Het Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
Teruggeroepen.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden,
No. 3161Woensdag 12 Juni
W eer berichten.
FEUILLETON.
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
1912.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/» ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Onze voorouders, en misschien ook
nog wel sommige onzer tijdgenooten,
die, even als wij zelf, met of zonder
reden, belang stelden of stellen in den
aanstaanden weerstoestand, waren of
zijn gewoon om 's morgens bij het ont
waken en 's avonds bij het naar bed
gaan, eens naar de lucht te kijken. Wij
menschen van den nieuweren tijd kijken
naar ons weerglas of, wat vrij wat
gemakkelijker is, naar de krant, die
ons vertelt wat wij van het weer kunnen
verwachten. Verschillende meeningen
daaromtrent behoeven in onzen tijd niet
meer te bestaan. Het meteorologisch
instituut aan de Bilt bij Utrecht kijkt
dagelijks voor ons uit, wat we van het
weer te verwachten hebben en zorgt
zoo ongeveer dat het heele land weet
wat men op grond der gedane waar
nemingen aan de Bilt hoopt of vreest.
Het moet gezegd worden, dat die
weerkundige waarnemingen niet in een
al te besten reuk staan en toch be
wijzen ze ons onschatbare diensten. Ze
komen vaak niet uit of slechts gedeel
telijk, maar het is een toestand die,
vergeleken bij het vroegere „raden"
naar het weer, schier volmaakt mag
genoemd worden. Ja, we zijn in dit
opzicht ontzagelijk vooruitgegaan.
Echter moeten wij er uitdrukkelijk
op wijzen, dat men aan het instituut
te de Bilt, rekening houdende met de
weerstoestanden elders en rekenende
met wind, temperatuur, enz., niet de
pretentie heeft van het weer te kunnen
voorspellen, maar, na nauwkeurige
waarnemingen, waarvan men weet en
erkent dat ze falen kunnen, alleen zijn
verwachtingen van het weer meedeelt.
Het zijn zeer redelijke verwachtingen,
waarvan men echter zeer goed weet,
dat ze berusten op niet geheel volkomen
berichten en waarnemingen en daarom
niet steeds juist kunnen zijn.
De hoogst bekwame personen, die
in den zoogenaamden sterretoren hun
waarnemingen doen, zijn zoo bescheiden
als geleerde menschen meestal zijn. Zij
erkennen dat ze het waarschijnlijk nooit
zoover zullen kunnen brengen om vier
en twintig uren te voren met zekerheid
te kunnen zeggen welk weer we krijgen
zullen. Men zou dan alle noodige ge
gevens op een bepaald oogenblik moeten
hebben en bovendien tijd om ze be
hoorlijk te verwerken.
HUGH CONWAY.
(16
„Ik hoor dat u naar Genéve is gekomen
om mq te spreken, mr. Vaughan?"
„Ja, ik wenschte u een en ander te vra
gen betreffende mijn vrouw."
„Ik zal u daarop antwoorden voor zooveel
ik kan, maar er is stellig veel waarop ik
een antwoord zal moeten weigeren. U her
innert u onze overeenkomst?"
„Ja, maar waarom bracht u mij niet op
de hoogte van den geestestoestand van mijn
vrouw
„U hadt haar zelf verscheidene malen
gesproken. Haar toestand was dezelfde als
die, waarin zij verkeerde, toen zij zoo aan
trekkelijk werd in uw oogen. Ik vrees dat
u teleurgesteld zult zijn."
„Waarom hebt u mij niet alles gezegd?
Dan had ik niemand iets kwalijk behoeven
te nemen."
„Ik had daar vele reden voor, mr. Vaug
han. Pauline was een groote verantwoor
delijkheid, die op mij rustte. En zij kostte
mij veel, want ik ben arm. En is het bij
slot van rekening zóó iets vreeselijks? Zij
is schoon, goed en lieftallig. Zij zal een
liefhebbende vrouW voor u zijn."
„U wenschte dus eigenlijk van haar af
te zijn."
„Dat was niet de heele kwestie. Er zijn
omstandigheden ik kan u die niet nader
uitleggen die maakten dat ik blijde was
haar te kunnen doen trouwen met een
Engelschman van goeden huize."
„donder te bedenken wat de man wel
En toch wordt er de uiterste zorg
aan besteed. De hoofddirecteur stelt de
weersverwachting gewoonlijk zelf op,
iederen morgen van half tien tot half
elf. Het bericht wordt dan aan alle ge
abonneerde bladen en anderen geseind
en het zoogenaamde weerkaartje is dan
al weg. Dat weerkaartje wordt te Utrecht
gedrukt; maar dat geeft soms veel last,
omdat, als er te laat een telegram uit
het buitenland komt, dit nog telepho-
nisch aan de drukkerij moet worden
bericht.
Natuurlijk doet men aan het insti
tuut wat men elders niet doet, nl. van
dag tot dag geregeld nagaan of de
verwachting uitkomt. Die dat niet doet
weet er nooit het rechte vanhij mop
pert dikwijls over teleurgestelde ver
wachtingen, maar ook dikwijls zonder
redelijken grond, terwijl men aan het
instituut minder ontevreden is, en zeer
goed ziet dat men vooruit gaat.
Men hangt echter grootendeels af
van de waarnemingen uit het buiten
land, in ieder geval van elders. Als
men iets bad moeten weten, waarmee
noodzakelijk rekening moest worden
gehouden, en men bleef daarvan on
kundig, dan moest men wel talen en
het komt bovendien heel vaak voor,
dat er telegrammen uit het buitenland
komen en het weerbericht reeds ver
zonden is.
Men moet bij dit alles bedenken dat
de natuur wel handelt naar vaste regelen
of wetten, maar dat onze kennis van
die wetten en van hare werking nog
zeer onvolkomen is. Dit is de reden
waarom de verwachting dikwijls maar
een schatting is. Men gaat met den
meesten ernst na welk weer men op
grond der ontvangen combinaties van
weergegevens, volgens theorie en erva
ring mag verwachten. De mogelijkheid
bestaat dat zich vroeger in negen en
negentig van de honderd gevallen uit
denzelfden toestand hetzelfie gevolg
heeft ontwikkeld; maar dan zegt men
aan het instituut toch niet: „het is nu
ook zoo"; maar waarschijnlijk is het
nu ook zoo"; en dan komt het wel
meestal uit en blijkt het telkens opnieuw
dat men vooral met de ervaring rekening
heeft te houdenmaar, zekerheid heeft
men toch niet.
Zooals gezegd, is het centraal obser
vatorium aan de Bilt. In Ylissingen,
Helder, Groningen en Maastricht zijn
de vier hoofdstations, die natuurlijk
voelen moet, die bemerkt dat de vrouw,
die hij liefheeft, niet veel meer is dan een
kind."
Ik was verontwaardigd en liet dat heel
duidelijk merken. Ceneri nam weinig notitie
van mijn opwinding en bleef volmaakt
kalm
„Er is nog iets anders wat in aanmerking
genomen moet worden. Naar mijn idee is
Pauline's geval geenszins hopeloos. En zelfs
had ik altijd gedacht dat het huwelijk de
kansen voor haar beterschap sterk zou doen
toenemen. Indien haar geest al tot op
zekere hoogte afwezig is, naar mijn inzicht
kan die langzamerhand weer opgebouwd
worden. Of wel het ontbrekende zal even
plotseling terugkomen als het wegging."
Mijn hart sprong op bij die hoopvolle
woorden. Hoezeer ik voelde bedrogen te
zijn, een werktuig geweest te zijn voor
de egoïstische bedoelingen van dien man,
was ik toch bereid om den toestand met
liefde te aanvaarden als ik maar eenige
hoop overhield om mij te steunen.
„Wilt u mij alle bijzonderheden mede-
deelen aangaande den toestand van mijn
vrouw Ik moet uit uw woorden opmaken
dat zij niet altoos zoo geweest is als nu?"
„Zeker niet. Het is een heel bijzonder
geval. Eenige jaren geleden kreeg zij plot
seling een schok leed zij plotseling een
groot verlies. Het gevolg daarvan was dat
het verleden geheel uit haar geest wegge-
wischt werd. Na eenige weken ziek geweest
te zijn, stond zij op met een geheel leeg
geheugen. Plaatsen had zij vergeten vrien
den waren vreemden vóórhaar. Haar geest
kon, zooals u daareven zeide, de geest van
een kind geweest zijn. Maar de geest van
een kind groeit, en zoo zal ook de hare
groeien indien zij behoorlijk behandeld
wordt."
„Wat was de oorzaak van haarziekte
wat voor een schok was dat?"
opzettelijk aan de uithoeken van het
land geplaatst zijn, om met het centraal
station een zoo volledig mogelijk over
zicht te krijgen over de weerstoestanden
van het geheele land.
Bovendien zijn er twee filiaal-inrich
tingen van het instituut gevestigd te
Amsterdam en te Rotterdam. Voor den
dagelijkschen weerdienst seinen de vier
hoofdstations viermaal per dag de waar
nemingen aan het Rijkstelegraafkantoor
te Amsterdam, waar ook binnenkomen
de telegrammen van een vijftigtal sta
tions, die op verschillende plaatsen van
Europa zijn gevestigd. Het telegraaf
kantoor te Amsterdam zendt al die tele
grammen door naar de Bilt.
Het telegraafkantoor te Amsterdam
zendt echter niet alleen de weertele-
grammen van de vier binnenlandsche
en vijftig buitenlandsche stations naar
de Bilt, maar het zendt ook de waar
nemingen, benevens die van het een-
traal-ob8ervatorium, naar de filiaal-in
richting te Amsterdam en ten deele
naar die te Rotterdamwant deze in
richtingen bewerken de weerberichten
voor de dagbladen, instellingen en par
ticulieren in die plaatsen zelf, terwijl
de Bilt zorgt voor de rest van het land.
Behalve deze draad berichten heeft de
telegraaf nog eiken dag over te seinen
de ruim honderd telegrafische weer
berichten aan de dagbladen, gemeente
besturen, tot aanplakking aan de post
en telegraafkantoren en in den zomer
aan land- en tuinbouwleeraren.
Op 140 plaatsen zijn regenmeters
geplaatst.
Op een paar honderd stations worden
de onweders waargenomen en dan zijn
er nog personen die aan het instituut
opgaven verstrekken omtrent kringen
om zon en maan enz.
Jaarlijks verschijnt er een verslag der
onweders, optische verschijnselen enz.
Dit is een nuttig werk, vooral ook
ten dienste der assurantie maatschap
pijen, die er belang bij hebben te weten,
in welke streken door bliksem veel
brand ontstaat. Doch ook andere ver
zekeringsmaatschappijen, b.v. die tegen
hagelschade, hebben nut en gemak van
de waarnemingen van het instituut.
Uit een en ander blijkt ten duide
lijkste van welken omvang deze hoogst
nuttige instelling is. Meer dan dertig
ambtenaren en beambten zijn er aan ver
bonden. De jaarlijksche kosten van het
instituut bedragen ongeveer f 110.000
„Dat is een van de vragen, waarop ik
niet kan antwoorden."
„Maar ik heb het recht dat te weten."
„U hebt het recht er naar te vragen,
doch ik heb het recht te weigeren erop te
antwoorden."
„Vertel u me een en ander over haar
familie, over haar vrienden."
„Zij heeft familie noch vrienden behalve
mij."
Ik vroeg nog andere dingen, maar de ant
woorden die ik kreeg, zijn de moeite niet
waard ze te vermelden. Ik zou dus naar
Engeland terug moeten gaan, niet veel
wijzer dan ik weggegaan was. Maar er was
nog een vraag, waarop ik dringend vroeg
een duidelijk antwoord te ontvangen:
„Wat heeft die vriend van u, die Engelsch
pprekende Italiaan met Pauline te maken?"
Ceneri haalde zijn schouders op en glim
lachte.
„Macari? Het doet me plezier u althans
op één punt volledig te kunnen inlichten,
mr. Vaughan. Een paar jaar vóór Pauline
ziek werd, meende Marcari dat hij op haar
verliefd was. Hij is nu woedend op mij,
dat ik haar heb laten trouwen en ver
klaarde dat hij alleen op haar beterschap
wachtte om zijn geluk bij haar te beproeven.
„Waarom kon hij niet evengoed voor uw
bedoelingen gediend hebben als ik gedaan
schijn te hebben?
Ceneri keek mij uitvorschend aan en
vroeg: Heeft u spijt, Mr. Vaughan?
„Neen niet, wanneer er nog een kans
is, zelfs al is het maar een geringe kans.
Maar ik moet zeggen, Dr. Ceneri, dat u mij
op een onbeschaamde manier misleid en
teleurgesteld hebt."
Ik stond op om heen te gaan. Toen zei
Ceneri met meer gevoel, dat hij tot dusver
ooit aan den dag gelegd had:
Mr. Vaughan, oordeel niet te onvriendelijk
over mg. Ik erken dat ik slecht gehandeld
de telegrafische berichten alleen ver
tegenwoordigen een waarde van f33.000.
Buitenland.
Volgens een bericht uit Cherbourg
is bij een oefening van de fransche
oorlogsschepen de Saint Louis Zater
dagmorgen bij een aanvalsoefening
eenige mijlen ten N. van de zeestroo-
ming bij Kaap La Hogue gestooten op
den onderzeeër Vendêmiaire, die onder
den voorsteven van de Saint Louis was
verschenen. De onderzeeër werd waar
schijnlijk in tweeën gesneden. De ramp
gebeurde op een plaats waar de stroom
zeer sterk en zeer onregelmatig is. Be
halve de commandant en een tweede
luitenant waren er 25 man aan boord.
De vice-admiraal Marolles heeft het
volgende medegedeeldTegen half zeven
voeren de schepen van het escader in
een rij. Het was aangevallen door de
te Cherbourg gestationneerde onder-
zeesche booten. Plotseling vertoonde
zich de periscoop van een van hen zóó
vlak voor den boeg van de St. Louis,
dat het voor het pantserschip onmoge
lijk was nog een beweging te maken
om een botsing te vermijden.
Na de botsing zag men luchtbellen
naar boven borrelen. Dit verschijnsel
hield wel een tien minuten aan. Eenige
stukken hout van de commandobrug
kwamen terstond aan de oppervlakte.
Het escader bleef ongeveer een uur
zonder iets te zien. De maritieme-pre-
fect is met het reddingsmateriaal, het
welk naar de plaats des onheils was
vertrokken, teruggekeerd, aangezien de
redding onmogelijk was.
Vice-admiraal Besson, de gewezen
maritieme prefect van Cherbourg, heeft
verteld, dat hij de plek, waar thans het
ongeluk gebeurd is, heel goed kent;
het is de z.g. raz Blanchard. Er zijn
daar zeer vele, heel sterke stroomingen
zoodat Besson overtuigd is, dat de Ven
dêmiaire meegesleurd is. En daar de
diepte van het water er bij ebbe drie-
en-vijftig meter is, is er, zoo meent
Besson, ook niet meer de geringste
kans op redding, daar een onderzeesch
vaartuig, zelfs al is het onbeschadigd,
op zulk een dieptè de geweldige druk
king van het water nauwelijks weer
staan kan.
Er heeft zich een nieuwe groep in
de Fransche Kamer gevormd, bestaande
uit vrije socialisten en socialistische
radicalen. Zij noemt zich: groep van
republikeinsche en sociale actie. De
groep heeft geen voorzitter en zal be
stuurd worden door een commissie van
drie leden, die voor den tijd van zes
heb tegenover u. Ik moet u méér vertellen,
dan ik van plan was te doen. De verzoeking
om Pauline onderdak te brengen in een
weelderige en comfortabele omgeving was
voor mij onweerstaanbaar. Ik ben haar
schuldenaar voor een zeer groot bedrag. Op
een gegeven oogenblik bedroeg haar ver
mogen meer dan vijftig duizend pond. Dat
alles gaf ik uit
„En daar durft u nog over te spreken!"
zei ik scherp. Hij maakte een waardig ge
baar met de hand.
„Ja, daar durf ik over te spreken. Ik gaf
het uit voor de vrijheid voor Italië. Het
was in mijn handen als beheerder. En zou
ik, die mijn eigen vader, mijn eigen zoon
voor die zaak geplunderd zou hebben,
hebben geaarzeld om haar geld voor dat
doel te gebruiken Iedere stuiver werd uit
gegeven voor de zaak en was goed besteed."
„Het was een misdaad een wees te be-
rooven."
„Noem het zooals u wilt. Er moest geld
zijn. Wanneer zou ik mijn eer niet hebben
geofferd aan mijn land, zoo goed als ik er
mijn leven voor veil had?"
„Onnoodig daar nog over te redetwisten
die zaak is afgeloopen."
„Juist, doch ik vertelde ze u om te doen
zien waarom ik wenschte Pauline een tehuis
te verschaffen. Daarenboven Mr. Vaughan"
zijn stem daalde tot gefluister „ver
langde ik haar dat tehuis dadelijk te ver
schaffen. Ik moet deelnemen aan een on
derneming waarvan het einde niet te over
zien is en het terugkomen onzeker. Ik
betwijfel of ik u wel opgezocht zou hebben,
zonder dit. Er is alle kans dat we elkaar
nooit weer terugzien."
„U meent dat u betrokken is in een of
ander complot of samenzwering?"
„Ik meen wat ik daar zei, niets meer
en niets minder. En nu zeg ik u vaarwel."
Hoe boos ik ook op dien man was, kon
maanden gekozen worden en niet on
middellijk herkiesbaar zijn.
Te Rijssel is een werkplaats van blik-
slagerswerktuigen in de lucht gevlogen.
Een man werd gedood en drie ernstig
gewond; verscheidene werklieden en
voorbijgangers werden door de glas
scherven van de vernielde werkplaats
licht gewond.
De Temps schrijft, dat volgend in
lichtingen uit zekere bron Bulgarije en
Servië een verbond gesloten hebben om
Macedonië te verdeelen. Rusland, Grie
kenland en Roemenië zouden hiervan
weten en de reis van koning Ferdinand
zou ten doel hebben Oostenrijk en
Duitschland te polsen.
De Berlijnsche correspondent van de
Kölnische Zeitung teekent hierbij aan:
Dat de koning van Bulgarije de toe
stemming van Duitschland en Oosten
rijk voor aanvalsplannen zou willen
komen halen, is, het politiek inzicht
en de takt des konings in aanmerking
genomen, onmogelijk.
Een telegram uit Seward, in Alaska,
meldt: Het stoomschip Dora is hier
Zondag geheel met asch bedekt aange
komen. De bemanning en de reizigers
hadden een uitbarsting gezien van den
Katmai op de Aleöetsche eilanden. Zij
gelooven dat verschillende visschers-
dorpen aan de Tsjelihof straat verwoest
zijn geworden. Eerst hoorden zij het
geluid van een ontploffing; daarna
daalde een vreeselijke regen van stuk
ken rots en asch op het land neer, die
de zon verduisterde. Ofschoon het
stoomschip op een afstand van 110 K.M.
was, heerschte er Donderdagmiddag om
4 uur volslagen duisternis. Een dikke
aschlaag viel op de dekken van het
schip. De passagiers werden ziek van
de benauwde atmosfeer.
Men meldt uit Reims:
Zondagavond om half acht is de vlie
ger Dubreuil, die met een passagier
boven het vliegplein van Betheny zweef
de, terwijl hij zich gereedmaakte om te
landen, een hoogte van 50 meter ge
vallen.
Het toestel kwam op den passagier
Visseur terecht, die vermorzeld werd
door den motor.
Dubreuil zelf heeft een gezwollen ge
laat en klaagt over hevige pijnen aan
den schouder en in de lendenen. Msn
houdt zijn toestand niet voor onrust
barend.
Het lichaam van Visseur is één groote
wonde, alle ledematen zijn verbrijzeld.
Visseur was 40 jaar oud; hij had zich
kort geleden uit zijn zaken terugge-
ik toch de hand niet weigeren, die hij mij
toestak.
„Adieu", zei hij. „Misschien zal ik u over
een paar j aar schrij ven om u te vragen of mij n
voorspellingen aangaande Pauline uitge
komen zijnmaar als u niets van me hoort,
behoeft u geen moeite te doen om naar mij
te zoeken of te informeeren."
Zoo verlieten wij elkaar. Het rijtuig wacht
te nog op me om me naar het hotel terug
te brengen. Onderweg zag ik den man, dien
Ceneri Macari had genoemd. Hij wenkte
den koetsier te stoppen en stapte toen naast
mij in het rijtuig.
„Hebt u den dokter gesproken. Mr. Vaug
han?" vroeg hij. En ik hoop dat u alles
vernomen heeft wat u wenschte te weten
„Dr. Ceneri heeft mij op tal van vragen
antwoord gegeven."
„Maar niet op alle. Ceneri zal niet op
alles antwoorden."
Hij lachte met een cynischen, spottenden
lach, en bleef zwijgen.
„Had u mij gevraagd," ging hij voort,
„dan zou ik u meer verteld hebben dan
Ceneri."
„Ik ben gekomen om Dr. Ceneri alle
mogelijke inlichtingen te vragen betreffende
de geestesziekte van mijn vrouw, waarvan
u naar ik meen op de hoogte zijt. Als u
mij iets kunt mededeelen wat mij van
dienst kan zijn, dan verzoek ik u dat te
doen."
„Vroeg u hem niet wat de oorzaak ervan
was?"
„Ja. Hij zeide dat het een schok geweest
was."
„U vroeg hem zeker wat voor een schok
en dat zei hij u niet."
„Ik- veronderstel dat hij daar zijn redenen
voor gehad zal hebben."
„Ja. Zeer goede redenen, familie-redenen."
„Als u mii kunt inlichten, wees zoo goed
dat dan te de
loen.
lT Unö VAM ALTEN/-
DOOR
(Wordt vervolgd