Hel Land van Hensden en Allena, de Langstraat en de Boramelerwaard.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden,
No. 3222Zaterdag 11 Januari.
EEN „STRENGE"SCHOOL
FEUILLETON.
OLIAMA.
v yj\j u.
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
1913.
Advertentiën van 1—6 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/» ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
In 1910 hebben de besturen der
afdee'iingen Amsterdam van „Volks
onderwijs", het Nederlandsche Onder
wijzersgenootschap en den Bond van
Nederlandsche onderwijzers een adres
tot burgemeester en wethouders van
Amsterdam gericht, waarin werd aan
gedrongen op het stichten van een of
meer zoogenaamde „strenge scholen",
hetwelk ze van groot belang achtten
voor de rustige ontwikkeling van het
openbaar lager onderwijs. In een rap
port, door genoemde vereenigingen over
gelegd, werd er op gewezen dat paeda-
gogen en rechtsgeleerden reeds jaren
lang aan het vraagstuk der verwaar
loosde en misdadige jeugd hun aan
dacht hebben gewijd. Een commissie,
door de adresseerende vereenigingen in
gesteld, heeft, blijkens de vragenlijst,
die zij aan de hoofden en onderwij
zeressen) der openbare lagere school
heeft toegezonden, het oog gehad op
de leerlingen, die met de gewone tucht
middelen, die de openbare lagere school
ter beschikking van den onderwijzer
stelt, niet te regeeren zijn. Uit de ant
woorden, welke de commissie op die
vragenlijst ontving, bleek dat van de
40000 leerlingen, op wie die antwoor
den betrekking hadden, er 406 geacht
worden tot die categorie te behooren
en wel 351 jongens en 55 meisjes.
Voorts bleek uit de antwoorden dat
van 267 dezer leerlingen verondersteld
weid dat zij wellicht op de gewone
school gehandhaafd zouden kunnen wor
den, indien meerdere tuchtmiddelen ter
beschikking van den onderwijzer wer
den gesteld, waardoor 139 leerlingen,
n.l. 118 jongens en 21 meisjes over
bleven, die beslist als onhandelbaar
werden beschouwd. De hooiden der
scholen hebben onafhankelijk van de
commissie, bovengenoemd, óók een on
derzoek ingesteld naar den omgang van
het kwaad. Zij kwamen tot de conclusie
dat van de 52000 leerlingen der scho
len voor gewoon lager onderwijs, waar
over hun onderzoek liep, er 121 leer
lingen, n.l. 100 jongens en 21 meisjes,
waren, die wegens hun gedrag op die
scholen niet móésten en niet móchten
zijn wegens hun koppigheid, brutaliteit,
ongehoorzaamheid, omdat zij een ernstig
gevaar opleveren voor de opvoeding
hunner medeleerlingen. Het onderzoek
van de hoofden der scholen leidde dm
(21
Sémène en Oliana begaven zich op weg
naar het dorp; maar voordat zij naar huis
ging, liep het meisje naar Domna en in
een afgelegen hoek van den boomgaard had
zij een lang en geheimzinnig gesprek met
de oude vrouw.
Na haar terugkomst was Oliana rustiger,
haar hart meer vertrouwend.
Verteerd door hartstocht, gekweld door
haat en al de onbevredigde verlangens der
wraak, besloot Youri hulp en licht te zoeken
bij de toovenarijen van Domna. Het toeval
zelf scheen hem te helpen om de raadple
ging, waarvan hij droomde, gemakkelijk te
maken. Den dag, waarop Oliana Sémène
in het bosch had ontmoet, maakte de oude
dat zij Youri op zijn weg ontmoette. Zij
sprak hem aan. Domna had haar reden om
zoo te handelen.
Toen zij zag, dat Youri zich traag voort
sleepte, veinsde zij belang in hem te stellen,
en sprak:
„Je schijnt nog altijd ziek te zijn. Zoo
kan je niet blijven, je moet er wat aan doen."
„Wat wil je, dat ik doe?"
„Bah! er is altijd wat te doen."
„Gq weet het?"
„Misschien Er zijn zooveel ziekten
En die van jou is niet gering."
„Maar gü kent de middelen om menschen
te genezen."
De oude schudde haar hoofd geheimzinnig.
tot een heel wat lager cijfer van on-
handelbaren dan dat der commissie,
ingesteld door afdeelingen van „Volks
onderwijs", N. O. G. en B. v. N. O.!
Volgens burgemeester en wethouders
moest aan de uitkomst van de hoofden
de meeste waarde worden toegekend,
omdat hun enquête in meerdere mate
dan die der commissie de medewerking
van het geheele onderwijzend personeel
zou hebben gehad. In ieder geval
ze namen aan dat een niet onbelang
rijk aantal leerlingen thans de open
bare lagere school bezoekt, die met de
gewone middelen, welke den onder
wijzer ten dienste staan, niet kunnen
worden geregeerd.
De commissie èn de hoofden van
scholen beide gaven ze een schema van
de „strenge school", zooals zij die
wenschen, beide van elkander verschil
lend. Op het denkbeeld "an de com
missie, zoowel als op dat an de hoof
den is critiek uitgeoefend, ».a. door den
districts- en den arrondissementsschool
opziener. Hoewel aanvankelijk gunstig
gestemd voor het denkbeeld eener
„strenge school", meenden ze ten slotte
tqch niet tot de oprichting van een
dergelijke inrichting te kunnen advi-
seeren en wel om verschillende redenen,
die wij hier niet nader kunnen om
schrijven, omdat we beknopt moeten
zijn. Deze critiek heeft burgemeester
en wethouders een oogenblik doen twij
felen of de oprichting van een strenge
school wel een doeltreffende maatregel
zou zijn, toch meenden ze dat 'n ernstige
poging gedaan moest worden om de
gewone lagere school van hare beslist
onhandelbare leerlingen te bevrijden,
zonder deze aan hun lot over te laten,
terwijl de gunstige resultaten in Enge
land, burgemeester en wethouders ten
slotte tot de overtuiging hebben ge
bracht dat het gewenscht is met een
strenge school een proef te nemen. Zij
stellen zich dan voor dat een leerling,
die wegens zijne onhandelbaarheid reeds
één of meermalen naar een andere
school is overgeplaatst, zonder dat dit
voldoende verbetering heeft gebracht,
op de gewone wijze naar de „strenge
school" wordt overgeplaatst. Is de leer
ling eenmaal op de strenge school ge
plaatst, dan zal hij daar moeten blijven
totdat met grond verwacht mag worden
dat hij zich bij herplaatsing op de ge
wone school beter zal godragen dan
vroeger. Omtrent de tuchtmiddelen zul
len, meenen burgemeester en wethouders,
„Moeder Domna," vervolgde de jongeman,
„gij bezit de macht den boozen geest te be
zweren en het kwaad af te wenden. Genees
mij 1"
„Humom de genezing te beproeven,
zou men de toekomst moeten ondervragen."
„Ondervraag haar!" riep Youri, die niets
liever wenschte. „Zeg mij alles. Gij kunt in
de kaarten lezen
„Men zegt het."
„Reeds lang geleden heb ik u willen
vragen
„Wat vragen?"
„Vanavond zal ik bij u komen."
„Kom, als je wilt."
Dienzelfden avond vervoegde Youri zich
bij de oude vrouw; hij bracht meel voor
haar mede.
„Moeder Domna," zei hij, „hier is meel
voor uhet is eerste kwaliteit, niets dan
weit."
„Ah! je bent wel beleefd, Youri. Dank
je wel."
„Niemand heeft u nog zulk mooi, zuiver
meel gebracht. Het is als sneeuw."
„Je bent rijk, je kunt wit meel eten;
maar de anderen zijn arm, zij eten zwart."
„Het is God, die het zoo besteld heeft,
moeder Domna."
„Ja, Hij doet alles."
„En gij, gij weet alles, is het niet?"
„Ik weet niets anders dan hetgeen ik kan
weten."
„Gij hebt geleefd, gij hebt gezien
„Ik heb er meer geboren zien worden,
dan dat ik er heb zien stervenik heb meer
tranen zien vloeien, dan ik dagen heb ge
leefd."
„En het geluk, moeder Domna?"
„Ik heb het niet gezien."
„En toch zegt men dat het geluk bestaat."
„Wie heeft je dat gezegd?"
„De ouden vertellen dat
voorloopig weinig voorschriften gegeven
moeten wordea. Zij vertrouwen dat by
een goede keuze van het personeel de
keuze der tuchtmaatregelen daaraan in
hoofdzaak kunnen worden overgelaten.
De schooltijd zou echter zóó geregeld
moeten zijn dat de leerlingen, eenmaal
in school zijnde, den verderen dag hun
vrijheid kwijt zijn. Burgemeester en
wethouders willen' daarom de school
tijd tot 's avonds 6 of 7 uur laten
duren. Dit gemis aan vrijheid zal, meent
men, een groote factor zijn, om de
plaatsing op die school niet begeerens-
waard te doen zijn voor de leerlingen.
Zoo krijgen we dus misschien bin
nenkort in de hoofdstad een z.g. „strenge
school"! Wij óók zijn van oordeel dat
het onderwijs op school zich rustig
moet kunnen ontwikkelen en dat alle
hinderpalen hiervoor als in dezen
onhandelbare leerlingen, die de lessen
in de war sturen weggenomen dienen
te worden. Zal een „strenge school"
werkelijk datgene kunnen doen, wat
men er van verwacht, dan zal ze het
onderwijs ten goede komen, en 't is dan
ïu het belang hiervan dat we de op
richting van zoo'n school aanbevelen.
Stufte iiiBaiid.
in een winkel van 2de hands waren, op
een hoeveelheid goud, zilver en juweelen
beslag gelegd, ter waarde van f 1.200.000.
Men gelooft dat dit alles is gestolen door
een bende van handige roovers, mannen
zoowel als vrouwen, die de theaters, de
winkels en eethuizen bezoeken, waar de
aanzienlijken plegen te verkeeren. Men
heeft in verband met deze vondst slechts
één meisje aangehouden, Kitty Carr
genaamd.
De ontdekte kostbaarheden werden
naar het naaste politiebureau gebracht
en daar ontstond in den loop van den
dag een stormloop van menschen, die
hoopten iets te herkeunen, wat hun ont
stolen was.
Naar uit Los Angeles wordt gemeld,
heeft de strenge koude de oogst van
citroenen in Californië vernield. E6n
vijfde deel is, naar men hoopt, nog te
redden. Men schat de schade op 20
miljoen dollar.
De Soir meent te weten, dat de Bel
gische regeering, gehoor gevende aan
den wensch van den voorzitter van het
hof van appèl, dat er een overeenkomst
tusschen de regeering en de prinsess9n
nopens de koninklijke erfenis zou tot
stand komen, er in heeft toegestemd,
dat de drie prinsessen een som van over
de 36 miljoen francs onderling zullen
deelen.
Sedert eenigen tijd vertoonden de
gebouwen van een fabriek van steengoed
te Haselbach bij Altenburg scheuren en
bersten, waarvan men de oorzaak niet
kon bevroeden. Er werd nu een boorgat
in den grond gemaakt en daarbij stiet
men op vijf meters diepte reeds op een
kolenlaag, die in brand stond. Deskun
digen zijn van meening, dat de steen
kolen al sedert jaren branden. De haard
van den brand ligt vlak ouder de fabriek.
Men is nu uit alle macht bezig, om een
uitbreiding van den brand te stuiten.
Men meldt ons uit Rome
Woensdagmorgen is een huis en een
gedeelte van het Kunstmuseum inge
stort. Er zijn 12 dooden en talrijke ge
wonden. De schade is groot.
Naar men uit Astoria (Oregon) meldt,
is de petroleumboot Rosecrans tijdens
|een he/igen storm, gedurende welke
de wind een snelheid van 88 K.M. in
het uur had, bij Peacock Spit gestrand.
Er liepen ontzaglijke zeeën en de po
gingen om de bemanning te redden,
bleVen vruchteloos. Het schip zonk,
slechts de top van den mast bleef boven
de golven uitsteken, en daaraan klem
den zich drie man van de 36, die op
het schip waren, vast. Er is weinig
hoop om hen daar vandaan te krijgen.
De Rosecrans, een petroleumboot van
2,976 ton, behoorende aan een maat
schappij te San Francisco, was voorzien
van een inrichting voor draadlooze tele
grafie.
Een later bericht meldt:
De drie overlevenden, die zich aan
den top van den mast, die nog boven
water stak, hadden vastgeklemd, zijn
gered. Een van hen heeft zwemmende
de kust bereikt (een afstand van 6 K.M.)
De twee anderen werden ineenreddings-
I boot opgenomen, die echter niet naar
de kust kon terugkeeren, doch een
lichtschip kon bereiken, dat geredden
en redders aan boord nam.
De politie te New-York heeft Maandag
De Engelsche kruiser Natal, die het
lijk van den Amerikaanschen gezant
Whitelaw Reid naar New-York heeft
overgebracht, is onderweg door storm
en hooge zeeën geteisterd. Den 23en
December dacht de bemanning, dat het
schip in een razenden storm zou blijven.
Twee kanonnen braken los, waardoor
het schip veertig graden naar bakboord
helde. De zoeklichten werden vernield,
een boot werd uit de davits geblazen.
Van voor- en grooten mast werden de
„Geluk, Youri, is er nietzelfs niet
in het, lied."
„Toch »oet ik het vinden, moeder Domna,
ik wil het vinden."
„Je meel is geheel wit, je brood is zonder
kaf, wat wil je meer."
„Geluk!"
De oude antwoordde niet; zij scheen na
te denken. Youri vervolgde:
„Moeder Domna, gij weet veel, maak mij
mijn toekomst bekend, zeg wat ik doen
moet om Komaan, ge kunt de kaarten
lezen; vertel mij wat gij er in zult lezen."
De vrouw wierp een raadselachtigen blik
op den jongen man en stond op om van
een plank kaarten te nemen, oude zwarte
kaarten, aan de hoeken gekreukeld door het
menigvuldig gebruik. Op de tafel plaatste
zij een eindje kaars, en bij het licht van
deze flikkerende vlam begon zij haar werk
van toovenares.
Zwijgend wachtte Youri.
Over de uitgespreide kaarten peinsde de
oude vrouw lang. Eindelijk zeide zij
„Op het uur dat de sterren beginnen te
flonkeren en op het uur dat zn verdwijnen,
verlaat je dorp dan niet, zelf je huis niet
en nader nooit een woud."
„Wat? Ik zou er worden vermoord?"
riep Youri.
„Wacht tot ik ze nog verder bezie
Wel, het is vreemd
„Wat is er, moeder Domna?"
„Op het uur dat de sterren verschijnen,
en op dat waarop zij verdwijnen, zou een
afgrond zich op je weg openen, en het
geheele woud het woud zou je voet
stappen uitwisschen en de sterren zouden
zich opheffen om je te bedelven."
„Moeder Domna!"
„Stil, er is een vijand, die je bespiedt op
je weg 's nachts
„Dat is Sémène Bourdak!"
„Wacht totdat ik beter zie
Én met onverstoorbare kalmte voegde zij
er bij
j „Neen, het is Sémène niet."
„Is het Sémène niet?"
j „Neen."
„Wie is het?"
„De kaarten zeggen het niet, en het is
slecht als zij niet alles zeggen."
„Wat ziet ge nog meer?"
„Ik zie een goeden geest bij je, vlak bij
je. Hij wil je beschermen, maar indien ge
je bij het verschijnen en verdwijnen der
sterren op eenzame wegen bevindt, dan zal
zijn kracht geen invloed hebben. Gij zult
dan omkomen."
„Moeder Domna, wat kan dat zijn?"
„Ik weet het niet. De kaarten hebben nog
nooit dergelijke dingen geopenbaard."
„Sinds gij ze leest nooit?"
„Nooit, en ik heb er wat gelezen
„En als ik niet omkom, wat zal er dan
gebeuren
Domna legde eenige kaarten van elkaar
en enkele andere meer naar het midden;
zij bezag ze aandachtig.
„Wat ziet ge?" vroeg Youri met doods
angst.
„Wacht dan! De koorts brandt je, is het
niet?"
De jongeling liet een dof gebrom hooren.
Domna vervolgde:
„Het is vreemd
„Wat is er? Spreek."
„Stil! Voor den tweeden keer altijd het
zelfde. Ga nooit uit met het verdwijnen der
sterren, nooit, Youri!"
„Ik zal gedood worden?"
„Misschien De kaarten zeggen dat
er bloed is en vuur ook Ja, een
hut die brandt
„Dat is Bourdak, die mijn hut inbrand
zal steken
toppen afgeslagen en daarmede ging
de dradelooze telegraaf verloren. Twee
platen aan den stuurboordsboeg werden
ingedrukt en het benedendek stroomde
onder. De officieren moesten in oliejas-
sen te kooi gaan. Het schip blijft veer
tien dagen te New-York om de schade
te herstellen.
Volgens de Daily Telegraph is een
kist, inhoudend vijfduizend Engelsche
pondstukken, bestemd voor Brazilië,
geroofd tusschen Berlijn en Hamburg.
Het blad zegt, dat deze herhaalde dief
stallen van goud in de kringen van
Lloyd's te meer ongerustheid wekken,
daar de Engelsche politie verklaart niet
in staat te zijn de spoorloos verdwijnende
dieven van deze diefstallen, die buitens
lands gepleegd worden, te achterhalen.
Ook de assuradeurs beginnen zich te
verontrusten. Zij zijn nog niet bekomen
van den schok over de ontdekking der
nog altoos geheimzinnige rooverij van
de 10,000 souvereinen, die zich op weg
naar Egypte bevonden, nog geen twee
maanden geleden, en die met merk
waardige, deskundige handigheid uit
de kistjes gelicht werden, om door lood
vervangen te worden, en reeds is hun
deze nieuwe en pijnlijke verrassing be
reid, door even behendige dieven.
Bizonderheden over deze laatste roove
rij zijn nog niet uitgelekt, worden mis
schien geheim gehouden, als het kan,
maar het zou niemand verbazen, indien
men bevond, dat dezelfde dieven in
beide gevallen met dezelfde welgeslaagde
methoden gewerkt hebben.
Blijkbaar behooren zij tot een uiterst
bedreven dievenbent, die een geheel
legertje van speurders an politieagenten
tot dusverre getart en verschalkt heeft.
President Fallières heeft gratie ver
leend aan den ter dood veroordeelde
Claude Bernet. Deze ontving het bericht
zeer koel, en zeide tot den procureur
der republiek, dat hij liever door mon
sieur Deibier onthoofd werd, dan lang
zaam in 't bagno aan koorts weg te
kwijnen. Vervolgens werd hij woedend,
uitte bedreigingen tegen zijn broer, die
hem had aangegeven en hield zijn on
schuld vol.
Bij Bramfeld, in Holstein, heeft men
Woensdagmiddag een ernstig misdrijf
ontdekt. In het meer bij die plaats vond
men de borstkas en de ingewanden van
een man. Aan de borst waren sporen
van een zaag waar te nemen. Aan den
oever lagen een paar lederen hand
schoenen en in de takken van een boom
hing een van bloed doortrokken knap
zak, waarin de stukken van het lijk
vermoedelijk vervoerd waren.
De geneesheeren zijn van oordeel, dat
„Neen, het is Bourdak niet, en het vuur
zal niet bij jou zijn."
„Waar dan?"
„Het zal er naast zijn, maar niet bij jou.
Alleen
„Domna, zeg alles."
„Dat vuur zal je ongeluk zijn, maar je huis
zal niet verbranden."
„Wijzen de kaarten u geen blond meisje?"
„Geen blond meisje."
„Ik heb u zulk wit, zulk zuiver meel
meegebracht, en gij wilt mij niets zeggen
„Meel maakt geen meisjes, dat gaat anders."
„Oh!"
„Wat wil je dat ik er aan doe? Als er
eene blonde was, dan zouden de kaarten
het zeggen. Noch blond, noch bruin, er is
niets 1"
Dat was het einde der waarzeggingmen
vernam voetstappen die de hut naderden.
„Goeden avond, moeder Domna," zei
Youri, zijn voorhoofd met de mouw van
zijn hemd afvegend.
„Goeden avond, en neem je meel meê."
„Hoe dat? Waarom?"
„Het meel, dat met leedwezen wordt ge
geven, doet hem die het aanneemt stikken."
Voordat Youri tijd had zich te herstellen,
had de oude vrouw hem den zakdoek, welke
het meel bevatte, teruggegeven; daarna
duwde zij den jongen man de deur uit.
De schreden van een onzichtbaar persoon
weerklonken onder het venster van de hut.
Nauwelijks had hij een voet buiten de deur
gezet, of hij stond van aangezicht tot aan
gezicht tegenover Sémène Bourdak. Zonder
een woord te spreken, wisselden de mannen
een blik vol haat, en Youri vertrok als een
haas die door de honden werd vervold.
Rutheen&che Roman.
(Wordt vervolgd.)