let Land van Heusden en Allena. de Langstraat en de Hosnmeierwaard.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
TVo. 3214, Zaterdag 14 December
Drooglegging der Zuiderzee.
FEUILLETON.
VAN
ALTEN/
VOOE
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
1912
Advertentiën van 1—6 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/» ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
De drooglegging der Zuiderzee is een
zaak, die al langen tijd „in den molen"
is geweest. In beginsel zullen we wel
allen vóór drooglegging van „dien poel"
zijn, zooals de Zuiderzee wel eens ge
noemd wordt. Immers, inplaats van
dien waterplas zouden we krijgen een
uitgestrekte lap 'gronds, waar steden en
dorpen zouden verrijzen, waar bouw
en weilanden aangelegd zouden worden.
De ruiling zou goed zijn, dunkt ons
Daarbij, velen in den lande, die nu
werkloos en broodeloos rondloopen,
zouden dó&r werk vinden en door hun
werk ook brood. Natuurlijk, hiertegen
over staan ook nadeelen, waarvoor we
niet blind zijn, en ook de kosten dier
drooglegging zouden een enorm bedrag
vormen, maar we zijn er van overtuigd,
we gelooven althans vast en zeker dat
de vooideelen wel tegen de nadeelen
zouden opwegen. Het is hierom dat wij
ons in beginsel vóór drooglegging der
Zuiderzee durven verklaren en wij zijn
de meening toegedaan dat velen hierin
aan onze zijde staan.
Dezer dagen hield de Nationale Ver-
eeniging tegen de Werkloosheid te
Amsterdam hare jaarlijksche algemeene
vergadering, in welke de prae-adviezen
van de heeren A. Plate Az. en A. A.
Beekman, over den invloed van de
drooglegging der Zuiderzee op de werk
loosheid, behandeld werden. In deze
prae-adviezen wordt de zaak weliswaar
van slechts één kant bekeken, n.l. vanaf
dien kant in hoeverre de drooglegging
de werkloosheid hier te lande zou doen
afnemen, maar in de adviezen vinden
we ook ander» nog zooveel belangrijks,
dat wij niet willen nalaten om aan de
hand van die adviezen hier nog een
en ander over de drooglegging mede
te deelen.
De heer Beekman onderscheidt drie
perioden in de uitvoering van het plan
den aanleg van het werk van de af
sluiting en de droogmaking, het bruik
baar en bewoonbaar maken van de
nieuwe gronden, de vestiging en be
woning door de vaste bevolking in de
nieuwe provincie. Daarbij valt telkens
te onderscheidena. de hoeveelheid en
den aard van den arbeid, die recht
streeks te leveren valt op het werk
zelf; b. de vermeerdering van arbeid,
die elders ontstaat door de verhoogde
prestaties van de nijverheid en het ver-
Rutheensche Roman.
(13
Voor de tweede maal trof de onheilspel
lende voorzegging Youri als een knots.
Ontzet zweeg hij.
„Je zult je eigen dood niet sterven," her
haalde Yerina; een lange stilte volgde op
deze woorden. Eindelijk sprak Youri:
„Moeder Yerina," zei hij met stokkende
stem, „Oliana zal mij toebehooren ik
moet haar hebbenZonder haar kan ik
niet leven Zij heeft mij betooverd. Ver
staat gij Zij zal mij toebehooren indien
gij mij haar niet geeftdan zal ik haar
dooden en daarna mijzelf."
„Komaan, Youri, je bent waanzinnig. De
Booze heeft je geest beneveld. Zij haat je.
Wat wil je, dat ik er aan doe?"
„Haar aan mij geven! Gij zijt de moeder,
gij kunt haar dwingen."
„Ik zeg je, dat zij je haat. Men dwingt
het hart niet."
„Ik kan niet leven zonder haarl"
„Zoek een andere vrouw, laat mijn dochter
met rust."
„Ik zal haar hebben of haar dooden. Of
men mij daarna ophangt is mij hetzelfde."
Zijn lippen verbleekten, zijn gejaagde
ademhaling werd sissend. Yerina, door schrik
bevangen, zag hem zwijgend aan. Zij wist
niet meer wat te antwoorden. 4
„Ik ben de rijkste van het dorp, denkt
gij daaraan niet?"
„Oliana is de mooiste en de werkzaamste
van al de meisjes in het dorp."
„Ik zal haar nemen."
„Als zij het wil."
keerswezen. In het eerste stadium, zegt
de heer Beekman, zullen veel rijswer-
kers, polderjongens, betonwerkers, schip
pers, technisch personeel, enz., werk
vinden, in de tweede periode zullen
boerenarbeiders veel werk vinden, en
het derde tijdperk, dat men dat der
kolonisatie zou kunnen noemen, zal
niet alleen arbeid in de nieuwe pro
vincie geven, maar ook vermeerdering
van arbeid daar buiten. Wel meer werk
dus! In zijn toelichting op het advies
zeide de heer Beekman dat men van
de 211,000 hectare, die drooggelegd
moeten worden, voor elke 10,000 hec
tare jaarlijks een 4000 man noodig zal
hebben. Men kan rekenen, zeide hij,
dat het geheele werk na 33 jaren ge
reed zijn kan. Al die 33 jaren achter
een zouden dus voor elke 10,000 hec
taren 4000 man noodig zijn! Als men
dan nog rekent, zooals de heer Beek
man doet, dat op elke 5 hectare een
landbouwer noodig is, dan zouden er
voor de bebouwing van den grond on
geveer 40,000 landbouwers noodig zijn
Dan had men echter nog maar alleen
de landbouwers. Deze zouden ook hun
gezinnen medenemen of daar krijgen,
en dan zou er, als men een gezin op
gemiddeld 5 personen rekent, reeds een
bevolking zijn van 200,000 menschen.
Alleen de landbouwende bevolking zou
dus ongeveer 200,000 menschen sterk
zijn. Ook andere personen vestigen er
zich natuurlijk, en al zou de droogge
maakte Zuiderzee louter een landbouw-
provincie worden, dan zou ze altijd
nog een bevolking van tusschen de
250,000 en 350,000 menschen kunnen
herbergen.
Ook is de heer Beekman van meening
dat het plan bij uitvoering ten goede
zal komen aan de overliggende gronden
van de reeds bestaande provinciën.
Yooralde watervoorziening en de water-
verversching zouden er door op voor
uitgaan, naar hij gelooft. Nu bijv., zoo
zegt hij, brengt Amsterdam het ver
vuilde, brakke water door den boezem
van het Noordzeekanaal over de pro
vincie Noord-Holland, en de koeien
drinken dat water, wat zeer ten na-
deele is van het vee en natuurlijk ook
van de zuivel, Friesland ondervindt ook
al dergelijke nadeelen, zegt hij, door
dat het in den zomer gebrek heeft aan
zoet water. Ook de afwatering van deze
provincie zou bij drooglegging van de
Zuiderzee er zeer op voor uitgaan, want,
„Zij zal willen; kom mijn hut, mijn
schuur en mijn stallen maar zien. Ik ben
rijk, zij zal nooit aan iets gebrek hebben."
„Zij wil niets van je weten, zij haat je!"
„Is dat uw laatste woord, moeder Yerina."
Youri liet deze vraag met zulk een af
schuwelijken blik gepaard gaan, dat de
vrouw beefde voor haar dochter.
„Hij heeft een slechte gedachte," overwoog
zij, en zij nam de toevlucht tot list toen zij
antwoordde
„Het kan zijn, dat zij later van inzicht
verandert. Laat eenigen tijd voorbijgaan,
gij zijt beiden nog jong. Wel, als zij ziet
hoe gij haar bemint, dat gij de rijkste van
het dorp zijtwie weetmisschien
zal zij toestemmen
„Gelooft gij het, moeder Yerina?"
Een plotselinge vreugde verhelderde het
gelaat van den jongen man.
„Weet ik wat God voor ons heeft voor
bestemd?" antwoordde de moeder. „Alles
is mogelijk, wacht nog."
En in gedachte voegde zij er bij„Hij is
tot moorden in staat, de bandiet! Dat is
reeds meer gezien Domna heSft mij een
dergelijke geschiedenis verteld. O, het is
afschuwelijk
Hardop vervolgde zij
„Zie je, Youri, je moet geduld hebben.
Je moet wachten, er is in het geheel geen
haast."
„Welnu, ik zal wachten, maar daarna
„Wat daarna?"
„Gij zult het zien
In den boozen lach van Youri voelde
Yerina een bedreiging.
Toen Youri vertrokken was, herademde
de vrouw.
„O, waarom heeft Sémène hem niet voor
goed geworgdEen schurk minderBah,
wat is hij leelijk, wat is hij terugstootend
Een echtgenoot! Maar het is om iederen
nacht te sterven
zeide hij, men heeft daar te weinig
water als men het noodig heeft en te
veel als men er weinig moet hebben,
en dit zou bij drooglegging anders
worden. Als men nl. een voortdurende
zoetwaterbron heeft in het te maken
Yselmeer, dat op den duur geheel met
zoetwater gevuld zal worden, dan is
het reeds beter. Maar nu, zoo zegt de
heer Beekman, durft men in Friesland
niet af te wateren als men water te
veel heeft, omdat men bang is voor den
tijd van watersnood, die men dan weer
verwacht.
Ooncludeerende, dan mag men dus
zeggen dat er veel is, dat voor droog
legging der Zuiderzee pleit. Wij zien
echter ook wel degelijk de nadeelen,
die uit de drooglegging zullen voort
vloeien. Zooals gezegd, zullen de voor-
deelen, naar wij meenen, wel tegen de
nadeelen opwegen en durven we ons
in beginsel uitspreken voor de droog-
legging.
Buiten land.
In de eerste dagen van October werd
Versailles op stelten gezet door de ver
dwijning van een jong meisje van goede
familie, dochter van een dokter. Op
10 October had het meisje het ouder
lijk huis verlaten om bij een oom te
St. Quentin te gaan logeeren. 's Avonds
kwam er een telegram van haar, mel
dende, dat zij den trein gemist had
en te Parijs overnachten zou. Te St.
Quentin kwam zij intusschen den vol
genden dag niet aan en sedert is er
niets meer van haar vernomen. Het
meisje, juffrouw Eude geheeten, was
van onbesproken gedragtoch veron
derstelde men, dat bij deze geheim
zinnige verdwijning een man in het
spel was, een gewezen officier, die te
Versailles in garnizoen was geweest.
Temeer, daar een onderzoek uitbracht,
dat het uit Parijs verzonden telegram,
vaarin juffrouw Eude aan haar ouders
meldde, dat zij haar trein gemist had,
door een jongeman was aangeboden,
wiens signalement met dat van den
officier overeenkomt.
Alle pogingen om een spoor van het
verdwenen meisje te ontdekken bleven
vruchteloos, totdat Woensdag haar lijk
gevonden is in het bosch van Fontaine-
bleau. De lijkschouwing heeft vastge
steld, dat het ongelukkige schepseltje
van honger was omgekomen. Sporen
van geweld werden er op het lichaam
niet gevonden.
Men veronderstelt, dat juffrouw Eude
V.
De winter was verdwenen; het voorjaar,
rijk aan beloften, omhulde Ruthenië met
zijn mantel van smaragd, geborduurd met
pinksterbloemen en diamanten. De verliefde
nachtegaal zong in de heesters, maarPetro
was daar niet om zijn hut te bouwen.
Het licht van de maan overstroomde de
hut en liet Oliana zien, die op een bank
onder het venater zat. Zij kamde haar lange
haren, die op den grond neervielen, en, in
dezen zijdeachtigen vloed gehuld als in een
vorstelijken mantel, geleek Oliana op een
fee. Plotseling hield zij op en, haar zware
haren oplichtende, scheen zij er de bijzon
dere lengte van te meten.
„Hoeveel haren," sprak zij heel zacht,
„zou men aan elkaar moeten knoopen langs
den weg van hier naar Siberië Het is ver,
verZingt de nachtegaal er evenals bij ons 9
Men zegt, dat daar eeuwigdurende sneeuw
is en dat men er vroeg sterft
Zij liet de haren neervallen en met strak-
ken blik scheen zij iets te zien.... Wat?
Ongetwijfeld dien weg, waarvan zij de lengte
niet kende, en die stille, witte velden, waar
men sterft zonder ooit zijn dorp te hebben
teruggezien.
„Petro heeft mij gezegd, dat hij zou terug-
keeren ja, hij heeft het mij gezegd
Omdat hij het heeft gezegd, zal hij terug-
keeren."
En haar arm hart klemde zich vast aan
de laatste woorden van den jongeman met
die onweerstaanbare kracht, die gelooven
wil, ondanks al de verschrikkingen der
werkelijkheid.
In gedachten verzonken, vergat zij haar
loshangende haren, vergat zij dat de haan
reeds middernacht had aangekondigd; zij
droomde nog altijdPlotseling ont
waakte zij; een licht geruisch trof haar oor;
zij hoorde schreden, gedempt door het gras.
Een oogenblik later zag zij een schim, snel
bij haar vertrek vóór twee maanden
uit de ouderlijke woning, inderdaad
met een jongeman gevlucht is dat zij
spoedig berouw van haar daad heeft
gehad en uit vrees voor den toorn der
ouders, zich in het uitgestrekte bosch
van Fontainebleau verborgen heeft ge
houden.
De 91-jarige regent van Beieren, prins
Luitpold, die ruim 26 jaar voor den
op Fürstenried verpleegden krankzin
nigen koning Otto het regentschap in
Beieren heeft uitgeoefend, is Donderdag
ochtend vroeg aan de kwalen van zijn
hoogen ouderdom bezweken.
In heel het Duitsche rijk, waar men
dezen oudsten regeerder algemeen achtte
en hoogschatte, zal dit bericht indruk
maken.
De oorlog op den Balkan.
Van gezaghebbende Turksche zijde,
heeft de correspondent van Wolffs bu
reau te Konstantinopel opnieuw ver
nomen, dat Turkije geen vrede zal
sluiten, als Adrianopel niet Turksch en
geen vesting mocht blijven.
Behalve het leger bij de linie van
Tsjataldzja, heeft men te Konstantinopel
een aantal rekruten en nieuwe reser
visten verzameld, die nu in den wapen
handel geoefend worden. Verder zijn er
nog verscheidene voltallige divisies uit
Klein-Azië onderweg, waarvan de sterkte
en de bewegingen streng geheim worden
gehouden.
Als de onderhandelingen afgebroken
mochten worden, zal Turkije met een
zeer aanzienlijke strijdmacht tegenover
den vijand staan.
Uit de voorwaarden voor den wapen
stilstand blijkt nader, dat de Bulgaren
langs het station van Adrianopel niet
alleen mondvoorraad, maar ook troepen
en munitie zullen mogen aanvoeren.
Uit Bologna wordt aan de Vossische
Ztg. gemeldDe bladen deelen een
bericht mede volgens hetwelk het Drie
voudig Verbond besloten zou hebben
door de vloot troepen naar Albanië te
zenden om de onafhankelijk van Du-
razzo en Walona te verzekeren. De
tweede Italiaansche divisi van de marine
heeft bevel ontvangen zich gereed te
houden om een transportvloot met 3000
man troepen aan boord naar hun plaats
van bestemming te begeleiden.
Uit Triest wordt gemeld, dat ver
moedelijk het Duitsche oorlogschip Gö-
ben, dat te Konstantinopel gelegen
heeft en een andere Duitsche kruiser
in de oorlogshaven Pola aangekomen
zijn. Volgens geruchten zou de aan
komst van deze Duitsche oorlogssche-
als de bliksem, onder het venster voorbij
gaan. Een schim?.... Een zwervende ziel
onder de stralen der maan?....
Door schrik bevangen, bleef zij verlamd
staan, de oogen wijd open, niet in staat een
geluid te geven.
De schim kwam nog eenmaal terug, een
oogenblik toefde ze, den blik in de diepte
der hut werpende, en, als door een plotse-
lingen rukwind medegesleept, verdween ze.
Het meisje slaakte een kreet van ontzetting,
verschrikt viel zij op de bank neer.
Gewekt door dien kreet, sprong de moe
der uit bed en, denkende dat er een onge
luk gebeurde, snelde zij toe.
„Wat is er Wat heb je gezien vroeg zij.
„O, moeder, moeder
„Maar spreek dan Wat heb je gezien
Je vader misschien?"
Zij verbleekte, terwijl zij het vroeg.
„Neen, neen O, moeder, hij was daar
vlak bij Ik zag hem, zooals ik u zie.
Hij is voorbijgegaan Een ster, die valt,
gaat niet sneller voorbij."
„Hij, mijn dochter?" herhaalde Yeriüa
met eene stem, die schrik verried. „Ben
je er zeker van?"
„Ik heb hem gezienHij heeft mij
aangezienO, die oogen, die oogen, moe
der
„Heeft hij niet tot je gesproken
„Neen, als een spook is hij zonder eenig
gedruisch verdwenen."
„Misschien is hij in de sneeuw gestor
ven, en nu komt zijn ziel terug", prevelde
Yerina weenende.
„O. moeder, zeg dat niet."
„Het kan zijn, mijn dochter, dat de
Booze met ons speelt. Hij kan zijn gelaat,
zijne oogen hebben aangenomen om ons te
kwellen."
Moeder, hij is het, dien ik gezien heb.
j Hij had mij gezegd, dat hij zou terugkee-
!ren. Mijn hart voelt dat hij het is. Hij is
pen in verband staan met een vloot-
demonstratie van het Drievoudig Ver
bond voor Durazzo.en Walona.
Het aftreden van den minister van
oorlog en van den chef van den staf
te Weenen wordt beschouwd als een
bewijs, dat er in Oostenrijk-Hongarije
geschillen bestaan over de militaire
quaesties.
Volgens Politika is het Oostenrijk-
sche 102de regiment infanterie, dat ge
vormd is uit Tsjechen, gedesserteerd
en en hebben de deserteurs de wijk
genomen op Russisch gebied.
De Daily Telegraph verneemt uit
Belgrado: Men schrijft hier de veran
dering aan het ministerie van oorlog
en den generalen staf in Oostenrijk ten
deele toe aan de tekortkomingen, die
er bij de mobilisatie zijn gebleken, ter
wijl de afgetredenen voorstanders waren
van Servië onmiddellijk aan te pakken.
Intusschen merkt men in Belgrado
op, dat Oostenrijk zich voortdurend tot
een oorlog uitrust, vooral aan de Adri-
atische Zee en in Bosnië, waarheen weer
30.000 man zijn gezonden, terwijl Servië
geen soldaat heeft verplaatst.
In goed ingelichte kringen te Kon
stantinopel gelooft men niet aan een
snelle afdoening der vredesonderhan
delingen, daar de eischen der Bulgaren
door de Turken niet aangenomen zullen
worden. Turkije bereidt zich in ieder
geval op een voortzetting van den oorlog
voor.
De Duitsche gezant heeft den Mon-
tenegrijnschen minister van buiten-
landsche zaken opnieuw gevraagd, om
den commandant van Skoetari mede-
deeling te doen van de voorwaarden
van den wapenstilstand. De regeering
verklaarde echter, dat zij, wegens de
wijze waarop Hassan Riza den Mon
tenegrin nschen parlementair, die hem
het telegram van Nazim pasja moest
overhandigen, heeft bejegend, met den
besten wil niet opnieuw een Montene-
grijnsch parlementair een mededeeling
kon laten overbrengen, welke slechts
•?en aanvulling kon zijn van die, welke
al eenige dagen te voren was gedaan.
De 3000 bewoners van de Arginoesi-
sche eilanden, die tusschen Chios en
Lesbos liggen, hebben de Turksche over
heid afgezet en gevangen genomen.
Daarna hebben de Grieksche troepen
op hun uitnoodiging, hun eilanden
bezet.
De eilanders hebben ook een inzame
ling gehouden en de opbrengst daarvan
aan de regeering te Athene gezonden.
niet gestorven, neen, neen, hij is niet dood
Stil, mijn meisje, stilhij is het mis
schien."
De twee vrouwen, tegen elkaar aange
leund, met angstige oogen naar het ven
ster gekeerd, brachten aldus den nacht door,
zacht met elkaar sprekendemaar het ge
zicht verscheen niet meer en de roze och
tendstond verdreef de nevelen van den
nacht en deed de onrust der gemoederen
bedaren.
„Oliana", zei de moeder, terwijl zij van
de bank opstond, „zeg aan niemana iets.
Ga naar de kerk en bid daar om h§t on
heil te keeren."
„Ja, ik zal naar de kerk gaanik zal
voor hem bidden."
„En zwijg, mijn dochter, spreek nooit
over hetgeen gebeurd is
„Wat dan
"Dan zou het een ongeluk zijn, als men
het wist. Indien hij het is, indien hij wer
kelijk is teruggekeerddan is hy uit
het leger gedeserteerd. O, God, heb deer
nis met ons."
„Wat zou er uit voortkomen?" vroeg
Oliana bevend.
„Mijn dochter, hij zou onder den knoet
stervenIndien hij niet stierf, dan zou
men hem weer in het leger nemen, en als
hij weer dorst ontsnappen, dan zou men
hem met den knoet slaan tot er van hem
niets dan beenderen en stukken vleesch
overbleven."
„Moeder, moeder," steunde Oliana.
„Ja, men zou hem met den knoet slaan,
zeg ik je; want men heeft hem trouw aan
den Czaar doen zweren. Welnu, de knoet
ie er om aan den Czaar te doen gehoor
zamen. Het is een groote wet
Wordt vervolgd.)