Het Land van Hensden en illena. de Langstraat en de Botnmeierwaard. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3230. Zaterdag 1 Maart. SPORT. FEUILLETON. OLIAMA. 1913. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/» ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. Wij zijn groote voorstanders van gport en openluchtspelen, omdat we er van overtuigd zijn, dat dit behalve een vermaak, ook nuttig is. Natuurlijk moet men zich hoeden voor overdrijving, om dat dit altijd schadelijk is, óók bij de beoefening der sport en de verschillende openluchtspelen men denke slechts aan overspanning en wat de gevolgen daarvan kunnen zijn voor de spelers maar overigens, weet men te spelen met kalmte, blijft het spel, ontaardt het spel niet in afbeuling van den speler, dan is sport en openluchtspel nuttig voor den speler, omdat zijne spieren er door gestaald en zijn ge zondheid er door gesterkt wordt. Er zijn er ook, die anders over de sport denken, ongunstiger Onlangs heeft er in Brussel een con gres van geneesheeren plaats gehad, op welk congres ook de sport besproken werd. Van die besprekingen is later een verslag uitgegeven, onder den titel van: „De voer- en nadeelen van de sport ten opzichte van de gezondheid der jeugd." De sport in het algemeen, doch het voetbalspel in het bijzonder, werd in dit verslag kras aangevallen door de heeren geneeskundigen. Ze kwamen tot de volgende conclusieslo. de overdrijving van sport moet sterk worden veroordeeld, 2o. de sport moet feitelijk verboden worden, omdat over drijving bij de sport schadelijk is, en 3o. de sport en de daarbij behoorende oefeningen zijn schadelijk. Dit oordeel over de sport, en nog wel van geneeskundigen, is vrij wat ongunstiger dan ons oordeel, nietwaar? Moeten wij nu, omdat dit het oor deel van geneeskundigen is, hun oor deel in waarde boven dat van ons stellen Toch niet! Want tegenover het oordeel van die Belgische geneeskundigen, die de sport veroordeelen, staat het oordeel van ver schillende andere geneeskundigen, uit alle landen, ook uit ons land, die de sport zeer gunstig beoordeelen. Zooals gezegd, het Brusselsche con gres van geneeskundigen viel de sport in het algemeen, doch de voetbalsport in het bij zonder, zeer kras aan. Dat de heeren van het congres daarover nog wel wat te slikken zouden krijgen, (35 „O, sterven is niets," zei Xenia, maar neemt men daar ook de mannen om er soldaten van te maken? Slaat men hen daar ook met den knoet? „Misschien niet," gaf Sémène ten ant woord, want ook de commissaris sterft, en hij zal den knoet toch niet kunnen mee nemen." „Wat weet je er van? Jij kunt toch niet lezen; zij die lezen moeten er meer van weten dan wij." „Vraag het aan Domna, zij zal het mis- Bchien weten. Zij ziet in de ziel als in het water van den put, als het stil is." „Het is waar, zij ziet erin De nacht werd hoe langer hoe somberder de zorgvuldig gesloten slaapkamer scheidde de beide echtgenooten van het bruilofts- gewoel. „Sémène," sprak de jonge vrouw, „ik ben bang Ik zie Petro, ik zie Oliana Ach in dezen stormnacht zijn zij beiden gestor ven Zij wilde hem redden „Laat ons voor hen bidden, zij zijn ver, maar misschien hooren zij ons." „God zal ze in de andere wereld in den echt verbinden", prevelde Xenia, „en de engelen zullen hun bruidskroon vlechten." Zij zwegen; een licht geruisch, dat van buiten kwam, drong tot hun ooren door. „Hoort ge dat?" vroeg Sémène. „Ja, iemand is onder het venster langs gegaan o, een licht I „Brand!" schreeuwde Sémène ontsteld; hij greep Xenia by de hand en snelde naar buiten. was te verwachten. Baron De Lave- leye, de voorzitter van de Belgische Voetbalbond, heeft tegen de conclussie een kort protest geschreven, maar toch een zóó duidelijk en overtuigend pro test, dat de conclusies van de heeren geneeskundigen tot niets teruggebracht zijn. Omtrent het eerste deel van de con clusie, n.l. dat de overdrijving in de sport veroordeeld moet worden, acht de heer De Laveleye het nutteloos van de geneeskundigen om 20 pagina's te gebruiken teoeinde een openstaande deur in te trappen. Hebben wij straks ook niet gezegd, dat overdrijving altijd schadelijk is, dus óók overdrijving bij sport en spel Hierover zijn allen het eens, en, zooals de heer De Lavaleye zegt, de heeren geneeskundigen behoef den hiervoor geen 20 bladzijden te ge bruiken om het te bewijzen. Over het tweede punt, behelzende de meening, dat dsport verboden moest worden, omdat de overdrijving er van schadelijk is, zegt de heer De Lavaleye, dat elke deugd, tot het uiterste doorgedreven, een gebrek wordt. En zoo is hetDus zou men dan, meent de heer De Laveleye, ook de goedheid, de voorzichtigheid, de spaarzaamheid en de wilskracht en meer andere goede eigenschappen moeten bestrijden, omdat deze deugden, tot het uiterste doorge zet, overgaan in zwakheid, bangheid, gierigheid en hardheid. Is het niet vol komen juist? Zoo zou alles en nog wat bestreden moeten worden, omdat de gevolgen ervan minder goed zouden zijn, indien men eens te ver er in op ging. Maar de deugd, of wat dan ook, dient niet bestreden te worden, maar wèl de overdrijving, omdat déze de deugd tot een gebrek maakt. Tegenover het laatste deel van de conclusie, n.l. dat de sport en de daarbij behoorende oefeningen schadelijk zijn, haalt de heer De Laveleye een voor beeld uit de practijk aan, om het on houdbare van deze meening te bewijzen. Indien de theorie juist is, dat de be oefening der sporten nadeeling is voor de gezondheid van b«t individu en der halve ook voor de toekomst van een volk, dan zou een land, waar de sport beoefening een zeer groote vlucht heeft genomen, zeer zeker than3 de nadeelige gevolgen van die beoefening ondervin den, temeer nog, zoo in dat land de sport al sedert eeuwen beoefend is. Is „Brand! brand 1" riep men reeds van alle kanten, en onder het toenemend geraas hoorde men de mannen onophoudelijk her halen: „O, de laaghartige, o, de lafaard Vat hem, grijpt hem! Hij is het, hij is de brandstichter In een oogwenk was het dak der hut in vlammen, het geheele dorp snelde toe, alleen Sémène bleef als verlamd staan voor dit ontzettend tooneel. De klokken van de kerk begonnen te luiden. „De laaghartige!" riep de wanhopende menigte. „Vat hemdoodt hem Een groep boeren kwam op de plaats des onheils, een man meesleurend, die zich met woede verweerde. Eenigen boden hulp door sneeuw op het verslindend vuur te werpen, anderen om ringden den boosdoener, die brulde onder de slagen, die men hem toebracht. „Youri Worobetz heeft den brand aan gestoken," schreeuwden schorre stemmen. „Wij hebben het gezien en hem gegrepen. Laten wij den lafaard oordeelen „Laten wij hem verbranden!" herhaalden de gasten van Sémène, dronken geworden op het afgebroken bruiloftsmaal. „Gerechtigheid zal geschieden, laten we hem verbranden!" De wind gierde, de naburige hutten vatten eveneens vuur, het ongeluk bedreigde het geheele dorp. Aan handen en voeten gebonden lag Youri op den grond; de menigte omringde hem woest, onverbiddellijk, slechts wraak vra gende. Op heeterdaad gegrepen, beproefde de schuldige niet eens zich te verdedigen, en, verbijsterd door de slagen, luisterde hij bevend naar het verward getierhij hoorde de bedreigingen van dood boven het geraas zweven. „Laten we hem verbranden, laten we hem het niet zoo Welnu, zegt de heer Laveleye, kijk naar Engeland In welk land wordt langer en meer aan sport gedaan dan daar En toch uit een lichamelijk oogpunt behoeft het Engelsche volk voor geen ander volk onder te doen. Integendeel, het over treft de meeste andere volken. De be wering van heeren geneeskundigen op het Brusselsche congres gaat dus niet op Wij hadden deze weerleggingen van de heer De Laveleye niet noodig ge had om onze lezers te bewijzen dat de conclusies van het congres onjuist zpn, maar uit de weerleggingen blijkt nog eens voor de zóóveelste maal dat sport en openluchtspel, zonder over drijving daarbij natuurlijk, nuttig zijn, noodzakelijk zelfs. BHitenlasid. De jury te Parijs heeft Woensdag nacht uitspraak gedaan over de auto bandieten. Dieudonné, Callemin, Soudy en Mo- nier zijn terdood veroordeeld Carouy en Medge tot levenslangen dwangarbeid; De Boe tot tien jaar dwangarbeid, Be nard tot zes jaar cel, Crozat de Fleury tot vijf jaar cel, Kibaltsjis tot vijfjaar cel en Poyer tot drie jaar cel. Belonie en Detweiler worden tot vier jaar ge vangenis veroordeeld Gauzy en Jour- dan tot achttien maanden gevangenis, Reinert tot een jaar gevangenis. De drie vrouwen en Rodriguez zijn vrij gesproken. Wij brengen nog even in herinnering van welke misdaden of medeplichtig heid daaraan de hoofdpersonen in dit proces beschuldigd waren Callemin, gezegd Raymond la Science aanslag in de Ordener straatmoord op den agent Garniermoordaanslag en poging tot diefstal bij een notaris te Pontoisemoord in het bosch van Montgéron op een chauffeuraanslag met moorden op de bank-instelling te Chantilly. Monnier, gezegd Simentoff: de mis daden te Montgéron en Chantilly. Soudy: dezelfde misdaden. Dieudonnéaanslag in de Ordener- straat. Carouyde dubbele moord te Thiais. Medgezelfde misdaden. Gauzy: medeplichtigheid aan den moord door Bonnot in zijn woning te Ivry op den onderchef van den Pa- rijscuen veiligheidsdienst, Jouin, en aan de poging tot moord op den inspecteur Colmar gepleegd. verbrandenherhaalden de woedende stem men. „Oog om oog, tand om tand, vuur om vuur!" Reeds werden forsche armen uitgestoken om den rampzalige aan te vatten en in de vlammen te werpen, reeds drongen de hij gende toeschouwers naar voren om de fol tering te zien, toen plotseling de burge meester verscheen. De tegenwoordigheid van den gemeente lijken ambtenaar hield de voltrekking van het vonnis tegen. De lieden, die zich hadden opgeworpen als rechters en beulen, traden terug op het gezicht der politie. „Burgemeester," hij moet gestraft wor den!" schreeuwden de mannen. „Wij hebben het recht." „Hij zal gestraft worden." „Hoe?" „Men zal over heaa oordeelen." „En daarna?" „De knoet." „En daarna?" Dat is niet genoeg!" „Stilte!" Youri werd opgeholpen, en omringd door bewakers en voorzien van handboeien, in een naburige schuur gebracht, die tijdelijk als gevangenis dienst moest doen. De be wakers plaatsen zich voor de gegrendelde <deur. De hutten brandden, de boeren verloren het hoofd, de verbijsterde moeders droegen de kleine kinderen slapend in hare armen weg; het vee verschrikt door de vlammen, loeide somber. Sémène, aan den grond vastgenageld, met bleeke lippen en verwilderde oogen, was onbeweeglijk als een rots. Alle gedachten hadden hem verlaten, zijne kracht was ver lamd, hij wist zelf niet meer of hij leefde. In de vuurkolom, in de rookwolken, zag hij niets dan de bleeke schim van Petro: in het ontzettend geraas hoorde hij niets Een der bandieten, Callemin, heeft een bekentenis afgelegd. Voordat het hof in de raadkamer ging om de straf fen te bepalen, vroeg de president aan de beschuldigden, of ze iets te zeggen hadden over de straffen. Toen de beurt aan Callemin was, riep deze: „voor mij persoonlijk heb ik niets te zeggen, maar ik wil u wat anders zeggen. Het is niet Dieudonné, die op Caby geschoten heeft; Garnier en ik hebben Caby aangevallen. Ik zal hierover een brief schrijven aan den procureur-generaal" Callemin zeide nog: „het beste be wijs, dat Caby niets gezien heeft en zich vergist, is wel, dat hij mij nooit herkend heeft, terwijl ik hem toch zijn geldtasch afgerukt heb. Dieudonné was er niet bij. Ik zal het bewijzen!" De zaak der auto-bandieten is dus nog niet uit. Er is groote kans, dat re visie voor Dieudonné zal verkregen worden. Het publiek was nog onder den in druk van de bekentenis van Callemin, toen het bericht kwam, dat Carouv zich in ile gevangenis vergiftigd had. Hij heeft ciaan kalium ingenomen en is in verschrikkelijke pijnen gestorven. Een onderzoek is ingesteld, om te weten hoe hij het vergif heeft kunnen krijgen. Naar verluidt hebben de liberale Bel gische Kamerleden en Senatoren het voornemen de socialistische afgevaar digden te verzoeken hun invloed aan te wenden om de algemeene staking te voorkomen. Zij zouden van hun kant de regeering zien te bewegen, tegemoet te komen aan de wenschen betreffende het kiesrecht. De wegens verduistering bij den bouw van het Paleis van Justitie te Rome vervolgde architect Sylvestre is thans gearresteerd. De dagbladen ontvingen een tele gram uit Sassari, inhoudende dat vis- schers bij Kaap Tessa, op den uitersten noordpunt van Sardinië een grot heb ben ontdekt, waarin buitengewoon groote hoeveelheden kruit en oorlogsmunitie zich bevinden. Men gelooft te doen te hebben met een depót vau admiraal Nelson, die vóór den slag bij Trafalgar, toen hij de Pransche vloot die bij Toulon lag in het oog hield, dit oorlogsmateriaal daar zou hebben bijeengebracht. Het huwelijk van prins Ernst August met prins Viktoria Louisa, dochter van den Duitschen keizer, zal op 24 Mei a.s. worden voltrokken. Op dezen dag wordt ook de zilveren bruiloft van prins dan de stem van den ongelukkige, die hem vervloekte. „Sémène," steunde Xenia, help je mij niet?" „Hij heeft mij vervloektantwoordde de jonge man met doffe stem. „Sémène, kom toch tot je zinnen!.... wij zijn verloren!" „Hij is dood h'j heeft mij vervloekt." De arme man knielde op de sneeuw neer en weende. De sneeuw was purper, de hemel bloed rood, van de hut van Bourdak was niets meer over dan een zwart geraamte, dan een rookende afgrond. Nog altijd op den grond geknield, voelde Sémène een hand op zijn schouder. Hij wendde zich om, Safrona stond voor hem. „Ween niet," sprak zij. „Ik heb geen dak meer, ik heb geen brood meerHij heeft mij vervloekt, hij heeft mij niet vergeven!" „Sémène, God is er. Hij heeft het gewild." „Ik heb geen dak meer!" „Sémène, luister nog eens en verlies geen mijner woorden. Het kwaad slaat den boos doener, maar geneest den rechtvaardigen mensch. Sedert de wereld bestaat, is het zoo geweest." „Petro is dood en hij heeft mij niet ver geven „Luister, luister nogik heb geen kinderen maar ik heb een hut; ik bezit geen rijk dommen, maar ik bezit een hart. Ik geef je mijn hut, hij zal van jou zijn, en het stuk grond, dat mij toebehoort, zal jou toe- behooren. Ik ben oud, zie je, ik heb slechts aan heel weinig behoefte. Ik neem je aan, je zult mijn zoon zijn. Je kinderen zullen in mijn hut geboren worden, je zult mijne witte haren eeren. Ween niet langer, God heeft medelijden met je." Bourdak wierp zich aan de voeten der oude vrouw. Heinrich aan het hof te Berlijn gevierd. Uit de hoofdstad Mexico wordt aan de Kölnische Zeitung gemeld, dat het pro gramma van Huerta hoofdzakelijk be staat in de strengste onderdrukking zijner vijanden. Als laatste offer van Huerta is gevallen Emilio Madero, de broeder van den vermoorden president. Benden van Huerta overvielen Emilio toen hij met een troep van 35 man de noordoostgrens van Laredo trachtte te bereiken. Het is onbekend of hij daar doodgeschoten is in den strijd of dat hij zonder vorm van proces is neergescho ten. Emilio Madero had met zijn broeder Raoul in de provincie Coahuila, tot wel ke Laredo behoort, een opstand tegen Huerta verwekt. Uit Berlijn wordt gemold: De paniek, in Engeland ontstaan door de berichten dat Duitsche luchtschepen heimelijk naar Engeland zijn gevlogen en daar bij nacht kris en kras over het land zijn gestevend, neemt in de Engelsche pers zoo'n omvang aan en houdt officieele kringen zoozeer bezig, dat het tijd wordt daarover wat te zeggen. Wij willen dan op grond van zeer besliste inlichtingen, ons gegeven door alle daarvoor in aanmerking komende autoriteiten, uitdrukkelijk verklaren dat geen luchtschip of vliegtuig van het Duitsche leger of de Duitsche marine tot nog toe naar Engeland is gevlogen. De fantasieën in de Engelsche pers worden overigens voldoende weerlegd door het feit dat de plaatsen waar de Duitsche luchtschepen zijn gestationeerd aan ieder bekend zijn en nachtelijke tochten derhalve niet heimelijk onder nomen kunnen worden. De Engelsche pers gaat intusschen voort met het signaleeren van geheim zinnige luchtschepen. Er zijn er thans weer gezien te Portsmouth, Hornsea en Hull. Een Engelsch blad zegt, dat er aan len mond van de Tee een sterk zoek licht werkt met een straal van ongeveer 130 K.M. Dat schijnsel is, volgens het blad, vermoedelijk gezien door de men tenen, die op verschillende punten aan de kust van Yorkshire de lichten ran een geheimzinnig luchtschip meenden opgemerkt te hebben. De correspondent te Lissabon van de Daily Mail heeft Arana, het hoofd van de Peruaansche Amazone-maatschappij geïnterviewd aan boord van het stoom schip, dat Arana naar Engeland brengt, waar hij gehoord zal worden door een commissie uit het Lagerhuis over de rubber-gruwelen van Putomayo. Arana „O, mijn moeder!" riep hij. „Neem Xenia en breng haar bij mij. Men heeft je kleeren en haar uitzet gered, ga halen wat gered is en kom." „Wij komen.... O, mijn moeder...." De woorden van Safrona hadden een wonder uitgewerkt. Sémène richtte zich ver troost op; de goede ziel, die hij op zijn weg had gevonden, had misschien den boozen geest bezworen en de vervloeking die op hem rustte te niet gedaan. „Ik ben gewroken," dacht Youri, toen de deur der schuur zich achter hem sloot. „Ik heb mijn huwelijkskamer verlicht Ik heb hem illuminatin bezorgd, zooals niemand er nog een gezien heeft in zijn huwelijksnacht. Hij zal :t warm hebben De gevangene wierp een blik om zich heen. De gloed van den ontzaglijken brand drong door de smalle vensters van het ge bouw en verlichtte het inwendig. Youri bekeek het nauwlettend en, zich neerzettend op de bossen hooi, die in het midden waren opgestapeld, peinsde hij. „De knoet, Siberië," had de burgemeester gezegd. Een doodelijke rilling deed hem verstijven. „Mij redden, mij redden!" riep riep in hem het gevangen dier. „Allen kijken naar de hutten die branden ik ben alleen niemand zal mij zien. Mij redden, mij red den! Ja, mij redden, maar waar? Hoe?" Hij deed een wanhopige poging om de koorden te verbreken, die hem knevelden. Als ik mijn handen vrij had!.... Wie weet De knoop, die in den nacht in der haast gelegd is, zou misschien los te maken zijn, en dan„O, dan mij te redden, mij redden De knoet, dat is afschuwelijk, Siberië, werken in de mijnen, dat is af schuwelijk 1 Rutheensche Roman. (Slot volgt.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1913 | | pagina 1