrouw 1 Een vrouw in schoonheid en gratie, een kind in haar bewolkten misvormden of achterlijk ge bleven geest! En ik, haar echtgenoot, een sterke man, die hunkerde naar liefde, zou misschien ten slotte van haar iets verkrij gen, dat "vergeleken kon worden bij de ge hechtheid van een kind aan zijn vader en moeder, of van een hond aan zijn meester. Toen de geheele waarheid mij bewust werd, zonk ik neer en weende bittere tranen. Ik beminde haar, zelfs nu ik dit alles wistIk had dit huwelijk zelfs niet onge daan willen maken. Zij was mijn vrouw, voor wie ik slechts liefde gevoeld had. Ik wilde mijn gelofte volbrengen, zou haar liefhebben en voor haar zorgen. Haar leven zou tenminste zóó gelukkig zijn als ik het slechts kon maken. Maar des niettemin wenschte ik eens af te rekenen met dien sluwen Italiaanschen dokter. steeds toe en het einde is er nog niet van te voorzien. Misschien krijgen we ook nog wel eens onze geheimraden en oppergeheimraden, met hunne respec tieve gemalinnen, evenals bij onze oos telijke naburen, die het in dat genre ver gebracht hebben. In ieder geval krijgen wij, flegmatieke Hollanders, nu weer ruim zes honderd ambtenaren er bij, ten deele bezoldigd en gepension- neerd. Men wil agenten van de Rijks verzekeringsbank tot voorzitters der raden van arbeid aanstellen, maar voor die agenten zullen dan toch weer an dere menschen moeten komen. Terecht heeft men er over geklaagd, dat op die wijze beschikt wordt over de krachten van een aantal menschen, voor bloot administratieven en grooten- deels noodeloozen arbeid, die niets tot. de algemeene maatschappelijke produc tie bijdraagt, terwijl men in Indië reeds genoodzaakt is om voor den aanleg van spoorwegen en voor den mijnbouw, van de diensten van buitenlandsche inge nieurs gebruik te maken. Natuurlijk komt het in hoofdzaak op de ziekteverzekering zelve aan en dan mag er wel eens op gewezen worden, dat hoofden van ondernemingen, tot de meest uiteenloopende politieke richting behoorende, en een aantal werklieden- vereenigingen hunne bezwaren hebben te kennen gegeven tegen deze aan een ongevallenverzekering vastgekoppelde ziekteverzekering. Het is immers van algemeene bekendheid dat de nijver heid zich zoo goed en zoo kwaad als het ging aan de ongevallenverzekering heeft aangepast, vooral door hare eigene onderlinge verzekering, en nu wordt door deze samenkoppeling alles weer in gevaar gebracht en een zeer groote kans op onbillijkheden in het leven ge roepen. Uit de verschillende ingediende re- questen blijkt dat men b. v. de bevoegd heid der Raden van Arbeid veel te groot acht. Deze bepalen voor hun district de premies en de uitkeeringen. De pre mies zijn in elk district voor alle ver zekerden even hoog; maar voor sommige groepen kunnen toch hoogere premies worden vastgesteld, in verband met het meerdere gevaar voor ziekte. Regel is een vaste premie, en daar deze, zoowel de ziektepremie als een deel der onge vallenpremie omvat, kan men voor groote onrechtmatigheden komen te staan, want de ongevallenrisico voor den eenen kan vele malen grooter zijn dan die van een ander, zoodat de premie van den Ik voelde dat het noodzakelijk wae hem nog eens te spreken. Ik zou alle bijzonder heden uit hem halen. Ik wilde weten of Pauline altijd zoo geweest was, of er hoop was dat tijd en een geduldige behandeling beterschap zouden teweeg brengen. Ik wilde verder de reden weten van zijn achter- houdenheid. Ik wilde de waarheid uit hem krijgen of het zou hem duur te staan komen. Ik zou geen rust hebben vóór ik tegen over Ceneri stond. Ik zei Pauline dat het noodig was dat wij onmiddellijk naar Londen teruggingen. Zij verried geen verwondering, maakte geen tegenwerpingen. Zij maakte aanstonds haar toebereidselen en was gereed om met mij mee te gaan, zoodra ik wilde. Dat was weer iets in haar, dat mij bevreemdde. Zoover het werktuigelijke dingen gold, was zij juist als iedereen. Bij haar toilet en zelfs bij de voorbereidselen voor een reis had zij geen hulp noodig. Al haar doen was dat van een volmaakt gezond mensch; alleen wanneer van haar geest gevergd werd zelf te arbeiden, kwam het gebrek aan het licht. De morgen grauwde toen wij aan Euston Station aankwamen. Wij hadden den heelen nacht gereisd. Ik glimlachte bitter toen wij op het perron uitstapten; glimlachte om het contrast tusschen de gedachten, die mij nu bezighielden, en die van een paar dagen te voren, toen ik de vrouw, die ik op zoo vreemde manier gewonnen had, in den trein hielp en ik, haar volgend, tot mij zelf gezegd had dat er nu voor mij een leven van volmaakt geluk begonnen was. Na over verschillende plannen nagedacht te hebben, besloot ik Pauline naar mijn eigen kamers in Walpolestreet te brengen. Ik kende de menschen daar zeer goed en was er zeker van dat zij gedurende mijn afwezigheid voor haar zoudeo zorgen, want een te hoog, die van een ander te laag is. Hoe men trouwens aan de hoogere premies voor de ziekteverzekering moet komen, is ons niet recht duidelijk. Men wil statistieke gegevens, maar bedriegen wy ons niet, dan zullen die eerst nog moeten worden gemaakt. Wij zouden tenminste niet weten waar zij van daan moesten komen. Een groot bezwaar schijnt ook ge legen in de ruime grens, waarbinnen de raden van arbeid de uitkeeringen voor bun district kunnen vaststellen. Als een verzekerde evenveel krijgt of hij werkt of niet werkt, dan zal hij zijn rusttijd wat langer nemen. De on gevallenverzekering heeft ons op dit punt verbazend veel geleerd. Er zijn twee wachtdagen; maar naderhand wor den die toch uitbetaald. De tiitkeering kan verlaagd worden tot 50 percent, maar ook verhoogd tot 90 en men is bevreesd dat dit laatste spoedig regel zal worden. Het ontwerp houdt geen rekening met de werkelijkheid, die leert dat men van gunstige bepalingen ingeval van ziekte, langer tracht te profiteeren dan noodig is. Men deelde ons mede dat het met deze wet zeer goed kan voorkomen, dat iemand in zieke dagen er beter aan toe is dan in gezonde, omdat er tal van onderlinge ziektepotjes zijn en bijv. in coöperatieve bouwverenigingen bij ziekte dertien weken vrijstelling van contributie gegeven wordt. Ons werd medegedeeld dat, toen een particulier werkgever zijn uitkeering bij ziekte tot het volle weekloon verhoogde, het aantal ziektedagen van 9 tot 21 per jaar steeg. Een ander werkgever had een dubbel bedrijf. In het eene keerde hij 70 en in het andere honderd percent van het loon bij ziekte uit en nu waren in het laatste bedrijf de ziektegevallen tweemaal zoo talryk als in het andere. Met zulke verschijnselen behoort een wet wel degelijk rekening te houden en dat doet deze niet; terwijl het een eigenaardigheid is dat de particuliere kassen later nooit hun premie zullen mogen verlagen. Als zij overleggen moeten de uitkeeringen verhoogd wor den. Men heeft deze wet er een genoemd van zonderlinge eenzijdigheid. Inder daad vreezen ook wij dat de nieuwe regeling moeilijkheden van allerlei aard zal opleveren. Deze verzekering zal veel te duur en een bekende verzeke ringskwaal alles behalve verheffend werken op hen die er door begunstigd worden terwijl zij bovendien de strijd, dien de nijverheid nu reeds op de wereldmarkt te voeren heeft ernstig zal verzwarenbezwaren dus van alle zijden en voor alle partijen, waarvan wij vreezen dat zij niet zoo gemakkelijk zullen zijn te ontgaan of te onder vangen. Buitenland. Volgens een telegram, dat de Gaulois uit Lissabon heeft ontvangen, is de menigte, die de door de rechtbank te Aziras vrijgesproken koningsgezinden vergezelde, aangevallen door gemaskerde mannen. Er werd gebruik gemaakt van ponjaards en revolvers, ook werd er met bommen geworpen. Er zijn 4 dooden en 16 gewonden. Buitenlandsche bladen hebben be richt ontvangen uit Tibet over den toestand in dien vazalstaat van China. Heel duidelijk zijn die berichten niet. Slechts dit staat vast, dat de Cbineezen er vooralsnog niet in zijn geslaagd, hun macht te handhaven. Heel Tibet is in opstanden het is zeer de vraag, of de nieuwe Chineesche regeering tijd, geld en gelegenheid zal kunnen vinden, ten einde een leger van voldoende sterkte bijeen te breagen om de Tibetanen te onderwerpen. De Tibetanen stellen zich op het standpunt, dat door het optreden van de huidige Chineesche regeering tegen de dynastie een eind is gekomen aan de suzereiniteit van China over Tibet. Want redeneert men in Tibet de band, die tot dusver Tibet bond aan China, was een persoonlijke band, in dien zin n.l., dat de Keizer van China beschouwd werd als den geestelijken broeder van den Dalai Lama. In Spandau is ingebroken in het bureau van het tuighuis van de artillerie en het is den dieven, die met de localiteit blijkbaar zeer vertrouwd waren, gelukt met behulp van valsche sleutels een kast te openen, waarin 100 teekeningen van de nieuwste geschutconstructies be waard lagen. Alleen deze teekeningen hebben de dieven medegenomen. De politie hehandelt de zaak met de grootste geheimhouding, maar het heet toch, dat ze een bepaald spoor volgt. Volgens de National Zeitung kunnen de teekeningen sleohts de veldkanonnen of de veldhouwitsers betreffen, en juist die houwitsers beschouwen de Duitsche deskundigen als een voordeel op de artillerie van alle andere staten. na een paar uren uitgerust te hebben, wilde ik aanstonds op reis gaan om Ceneri op te zoeken. Ik had uit Edinburg naar Walpole street geschreven om de lieden daar te zeggen zich gereed te houden voor mijn terugkomst en hun te vertellen wie ik meebracht; daarenboven had ik opnieuw een beroep gedaan op mijn oude, getrouwe Priscilla en haar gevraagd bij mij thuis mijn aankomst af te wachten. Ik wist dat zij om mijnentwille heel goed zou zijn voor mijn arm vrouwtje. Alles was voor ons in gereedheid gebracht. Priscilla ontving ons met oogen vol nieuws gierige verbazing. Ik zag dat haar sympathie door Pauline met één slag veroverd werd. Nadat wij een kop thee gedronken en wat gegeten hadden, vroeg ik Priscilla mijn vrouw naar haar kamer te brengen opdat zij de rust zou kunnen nemen, waaraan zij zooveel behoefte had. Pauline stond op haar kinderlijke, gedweeë manier op en volgde de oude vrouw. „Als ge voor mevrouws gemak gezorgd hebt, kom dan hier terug," zei ik, „ik moet je spreken." Ik was gedwongen iemand in 't vertrouwen te nemen. Ik wist das de oude vrouw te vertrouwen was en zou zwijgen. En dus vertelde ik haar alles of bijna alles. Ik legde zoo goed ik kon uit in welk een bij zonderen toestand Pauline verkeerde, deelde haar alles mede wat mijn korte ervaring mij daarom trent geleerd had en smeekte Priscilla, bij de genegenheid die zij mij toedroeg, de vrouw, die ik liefhad te bewaken en te verzorgen in mijn afwezigheid. Toen zij mij beloofd had, goed voor haar te zullen zijn, strekte ik mij op een sofa uit en sliep ver scheidene uren lang. In den namiddag ontmoette ik Pauline opnieuw. Uit Konstantinopel werd Maandag geseind: Sedert vanmorgen 10 uur woedt hier een groote brand, die in de omge- Ik vroeg haar of zij Ceneri's adres kende. Zij schudde ontkennend. „Tracht eens na te denken, mijn waarde," zei ik. Zij drukte haar fijnen vinger tegen haar wenkbrauw. Ik had reeds bemerkt dat een poging om te denken haar altoos ten zeerste in de war bracht. „Teresa weet het wel," zeide ik om haar op streek te helpen. „Ja, vraag het haar." „Maar zij is weg, Pauline. Kun je ons niet vertellen, waar zij is?" Wederom schudde zij wanhopig haar hoofd. „Hij zei me dat hij in Genève woonde," zeide ik. „Weet je in welke straat?" Zij sloeg een vragenden blik op mij. Ik zuchtte, daar ik wist dat mijn vragen nut teloos waren. Toch moest ik hem uitvinden. Ik wilde naar Genève gaan. Indien de man arts was, zooals hij zich voorgesteld had, dan moest hij daar bekend zijn. Kon ik hem te Genève niet opsporen, dan zou ik dit te Turijn beproeven. Ik greep mijn vrouws hand. „Ik ga een paar dagen op reis, Pauline. Je moet hier blijven tot ik terugkom. Ieder een zal lief voor je zijn. Priscilla zal je alles geven wat je noodig hebt." „Goed, Gilbert," zei ze zacht. Toen ging ik, na Priscilla nog eens in structies gegeven te hebben, op reis. Toen mijn rijtuig wegreed keek ik op naar het venster van de kamer, waarin ik Pauline had achtergelaten. Zij stond daar en keek naar mij en een groote vreugde kwam over mij, want ik verbeeldde mij dat haar oogen treurig stonden, als de oogen van een, die een dierbaren vriend verloren heeft. Het kan misschien louter verbeelding geweest zijn, doch daar ik nooit te voren mij zelfs ving van het ministerie van justitie is uitgebroken. De Turksche regeering heeft aan de mogendheden een rondschrijven doen toekomen, waarin zij zegt, dat de han delwijzen, die Italië in dezen oorlog in practijk heeft gebracht, voor het meeren- deel door de Haagsche conferentie uit drukkelijk zijn verboden, terwijl het uitzetten der Italianen tot de oorlogs maatregelen behoort, waar de conferen tie zich niet tegen heeft willen ver klaren. Op dit rondschrijven heeft de Ita- liaansche regeering geantwoord. Het is niet waar, zoo heet het in haar rond schrijven, dat duizenden inwoners van Tripoli zijn neergehouwen of wegge zonden. Enkele inboorlingen zijn na een gerechtelijk onderzoek ter dood ge bracht, anderen om redenen van veilig heid naar Italië gezonden. Het grootste deel van deze laatsten is reeds naar Noord-Afrika teruggekeerd. Verder is het niet waar, dat de Italiaansche vloot open kustplaatsen heeft beschoten en dat vanuit luchtschepen en vliegtuigen bommen op vreedzame inwoners en ziekenwagens zijn geworpen. Zulke bom men zijn alleen op troepen van strijders gegooid. Mogen ook een zeer klein aan tal ambtenaren en aanzienlijken van Rhodos zijn gevangen gezet, dit was een tijdelijke voorzorgsmaatregel en een vergelding, die in overeenstemming was met het volkenrecht, want de Italiaan sche mineralogisehe expeditie en andere burgers van Italië zijn door de Turken onwettig zeer lang gevangen gehouden. Ten slotte is het niet waar, dat de Italiaansche overheid de Mohammeda nen op de bezette eilanden bij de christenen heeft achteruitgezet. De be volking van de eilanden is, zonder onderscheid van godsdienst, welwillend behandeld. Italië heeft zelfs over het algemeen gehandeldin overeenstemming met de Haagsche Conventie, die zij niet eens heeft geratificeerd. De Italiaansche wijze van oorlogvoeren is door huma niteit ingegeven, in tegenstelling met de barbaardsche en wreede wijze van vechten van de Arabieren, die onder Turksch bevel staan, en in tegenstelling met het verontrusten van vreedzame Italiaansche inwoners van Turkije, die nu zelfs zijn uitgezet. Te Konstantinopel ontvangen tele grammen melden, dat Italiaansche schepen Ilidja Dandehs, op de kust van het vilajet Smyrna, gebombardeerd heb ben. Volgens berichten in de Engelsche bladen heeft de Italiaansche vloot ook de kustplaats Plaka, nabij Scalanova, in het Zuiden van het vilajet Smyrna, ge- cok maar verbeeld had zulk een uitdruk king daar te zien, was die blik in Pauline's oogen als het ware eeu steun voor mij om mee te nemen op mijn weg. En nu naar Genève en naar dokter Ceneri VI. Ik reisde overhaast, zoo snel als de stoom mij drages wilde, naar Genève, waar ik aanstonds onderzoek begon te doen naar dokter Ceneri. Ik had gehoopt dat het ge makkelijk zou zijn hem uit te vinden. Uit zijn woorden had ik opgemaakt dat hij zijn beroep in die stad uitoefende. Was dit zoo, dan moesten velen hem kennen. Maar hij had mij misleid ofwel ik had me vergist. Vele dagen achtereen zocht ik overal naar hem, deed overal navraag, maar kon geen sterveling vinden, die den man kende. Ik informeerde bij alle artsen in de stadgeen hunner kende den gezochten collega. Ten slotte kreeg ik voor mijzelf zekerheid dat hij mij een valschen naam had opgegeven, ofwel dat hij niet te Genève woonde. Hoe onbekend een geneesheer moge zijn, er is toch altoos wel de een of andere collega in dezelfde stad, die hem eens ontmoet. Ik besloot naar Turijn te gaan en daar mijn geluk te beproeven. Het was op den avond vóór mijn vertrek daarheen. Ik wandelde wat rond, was zeer mistroostig en trachtte mij zeiven diets te maken dat ik te Turijn wel beter zou slagen, toen ik een man zag loopen aan de overzijde van de straat. Zijn gelaat en zijn houding leken mij bekend, dus stak ik de straat over om hem beter op te kunnen nemen. EIIWUU» (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1912 | | pagina 1