Hel Land van Heusden en Altena. de Langstraat en de Bornmelerwaard, OPVOSDING. De Dierentemster. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusdeïi. No. 3193. TVoensdag 2 October. FEUILLETON. 1912. UM3 VAN ALTEf^ VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f*0.75, franco per post zender prijsverhoogiiig. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 77i ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiëif worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. I. Er is wel haast geen werk ernstiger en veelomvattender, geen taak zwaar der en opofferender, dan die, welken den meesten onzer op do schouders wordt gelegd: de opvoeding onzer kin deren. Maar er is zeker ootgeen levens taak, die minder bewust en met minder vaste hand volbracht wordt. En det komt niet omdat wij geen hart hebben voor onze kinderen, geen liefde en geen zorg, maar omdat zoo weinigen begrijpen wat opvoeden be- teekent, welk een invloed van de op voeding op het volgend leven hunner kinderen uitgaat en welken weg zij daartoe met die kinderen hebben te gaan, en omdat maar enkelen tot de i opoffering van geheel een menschen- leven, die deze taak eischt, in staat zijn. Het is eigenlijk niets anders dan v dat zeer velen hun kinderen maar in J het wilde laten opgroeien. We weten F wel, dat men deze beschuldiging met verontwaardiging van zich zal wijzen. Men doet immers voor zijn kinderen wat men kan. Zou dat waar zijn? En 5 oo het al waar is, is het dan wel eker, dat men genoeg kan doen, dat men h voldoende moeite geeft om het eerste te kunnen? Heeft men ernstige voortdurende inspanning voor aie ak over Wq hebben nu niet hel oog op de ouders, die nauwelijks naai hunne kin deren omkijken. Dezen kunnen buiten beschouwing blijven. Maar we bedoelen de velen, die toch wel angstvallig waken, dat het hun kinderen uiterlijk goed gaat en zij niet raken over de schreef van het brave en- fatsoenlijke. Ook de metsten dezer brengen van de opvoe ding zoo bitter weinig terecht. En dat komt omdat ze aan den eenen kant gewoonlijk een geheel verkeerd begrip van opvoeding hebben en anderzijds iiMet het volle gewicht van hun leven 'tffj die opvoeding in de weegschaal wil- leifn leggen. ïEen verkeerd begrip! Want van Wèjïke gedachte gaan de meesten hunner *6ij de opvoeding uit en welk doel staat hun daarbij bewust of onbewust voor oögen Zij zien in hun kinderen niet allereerst opgroeiende menschen met alle menschelyke eigenschappen, naar i geest, ziel en lichaam, met hartstoch rten en neigingen en begeerten en ge- Naar het Daitsoh FEDOR VON» ZOBELTITZ. (9 VIII. Nila was inderdaad binnen twee uur weer gezond en friech en lachte om den in de leeuwenkooi uitgestanen angst. Slechts in haar houding tegenover Andrea was, na de verschrikkelijke scènes een verandering ge- koiften. Zij vermeed het om hem aan te zien en met hem te spreken. Zij bloosde telkens, wanneer ze zijn oog op zich voelde rusten en ging hem zooveel mogelijk uit den weg. Slechts heimelijk, wanneer ze meende.dat niet op haar werd gelet, viel nu tn dan haar blik op hem, een warme, innige blik, die het ontwaken van haar jong hart weerspiegelde. Andrea had met den maëstro gesproken en hem verzocht de dressuuroefeningen met Nila voorloopig uit 'te stellen. Maar de •waardige Anatole had de schouders en de wenkbrauwen zeer hoog ^opgetrokken en geantwoord, dat het hem niets aanging, dat het de zaak van Giuliana was. En Giuliana was het eenjge wezen, waarvoor de oude cirusrijder respect had. Ze had zulke drei gende oogen en zulke scherpe nagels en zoo'n losse hand Na langen strijd met zichzelf, was Andrea tot het besluit gekomen zijn verzoek tot Giuliana persoonlijk ze richten. Hij zocht haar in haar kamertje op, waar ze aan haar tricot zat te naaien. voeligheden, met verschillenden aanleg en onderscheiden hoedanigheden. Maar zij zien in hen toekomstige maajschap pelijke wezens, d. w. z. menschen die in het uiterlijk maatschappelijk leven zich bewegen en een goed figuur moeten maken. Zij zien van hen den uiterlyken kant, die zich naar buiten keert in den omgang en het bedrijf met anderen. Zij denken hen altijd in hun verhou ding tot de uiterlijkheden van het leven een goede postie, rijkdom, eer, aanzien En daarnaar richten ze hun opvoeding, hun vorming. Dat begint al wanneer hun kinderen nog klein zijn. Het ideaal der meeste ouders is lieve nette kinderen te heb ben, en als het kan mooie; dat zijn dan de poppige, mooi aangekleede. Daar naar worden hunne lichaampjes en hun geest vervormd. Daarom moeten ze allereerst een handje leeren geven, hun petjes behoorlijk lèeren afnemen, netjes op een stoel leeren zitten, met twee woorden leeren spreken en meer der gelijke kunstjes. Dan langzamerhand gaan ze andere dingen leeren, die goed staan in het leven, als daar zijn zwij gen wanneer andere menschen spreken, zindelijkheid, ordelijkheid, netheid. Dan later nog leert men hun spaarzaamheid, mededeelzaamheid, soms, als ze met broertjes en zusjes deelen moeten, be scheidenheid, en nog al meer. Maar is dit iets anders dan het kind, met verwringing vanjsijn natuur, persen in een te eng kleed van nog totaal on begrepen vormen en uiterlijkheden? Is het niet het voldoen aan mama's ijdel- heid ten koste van den frisschen groei van haar jongen? Wat heeft Kareltje eigenlijk nog met die kunstjes te maken Zeker, het- zijn allemaal voortreffelijke dingen wanneer men beleefd is en zijn petje sierlijk weet af te nemen. Maar heeft dat kind in de eerste plaats niet wat anders noodig? Moet het nu al bekneld raken in allerlei fraaie uiter lijkheden, in plaats van naar lichaam en geest vrij te kunnen uitgroeien en zijn natuurlijke frischheid en vatbaar heid te kunnen bewaren voor de in drukken, die de omringende wereld op hem gaat maken? Maar dit is nog slechts het- begin zijner opvoeding. Later zal hij eerst recht afgericht worden op het maat schappelijk leven. Dan wordt hem ge leerd, hoe hij in di wereld het best vooruit zal komen, hoe hij een goede betrekking zal krijgen en, als het kan, „Hoor eens Giuliana," zei hij „ik heb een verzoek aan je en je zal het mij niet weigeren. Ik herhaal als verzoek, wat ik eerst in toorn van je verlangde: laat Nila niet meer bij de leeuwen, zoolang ik hier ben. Slechts zoolang en je weet, in Marseille verlaat ik je. Ik ben bang voor het kind." „En waarom?" vroeg zij en ze legde naald en draad opzij. „Mijn leeuwen zijn mak als lammeren, als ze niet geprik keld worden. Je plotseling binnenkomen alleen maakte hun woede gaande. Overigens schiet je niet iederen avond een sinaasappel van Nila's hoofd? Is dat minder gevaarlijk? Kan je hand niet eens beven?" „Mijn hand is vast en mijn blik zeker. Op mijzelf kan ik me verlaten, op je beesten niet. Laten wij maar niet verder praten! Ik verzoek het je Giuliana verzoek het je nogmaals! Ben ik dan niets voor je, dat je niet eens naar het eerste verzoek luister, dat ik* tot je richt? Zij keek naar hem op, maar het was, of hij den gloeienden en begeerigen blik, waar mee die vrouw hem aankeek, niet kon ver dragen. Hij sloeg zijn oogen neer. „Goed, Audrea," zei Giuliana, „ik wil doen, wat je verlangt. Nila zal niet meer in de leeuwenkooi komen, zoolang jij bij ons ben. Maar ik doe het niet voor niets. Ik verlang daarvoor de belofte, dat je Nila nooit het hoofd op hol zal jagen. Je begrijpt me! Ze is een onverstandig kind, maar ze heeft bloed in de aderen. Z» is in Sevilla geboren." „Ik heb, ook in de meest woeste periodes van mijn leven, altijd de onschuld geëerd. Vrees niets!" „Ik verlang je eereweord. Ik weetje ben uit een goeden*&tand, je bent student geweest en voor menschen van jouw slag geldt het eerewoord zooveel als een eed." „Mijn eerewoord en hier, ook mijn rijkdom, eer en aanzien. Van een be leefd, gehoorzaam en gezeggelijk kind, moet hij eeD net, fatsoenlijk mensch worden, die een goed figuur zal maken en het met handigheid en overleg ver zal brengen. Dat deel der opvoeding wordt grooten- deels aan onderwijzers en leeraren over gelaten. De kinderen moeten kennis en kundigheden verwerven en ontwikkeld worden, niet omdat die kennis en, die ontwikkeling van hen beter en edeler menschen zullen maken, maar omdat het noodig is voor het verkrygen van een maatschappelyke positie en omdat het goed staat in de wereld knap en ontwikkeld te zijn. Naast die kundig heden zal men dan trachten hun die maatschappelijke deugden en eigenschap pen bij te brengen, die hun het slagen in hun later leven vergemakkelijken zullen en verder die algemeene begrip pen van goed en kwaad, die noodig zijn om zich niet te buiten te gaan en zich niet te stooten in het leven. Zoo wordt de geheele opvoeding ge richt naar het uiterlijke, naar den buiten kant der dingen en het uitwendige menschenleven, zooals dat voor ieder een open ligt. Ze worden uiterlyk ge vormd voor het maatschappelijk leven, waarin ze een plaats zullen moeten in nemen. Maar waar blijft hun innerlyke vor ming? Wie zegt hun, wie toont hun, dat er iets hoogers is dan geld of goed, dat er beter idealen zijn na te jagen dan een maatschappelijke positie, dat het een schoon iets is een goed mensch te zijn en heerlijk zich volkraehtig te voelen naar lichaam en geest? Wie richt hun zin naar het ideale en vat de jeugdige hand, die tast naar beter dingen en grootscher levensopvatting? Wie voedt de ziel die hongert naar het schoone? O, zeker, er zijn ouders die praten over goed en kwaad, over ar beidzaamheid en godsdienstzin en braaf heid, misschien zelfs een enkele wel over schoonheid. Maar blijft het niet gewoonlijk bij verhandelingen? Wordt hun geleerd hoe ze hebben op te klim men tot het volste en zuiverste mensch- zijn, worden hun onzekere en zoekende schreden geleid op den weg daarheen, stap voor stap en trede voor trede Meer nog. Wordt niet alleen het in- Digst-menschelijke in hen volkomen on beroerd gelaten? Zij moeten hun eigen weg maar vinden in hun hartstochten en begeerten en neigingen, in gansch hun innerlijk levfen, dat zich ontplooien gaat. Wanneer de verschijnselen der wereld en van het leven zich gaan af- drukken in het zoo ontvankelijk ge- ïnoed, dan is er meestal niemand, die daaraan vorm en beduidenis komt geven, die hen leert zien en onderscheiden. En wanneer straks de jonge zielen zich als bloemen gaan openvouwen in de hitte van het leven, dan is er geen hand, die het koele water sprenkelt op de smachtende blaadjes. Heel die bloei daarbinnen groeit wild uit en aan zich zelf overgelaten. {Slot volgt). Buitenland. hand." Hij reikte haar zijn rechterband, die zij warm omklemde en daarna aan haar lippen trokeen diepe ademhaling bewoog haar borst. „Wees geen kind, Giuliana," ging Andrea voort. „Ik houd hartelijk veel van de kleine Nila, omdat me haar frischheid en natuur lijkheid bevallen. Ze is een wezen, zooals men het wel zelden onder rondreizende kunstenmakers zal vinden. En het spijt me voor baar ik zou wel willen, dat ze in een andere omgeving kwam Maar 't is onzin aan zoo iets te denkenHoe lang zal hef duren en bovendien Hij voleindigde zijn afgebroken zinnen niet. Giuliana was opgestaan en wilde hem kussen, terwijl ze hare sterke armen om zijn hals sloeg en dicht tegen hem aandrong. Maar een gevoel van diepen afschuw steeg in hem op, het overmeesterde hem Hij maakte zich los. „Laatddat," zei hij onwillig, „nu niett en niet nier En zonder met een enkel woord te groeten ging hij de deur uit. Op dien avond had er geen voorstelling pl&ats. In het circus zaten Anatole met Pi-Wi en een van de gebroeders Raffo en speelden kaart, dronken wijn daarbij en dampten geweldig uit hunne steenen pij pen. Toen Andrea binnenkwam, wenkte Pi-Wi hem. „Kom binnen, monseigneur," riep de clown met een nijdigen grijnslach, „kom binnen 1 Of is u te voornaam, hooggeboren heer, om met drie heeren, jsooals wij^ zijn, op het welzijn van alle vrije kunsten te klinken?" „Laat hem loopen Pi-Wi," riep de dikke Raffo, „Andrea is een verkapte graaf en past niet bij ons!"' „Klets toch niet troef!" riep de maestro en wierp harten-aas, met een geweldigen slag van zfin magere vingers, op de tafel. De jonge Nederlandsche barones v. C., die eeiiige weken geleden, ondanks het verzet van haar advokaat opgesloten is in een krankzinnigen-gesticht in de buurt van Brussel, is daaruit ontsnapt. Zondagnacht om half twaalf ontdekte de verpleegster, die de ronde deed, dat de barones, in nachtgewaad en op pan toffels, ontvlucht was door het venster van haar kamer, die uitkomt aan een voetpad, dat langs het»; v' 1 >op De politie stelde een !e zonder resultaat. Men dc ontvluchtte de hulp het v u vrienden, die haar in een auto weg gevoerd hebben. Te Brages (Belgisch Br ,n inbrekers een 64-jarigen v en zijn dochter met hamerslagen ver moord. De oude man had zijn spaar- duiten, waar het den dieven om te doen was, onder den keukenvloer verstopt. Ze hebben ze niet gevonden. De misdag werd ontdekt door den zoon van den wisselwachter. Een luchtvaartmaatschappij te Parijs heeft den gemeenteraad van Folkestone medegedeeld, dat zij van plan is een geregelden dienst met watervliegtuigen in te richten voor het vervoer van rei zigers tusschen Frankrijk en Engeland. Met de gemeentebesturen van Boulogne en Calais is men tot een overeenkomst gekomen omtrent het plaatsen van lood sen. Men hoopt ook met het gemeen tebestuur van Folkestone een regeling te kunnen treffen. Zaterdagavond is plotseling bevel ge geven, het zevende Russische legerkorps, waarvan de hoofdkwartieren zich te" Warschau, Lodz en 16 andere steden bevinden, te mobiliseeren. De mobilisatie wordt ambtelijk een proefneming ge noemd, doch het onverwachte van het bevel heeft diepen indruk gemaakt. „Kom hier Andrea en speel een spelletje met onsCecco, die lummel, plundert ons." „Ik wil een beetje gaan wandelen, direc teur," antwoordde Andrea ontwijkend, „ik heb behoefte aan frissche lucht. Neem mij niet kwalijk." „Zei ik het niet?" kefte Pi-Wi. „Mijnheer de baron is te f^n voor ons!" „Hij zal een rendez-vous hebben met een prinses," grinnikte Cecco. „Of met Nila," meende Pi-Wi. „Ik heb haar den heelen dag niet gezien." „Onzin!" schreeuwde de directeur. „Met Nila! Dan kreeg hij het met Giuliana te kwaad. Speel uit, Cecco en lik niet telkens aan je vingers, als je een kaart uittrekt, ezel 1" Met een donker gezicht ging Andrea naar buiten. Het gevoel van tegenzin in hem was nog sterker geworden hij had be hoefte aan frissche lucht en aan de natuur. Hij ging het strand langs, aan de noordelijke zij van de golf. De zee omspoelde hier spitse granietriffen, waarop de golven braken. Verderop was de rusteloos werkende zee met melkachtig schuim gevuld. De zon ging onder. Ze hing donkerrood aan den horizont, omgeven door een krans van kleine violet- en karmozijngekleurde wolken. In de zee spiegelde zich het avond rood in gebroken reflexen. De lucht was zoel. Aan het strand droegen vrouwen en meisjes rotsblokken naar een hooger gelegen plateau, waarop een rijk- geworden plebejer zich een villa liet bouwen. De vrouwen hadden over 't algemeen een sierlijk figuur en droegen de steenen, die op een klein kussen op haar hoofd lagen, met de gratie, waarmee een dame van de wereld zich in een salon beweegt. De gratiën zijn den schoonen van Corsica vriendelijk gezind. Uit- de wijnbergen en van de akkers keer- De Braziliaansche minister van land bouw heeft het congres een wetsontwerp aangeboden, waarbij de rechtspositie van de Indianen wordt geregeld. De wet be oogt den Indianen alle grondwettelijke rechten te verleenen, die ook de andere rassen in Brazilië deelachtig zijn, d. w. z. het volledige Braziliaansche burgerrecht De openbare meening en het Parlement zijn het voorstel zeer gunstig gezind. Volgens een bericht uit Sjanghai is het kruitmagazijn te Foetsjeng in de lucht gevlogen. Het was een vreeselijke ontploffing de omringende huizen wer den vernield en er zijn over de honderd dooden. Te Saloniki zijn Zondag vijf bommen ontploft op verschillende plaatsen, ter wijl er nog drie andere gevonden werden. Een persoon, die zwaar gewond werd, is gearresteerd. In de psychiatrische kliniek te Mun- chen was een officier van justitie op genomen, dieteekenen van ernstige geestelijke stoornis vertoonde. Toch kreeg hij vergunning, om elke^ avond thuis te gaan kijken. Vrijdagavond toen hij weer thuis was, need de ma zijn vierjarig zoontje den hals af. Hij is dadelijk naar de kliniek teruggebracht. De Amerikaansche bladen weer eenige berichten overeen nasleep van de moordzaak-Rosenihal. Zoo meldt een telegram uit Saratoga dat de Republikeinsehe Staateconventie, die daar vergadert, den New Yorkschen ambtenaar van het O. M., Whitman, die zoo'n krachtige houding heeft aan genomen tegen de medeplichtigen aan de moordzaak, zal candidaat stellen voor het gouverneurschap van den Staat. Een tweede bericht is, dat Dora Gil bert, de eerste vrouw van den vermoor den speelhuiseigenaar Rosenthal, heeft bloot gestaan aan een poging tot ver giftiging, die echter mislukt was. Deze Dora Gilbert is een der voornaamste getuigen k charge in de zaak. De Fransche minister van koloniën maakt bekend, dat den "^3sten Septem ber te Mahabibo, een inlandsch dorp nabij Majoenga (Madagascar) brand is uitgebroken. Vijfhonderd vijftig hutten zijn verwoest, vijftienhonderd inlanders zonder onderdak. Negen menschen zijn gewond. De materieele schade is groot. De Deutsche Kabelgesellschaft seinde Zondag uit Japan, dat in dat land cho lera is uitgebroken. De besmetting schijnt uit Sjanghai te zijn overgebracht. Tot dusver zijn er in Japan ca. 500 cholera-gevallen bekend geworden, van den tuinlieden en boeren terug, meest in kleine, eigenaardig gevormde wagentjes of op swartbruine, ruige paardén. Onder het volk, dat aan het strand zulk een levendig aanzien gaf, bevonden zich ook vele figuren van twijfelachtig kaliber, wild uitziende mannen, met lange ruige jassen, om het lijf een band met patronen en het geweer over den schouder menschen, die overdag in de bergen ronddoolden om te jagen, of die op de vendetta loerden. Onder aan de zee, waar de riffen ophouden en het strand vlakker wordt, wierpen vis- schers hunne netten uit. Anderen roeiden, in platte booten, verder in zee, om daar hunne netten uit te gooien voor visschen, die te schuw zijn, om het strand te naderen. Tusschen de booten, die van de straat gezien er als notendopjes uitzagen, streek een groa- tere boot met gasten uit de vreemdelingen kolonie, een fideel gezelschap, dat met doeken naar boven zwaaide en vrool'jke liederen zong. Geheel in de verte trok een stoomboot hare zilveren voren door 't water. Andrea ging, .met den blik droomend over het landschap, langs een smal pad naar de met olijfboomen bedekte bergen, die bij kaap Muro een ruwer karakter aan nemen, maar hier met een zachte glooiing naar boven stijgen. Tusschen de olijven stonden groepen zwarte cypressen en treur wilgen, die met hun donkergroen het helle wit van in lieve architectuur gebouwde kapellen overschaduwden d.e begraafplaat sen van rijke inwoners van Ajaccio. Een van deze kapellen lag dicht aan den weg. Ze had den vorm van een Griekschen tempel en de lichte marmerbekleeding schitterde in de verte. Slanke boomen, met pyramidaal uitloopende toppen omgaven haaraan den ingang stonden twee kolossale eiken. VAN 1 Wordt vervolgd

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1912 | | pagina 1