Het Land van Hensden en Alteua, de Langstraat en de Borameierwaard.
Een verheving roeping
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3230ff7oensdag 12 Maart. 1913.
FEUILLETON.
De Geheimen eener
kleine stad.
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijsv rhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/» ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Nog luttel maanden scheiden ons van
de feesten in den lande ter herdenking
van het feit, dat honderd jaar geleden
aan vreemde heerschappy een einde
kwam. Nederland hernam zijn plaats
in de rij der volkenweliswaar een
zeer bescheidene, doch weder die van
een vrij volk, ontslagen van de banden
van een vernederend knechtschap, voor
goed. Thans is dat een eeuw geleden
en dankbaar zullen wij de verlossing
herdenken. Maar Nederland de plaats
doen hernemen, welke tóén reeds een
eeuw geleden verloren was, dat heeft
ook deze laatste honderd jaar ons niet
vermogen te brengen. En sedert twee
maal honderd jaren heeft Nederland
afstand gedaan van zijn voorname plaats
onder de eerste Europeeache mogend
heden. Met het begin der achttiende
eeuw heeft ook het gaandeweg terug
treden vau ons volk als internationale
natie van beteekenis een aanvang ge
nomen. Een geleidelijke toename in een
verslapping van alle krachten, welk een
land, wil het niet ten ondergaan moet
behouden en aankweeken, deed in het
begin der negentiende eeuw het laagste
punt bereikendeze landen werden een
wingewest, de onafhankelijkheid was
een verloren zaak.
Doch weder ging een eeuw voorbij,
en thans, aan het begin der twintigste,
staat Nederland daar, onafhankelijk en
welvarend, rijk zelfs in menigen tak
van zjjn economisch bedrijf, bloeiend
in zijn handel, fier op zijn wetenschap
pelijk ontwikkelde zonen en den roem
zyner kunstenaars. Ongetwijfeld, er is
reden tot een dankbaar terugzien op
hetgeen, sedert de bange tijden van
weleer, ons deel is geworden. Maar in
één opzicht is door ons niet herwonnen
kunnen worden, wat toch ook eenmaal
het deel, en niet het geringste dezer
gewesten was: als internationaal land.
Weder mede te tellen, gelijk dat weleer
het geval was. Wil men tegenwerpen,
dat dit het lot is van alle kleinere
staten, het antwoord luidt, dat geen
onder hen zulk een roemvol verleden,
zulk een belangrijke rol op het wereld -
tooneel vervuld heeft, als het oude Ne
derland. Zeker, in de ruim twee eeuwen
die ons scheiden van het hoogtepunt
onzer internationale beteekenis als natie,
is de landkaart van Europa en van de
geheele wereld geheel veranderd, zijn
ook de onderlinge machtsverhoudingen
(2
Op de akkers zag men, zoover de blik
reikte, niets dan de sierlijke tabaksplant,
welke de geheele atmosfeer met zulk een
prikkelenden geur bezwangerde, dat de
reizigers in de gele diligence 'n eind voor
de poort al begonnen te niezen. De postiljon
was daar zóó aan gewend, dat hij bij de
limietpaal altijd met luide stem„Santjes!"
riep, ook al zat er geen enkele passagier in
den wagen.
De vreemdelingen waren met dit gratis
snuitje nooit bijzonder in hun schik en be
klaagden zich meestal bitter over den afschu
welijken reuk, dien de slechte tabak alom
verspreidde. Maar dit was eea blijk van
bekrompenheid; juist deze voortdurend
zenuwprikkelende reuk werkte weldadig op
de gezondheid der bewoners; de oudste
ingezetene kon zich niet herinneren, dat
ooit een Posemuckler aan hersenverkoudheid
of een andere verstopping had geleden, want
naar bekend is heeft de tabak een heilzamen
invloed op alle afscheidingswegen van het
menschelijk lichaam.
Wie door de oude, halfvervallen poort
rijdt volgens den redacteur van het
Weekblad een der schoonste monumenten
van den spitsbogenstijl die wordt wederom
door een geheel nieuwe verschijning verrast.
Terwijl de huizen in eentonige gelijkma
tigheid naast elkander staan, hoogstens ge-
der verschillende mogendheden zeer ge
wijzigd. Een zelfde maatstaf aan te
leggen bij het bepalen van den rang
als natie welke ons land toen toekwam,
en welken het nu bekleedt, is dan ook
een onmogelijkheid. Doch tusschen het
„vele" van toen en het „niets" van
nu, ligt nog een middenweg; boven
zyu vermogens te willen grijp m is even
onwijs, als het laf is daaronder te blij
ven. Doch dat wy meer verdienen, al
thans meer verdienen kunnen, ook als
internationaal volk mede te tellen, zal
door de besten onder ons moeilijk ge
loochend worden, gelijk als evenmin
het belang daarvan kan worden ont
kend. Het komt er maar op aan te
weten, welke plaats wij mogen en
moeten innemen in de rij der volken,
en hoe dat gedaan wordt. Niets werkt
op de krachten eener natie zoo ver
slappend, als te weten, dat zij toch
niet medetelt; het gaat daarbij bij vol
ken precies als bij individuen: naar
mate het zijn recht gevoelt op een
levensbelang, stijgt met het verant
woordelijkheidsgevoel ook zijn kracht,
worden als het ware alle sluimerende
vermogens ten arbeid gewekt.
In zekeren zin zyn wij, zonder daar
toe veel te hebben bijgedragen in de
laatste jaren, uit internationaal oog
punt, vooruit gegaan. Sedert een 15
jaren wordt de Nederlandsche naam,
in ééu adem genoemd met den inter
nationalen vrede. Het initiatief van den
Russi8chen keizer om Nederland aan
te wijzen als plaats van samenkomst
van de gedelegeerden van alle landen
ter bespreking van vredes-belangen, is
daaraan debet. De aanvankelijke be
doeling, beperking der oorlogstoerus
tingen, leed schipbreuk; de tweede
vredes-conferentie wees meer in de
richting van tractaten ter beslechting
van gerezen geschillen tusschen de
staten. Doch ook deze materie dreigt
een uitsluitend theoretische beteekenis
te krijgen, daar voor de ten uitvoer
legging van de, in de uitspraken voor
geschreven handelingen, ten eeneamale
de middelen ontbreken. Hoe toch een
staat te dwingen, gevolg te geven aan
hetgeen berecht is!
Een, kortgeleden van gezaghebbende
zijde in ons land verschenen geschrift
geeft daar antwoord op. Aan Nederland
zij de taak opgedragen,daarbij gesteund
door alle andere mogendheden, de ten
uitvoerlegging van een vonnis van het
arbitragehof te bewerkstelligen. Daartoe
zou het een deel zijner vloot, in samen-
scheiden door een donkere, leelijke snijding,
leunen hier de gebouwen, waarschijnlijk
onder den invloed van den permanenten
westewind, allen naar den tegenovergestel-
den kant, zooals kinderen die zacht tegen
elkaar gevlijd sluimeren.
De geheele stad ziet er trouwens uit, alsof
een goede genius met zijn zegenende hand
zacht over de zijden lokken van een schare
kinderen heeft gestreken en deze de hoofdjes
droomend neigen. Zelfs de groote, knarsende
weerhaan op het gele stadhuis en het goor-
groene beeld op den rooden toren van de
kerk, zijn door den adem van den deemoed
aangeraakt en buigen, als alles in Pose-
muckel, geloovig naar het Oosten, naar het
Eeuwige Licht.
Wat het karakter der bevolking van Pose-
muckel betreft, deze is inderdaad niet in
voldoende mate te loven.
In hun uiterlijk vertoonen de Posemuc-
klers steeds het onmiskenbare type van hun
christelijk-germaansche afstamming: bijna
allen hebben blond of lichtbruin haar, dat
door den vochtigen Westewind veelal tot
'n aschtint is vergeeld; blauwe oogen met
grijze of groene nuances; als zij verhit, ver
moeid of opgewonden zijn, roode, bloeiende
wangen en een krachtige kaarsrechte hou
ding, dat wil zeggen als zij tegen den wind
loopen. Hebben zij den wind in den rug,
dan loopen zij allen voorover. Maar als bij
de mannen de jaspanden of bij de vrouwen
en meisjes de rokken opwaaien, dan ziet
men dadelijk, dat deze gebogen houding
geen gevolg is van zwakheid. Met vreugde
volle verbazing ontdekt men dan vormen
van normalen wasdom.
Hier en daar ziet men in Posemuckel ook
werking met andere vloten, beschikbaar
moeten stellen.
Wij zullen niet al te uitvoerig ingaan
op de bijzonderheden, tallooze en zeer
belangrijke, doch ons bepalen tot het in 't
licht stellen van de zaak-zelve. Zij komt
hierop neder, dat bij de derde vredes
conferentie de Nederlandsche gedele
geerden, daarin gesteund door de geheele
natie, zullen voorstellen, zich aan het
hoof i geplaatst te zien van het interna
tionaal toezicht op de naleving der ge
dane uitspraken. Deze tenuitvoerlegging
zal hoofdzakelijk geschieden kunnen door
een eskader van vreemde mogendheden
in samenwerking met Nederlandsche
schvpen, en onder aanvoering van een
Nederlandschen vlootvoogd. Daartoe
moet zich Nederland ter conferentie be
reid verklaren.
Voorwaar een, in theorie, glorierijke
taak; ook in de praktijk Waarom zou
het niet kunnen, wanneer werkelijk de
omstandigheden roepen, een Nederland,
boven alle voorbeschikt zou zijn, aan de
roepstem gevolg te kunnen geven Bo
ven alle; want de groote mogendheden j
kunnen die taak niet aanvaarden zonder
den grootsten nay ver op te wekken
onder elkander; van de kleinere val
len de meeste om verschillende redenen
af, en wordt alleen Zweden en Dene
marken, met Nederland geacht zulk een
rol te kunnen vervullen.
Wij matigen ons geen oordeel aan,
waar het hier gaat om zooveel zaken en
belangen, waarmede de internationale
vrede en de verhouding der staten ten
nauwste samenhangt. Doch zoo gevraagd
wordt, door alle staten, naar een, die
uitverkoren zal zijn, omdat hij zich het
beste leent voor zulk een eervolle taak,
als hier is weggelegd de uitspraken
van het arbitragehof niet tot een doode
letter te doen worden, waarom zou
het dan niet te wenschen zijn, dat aan
die verheven roeping het kleine Ne
derland gehoor mag en kan geven?
Van welk een verre strekking zou dit
niet kunnen zijn voor onze interna
tiouale positiedoch ook van hoe grooten
invloed ten goede zou een eervolle,
voor de oogen der geheele wereld aan
vaarde en volbrachte taak, niet zijn op
de nog in onze natie sluimerende
krachten
Of het er ooit toe komen zal, dat
Nederland nog eens zijn voorname in
ternationale plaats herneemt in de rij
der volken, zij het ook een geheel an
dere als weleer, is een vraag, welker
beantwoording der toekomst dient over
gelaten. Toch, zoo dit kan geschieden
met het volle behoud van al hetgeen
als natie thans ons deel is, wie, die
niet zou wenschen dat voor zyn land
zulk een roeping is weggelegd?
Buitenland.
Volgens bericht uit Londen hebben
kiesrechtvrouwen het station Saunder-
son in brand gestoken. Het station,
behoorende aan den Great-Central en
den Great-Western spoorweg, is tot den
grond toe afgebrand. Propaganda-papie-
ren voor vrouwenkiesrecht waren ter
plaatse achtergelaten.
Een ander station, Crexley, van de
London en Northwestern Spoor, is even
eens afgebrand. Men vermoedt, dat dit
eveneens het werk van kiesrechtvrouwen
is. Niemand is aangehouden.
wel 'n koolzwart hoofd en gebruind gezicht,
dat in 't oog vallend van de andere ger-
maan?che, aschblonde typen verschilt. De
oude lieden zeiden, dat dit stamt uit den
Pranschen tijd, toen Posemuckel 'n paar
maal bezet was geweest. De Franschen had
den zich zoo aardig ten opzichte van de
vrouwen en dochters hunner gastheeren ge
dragen, dat het van dezen onrechtvaardig
zou zijn geweest, als zij niet de schoonste
ideeën van de Galliërs in zich hadden op
genomen. Gastvrijheid gold steeds als een
der schoonste deugden van 't Duitsche volk.
Dit was de oorsprong van het bruine bij
mengsel der Posemuckler bevolking.
Haar intellectueele ontwikkeling gaf het
recht op den lof, dat de Posemucklers voor
alles de levendigste belangstelling aan den
dag legden; hun weetgierigheid was bijna
niet te bevredigen.
De vreemdelingen noemden dit onuit
staanbare nieuwsgierigheid, maar als de
geleerde redacteur dat hoorde, dan fronst3
hij de wenkbrauwen en beweerde, dat er
zonder nieuwsgierigheid geen wetenschap
bestond en niemand een geleerde worden
kon, als hij niet zijn nieuwsgierigheid op
alle punten trachtte te bevredigen.
Hierover verheugden zich de goede burger»
van Posemuckel niet weinigwanneer echter
het kleine, pittige vrouwtje van den redac
teur erbij was, dan zei ze altijd, dat haar
man eigenlijk geen geleerde kon wezen,
want hij zocht op geen enkel punt zijn
nieuwsgierigheid te bevredigen.
Na al het bovenstaande kan gerust worden
volgehouden, dat Posemuckel een gelukkige
stad mocht heeten, ondanks de nijdige be
weringen der vreemdelingen, die het plaatsje
en zijn bewoners oppervlakkig en geheel
verkeerd beoordeelden. De laatsten hadden
In het Dalbhum-district van Engelsch
Indië, ongeveer 150 mijlen van Calcutta
is goud ontdekt. Een van regeerings-
wege aangesteld expert beschouwt het
district als een der rijkste goudvelden
die ooit zijn ontdekt.
Het bevat tevens koper, ijzer, steen
kool en mica.
In de Riviera heeft een orkaan ge
woed, die hier en daar gepaard ging
met sneeuwval. Te Savona zijn door 't
instorten van een fabrieksschoorsteen
een werkman gedood en zeven zwaar
gewond.
Te Rio de Janeiro heeft ongewone
hooge golfslag een zware zeewering stuk
geslagen. Een geheel stadsdeel staat
onder water en is van 't overige deel
der stad afgescheiden.
Maandagmorgen is er in de kunst
zijdefabriek te Tubize, tusschen Brussel
en Bergen een ontploffing in een der
mengbakken voorgekomen, die 'n brand
in de fabriek ten gevolge had. Er zijn
4 dooden en 5 gewonden.
Keizerin Taitoe van Abessynië, die
drie jaren in gevangenschap heeft door
gebracht is weer in vrijheid gesteld.
Hare landgoederen, gelegen in de nabij
heid van Addis Abeba, zijn haar door de
regeering teruggegeven.
Heel in 't Noorden van Amerika aan
de Hudson-baai leven in de eenzame
ijswildernis verspreid, talrijke Eskimo's
die nog op zeer lagen trap van bescha
ving staan. Pas sedert kort hebben zen
delingen zich naar dezen stam gewend
om er het Godswoord en wat beschaving
te brengen. Een dezer mannen, de
Engelsche geestelijke W. G. Walton,
heeft aan een medewerker van de
het volste recht, Posemuckel voor een klein
paradijs te houden en zichzelf voor louter
Adam's en Eva's vóór den zondenval, na
tuurlijk in fatsoenlijke kleedij.
Eén groot voordeel hadden wij bijna ver
geten, namelijk den buitengewoon goeden
gezondheidstoestand der Posemucklers.
Terwijl de prikkelende geuren van de
tabak de verschillende afscheidingswegen
oj^en liet, zorgde de voortdurende, vochtige
Westewind voor ongestoorden eet- en drink-
lust. Hud spijs bestond hoofdzakelijk uit
'n flink, sappig stuk vleesch, hun drank uit
het voortreffelijk eigengebrouwen bier, wijd
en zijd onder den naam Posenelle beroemd,
en op z'n tijd afgewisseld met 'n brande-
wijntje of 'n kummeltje.
Zoodoende zaten de lui als in den spiritus
en bleven ze goed bewaard.
Het ziektecijfer stond dan ook bijna op
nul, zoodat de oude, suffige, stokdoove dokter
onfeilbaar verhongerd zou zijn, als hij niet,
daar hij ongetrouwd was, bij de burgers ten
eten ging.
De lui waren gezond en bleven gezond,
alleen als het op z'n end liep kregen ze
blauwe aderen bij den neus en op de wangen,
en de oogen begonnen te tranen en de
vingers te beven. En dan wist men 't al,
dat ze het niet lang meer zouden maken.
Na drie of vier weken was de arme drom
mel gewoonlijk dood.
Ongemerkt had hij uit des levens schaal
den dood gedronken, ofschoon de lippen
dikwijls schertsten en lachten gedurende het
genot. Doch als de drank in de keel gleed,
zwommen de doodswurmpjes mee naar
binnen en ze knaagden allengs de levens
kiemen af van het arme hart.
„Standard" een en ander van 't Eskimo's-
leven verteld. Het eten van menschen,
van eigen familieleden komt er nog
dagelijks voor. Zoo at een moeder haar
eigen kinderen op, een man zijn vrouw.
Er heerscht daar ook de bloedwraak:
wanneer de mannen geschil hebben,
vechten zij tot den dood de overwinnaar
roeit daarna de heele familie van zijn
vijand uit. Wetten kent men er niet.
Toch komen diefstal en roof weinig
voor. Moord is daarentegen aan de orde
van den dag.
De gezworenen te Dortmund hebben
een werkman, die op zijn vrouw en een
kostganger, die het met haar hield, ge
schoten en beiden gekwetst had, on
schuldig verklaard, waarop de man door
het hof vrijgesproken moest worden.
De officier van justitie had geëischt, om
hem schuldig te verklaren aan poging
tot doodslag met toekenning van ver
zachtende omstandigheden.
Volgens een bericht uit Verviers is
Zondagavond tijdens een bioscoopvoor
stelling op de eerste verdieping van een
café te Montreau-Leneuf, oen lichtgas
houder ontploft. De toeschouwers, on
geveer 150, werden door een panischen
schrik bevangen; een gedeelte slaagde
erin zich te redden langs de trap, een
twintigtal sprong uit de ramen.
Ofschoon de brand spoedig was ge-
bluscht, waren 46 personen min of meer
ernstig gekwetst, 10 verkeeren in hope-
loozen toestand.
Het meerendeel der gekwetsten lijdt
aan brandwonden of is vertrapt. De
anderen zijn gekwetst, toen zij uit het
raam sprongen.
President Poincaré werd Zaterdag het
eerste doodvonnis ter onderteekening
voorgelegd. Het betrof een jeugdig ar
beider, die in een aanval van drift, een
politieagent vermoord en verschillende
andere personen verwond had. Poincaré
heeft van zijn recht tot gratie gebruik
gemaakt en het doodvonnis in levens
lange tuchthuisstraf veranderd.
De Weensche correspondent van de
N. R. Ct. schrijft:
Hier heeft zich het vreemde geval
voorgedaan dat iemand, die tot zijn 20e
jaar als meisje gold, thans door de doc
toren na onderzoek verklaard is een man
te zijn. Het geheim van haar geslacht
kwam uit doordat het meisje een snor
kreeg. Tot kort geleden was zij de dochter
•vran den muzikant Hoschkowits, heette
Tedwig en was naaister. Tegenwoordig
heet Hedwig Karl en de naaister is
veranderd in een chauffeur.
Bij de begrafenis van het echtpaar
Plunz, de slachtoffers van den aanslag
De vreemdelingen beweerden, dat hij aan
delirium tremens was gestorven. Maar dat was
rlweer vurige laster. Als de geleerde redacteur
dat hoorde, trok hij zijn voorhoofd in diepe
jimpels en zeide, dat de stad zoo slecht drink
water hadvandaar de wilde fantazieën en de'
woeste razernij op den ouden dag.
Hierover verheugden zich de Posemuc
klers niet weinig, maar als het kleine,
pittige vrouwtje van den directeur erbij was,
c an zei ze altijd, dat ze niet ongaarne zou
zien, dat haar man ook eens water ging
i rinken, want zulke woeste fantazieën
raoesten, dacht zij, ook wel iets interes
sants hebben.
Posemuckel had nooit 'n garnizoen gehad.
En 't wenschte er ook geen.
Niemand zal de groote voordeelen ont
kennen, die een militaire bezetting oplevert,
vooral aan een kleine stad. De soldaten
brengen geld onder de menschen, het onder-
cnderlinge verkeer wordt gezelliger en leven
diger,' de plaats krijgt meer het aanzien van
fen groote stad, de nieuwe geslachten der
bevolking worden versterkt en veredelden
menig rijkgeworden kruidenier die aan ver
vetting van den geldbuidel lijdt, krijgt een
verlichtende aderlating.
Dat is alles goed en wel, maar ook deze
medalje heeft haar keerzijde.
Het komt wel eens voor, dat een officier
'q burgermeisje naar het altaar voert, maar
dan moet er een harmonische klank bij zijn.
Ontbreekt die, dan blijft het bij vleiereien
en den meisjes het hoofd op hol brengen.
En als de arme kinderen al te lichtgeloovig
en te medelijdende hartjes hebben, dan
kunnen er dikwijls zeer onaangename ge
volgen uit ontstaan.
Wordt vervolgd.)