Het Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3218Zaterdag 28 December. 1912. De dagen na Kerstmis. FEUILLETON. OL.ÏAMA. Wegens Nieuwjaarsdag zal ons blad in plaats van Woensdag 1 Jan., daags te voren verschijnen. Heeren Adverteerders en cor respondenten gelieven hiermede rekening te houden. UiJD VAN ALT^fc VOOB Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/* °k öroote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. Het feest van licht, van licht-begin ligt achter ons. De donkerste dagen van het jaar zijn voorbij. De dagzon heeft enkele dagen geleden haar laagste mid daghoogte bereikr, en al stijgende zal zij over 6 maanden weder haar hoogste punt innemen. Dan neemt haar gang een keerterug en lager gaande wordt opnieuw een 21ste December bereikt als laagste dagstand. Zoo van jaar op jaar, van eeuw op eeuw, van eeuwig heid op eeuwigheid, daalt en rijst, en rijst en daalt de zonnegang. De rijzing voert naar warmte en bloeinaar bloe- mentooi en zomerweelde; de daling naar koude en afsterven, naar blader loos geboomte en verstijfde wateren. Telkens weer wordt de hoop geboren op „betere tijden" in de natuur. Kunnen wij ook die zelfde hoop koesteren voor de aanstaande tijden in de maatschappij Wie, die een blik om zich heen werpt, zou het durven be amen. Zeker, wij leven hier in een der rustigste landen van Europadoch ook te onzent woedt de felle bestaansstrijd onder alle lagen der maatschappijook te onzent wordt van de individueele kracht van elk vaak het uiterste ge vergd, ja zelfs meer dan dat. En van jaar tot jaar wordt deze strijd er niet minder op. Toch, gelukkig is Neder land dit jaar gespaard gebleven voor zulke massale werkstakingen als het buitenland te aanschouwen gegeven heeft, al is ook hier de verhouding tus- schen werkgever en werknemer in menig industrieel centrum, geenszins wat zij zijn kon. Vooral echter wat den algemeenen toestand in Europa aangaat, wordt door velen de vrees gekoesterd, dat de hoop op een aanstaande verbetering wellicht ijdel zal zijn. Nog is de oorlogsfakkel in Europa niet geheel gedoofd of allerwege vreest men, dat het bij dien éénen brand, ginds in den Balkan, niet blijven zal. Zeker, de gevolmachtigden der oorlog voerende partgen zijn thans te Londen VIII. (17 Op het uur, dat de leeuwerik omhoog steeg, trad Oliana haar hut binnen. De moeder, die geen oog had geloken, wachtte haar. Zij zag haar lang en strak aan. „Oliana," sprak zij, „is het woud een tempel?" Het meisje richtte zich op; het instinct van natuurkind, zeide haar, dat tusschen- beide het woud een tempel wordt en de liefde een opoffering. „Moederstamelde zijdaarna zweeg zij „Wat zal er van je worden?" „Ik zal hem beminnen, opdat hij niet sterft." „Mijn dochter, mijn dochterI De gier heeft je vleugels gebroken, en daarna?" „Moeder, u bent jong geweest, heeft u bemind „Achmen had hem met den knoet geslagenen hij stierf in Siberië." „Waarom hebt u hem er niet gevolgd?" „Waarom?" Yerina bedekte haar gelaat met de handen en weende. Waarom had zij hem niet gevolgd Deze vraag had zij zichzelve nooit gesteld, en nu zij die uit den mond van haar dochter hoorde, voelde zij een slang die aan haar hart knaagde. Welnu, als zij hem gevolgd was?.... Zou zij dan niet gelukkiger zijn geweest Haar rampzalig leven met Doube- bijeenhet woord is dus thans aan de diplomatie. Wel is het zwaard nog niet voor goed in de scheede gestoken, doch het ligt toch reeds gedeeltelijk werke loos in de handen der krijgers. Niemand echter weet voor hoe lang. De diplo maten, die over den vrede zullen be raadslagen, zijn eenerzijds die der vier verbonden Balkanstaten. Tot nu toe stonden zij schouder aan schouder op hot oorlogsveld; maar nu het op het verdeelen der buit aankomt, komen zij bijna tegen over elkander te staan. En van eendracht tusschen Bulgaren en Grieken bijvoorbeeld, was reeds in Sa- loniki al geen sprake meer. Anderzijds wordt het woord op de Londensche vredes-conferentie door de Turksche di plomatie gevoerd. Wie zich de geschiedenis der laatste jaren in de vorige en der eerste in deze eeuw te binnen wil brengen, weet wat de listigheid der Ottomaansche di plomaten kan uitwerken, en tot welke voor de rust van Europa gevaarlijke consequenties zij gaan durven. Als het van Turkije moet afhangen of de vrede tusschen de Europeescho mogendheden gehandhaafd blijft, dan komt men al licht bedrogen uit. Bovendien, gelijktijdig met deze onderhandelingen der Balkan-gevol machtigden, is daar in de Engelsche hoofdstad een bijeenkomst der gezan ten van de groote mogendheden. Wat hierbij besproken zal worden is nie mand recht duidelijk geworden. En naar men wil, zou dan ook deze bij eenkomst slechts een voorwendsel zijn om de zaken te rekken, tot aan het vroege begin van het aanstaand voor jaar. Dan toch is de groote vredevorst, die Winter heet, tot wijken gedoemd de voor het zware oorlogsmateriaal minder toegankelijke wegen worden alweder meer begaanbaar, geen ijzige vorst of alle bewegingen belemmerende sneeuw kan de oorlogscampagne meer tegenhouden, het oorlogsspel kan beginnen. En als het begint, indien werkelijk de oorlogsvlam naar Midden- of West- Europa overslaat, dan kan niemand den omvang van zulk een ramp met juist heid voorspellen. Het fijne der tallooze dagelijksche zetten op het diplomatiek schaakbord van Europa ontgaat den buitenstaander grootendeelsmaar wie tusschen de regels der openbaar gemaakte staats stukken betreffende de jongste schik kingen door kan lezen, en zich niet niouk, was het niet een wraak van den doode, dien zij had vergeten Zij on dervroeg Oliana niet meer. En als eiken avond met het opkomen der eerste sterren het meisje de hut verliet, volgde zij haar droevig met de oogen, maar vroeg niet meer waarheen zij ging. Het woud was een tempel geworden, dat stond geschreven. Den dag na het eerste bezoek van Oliana aan de rots trad Youri de hut der weduwe binnen. Het meisje, dat slechts op de sche mering wachtte om te vertrekken, zag met ontzetting dezen boozen geest de woning binnengaan. Eene flikkering van haat kwam in hare oogen, zij snelde naar de deur om aan deze ontmoeting te ontsnappen. Youri versperde haar den weg. „Gij wilt mij ontvluchten?" sprak hij. Zij antwoordde niet. „Gij wilt mij ontvluchten herhaalde de bezoeker, „Wat hoopt gij dan?" Oliana bewaarde een halsstarrig stilzwijgen. Haar blik aan een scherpsnijdend zwaard gelijk, rustte op het afzichtelijke gelaat van den jongeling. „Gij zijt te trotsch, is het niet?" ver volgde Youri. „Ja, ik ben te trosch om met je te praten, laat mij voorbij." „Gij zult niet voorbijgaan. Wat ik te zeggen heb, zal ik zeggen. Ik heb gewacht, nu eisch ik mijn recht op." „Op mij heb je er geen enkel." „Oliana, het zal je berouweru." „Vervolg mij niet, zoek mij niet meer op. Ik haat je." Youri voelde zich niet op zijn gemak voor haar altijd van toorn fonkelenden blik. „Slang", zei hij, „heb je een nieuwen minnaar van de wijs laat brengen, door schoon schijnende redevoeringen, die gevoelt maar al te zeer, dat het in deze dagen broeit in de Europeesche kabinetten. Het lijkt alsof de Balkan-oorlog de geheele constellatie der Europeesche verhoudingen op losse schroeven heeft gezet, en zooveel is zeker, dat Engeland hard aan het stoken is tusschen Frank rijk en Duitschland. Laat ons echter niet al te pessimis tisch gestemd zijn. Mogelijk zijn de „donkere dagen" van thans niet vreemd aan «1 deze onheilspellende geruchten. Bovendien, „het kan verkeeren" is een waar oud-vaderlandsch woord, want zoolang ook de mannen, die de koor den der beurs in handen houden, zoo lang de groote financiers zich onwillig betoonen, en zij niet de zenuw van den oorlog verschaffen, is het een te vergeefs dwingen voor de oorlogsman nen. En vooralsnog schijnen zij geens zins geneigd, hun dit najaar ingenomen vredelievend standpunt te willen ver laten. Doch, nog eens, wie weet met zekerheid dat alles te zeggen Daarom ligt een eenigszins weemoe dig waas over de donkere dagen, die het einde zijn ook van dit jaar. Doch evengoed als in de natuur na teruggang en vermindering, een periode van toename en opgewektheid volgt, evengoed wisselen in de groote maat schappij keer en tegenkeer, eb en vloed elkander af. En wellicht staan wij, on danks alle slecht-weerprofeten, toch nog aan den vooravond van een, ook in de politieke atmosfeer, lichtend begin. Buitenland. De oorlog op den Balkan. In welingelichte kringen te Rome verklaart men, dat ten aanzien van de eilanden de volgende oplossing van de kwestie aan de gezantenbijeenkomst te Londen zal voorgesteld worden. Kreta zal zonder meer bij Griekenland inge lijfd worden. Imbros, Tenedos, Lemnos en Samothraki, die voor de Dardanellen liggen, kunnen alleen toebehooren aan de mogendheid, die de zeestraten be- heerscht. Zij zouden dus aan Turkije blijven. Al de overige eilanden in de Egeïsche Zee, ook die welke de Italianen thans bezet houden, zullen autonoom verklaard worden onder een plaatse lijk vorst, die onder de souvereiniteit van den Sultan zal staan. Geen enkele mogendheid zal op die eilanden een steunpunt voor haar vloot mogen ves tigen. „En als het zoo was?" „Maar Petro zult gij niet hebben 1 Ver staat gij Gij zult hem nooit, nooit hebben „En hoe wil je dat ik hem heb, hij zal nooit terugkeeren." „Ha, ga hem in het Siberische regiment zoeken. Wilt ge, dat ik je er breng Ik heb geld, ik kan alles." „Je weet den weg niet, daarvoor ben je veel te dom. Het geld heeft je geen ver stand gegeven, Séméme heeft dat meer dan jij." „Ha, Séméneknarsetandde Youridie naam alleen dus trof hem in het hart. „Hem zou je nu willen hebben „En waarom niet? Hij heeft niet jou leelijke gezicht; hij is mooi, hij is sterk. En dat hij sterk is, daarvan weet je iets." „Heks, is dat een partij voor jou „Hij is knap, de rest gaat je niet aan." „Moeder, Yerina", sprak hij, zich tolde vrouw wendende, „Sémène is teruggekeerd, ik weet het. Als ik hem ooit in uw huis vind, danzal hij het met mij te doen hebben Moeder en dochter barsten in lachen uit. „Komaan, Youri", zei de oude vrouw, die steeds haar voorzichtig stelsel volgde, „zet je geen dwaasheden in het hoofd. Wees gerust, je zult nog trouwen. Als men het geld heeft, dat jij bezit „L het geen schande voor uw dochter, zulk een schavuit, zulk een vilder na te loopen „Hij is geen vilder, hij is geen bandiet", hernam Oliana, „hij heeft slechte een te sterke vuist. Je weet dat, is het niet?" „Bedelaarster, jij zoudt het ook nog te weten kunnen komen." „En als wij elkaar ontmoeten, is hij toch altijd zeer beleefd." De eilanders zullen dientengevolge in een beteren toestand komen en zich- zelven regeeren. Griekenland, meent men, zal voldoende vergoeding vinden op den Balkan en door de inlijving van Kreta. Stelde men dit land in het be zit van de eilandenwereld, die zoo dicht bij de Aziatische kust ligt, dan zou dit de politieke en oeconomische vrijheid van Turkije, welke de mogendheden willen verzekeren, grootelijks belem meren. Wenizelos heeft aan een correspon dent van de New-York Herald verklaard, dat de afstand van de eilanden in de Egeïsche Zee een van Griekenland's voornaamste eischen was, die het nim mer zou laten varen. De minister noemde Lemnos, Imbros, Tenedos, Thasos, Chios en Lesbos met name. Niet als veroveraars, zoo zeide hij, maken we aanspraak op die eilanden, maar als bevrijders. Griekenland tracht slecht zijn eigen zonen terug te krijgen, hen weer te brengen op de plaats waar ze behooren en ze in het Grieksche bestuur en de Grieksche beschaving te laten deelen. Sedert den aanvang der geschiedenis zgn die eilanden Grieksch geweest en zij zijn het gebleven gedurende de vijf eeuwen van Turksche overheersching. In heel Groot-Griekenland wordt geen zuiverder Grieksch gesproken dan op de eilanden. De eilanders voelen Grieksch en hun godsdienst is Grieksch. Wenizelos vond het een spitsvondig heid om te beweren, dat het bezit van de eilanden, zoo dicht bij de Klein- Aziatische kust, een bedreiging voor Klein-Aziatisch Turkije zou zijn. De zee vormt daar een natuurlijke grens. De correspondent vroeg of de Grieken, eenmaal in het bezit van de eilanden, niet binnen korten of langen tijd op dezelfde gronden aanspraak zouden maken op een deel van Klein-Azië, daar dat toch vroeger Grieksch was geweest. Wenizelos antwoordde, dat daarvan evenmin ooit sprake kon zijn als van aanspraken op Sicilië en Zuid-Italië, omdat die streken in de oudheid ook Grieksch waren geweest. Als Grieken land gebied wilde hebben, omdat het in de Grieksche oudheid Grieksch was geweest, zou het veroverend optreden, en dat wil Griekenland niet, het wil uitsluitend bevrijdend optreden, en maakt dus slechts aanspraak op het ge bied wat thans nog inderdaad Grieksch is. Verschillende Weensche bladen plei ten, vermoedelijk ten gevolge van een wenk van hooger hand, voor een kleine wijziging van de grens tusschen Dal- matië en Mpntenegro. Het gaat om een zeer kleine strook, die echter voor Oos tenrijk, den bezitter van de baai van „Oh, zoo I Hij is beleefd Gij ontmoet elkaar? Ea waar dat?" De woede, die hem verblindde, belette hem duidelijk te zien en den spot van het meisje te voelen, dat in dezen strijd een doel beoogde, dat zij alleen kende. „Voor je eigen bestwil, Youri, raad ik je aan je niet te bemoeien met dingen die je niet aangaan. Sémène is sterk, bewaar althans je tweede oog." De jongeman uitte een vloek en scheen een oogenblik na te denken. Het meisje zag hem steeds met een spottenden, onmee- doogenden blik aan. „Als het zoo is", riep hij, „welnu, dan spuw ik op je." „Ik heb op jou reeds lang te voren ge spuwd." „Als men iemand van goede familie is, heeft men niets te maken met een deern als jij." „Ik heb niets te maken met een verrader, een lafaard." „Zwijg." „Ga heen!" Youri opende de deur met veel geweld. Woedend vertrok hij. „Moeder", zei Oliana, nu is het voor goed uit. Dat laffe ventje denkt dat ik verliefd ben op Sémène, hij zal bang zijn en ik zal rust hebben." „Dat geve God, mijn dochter. Youri is een slang. Je moet aan Domna vragen het kwaad te bezweren, dat van dien kant kan komen. De booze geest slaapt niet „Ja, moeder, ik zal aan Domna vragen hem te bezweren." Dit zeggende, dacht zij aan Petro, want voor hem vreesde zij het kwaad. O, als die duivel van een Youri wist Het woud, de rots, het geheele mysterie Cattaro, een groote strategische waarde heeft. Ten O. van Cattaro ligt de berg Lowtsjen, waarvan de top 1759 M. hoog is. Oeconomisch heeft die hoogterug voor geen van beide landen eenige waarde, maar zijn militaire beteekenis is zooveel te grooter. Dit is reeds dui delijk gebleken, toen ten tijde van de inlijving van Bosnië en Herzegowina door Oostenrijk de Montenegrijnen aan de westelijke helling van den Lowtsjen batterijen oprichtten, die de maar enkele kilometers verder gelegen Oostenrijk- ache oorlogshaven Cattaro bestreken. Onder zulke omstandigheden is dat steunpunt van de vloot in geval van oorlog waardeloos, als niet de nu nog Montenegrijnsche berg tot bescherming van de baai en de haven van Cattaro aan het Oostenrijksche gebied wordt toegevoegd. Toen vier jaar geleden de bedreiging van dit strategisch belang rijke punt duidelijk aan den dag kwam, is van militaire zijde het denkbeeld ge opperd, om het zuidelijkste gedeelte van de kust van Dalmatië van Spitza tot bij Antiwari tegen het gebied van den Lowtsjen te ruilen. De Weensche bladen, die nu deze grensregeling voorstaan, achten 't tegen woordige oogenblik gunstig om haar door te zetten. Montenegro heeft bij de vergrooting van zijn gebied vooral naar den kant van het Noorden van Albanië den diplomatieken steun van Oostenrijk noodig. Uit erkentelijkheid daarvoor moet het een rechtmatigen wensch van zijn buurman inwilligen. Nadere berichten, die te Konstanti- nopel ontvangen zijn, bevestigen, dat Dzjawid pasja en zijn geheele staf bij een gevecht met de Grieken door gra naatkartetsen gedood zijn, echter niet bij Dzjanina, maar bij den aanval van de Turken op de stelling van de Grieken te Biklista, ten O. van Koritsa, op of omtrent den 16den dezer. Te Konstantinopel gaat het gerucht, dat er aan de Porte medegedeeld zou zijn, dat, zoo de vrede niet spoedig ge sloten wordt, de mogendheden tusschen- beide zullen komen, daarbij mogelijk van middelen tot pressie gebruik makend. Alle Turksche officieren, die in de Tsjataldzja-linie geplaatst waren en nu met verlof zijn, zijn teruggeroepen en moeten zich binnen 24 uur bij hun regiment voegen. De Bulgaarsche troepen gaan Saloniki verlaten en zullen naar Servië gaan. Later zullen ze naar Tsjataldzja gevoerd worden. Een regiment is reeds ver trokken. Het Journal zegt, dat er een overeen komst is gesloten tusschen alle groote mogendheden, Oostenryk-Hongarije in begrepen, om 't afbreken van de vredes- dat nu boven haar zweefde, al die nachten van vluchtig geluk, wat was dat alles vreemd, ontzettend ongehoordDat zulk een bestaan ooit een einde kon nemen, zij wilde er niet aan denken; maar de onbe kende toekomst wat zou ze brengen? Drie keeren waren de afgevaardigden van verschillende kanten gekomen om haar ten huwelijk te vragen en ze had allen geweigerd. Waarop hoopte zij Op niets. Petro, de vluchteling, Petro, het wouddier, had geen ander vooruitzicht dan zijn eeuwige ellende te midden der wilde dieren voort te sleepen, of te sterven onder den knoet, als hij weer werd gegrepen. Weer gegrepenWelk een ontzetting, welk een peillooze wanhoop! Weer gegrepen,ge slagen met den knoet, na de marteling teruggezonden naar het regiment, of be graven in de mijnen van Siberië! Ach neen, neen, dan zou zij sterven. Haar hart zeide het haar. En omdat zij er diep van was doordrongen, kon zij zich geen ander be staan denken dan hetgeen zij had aange nomen. Het woud, de groote rots hadden haar geheele wezen in beslag genomen, zij droomde er overdag van, 's nachts ging ze er in op. En de moeder zeide niets meer. Maar in die uren van sombere droefheid zag deze bloedend vleesch, doorploegd door den knoet hoorde zij de hartverscheurende kreten van een man, die om genade smeekte, zag zij een vertrek naar het witte land, van waar men niet terugkeert. Waarom was zij dien man niet gevolgd?.... Dat was geschreven. Zij zeide niets meer, en eiken avond op het uur van den maaltijd zette zij iets op zij voor den vogel zonder nest. Rutheemche Roman. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1912 | | pagina 1