lel Land van iEeusden en Altena, de Langstraat en de Bommeierwaard. Gelaatskleur en Klimaat. De Diereatemster. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusderi. FEUILLETON. No. 3199. W oensdag 23 October 1912. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 77* ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. De dikwijls opgeworpen, maar nooit afdoend beantwoorde vraag of blonde dan wel brunette meisjes de beste vrou wen worden, is zegt „The Lancet" aan al onze lezers wel bekend, maar de strijd om de waarde van de gelaats kleur is in een andere richting gekomen en een nieuwe strijd is ontbrand o?er de Vraag, of de blonde of de donkere mensch het best bestemd is tegen de gevolgen, die een langdurig verblijf in de tropische landen onwillekeurig uit oefent. Het is duidelijk dat deze vraag inderdaad van groot belang is voor de volkeren, wier zonen derwaarts gaan om een zetel in te nemen in het be stuur der koloniën, om er zaken te stichten, om er rechterlyke of militaire betrekkingen te vervullen. Wel niemand zal het dan ook tegenspreken, dat het van algemeen nut kan zijn, dat men een juist en ontegensprekelijk antwoord krijgt op de zooeven gestelde vraag. Er bestaat op het oogenbhk echter nog volstrekt geen zekerheid wat of nu wel in waarheid de oorzaak is, dat de gezondheid van de blanken in de warme landen zulk een geduchten knak krijgt. Velen houden bij kris en kras vol, dat het alleen de hooge tempera tuur is, die dit feit veroorzaakt, terwijl anderen hardnekkig volharden bij do leer, dat de chemische of ultra-violette stralen vervat in het zonlicht der tropen de bron is van het kwaad. Maar ook andere oorzaken zijn alszoodanig ge noemd en wel onvoldoende voeding, slecht water en vooral verschillende ziekten door parasieten veroorzaakt en daaronder in de eerste plaata die, welke verspreid worden door bloedzuigende insecten. Buitengewone hitte, gepaard met hevige regenbuien, maakt het zonder twijfel vaak moeilijk, om zich vol doende te bewegen in de open lucht en dat benadeelt dus zeer de gezondheid. De afwezigheid van familie en vrien den, gepaard met afwezigheid ge volg van gebrek aan de personen, die geschikt zijn om er mee om te gaan, voeren wel eens tot te ruim ge bruik van alcohol of van andere zaken, nadeelig voor onze lichamelijke en geestelijke gezondheid, enz. Al deze overwegingen hebben ma joor W. P. Chamberlain, een officier van gezondheid bij het leger van de Yereenigde Staten er toegebracht dit vraagstuk nog eens onder de oogen te zien en zoo nauwkeurig mogelijk te bestudeeren, waartoe hem eene uit stekende gelegenheid werd gegeven bij een verblijf op de Philippy nsche eilanden. PEDOR VON ZOBELTITZ. (15 Hij wierp zijn oude, versleten regenjas om de schouders, drukte den hoed vaster op het hoofd en ging weg in de richting van den weg naar Sartene. Yoor het raam van het café zat nog altijd luitenant Dus- menil bij zijn, door vliegen omzwermd glas absinth en keek de groteske figuur van deü heer directeur nieuwsgierig na. Tegen zes uur brak het onweer los. Het werd opeens nacht en toen vielen groote hagelsteenen, flitste de bliksem en rolde de donder. Van het circus werden, door den storm, een paar stukken zeildoek losgerukt, die fladderden als vlaggen. In de menagerie brulde» en huilden, schreeuwden en sna terden de opgewonden dieren. Maar het onweer trok, vernietiging achter zich latend, snel voorbij. Na drie kwartier reeds glansde weder het avondrood boven de zee en daarna steeg, terwijl een zachte schemering over de aarde zonk, de maan, achter de bergen omhoog. Eerst tegen middernacht keerde Anatole terug. Hij vond zijn personeel nog op. Men was bezig om de schade, welke door den De resultaten heeft hij meegedeeld in de „Philippine Journal of Science" onder den titel van „Waarnemingen over den invloed van het Philippy nsch klimaat op den blanken mensch van het blonde of het bruine type". Daartoe werd een groot aantal waarnemingen verricht bij 500 blonden en bij 500 bruoetteD, die behoorden tot het Ame- rikaansche leger, dienst doende in de kolonie. Een menigte physische onder zoekingen en laboratoriumproeven wer den verricht en het volledig bedrag van iedere ziekte, voorkomende bij iedere groep, werd nauwkeurig geno teerd. Sommige feiten zijn verzameld, zoowel bij een evenredig groot aantal blonde en brunette zieken te huis als bij hen, die ingeschreven stonden bij het Amerikaansche leger. In het bij zonder zijn op deze wijze verkregen series van gevallen van zonnesteek en bevanging door hitte waarbij telkens nauwkeurig aanteekening werd gehouden van de huidskleur. Het schijnt op den eersten aanblik heel natuurlijk, te ver onderstellen, dat donkere menschen beter bestand zijn tegen het warme klimaat dan blonde en wel, omdat de inboor lingen in de tropische streken allen gekleurd zijnen de bruine zoomede de geelachtige kleur van de huid bij het Kaukasische, mogen beschouwd worden als een poging van de natuur om een voorbehoedmiddel te scheppen tegen den chemischen invloed van het zonlicht. De negers kunnen bovendien beter tegen een heet klimaat door een meer eigenaardige gestelheid van hun huid, die koeler blijft dan van den blanke, omdat zij meer zweetklieren bevat en deze ook meer vocht atscheiden dan die bij het andere ras. Maar ma joor Chamberlain acht het zeer onwaar schijnlijk dat het sommige stralen van het zonlicht zijn, die den blanke minder bestand maken tegen een verblijf in de tropen. De proeven, genomen door Aron en Manila, over den invloed van de tropische zon op mensch en dier schijnen te hebben geleerd, dat de lange warm testralen inderdaad nadeeliger zijn, dan korte. Nu stemmen, naar de „Geneesk. Crt." bericht, de uitkomsten door Cham berlain verkregen, hiermee wel niet ge heel en al over een, maar dit is een gevolg dat hij eigenlijk ook geen ver schil heeft gevonden tusschen het weer standsvermogen zijner beide typen tegen den nadeeligen invloed der tropenal thans 't verschil was zoo gering, dat daaruit geen zekerheid mocht worden getrokken. De oorzaak, waarom de een beter dan een ander het warme klimaat verdragen kan, moet dus in iets geheel anders gezocht worden dan in de kleur der huid. Volgens Chamberlain is die oorzaak gelegen in de eigen gezondheid, in de wijdste beteekenis van het woord en met inbegrip van het weerstandsver mogen tegen alle besmetting. Slultenland. storm was aangericht, te herstellen. Geheel boven op het circus zat Pi-Wi, als een groote aap en knoopte de touwen vast, die Cecco en Cristo hem van beneden toewierpen. Anatole ging hen voorbij, naar den wagen, 't Was of hij zich niet meer om zijn eigen dom bekommerde. Hij zag er belachelijk uit, de arme oude man. Zijn groote hoed was door wind en hagel vol builen en de oude jas hing hem, druipnat, scheef over de schouders. Hij ging in het smalle en donkere gangetje van den wagen en riep Giuliana. Zij opende een deur, waaruit een mat lichtschijnsel viel. „Wat is er? Ben jij het, Toddo?" „Ja, GiuliaoaIk heb haar niet ge vonden Ik heb vier uur ver geloopen Ze is weg met dien kerel, dien schoft Hij sloeg de beenige handen voor het gezicht en weende. Het klonk jammerlijk, 't Waren zachte, huilende tonen, die uit zijn borst kwamen. Hij leunde tegen den houten wand, want hij was geheel uitgeput door vermoeidheid en smart. Hij had altijd zooveel van het kind gehouden. Giuliana kon dit jammeren niet aan- hooren. Zij had het wel willen uitschreeu wen. Het liefst had ze zich op den grond geworpen en als een dier gebruld en met de nagels van hare handen verscheurd wat haar te na gekomen was. Ze had ook op dit oogenblik koelbloedig een moord kun nen begaan. Ze ging naar buiten op de door het maan licht beschenen plaats. Het personeel was klaar met zijn werk en men maakte zich De oorlog op den Balkan. De Kölnische Ztg. verneemt uit Kon stan tinopel: Hier loopt een gerucht, dat de Oostenrijksche gezant aan de Porte heeft medegedeeld, dat zijn re geering van plan is, om tusschenbeide te komen, teneinde de geheele bezetting van het sandzjak door Servië en Mon tenegro te verhinderen, in geval Turkije daar niet toe in staat is. Daar men hier veel van een aanstaande bezetting van de Soeda-baai op Kreta door Engeland en van bewegingen van de Russische troepen in den Kaukasusspreekt, meenen vele kringen, dat deze drie mogend heden ook spoedig tot nadeel van de Porte op het tooneel zullen verschijnen. Uit New-York wordt aan het Parijsche Journal gemeld: Terwijl de stoomboot Fenistokele op het punt was de dokken van Brooklyn te verlaten, kwamen on geveer 2500 Grieken zich aanmelden, om zich in te schepen met bestemming naar Griekenland. Daar het aantal plaat sen beperkt was, hebben hevige gevech ten plaats gehad, waarbij sterke af deelingen politie te pas moesten komen, om de vechtenden te scheiden. Er ziju vele gewonden. Zaterdag werd gemeld Aan alle kanten van het oorlogster rein is op het oogenblik een verbitterde strijd aan den gang. De voornaamste oorlogsterreinen lig gen: in Thracië, ten N.-W. en N. van Adrianopel, verder in Macedonië ten Z.-W. en Z. van Koestendil en ten Z. van Doebnitsa, waar Turken en Bul garen tegenover elkaar staan. Voorts eveneens in Macedonië ten Z.-W. van Wranja, in de buurt van Ristowats, en ten slotte aan de grens van Kossowo en van het saudzjak tegenover Prisjtina en naar het Noorden tegenover Nowi- Bazar, in de buurt van Koersjoemlje en Rasjka, waar Turken en Serviërs tegen elkander staan. Ook aan de zui delijke grens van Turkije is de opmarsch van het Grieksche leger op Turksch gebied al in vollen gang. Van het oorlogsterrein in Thracië kwam 't ambtelijke Bulgaarsche bericht, dat de Bulgaarsche troepen Koertkeui Kale, een belangrijk strategisch punt op Turksch gebied, in de buurt van Moestapha pasja, bezet hadden. Kale beteekent fort. Koertkeui Kale is een sterkte op den berg Koelak Tepe en ligt 2300 M. hoog. De bezetting van Koertkeui Kale heeft blijkens 'n telegram uit Sofia, reeds tot de inneming van Moestapha pasja door de Bulgaren geleid. De Bulgaren gereed om naar bed te gaan. Pi-Wi kwam groetend op Giuliana toe. „Is Nila er nog altijd niet, signora?" vroeg hij loerend. „Neen," antwoordde zij kort. Hij keek haar tersluiks in het bleeke gelaat. „Ik dacht het wel," zei hij zacht, ,,'t moest wel zoo afloopen. Die twee waren altijd bij elkaar. Een echte schoft, die Andrea Nila is onschuldig; maar hij hij die Duitsche hond Hij zweeg plotselingwant de blik, waar mee Giuliana hem aankeek, boezemde hem schrik in. Het was de blik van een tijgerin, uit een met bloed beloopen oog, belust op moord Het was diep in den nacht. Anatole had zich, als een kind, in slaap gehuild en ge jammerd; ook de overigen sliepen. Alleen Giuliana niet. Zij lag, met open oogen, koortsig op haar stroozak. Haar hoofd deed pijn, of ze aan het begin stond van een ernstige ziekte. Af en toe gleed een lach over haar vaal gezicht; maar het was een verschrikkelijke lach. Plotseling stond ze op en liep, den wagen uit, over de plaats. Tegen een van de huizen leunden, slaapdronken en vermoeid, de twee door den commandant achtergelaten schild wachten, die men vergeten had af te lossen. Giuliana ging de menagerie binnen, waarin slechts één klein olielampje brandde. Ze, sloot de deur niet achter zich, maar liet die open en het helle maanlicht stroomde daar binnen. De leeuwen werden, door het hebben nu aan den Turkschen opmarsch weg en verbindingslijn van Adrianopel door het dal van de Maritsa naar Bul garije voorloopig vasten voet gekregen Van Adrianopel, de sterke vesting waar de Turken zich voorstellen den Bulgaren langen tijd het hoofd te kunnen bieden, is het station Moestapha pasja onge veer 37 K M. verwijderd. Te Moestapha pasja viel den Bulgaren een rijke buit in handen. De Turken lieten tweehonderdduizend K.G. haver en ander veevoeder benevens een groote hoeveelheid geweren en munitie achter. Een ander bericht van beteekenis, komt uit ambtelijke Turksche bron. Het meldde dat het vechten aan de Bulgaarsche grens bij Ortakeui en Bas- janki voortduurde. Ortakeui ligt onge veer 27 K.M. ten Zuiden van de Bul gaarsche grens aan den weg, die door het dal van de Arda naar Adrianopel loopt. Dit zou bewijzen, dat de Bul garen bezig zijn, om zoowel door het dal van de Maritsa als door het dal van de Arda op Adrianopel aan te rukken. Met de nachtboot Oranje Nassau kwam Maandagmorgen te Vlissingen een gezelschap aan, bestaande uit een 20-tal personen, behoorende tot het Engelsche Roode Kruis; 6000 K.G. ba gage werd medegevoerd. Zij vertrokken met den Zuidduitschen mailtrein naar Triëst, om zich verder naar het Mon- tenegrijnsche oorlogsterrein te begeven. Met de e.k. boot van de Oostenrijk sche Lloyd, die de havens aan de kust van Dalmatië aandoet, zullen 300 per sonen, door het Roode Kruis naar Mon tenegro gezonden worden. Zij zijn voor zien van verband-voorraden, apotheek materiaal, chirurgische instrumenten enz. De Russische grootvorstin Helena Konstantinowna heeft aan het Servische Roode Kruis doen weten, dat zij als verpleegster naar Servië vertrekt. De voornaamste berichten van Zondag en Maandag zijn De correspondent van de Daily Tele graph meldt uit Sofia, dat de Bulgaren Zondagmiddag begonnen zijn, om het voornaamste fort van Adrianopel te beschieten. Adrianopel heeft 24 oude, maar vernieuwde forten, waarvan er ten minste vier ten N.O. en ten N.W. van de stad liggen en twaalf gewapend zijn met kanonnen van 15 c.M. Een telegram uit Philippopel aan de Matin behelst het gerucht, dat de Bul garen zich meester hebben gemaakt van het station Kadikeui bij Adrianopel. Uit Sofia wordt aan de Lokal-An- zeiger geseind: De Bulgaarsche legers zetten hun opmarsch voort. Het tweede leger, dat op Adrianopel aanrukt, na dert reeds de buitenforten, waarvan er al twee in handen van de Bulgaren zijn; zij werden met de bajonet ge nomen. ongewone licht, wakker. Azraël stond geeu wend op, rekte zich uit en ging zijn meesteres knorrend tegemoet. Ze bleef een oogenblik voor het hok van den beer staan, waarin, als naar gewoonte, Cristo sljep en naderde dan de leeuwenkooi. Haar loop, haar bewegingen, de uitdruk king van haar gezicht hadden iets van een somnabule. Haar oogen waren wijd geopend en star. Azraël bekeek, de gele borst gerekt en met vooruitgestoken kop elke beweging van zijn meesteres. Ze stond nu dicht bij de kooi en plotseling schoof de waanzinnige den grendel van de deur en rukte deze open wijd open Een verschrikkelijk gebrul klonk. Met een grooten sprong vloog Azraël op Giuliana af en zijn klauwen verscheurden haar borst. Zonder geluid te geven zonk ze neer en over haar heen sprong de leeuw en snelde, door de open deur van de menagerie, naar buiten. Hier bleef hij staan het maanlicht verblindde hem. Nu viel er echter een schot in den nacht een van de schildwachten had, het gevaar ziende, zijn geweer afgescho ten en opgeschrikt vloog Azraël, met groote sprongen, over de plaats XI. Ze waren gegaan tot diep in het steeds nauwer wordende dal van de Prus- celli en daarna westwaarts op, in de bergen. Andrea wilde den Coscione bereiken, een met bosch begroeide top in het Noorden De Turken bieden verbitterden tegen stand en zelfs om de kleine veldverde- digingswerken moeten de Bulgaren stap voor stap vechten. Bijna op alle punten van de gevechtslijn komt het tot een bajonetgevecht, waarbij de Bulgaren vele gevangenen gemaakt hebben on geveer honderd Turken zijn in de ver schansingen gevangen genomen. De Bulgaren gebruiken hun over macht van het oogenblik om snel voor waarts te dringen eu schijnen het plan te hebben Adrianopel te bezetten. Bij Moestapha-pasja zijn ze de Maritsa overgetrokken en rukken nu ook ten Zuiden van deze rivier, tegen Adriano pel op. Ook het derde legerkorps, dat tegen Kirk Kilisse (in Oostelijke richting van Adrianopel) optreedt; meldt, dat het snel vooruitkomt. De Montenegrijnen hebben Maandag de Albaneesche grensstad Plawa stor menderhand genomen, na een strijd van 2 dagen en na 6 stormaanvallen, de stad is plat geschoten. De Albanee- zen trokken zich in de bergen terug. De Montenegrijnen hadden bijna vijf honderd dooden en gewonden. Da Al- baneezen lieten 700 dooden en zwaar gewonden achter. Het Journal verneemt uit Podgoritsa, dat van de 2000 Turken, die getracht hebben Berane te hernemen, 1700 ge dood zouden zijn. De Montenegrijnen lokten hen in den pas van Escarpo en richtten toen een ware slachting aan met granaten, kogels en rotsblokken. Het Grieksche leger heeft de Turken de zeer sterke verdedigingswerken van Elassona in Thessalië doen ontruimen en deze stad bezet. Voorts zijn 2 bataljons, ondersteund door 2 batterijen, de brug van de grens rivier de Arta in Epirus overgetrokken en hebben de hoogten van Gribowo (ten N. van de stad Arta) bezet. De correspondent van het Berliner Tageblatt te Athene seint de volgende bijzonderheden over de overwinning van Elassona (in Thessalië, N.-W. van den Meloena-pas). De opmarsch van de Grieken begon Vrijdag bij zeer slecht weer. De soldaten moesten de kanonnen door de modder trekken, daar ze voort durend wegzonken. Vijf divisies kwamen des avonds om vijf uur bij Salizene te zamen en rukten des morgens Elassona onder het gejuich van de bevolking binnen. De Turken trokken zich terug op de Noordelijk gelegen hoogten van waar zij zich verschansten. Zij openden het vuur met 7 kanonnen en de Grieken antwoorden. Het vuurgevecht duurde 4 uur. Om 12 uur zwegen de Turksche ka nonnen. De Grieksche infanterie onder bevel van den kroonprins en zijn zoon deed nu een bajonetaanval, met het gevolg, dat de Turken op de vlucht sloegen. De zeven kanonnen werden buitgemaakt. Door den doorweekten bodem kon de cavalerie de Turken van Sartene, waarbij een groot stuk land lag, dat bewoond werd door gastvrije herders, die hem reeds eenmaal hadden opgenomen voor nauwelijks veertien dagen. Daarboven was hij veilig, tenminste voor den eersten tijd en kon hij rustig zijn verdere maat regelen nemen. Hij kende den weg naar den Monte Cos cione niet, alleen maar de richting. Van een weg was eigenlijk in het geheel geen sprake in het dichte struikgewas van de Macchia; maar op zijn tochten in Afrika, had de speurzin van Andrea zich zóó ge scherpt, dat hij, ook zonder weg, zijn doel hoopte te bereiken. En moed en hoop waren plotseling sterk in hem geworden, sinds hij niet meer alleen voor zichzelf te zorgen had, maar ook een geliefd wezen, voor dat dappere, kleine meisje, dat het pas voor pas, aan zijn zijde uithield en hem steeds op nieuw verzekerde, dat zij in het geheel niet vermoeid was, dat ze zooveel verdragen kon o zoo veel Uit het met bloemengeur gevulde dal, ging het nu den bergrug op, door een bosch van olijfboomen. Men steeg gemakkelijk ia het begin tenminste, want de helling was licht. Maar hoe hooger ze kwamen, des te dichter werden de lage eikenstruiken op den grond en de overal groeiende myrthen. Maar de vluchtelingen waren toch vol goeden moed. Nila lachte als de dorens haar rok scheurden, en haar zilveren lach, die op het gekir van een tortelduif geleek, werkte aan stekelijk, want Andrea lachte vroolijk mee. Naar het Duitsch VAN Wordt vervolgd.')

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1912 | | pagina 1