Hel Land van Heusden en Altena, de Langslraal en de Buinmelerwaard.
Teruggeroepen.
't Onderwijs.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 317QZaterdag 13 Juli.
1912.
FEUILLETON.
Oorlog tntfsehen Italië on Turkije.
Unb VAN ALT^;
VOOR
Dit blad verschijnt "WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 7Vt ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Wij zijn voorstanders van goed, van
zoo goed mogelijk onderwijs.
Waarom'?
Wel, heel eenvoudig.
Door onderwijs wordt 't kind ont
wikkeld. Hoe slechter 't onderwgs, hoe
slechter ontwikkeling; hoe beter onder
wijs, hoe beter ontwikkeling. Nu is het
voor ieder en voor ons allen 't beste
dat de mensch zoo ontwikkeld mogelijk
zijAan domme, onontwikkelde men-
schen heeft de maatschappij weinig of
niets, nietwaar? Dus, is 't onderwijs
goed, zoo goed mogelijk, dan zullen de
kinderen ook goed ontwikkeld worden,
zoo goed als dat mogelijk is. Is 't dus
wonder dat wij voorstanders van zulk
goed mogelijk onderwijs zijn? Want
wij wenschen 't volk zoo ontwikkeld
mogelijk, dit èn in 't belang van ieder
voor zich èn in 't belang van ons allen.
Hoe meer ontwikkeld een volk toch is,
onder hoe beter omstandigheden dat
volk ook zal leven. En dat laatste is
ons aller wensch. Ons aller wensch
moet dan ook zijnzulk goed mogelijk
onderwijs, want door 't onderwijs komt
de ontwikkeling en mèt de ontwikke
ling komt de vooruitgang en welvaart.
Nu wordt er wel meermalen beweerd
dat 't onderwijs hier te lande, 't ge
wone lager onderwijs, niet zoo heel
best is, dat 't onderwijs in Duitschland
bijvoorbeeld veel beter is, en dan wordt
wel eens speciaal op 't Mannheimer
schoolstelsel gewezen, als zijnde een
bovenst best stelsel om den kinderen
te onderwijzen.
Wij zijn geen deskundigen op onder
wijsgebied en houden daarom onze
meening over dat stelsel voor ons zei ven.
Maar wij zijn er van overtuigd, dat
onze lezers belang stellen in 't een en
ander daarover, omdat 't onderwijs ook
hun zoo na raakt. Die belangstelling
kunnen we misschien gedeeltelijk be
vredigen. Door B. en W. van Amster
dam toch was eene commissie belast
met het instellen van een onderzoek
of de toepassing van het Mannheimer
schoolstelsel op de openbare lagere
scholen in Amsterdam wenschelijk en
mogelijk was. 't Rapport van die com
missie is verschenen en 't is daaruit
dat we onzen lezers iets willen mede-
deelen.
In 't rapport wordt opgemerkt dat
de Nederlander bij het doorzien van
het Mannheimer leerplan sterk getrot-
HUGH CONWAY. (25
Lord X stelde mij voor en na een buiging
gemaakt te hebben, wachtte ik de bevelen
van den Tsaar af.
Hij keek mij een seconde lang aan en
sprak mij toen in vloeiend Fransch, zonder
veel vreemd accent aan.
„Men heeft mij gezegd dat u naar Siberië
wenscht te gaan'-"'
„Met goedgunstig verlof van Uwe Majes
teit."
Om een politiek gevangene te spreken.
Is dat zoo?"
Ik antwoordde bevestigend.
„Het is een lange reis voor zulk een doel."
„Mijn zaak is er een van het hoogste be
lang, Uwe majesteit."
„Een particuliere aangelegenheid, naar
ik hoorde van lord X."
Hij sprak vlug en streng, op een toon,
die verried dat hij geen bedrog duldde. Ik
haastte mij hem te verzekeren dat het louter
redenen van particulieren aard waren, die
mij deden verlangen een onderhoud te hebben
met den misdadiger.
„Is hij een vriend van u?"
„Eer een vijand, uwe majesteit, maar mijn
geluk en dat van mijn vrouw staan op het
spel."
Hij glimlachte bij mijn uitleggen. „Gij,
Engelschen, zijt goede mannen voor uw
vrouwen. Welnu, Mr. Vaughan, u zult uw
zin hebben. De minister van binnenlandsche
zaken zal u de volledige passen en vol
machten geven.
feu wordt door de groote nauwkeurig
heid, waarmede de te behandelen leer
stof en de wijze van behandeling om
schreven wordt. Ook dat den Neder
lander, die een Duitsche school bezoekt,
aanstonds de groote belangstelling van
de leerlingen in het behandelde opvalt.
Dat onze school tegenover de Duitsche
den indruk geeft van gemoedelijkheid
en dat ze van zekere mat- en slapheid
niet vrijgepleit kan worden.
Men zou dus zoo zeggen, dat de
Duitsche school hierin reeds een groote
voorsprong maakt op de onze. Want
om ons maar eens tot „de belangstel
ling der leerlingen in 't behandelde"
te bepalendie belangstelling is een
eerste vereischte om 't behandelde goed
te kunnen begrijpen. Die belangstelling
valt een Nederlander in een Duitsche
school aanstonds op, zegt het rapport;
maar, vragen wij, waar treffen wij die
belangstelling zóó aan in een Neder-
landsche school? Volgens het rapport
wordt het verschil hierdoor veroorzaakt,
dat de Duitsche onderwijzer weet, dat
hij aan vele „Revisionen" blootstaat,
dat hij ook weet wat hij behandelen
moet, wat door de inspecteerende auto
riteiten gevraagd kan worden en wat
er dan ook, mede dank zij het Duit
sche volks-eigen, letterlijk ingaat. Op
gemerkt wordt, dat de vlugheid, waar
mede de leerlingen wordt ingeprent te
antwoorden, dikwijls tengevolge heeft,
dat zij memoriseeren, dat zij goed ant
woorden zonder te begrijpen.
Meer belangstelling bij de leerlingen
in 't behandelde zouden wij in onze
school wel wenschen, want die belang
stelling is menigmaal maar flauwtjes
en ze moet toch noodzakelijk zoo groot
mogelijk zijn, maar wat wij in onze
scholen niet wenschen, dat is, dat den
kinderen wordt ingeprent zóó te ant
woorden, dat zij memoriseeren en dus
wel goed antwoorden, maar toch niet
weten wkt zij antwoorden, omdat ze
niet begrijpen.
Volgens het Mannheimer stelsel wor
den z. g. „zitten blijvers" vereenigdin
in een aparte klasse, waar wel veel
voor te zeggen valt.
Opmerkelijk is, zegt het rapport, dat
waar men de schifting van de leer
lingen practisch en stelselmatig heeft uit
gevoerd, nagenoeg alleen is gedacht
aan gradueel verschil in algemeene be
vattelijkheid en niet aan de kwalitatieve
verschillen in aanleg.
De commissie besloot dan ook aan
Na mijn afscheid te hebben gekregen,
verliet ik buigend het vertrek, hopende dat
geen bureaucratisch getreuzel het in orde
maken van de beloofde stukken mocht ver
tragen.
Binnen drie dagen waren ze in mijn bezit.
De pas machtigde mij om tot aan het einde
van zijner majesteits Aziatische bezittingen
te reizen, indien zulks mij goeddacht en
was zoodanig opgesteld, dat ze mij ontsloeg
van de noodzakelijkheid om in ieder nieuw
gouvernement, dat ik wilde doortrekken, een
nieuwe pas te vragen. Eerst toen ik gewaar
werd hoeveel last, verdriet en oponthoud
dit magische stuk papier mij bespaarde,
waardeerde ik ten volle welk een gunst
men mij betoond had. Die paar regels schrift,
voor mij onverstaanbaar, waren een toover-
formule, die niemand durfde weerstaan.
Doch nu ik op die manier verlof had
gekregen om te reizen, was de vraagwaar
heen Om dit te weten te komen, begaf ik
mij naar een der hoofden van de politie
en legde hem mijn geval uit. Ik beschreef
Ceneri, gaf den datum op, waarop hij naar
mijn idee zijn misdaad gepleegd kon hebben
en gevonnist kon zijn, en vroeg om inlich
tingen, hoe hem het best uit te vinden in
zijn verbanningsoord.
Ik werd uiterst beleefd behandeld en
hoorde van den verdienstelijken Russischen
politie-chef, dat Cenerie, een paar weken
na dat ik hem te Genève ontmoet had, te
St. Petersburg in hechtenis was genomen.
Een wel overlegd complot, dat de vermoor
ding van den Tsaar en van verscheidene
leden der regeering ten doel had, was ver
raden door een der samenzweerders. De
politie, die van alles op de hoogte was,
had gewacht tot het plan ten naastenbij
rijp was en toen toegeslagen, met vreeselijke
gevolgen voor de samenzweerders. Nauwe
lijks een der leiders ontkwam en Ceneri,
B. en W. te ontraden tot de invoering
van het stelsel in zijn geheel over te
gaan.
Eveneens verwierp zij het denkbeeld
van een bijklassenstelsel met beperkt
leerplan afzonderlijk.
B. en W. van Amsterdam zij even
wel hulde en dank gebracht voor hun
pogingen om het onderwijs op de scholen
te verbeteren.
Buitenland.
Te Londen heerscht eenige ongerust
heid naar aanleiding van den toestand
aan de haven.
De stakers plegen daden van geweld
tegen de werkwilligen. De laatsten
hebben zich met revolvers gewapend.
Donderdagochtend is bij Surrey weer
een kloppartij geleverd. Twee werkwil
ligen werden gevaarlijk gewond. De
politie joeg de vechtersbazen uiteen.
Honderden politieagenten houden de
wacht bij de toegangen tot de havens.
In Rotherhithe hebben de relletjes
tusschen de stakers en de werkwilligen
zich nog tweemaal herhaald. Hierbij
zijn ettelijke werkwilligen gewond. De
politie, die versterkt was, voorkwam
erger.
De Pall Mall Gazette zegt dat de
toestand onduldbaar is geworden. De
regeering moet de partijen dwingen een
vergelijk te treffen, of soldaten naar de
haven zenden.
Onder de werkwilligen heerscht een
paniek, zij achten hun leven niet zeker.
De stakerspartij is wanhopig geworden.
Het bestuur van de haven van Londen
heeft bekend gemaakt, dat Donderdag
17.703 bootwerkers aan 166 schepen aan
het werk waren. Het bestuur kan ge
makkelijk nieuwe werkkrachten krijgen,
ofschoon sterke posten van stakers dit
met geweld trachten te beletten.
Naar de Times uit Tandzjer verneemt,
verwacht men daar algemeen dat men
Moelai Hafid eerstdaags zal afdanken
en heet het zeker dat Moelai Joessoef,
•zijn broeder, in zijn plaats tot sultan
zal worden uitgeroepen.
Volgens een bericht uit Teheran moet
de Russische regeering een nota aan die
van Perzië hebben gezonden, waarin
zij de opheffing verlangt van de wet,
welke aan buitenlanders het recht ont
zegt om grondbezit in Perzië te hebben.
In den nacht van Maandag op Dins
dag was het uitermate woelig in de
havenbuurten der New-Yorksche metro
pool. Het kwam tot een kloppartij tus
schen stakende zeelieden en tusschen
een der meest gecompromitteerden, was den
dood ternauwernood ontsnapt. Hij was geen
Rus, die zuchtte onder den druk van een
despotische regeering. Hoewel hij zichzelf
een Italiaan noemde, was hij in waarheid
een cosmopoliet. Een der rustelooze geesten
was hij, die alle regeeringen wenschen om
ver te werpen, uitgenomen dan de republi-
keinsche. Hij had samenzweringen en plan
nen gesmeed, en zelfs gevochten als een man
voor Italië's vrijheid. Hij was eenmaal een
van Garibaldi's meest vertrouwde bondge-
nooten geweest, doch had zich woedend
tegen zijn meester gekeerd, toen hij Italië
een koninkrijk zag worden in plaats van
de republiek, waarvan hij droomde. Daarna
had hij zijn aandacht op Rusland gevestigd
en toen de samenzwering, waarin hij be
trokken was, verraden werd, was zijn loop
baan naar menschelijke berekening voor
goed afgesneden. Na maanden lang in de
St. Peter- en Paulvesting opgesloten te zijn
geweest, was bij gevonnisd en veroordeeld
tot twintig jaar dwangarbeid in Siberië.
Eenige maanden geledtn was hij naar zijn
bestemming gezonden en, zooals mijn zegs
man erbij voegde, men was van meening
dat hij zeer zacht behandeld was.
Waar was hij nu? Dat kon niet met zeker
heid gezegd worden. Alle veroordeelden
worden eerst naar Tobolsk gezonden, wat
een soort van algemeene verzamelplaats was
en vandaar werden zij naar believen van
den gouverneur-generaal naar verschillende
plaatsen gezonden en aan verschillende
werkzaamheden gezet.
Indien ik wenschte zou men naar Tobolsk
telegrafeeren of schrijven, doch daar ik in
ieder geval langs die stad moest reizen, kon
ik daar evengoed zelf informeeren. Dit was
ik volkomen met hem eens, daar ik niet
veel vertrouwen had in den spoed van de
Russische post, noch in dien van de pas
bootwerkers, welke laatsten de staking
afkeuren en er woedend over zijn. In
Brooklyn is het zelfs bijna tot een lynch
partij gekomen. Een menigte van c.a.
2000 menschen wilde een staker aan
een lantaren opknoopen. De man had
den strop al om den nek en bet touw
was al over een dwarshout van een
lantarenpaal geworpen. Gelukkig kwam
nog juist bijtijds politie opdagen, die
den man ontzette. Bij de gevechten
aan de haven zijn twee politieagenten
doodelijk gek west. Een man werd ge
dood, verscheiden anderen gewond.
Het Echange-nieuwsagentschap ver
neemt uit Tientsin, dat de positie van
de buitenlanders in de provincies Sianfoe
en Sjensi kritiek is. Een inlandsch
katholiek priester was op onrechtmatige
wijze ter dood gebracht; en de Fran-
sche katholieke bisschop, tot wiens
diocees de terdoodgebrachte behoorde,
drong er bij de Chineesche autoriteiten
op aan, dat naar het geval een onder
zoek zou worden ingesteld. Dit maakte
den Chineeschen gouverneur zoo ver
woed, dat hij dreigde, alle katholieken
in zijn gebied te zullen laten dooden.
Men vreest nu dat ook het leven en
de bezittingen der buitenlanders in
Sjensi en Sianfoe gevaar loopen.
Nu door den Oostenrijkschen rechter
definitief beslist is, dat het overlijden
van Johann Orth" (aartshertog Johann
Salvator) als vaststaande moet worden
aangenomen, zal men er eindelijk toe
kunnen overgaan, de nagelaten bezit
tingen van den verdwenen aartshertog
onder den hamer te brengen.
Alleen bij Gmunden bezat Johann
Salvator vijf kasteelen, die nu tusschen
midden October en November worden
verkocht. De inboedel en een bibliotheek
zijn van groote waarde. Keizer Frans
Jozef heeft toestemming gegeven tot
den verkoop, echter op voorwaarde, dat
de veiling niet in Oostenrijk zal plaats
vinden. Zij zal nu in Berly n gehouden
worden.
Van de inneming van Misrata door
de Italianen geeft een van Maandag
gedagteekend telegram van generaal
Camerana de volgende bijzonderheden:
Misrata zoo wordt daar gezegd
is in onze macht. Hedenmiddag om
halfvier, juist één maand na onze over
winning bij Zanzoer, is onder het ver
heugde geroep van: Leve ItaliëI de
Italiaansche vlag op de Kasba van
Misrata geheschen.
Om 4 uur in den morgen zijn alle
beschikbare troepen tot den aanval
overgegaan, terwijl de oorlogsschepen
geopende telegraaf. Ik was klaar om den
volgenden ochtend te vertrekken.
Na aldus alle inlichtingen en aanwijzingen
gekregen te hebben, die ik noodig had,
dankte ik den chef voor zijn welwillendheid
en met mijn kostbare paperassen in mijn
zak, ging ik de toebereidselen voor mijn
reis voltooien, een reis, die een of twee
duizend mijlen langer of korter zou wezen,
al naar de plaats, waar het den gouverneur
van Tobolsk behaagd had den verongelukten
Ceneri weg te stoppen.
Vóór mijn vertrek ontving ik een brief
van Priscilla. Ze schreef me dat Pauline het
goed maakte, dat zij Priscilla's raad gewillig
opvolgde en bij haar zou blijven tot haar
onbekende bloedverwant of vriend zou
terugkomen.
„Doch, meester Gilbert", stond er verder,
„het spijt mij u te moeten zeggen dat zij
af en toe nog niet goed was De arme jonge
dame doet allerlei verhalen over een vreese
lijke misdaad; maar ze zegt, dat ze wil
wachten tot er gerechtigheid geschiedt, daar
iemand, dien zij in haar droomen gezien
heeft, voor haar aan 't werk is. Zij weet
niet wie het is, maar het is iemand, die
alles weet."
„Vanmiddag, meester Gilbert, scheen zij
voor het eerst te bemerken, dat zij een
trouwring aan haar vinger had. Zij vroeg
mij hoe die daaraan kwam. Ik zeide haar
dat ik dit niet kon zeggen. Daarop zat zij
uren lang dien ring rond te draaien, almaar
peinzend. Ik vroeg haar ten slotte, waar zij
aan dacht. „Aan droomen, die ik mij tracht
te herinneren," zei ze met haar rustigen
glimlach. Wat zou ik de lieve jonge dame
gaarne verteld hebben dat zij de wettige
vrouw was van mijn eigen meester I Ik was
bang, dat zij den ring af zou doen, maar dat
deed ze niet, Goddank!"
Ja, Goddank dat ze dat niet deed 1 Toen
de kusten van Kaap Soeroek tot Seira
bewaakten. Het gevecht begon onmid
dellijk op zeer levendige wijze.
De artillerie kwam spoedig in actie
en beschoot de vijandelijke schansen
met veel gevolg. De vijand, die een
krachtig versterkte stelling aan den
Oostelijken rand van de oase van Mis
rata innam, bood verbitterd tegenstand^
doch noch zijn heftig vuur, noch zijn
tegenstand kon den stormachtigen aan
val van onze dappere troepen ophouden.
De strijd nam spoedig den omvang van
een grooten slag aan.
De rechter Italiaansche vleugel stootte
op hevig verzet, doch versterkt door een
reservebataljon, wierp hij zich met on
weerstaanbare kracht op den vijand,
doorbrak zijn flank en greep hem met
de bajonet in den rug aan. Om 10 uur
bevond de vijand zich hier in volle
vlucht in de richting van zijn rechter
vleugel, die van het terrein vol hinder
nissen partij trok en steeds weer hard-
nekkigen tegenstand bood.
Eerst na de inneming van het dorp
Soeroek, dat met herhaaldelijke, heftige
bajonetaanvallen genomen werd, kon
de opmarsch der Italianen, hoewel onder
het doorstaan van moeilijkheden, tot
Misrata voortgezet worden.
Toen de Italianen daar aankwamen,
zette de vijand zijn ongeregelde vlucht
naar het binnenland voort. De Turken
lieten hun dooden op het tooneel van
den strijd liggen; hun verliezen zijn
nog niet vastgesteld, doch bedroegen
vele honderden. De Italianen hadden
9 dooden en 121 gewonden, w.o. 4 as
kari's.
De Agencia Stefani meldt nog dd. 9
dezer uit MisrataBij het gevecht voor
Misrata heeft de vijand over meer dan
5000 geweerdragenden beschikt. De
vlucht begon in alle richtingen nadat
in den nacht een paniek was uitge
broken. Een gedeelte der vluchtelingen
heeft zich sedert in de richting van
Gheran ten Zuiden van Sliten kunnen
vereenigen.
Wat het juiste aantal verliezen be
treft, een schatting daarvan is wegens
de uitgebreidheid van het gevechtster
rein en den langen duur van den strijd
moeilijk. De Italianen hebben tot nog
toe alleen voor Misrata 300 gevallen
vijanden begraven; bovendien zijn in
den aanvang van het gevecht talrijke
lijken door de Turken en Arabieren
zeiven weggedragen en ter aarde be
steld. Vele andere lijken liggen nog
boven den grond.
Volgens de Pall Mall Gazette zijn
sinds eenige dagen ernstige vredesonder
handelingen tusschen Italië en Turkije
aan den gang. Ingevolge van deze onder-
ik Priscilla's brief gelezen had, was ik op
het punt terug te keeren, en naar mijn
vrouw toe te vliegen. Doch ik kreeg de
overtuiging, hoewel ik meer en meer voelde
dat mijn ontmoeting met Ceneri gelukkig
voor mij zou zijn, dat ik terug zou keeren
en zoo noodig nog eens dien ring om haar
vinger zou doen en haar voor mij opeischen,
wetend dat zij zuiverder was dan het goud,
waarvan het schitterende cirkeltje gemaakt
was.
Pauline l mijn schoone Pauline 1 mijn
vrouw, mijn liefde, wij zullen nu gelukkig
zijn!
Den volgenden dag vertrok ik naar Siberië.
XI.
Het was midden in den zomer toen ik
St. Petersburg verliet. De hitte was druk
kend en maakte mijn voorstelling van een
Russisch klimaat heelemaal in de war. Ik
ging per spoor naar Moskou, waar ik een
paar dagen vertoefde om een gids en tolk
op te zoeken.
Toen zeide ik het machtige Kremlin met
al zijn kerken, wachttorens en tinnen vaar
wel en spoorde met mijn nieuwen reisgezel
naar Nisjni Novgorod, in welke stad wij
den spoorweg moesten verlaten.
Wij gingen nu op een andere manier
onzen tocht vervolgen. Daar het zomer was,
waren de rivieren bevaarbaar. Wij namen
de stoomboot en voeren de breede Wolga
af, tot we Kazan voorbijkwamen en de
Kama-rivier bereikten. Deze bochtige zij
rivier voeren wij op tot wij de groote, be
langrijke stad Perm bereikten.
Wij waren nu dicht bij het einde van
Europa. Een honderd mijlen verder, en we
zouden het Oeral-gebergte oversteken en in
Aziatisch Rusland zijn.
DOOR
(Wordt vervolgd.)