üet Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. Uitgever: L. J. Y7EERMAN, Heusden. No. 3232Zaterdag 13 Februari. De vrouw in het Parlement. FEUILLETON. IV A.. UWB VAN ALT^/: VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. 1913. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/» ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. De vraag: „moet de vrouw al of niet een plaats hebben in het parle ment houdt velen, en vooral vele vrouwen, in verscheidene landen bezig. In tien of elf Staten van Amerika heb ben de vrouwen het kiesrecht reeds en hebben ze óók reeds hun schreden in 'b lands vergaderzaal gezet, en eveneens hebben in Australië, in Nieuw-Zeeland en in Finland de vrouwen reeds het recht van kiezen en verkiezing in het parlement, maar in de andere landen is men minder „vooruitstrevend", daar mogen de vrouwen er nog hun best voordoen, om het óók zoo ver te krij gen als hunne zusteren in die Staten van Amerika en die andere landen. Prof. dr. R. Broda van Parijs heeft dezer dagen voor de afdeeling Amster dam van den Nederlaödschen Bond voor Vrouwenkiesrecht een lezing ge houden over „De vrouwen in het par lement". Hy zeide, dat invoering van het vrouwenkiesrecht een eisch van gerechtigheid is, maar, dat, vóór dat dit een algeméén erkende waarheid kan worden, het noodig zal zijn dat afdoend beantwoord is de vraag, of vrouwen kiesrecht een verbetering of een ver slechtering zal brengen in de alge- meene cultuur der volkeren. Bleek het vrouwenkiesrecht in dit opzicht een ge vaar, dan lag hierin een sterk argument ertegen. Leerde de praktijk echter, dat men met invoering van het vrouwen kiesrecht geen sprong in het duister deed, dan had de zaak overwonnen. Zóó sprak prof. Broda. Men moet het hierin met hem eens zijn. Nu is, zoo als prof. zeide, in een gansche reeks van cultuurstaten we hebben ze hierboven genoemd het vrouwen kiesrecht ingevoerd, en dus heeft er zich reeds een voldoende praktijk ge vormd, zooals hij meent, om er leering uit te trekken. Prof. Broda heeft een bezoek aan Finland gebracht, en zijne ervaringen, daar opgedaan, zijn, vol gens hem, voor Nederland van het meeste belang, omdat het Fmsche voks- karakter in veel opzichten met het Hollandsche overeenstemt. Nu bezit de Finsche vrouw sinds 1906 het alge- meene actieve en passieve kiesrecht met evenredige vertegenwoordiging van de minderheden. Bij de eerste verkiezing (31 Zij meende den verloren weg te hebben teruggevondenzij verzamelde al hare krach ten, welke haar wil nog ondersteunde, en vervolgde haar wanhopigen tocht. „Daar is het, daar is hetlherhaalde de ongelukkige. „Nog een minuut, nog O Heer, hoort Gij te midden van dezen storm mijne stem?" Iedere beweging die zij maakte, ontrukte haar een smartkreet. De sneeuw steeg. Even als de verbolgen zee scheen zij haar slacht offer te bedelven. Plotseling scheen haar het geloei van den storm scherper, snijden der, aan de trillingen, die het veroorzaakte, herkende Oliana de klacht der boomen, die geschud werden door de krachtige aanvallen van den orkaan. Het was het woud, zij had zich niet vergist. De sombere massa verhief zich vol ontzetting en verwarde ge luiden, de ontzaglijke wind wierp zich in de donkere diepten. „Nog een oogenblikDe Serednü-alp is niet ver." Zich vastklemmende aan de takken, die haar terugstieten, over de rotsen springende om zich niet in de peillooze sneeuw te ver liezen, zag Oliana, geleid door haar ziel, plotseling het steenen gevaarte voor haar in de duisternis oprijzen. Zij stond een oogenblik stil, haar moed was op het punt haar te begeveneen snik, die de wilde dieren zou doen weenen, weer klonk in dezen vreeselijken nacht. Zij deed eene laatste krachtsinspanning en snelde naar het hol toe. Petro was er nog, hij zat op een steen by het vuur, dat hij had ontstoken, de onder de wet, die dezen toestand ge schapen heeft, werden onmiddellyk 17 vrouwen in het parlement gekozen en bij de volgende verkiezing niet minder dan 23 vrouwen. Prof. Broda zeide, dat de Finsche vrouwen geen sterke belangstelling toonen voor party-politieke vraagstukken, maar op sociale en soci aal-politieke vraagstukken zou hun aan dacht méér geconcentreerd zijn. Door de stemmen van Finsche „parlements- vrouwen" zou reeds heel veel goeds tot stand gebracht zijn. Zoo noemde prof. Broda de door de vrouwen voorgestelde wet, waardoor het erfrecht van de on wettige kinderen ver beterd wordt, terwijl een andere wet een wijziging in het Wetboek van Straf recht bracht, waardoor de kinderen beter tegen mishandeling beschermd werden, en wéér een andere wet bracht betere rechtsverhoudingen aan de ge huwde vrouw, enz. enz. Kortom, prof. Broda meent, dat in het algemeen ge zegd kan worden, dat in Finland door den invloed van de vrouwen wetten van humanitairen en socialen aard, met een sterken moreelen oudergrond, ge maakt zijn. En zooals in Finland, zoo is, volgens prof. Broda, óók in de Staten van Amerika en in Australië en in Nieuw Zeeland een der méést waarde volle gevolgen van het vrouwenkies recht de opvoedende kracht, welke er voor het volk in al zijn lagen ervan uitgaat. Prof. Broda hoopt dan ook, dat, in het belang van het Nederlaod- sche volk, de Nederlandsche kiesrecht strijdsters zoo spoedig mogelijk hun ideaal verwezenlijkt zullen mogen zien. Wij laten, wat prof. Broda ter'aan beveling van de invoering van bet vrouwenkiesrecht gezegd heeft, geheel voor zijn verantwoording. Wij willen onze stem nóch vóór, nóch tegen in voering van vrouwenkiesrecht hier te lande verheffen. Dat ook in óns land de kiesrechtvrouw steeds meer aan hangers en aanhangsters vindt, moet erkend worden, en uit het steeds aan groeien van het getal van hen, die het vrouwenkiesrecht willen, blijkt duidelijk dat men meer en meer het noodzake lijke van het vrouwenkiesrecht begint in te zien. Waar we echter voor willen waarschuwen, is dit. We hopen dat men m óns land niet tot die middelen vervalle, welke de vrouwen in Engeland goed genoeg achten, om er het kies recht door te verkrijgen. Men moge beweren, dat het doel de middelen heiligt, maar, het kiesrecht voor de vrouw moge nu nóg zoo noodzakelijk zijn, de middelen, die men in Enge land zoo menigmaal gebruikt, om het vrouwenkiesrecht te verkrijgen, zyn alles behalve aanbevelenswaardig. Onlangs nog blies een voorvechtster te Londen hare medestrijdsters in het oor, om het openbaar leven onmogelijk te maken, opdat de burgers naar de regeering zouden gaan en zeggen: „Wij, burgers van het Yereenigd Koninkrijk, willen niet iederen dag met gebroken ruiten zitten en geef daarom de vrouwen het kiesrecht maar!" welke woorden zóó goed door een der dames verstaan wer den, dat ze nog dezelfden dag probeerde in St. Stephans Hal met een grooten steen een kostbare schilderij te ver nielen. Mogen middelen als deze in de eerste plaats streng afkeurenswaardig zijn, in de tweede plaats zullen ze door ge bruikmaking van zulke middelen, in plaats van anderen voor het doel te winnen, ze er nog verder vanaf brengen en hierdoor de invoering van het vrouwenkiesrecht vertragen. Dat men in ons land anderebetere middelen gebruike ellebogen op de knieën, de oogen in de vlammen gericht. Door de rookwolken heen, welke door de lage opening van den schuil hoek ontsnapten, verscheen Oliana voor den jongen man. Hij geloofde aan een droom. „Laat ons vluchten!" was de eenige angst kreet, dien hij hoorde, en Oliana, verplet door het afschuwelijke drama, dat zij had doorleefd, viel neer aan de voeten van den vluchteling. „Mijn duif! Zijt gij hetmet zulk een storm?" „Laat ons vluchten! Zij greep zich vast aan zijn kleeren, zij kuste zijn handen, snikte hartstochtelijk, krankzinnig van wanhoop. „De politie is in het dorp stamelde zij. „Men zoekt je overal... Youri, de ver raderZij komen hier allen, allen zij komen... Laat ons vluchten!" Petro hief bevend en bleek het meisje op en nam haar op zijne knieën. Somber als de dood, dien hij zag komen, lag hij zijn hoofd aan de borst van Oliana. Met eene stem, welke nauwelijks een zucht geleek, zeide zij „Vannacht kunnen wij den Dniester nog bereikenDe rivier is bevroren wij zullen er over kunnen... In Moldavië zijn wij gered." „In Moldavië?" herhaalde de jongeman. „Zullen wij met dit ontzettend weer den weg vinden? Oliana," voegde hij er zacht bij, „alles is verloren." „Mijn ziel zal ons geleiden, zooals zij mij al geleid heeft! O, Petro, je weet niet welke uren ik heb doorleefd!God zal zich over ons erbarmen Wij zullen Hem aanroepen. Hij zal ons hooren. Men zegt, dat hij altijd hoortLaat ons vluchten Door het groote gevaar herleefde haar kracht, zij weende niet meer, hare door dringende en koortsachtige oogen vestigden zich op den deserteur. Petro leek kalmer dan zij. Wy zullen vluchten," zei hy. „Vergaan ttuitenlaiiid. Over den dood van Scott en zijn vier kameraden, die met hem de Zuidpool bereikten, willen wij nog eenige nadere bijzonderheden laten volgen over den terugmarsch der slede-expeditie naar het noorden. Aan de Zuidpool waren, zooals uit een telegram van luit. Evans (die na Scotts dood als commandant der expeditie optrad) blijkt, de tent en de achtergelaten berichten van Amundsen aangetroffen. Het eerste slachtoffer op den terugtocht was de onderofficier Evans. Deze stierf aan den voet van den Beardmore.-gletsjer, d. i. de gletsjer waarlangs Scott de ijsplaat van Ross had verlaten om liet hoog- plateau van 't binnenland te bereiken. Nadat de afdaling volbracht was, over leed Evans. Zijn sterven werd bespoe digd door een hersenschudding, eenigen tijd te voren opgeloopen bij het trek ken over ruw ijs. Kapitein Oates was de volgende doode. Zijn voeten en han den waren bevroren geweesten of- in de sneeuwstormen of omkomen onder den knoetAchmaar neen, de dood in de sneeuw is zachter, men slaapt in men lijdt niet." „Als de dood komt, dan zal hij ons beiden wegnemen," antwoordde de jonge vrouw. „Ja, wij zullen sterven. Gij zijt voor God mijn echtgenoote." De overeenkomst was gesloten. „Laat ons voordat wij vertrekken het brood deelen, dat we nog hebben," vervolgde Petro. Hij stond op en haalde uit een verborgen hoek van de rots een roggebrood. Hij sneed er het deel af voor Oliana en zichzelven en legde de twee stukken op een platten steen, die hem als tafel diende. „Wie weet, het is misschien ons laatste maal," zei hij. „Men zal ons niet komen zoeken vóór het aanbreken van den dag. Als het geschreven is dat wij moeten om komen Laat ons dit brood deelen, Oliana." Zij aten zwijgend. De dood was er, zij voelden het en in het aangezicht van dezen vreeselijken en onverbiddelijken nacht werd de Rutheensche ziel, die zooeven gebroken was, pletseling kalm. Het vuur van het hol wierp zijn flikkerend purperen licht op de wanden van de rots en gaf aan de twee menschen, die er zich verscholen, een phantastisch aanzien. De man hield de vrouw in de armen, die hem haar leven gaf, zonder dat zij ooit de groot heid van haar opoffering had geweten. Zij was voor God zijn echtgenoote, zij had het gewild, zij had er in toegestemd. Indien hij stierf, bleef ook haar niets anders over dan te sterven. „Het is onze laatste nacht", mompelde hij. „Petro, men zegt dat de zielen elkander terugvinden in de andere wereld." „Ja, zij vinden elkaar terug. Indien men daar niet leefde, waarom zou men dan leven De roode vlam van het vuur verlichtte de twee hoofden, die tegen elkaar waren ge leund, de twee lichamen, ineengestrengeld in een wanhopige omhelzing. schoon hij met heldenmoed trachtte mee te komen, werd 't zijn makkers op 16 Maart duidelijk, dat hij teu doode op geschreven was. Wekenlang had hij zonder klagen vreeselijke pijnen ver duurd en hij had de hoop niet opge geven vóór het allerlaatst. Kapitein Scott schreef van hem in zijn dagboek „Hij was een dappere. Hij sliep dien nacht in, met de hoop niet meer te zul len ontwaken maar 's morgens werd bij wakker. Buiten woedde een sneeuw storm. Oates zei„Ik ga even naar bui ten het kan wel wat lang duren En hij ging heenwij hebben hem niet meer gezien." En Scott voegde er bijWij wisten dat Oates den dood tegemoet ging; maar ofschoon wij hem trachtten te weerhouden, wisten wij toch, dat zijn dood die van een held en een Engelsch gentleman was." Uit deze woorden valt dus op te maken, dat Oates in den dood is gegaan om den anderen het vooruitkomen niet langer te bemoeilijken. Want naar Scott meldde reeds den 16den was Oates niet meer bij machte den tocht voort te zetten; en de drie anderen wilden hem niet in den steek laten. Na Oates' zelfopofferende daad zetten Scott, Wilson en Bowers den tocht noord waarts voorts, voor zooveel het weer, dat abnormaal slecht was, dit toeliet. Maar op 31 Maart zagen zij zich genood zaakt een kamp te betrekken op 79° 40' Z.B. en 169° 23' O.L. Zij hadden toen nog voor twee dagen voedsel met brand stof voor één warmen maaltijden zij bevonden zich op 11 Eng. mijl vaneen opslagplaats van voorraden. De sneeuwstorm die toen losbarstte heeft dagenlang geduurd; en de drie maunen zijn van honger, koude en uit putting bezweken. Gedurende heel den terugtocht was het weer abnormaal slecht geweest. Scott schrijft dat zij bijna geen enkelen werkelijk mooien dag hebben gehad. Maar zonder dien laatsten nood- lottigen storm zouden zij er nog door gekomen zijn. Op Scott's lijk werd „een brief aan het publiek" gevonden, waarin hij een sobere, doch aangrijpende schildering geeft van de lotgevallen op de slede expeditie. Hij schetst daarin hoe tegen spoed met het weer en met de trek dieren het noodlottig einde verklaart. Verder had de dood van Evans het vertrouwen in bet welslagen geschokt, terwijl de ziekte van Oates een bittere beproeving was geweest. De sneeuw storm vlak voor de opslagplaats van voorraden was de genadeslag geweest. „Oliana", sprak de jongeman, „je hebt mij lief?" „Ik heb je lief, want ik geef je mijn leven." De oogen blikken gingen voorbij, het vuur doofde langzaam uit. De orkaan loeide buiten. „Laat ons vluchten!" riep de vrouw uit, zich met geweld aan haar droom onttrekkend. „Laat ons vluchten!" Elkaar bij de hand houdend, gingen Petro en Oliana naar de opening van de spelonk. De vluchteling keek nog eens om. Bij het verbleekend licht van het vuur zag hij voor den laatsten keer zijn woning rond, die hij aan de wilde dieren had bestreden Zijn hart kromp ineen, hij voelde zijn kracht bezwijken, als een plotselingen wensch voelde hij het verlangen opkomen onder deze rots te blijven en er zijn lot af te wachten. Zij was hem zoo dierbaar geworden, deze op de wolven veroverde spelonk; zij was de getuige van zijn geluk en van zijn smart Waar zou hij nu heengaan? Met een stem, waarin men al de droefheid van een volk hoorde uttweenen zeide hij „Vaarwel, mijn huis, vaarwel, mijn land, vaarwel, mijne woudenDe wolven zagen mij voorbijgaan en zij waren mij goeder- tierend de slang kwam slapen op het mos, waarop ik mij neervleide, en zij was mij goedertierendhet vuur van den hemel trof de rots en mij was het goedertierend. Vaar wel mijn rots, vaarwel, mijn wouden, vaar wel Ik zal u niet weerzien Zijne laatste woorden verloren zich in een snik; de laatste vonk viel in de asch en doofde uit „Laat ons vluchten, vluchten!" prevelde Oliana. „De wolf heeft een ziel, maar de knoet drinkt het bloed.... Laat ons vluchten!" Zij greep den arm van Petro en trok hem mede XVII. De dag breekt aan, de jacht op den mensch begint. Het geheele dorp is in beroering, De hulp-expeditie die de lijken vond, trof daarop alle dagboeken, bescheiden omtrent gedane waarnemingen en ook geologische steenmonsters tot een ge wicht van 36 Eng. pond in goede orde aan. Naar het lijk van Oates werd nog gezocht; het is niet teruggevonden. Een andere groep der expeditie, welke bij Kaap Adare was achtergebleven met voorraden voor een maand, zag zich door het uitblijven van het schip dat haar zou komen halen, verplicht, ge- ncel onvoorbereid te overwinteren, in een geïmproviseerd hol, dat in de sneeuw was uitgegraven. Door het dooden van zeehonden, die voedsel en brandstof leverden, konden de mannen in hun onderhoud voorzien. Toen de winter voorbij was, wisten zij het overwinte ringskwartier der expeditie, aan Mc. Murdo Straat, zonder ongelukken te bereiken. Tengevolge van onderzoekingen door een enquête commissie inzake knoeie rijen bij den bouw van het paleis van justitie te Rome, heeft de politie de ingenieurs Ricardi en Borelli, die met den bouw belast zijn, gearresteerd. De commissie heeft vastgesteld, dat er be trekkingen bestaan tusschen de aange houdenen en den staats-ambtenaar com mandeur Sylvestre, den voormaligen substituut van den advocaat-generaal, die tegenwoordig afdeelingschef is bij de administratie der staatsspoorwegen. Zijn arrestatie was ook bevolen, maar men heeft hem tot heden niet kunnen opsporen. Volgens de dagbladen is ook een bevel tot aanhouding gegeven ten aanzien van den te Napels wonenden ingenieur Nannagono, die aandeelhouder is der maatschappij welke het paleis bouwt. Ook deze heeft de plaat gepoetst. De arrestaties hebben een zeer pijn lijken indruk in de hoofdstad van Italië gemaakt. De bouw van het paleis van justitie zou oorspronkelijk zes millioen lire kosten, maar heeft ten slotte veertig millioen gekost. Er moet meer dan twintig millioen verduisterd zijn. De „Secoio" verneemt uit Napels, dat Italië besloten is het eiland Rhodos in te lijven. De Italiaansche regeering moet voornemens zijn de Porte een ultimatum aan te bieden, waarin zal worden ver klaard, dat Italië zich gemachtigd zal zien eenige Aegeïsche eilanden, in het bijzonder Rhodos, in te lijven, wanneer Cyrenaïca niet binnen een bepaalden tijd, ter nakoming van den vrede van Lausanne, wordt ontruimd. ontsteltenis heerscht alom. De naam van Petro Topola gaat van mond tot mond, tusschenbeide wordt ook de naam van Oliana vernomen in de koortsachtige gesprekken. Schrik teekent zich in aller oogeningeboren haat klinkt uit aller stemmaar het mede gevoel voor den deserteur blijft verborgen in aller ziel. Men heeft angst het te laten zien, men beeft. Men weet nu, dat dit dorp een spion bezit; men ziet hem voortdurend sluipen rondom den commissaris en hem alles msdedeelen wat gezegd, wat gedacht wordt. De hut van Yerina wordt bewaakt, Domna wordt bewaakt men zoekt Oliana nog. Men vond haar niet, men redeneert, men maakt gissingen. Over de bruiloft van Sémène hangt een sluier; de tziganen spelen, maar het huis weent. Wat zal er gebeuren?.,.. Een grijze ochtend volgde op den ontzetten- den stormnacht. De orkaan was voorbij, maar de wind bedaarde niet en alles was weg, elk menschelijk spoor op het voetpad verdween onder 'n verblindend wit lijkkleed. Zelfs de hutten waren bedolven. De mannen, met spaden gewapend, -ontlastten de daken, die overladen waren met sneeuw, en maakten openingen om zich een uitweg te verschaffen. De boeren, die door den commissaris waren aangewezen, bevonden zich allen op hun post. De oude Topola, bleek als een spook, treurig als de dood, bevond zich in hun midden. Youri, die de rechterhand der politie was geworden, verliet de tijdelijke verblijfplaats van den commissaris niet meer verscheidene sleden stonden op het erf gereed en toen alles klaar was en de commissaris als voorbehoedmiddel tegen de koude een flesch brandewijn had uitgeschonken, begaf de geheele troep zich op weg naar den Serednü-alp. Koppels honden volgden de sleden, verscheidene mannen droegen gewe ren, en koord en handboeien hingen aan den gordel van den commissaris. Ruthtensche Roman. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1913 | | pagina 1