let Land van Hensden en Altena. de Langstraat en de fenweierwaarl
J. C. JANSSEN,
comb. PEEK GLOPPENBURG,
Zwarte Costumes.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3247Woensdag O April.
HUISELIJKHEID.
FEUILLETON.
De Geheimen eener
kleine stad.
's-Hertogenbosch.
iT .Laud van alten/
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zonder prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
1913.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 77j ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Of werkelijk de tnenschen-groepen
waarin de maatschappij verdeeld is, zoo
zeer in aard en levenswijze afhankelijk
zijn van hun omgeving, als men ons
in de laatste jaren wil doen gelooven,
moge ditmaal in het midden gelaten
worden; en of ook het individu der
mate het product is van bijkomstige
omstandigheden als vooral de moderne
criminalisten leeraren, mogen psycho
logen en juristen uitmaken. Doch dat
èn individuen èn volken, bewust en
onbewust reageeren op de omstandig
heden, waarin zij zich door de natuur
of eigen toedoen geplaatst zien, beho ft
zeker geen betoog. Men heeft zich
vroeger menigmaal tevergeefs de vraag
voorgelegd, waarom het eene volk zoo
bijster in zeden en gebruiken van het
andere verschilde, zonder daarbij te
letten op dikwijls voor de hand lig
gende beantwoordingen. En al is de
latere ethnologie wellicht in het toe
kennen van den invloed van klimaat
en ligging der landen op de verschil
lende volken te ver gegaan, het staat
onomstootelijk vast, dat aard, zeden
en gebruiken van een volk ten nauwste
samenhangen met bodem en luchtge
steldheid.
En wilt ge weten, waarom nergens
ter wereld een menschen-groep woont,
niet alleen niet gelijk aan, maar zelfs
ook in de verte niet gelijkend op ons
eigen volk, dan vindt ge voor een groot
deel het antwoord in de vaststelling
van het feit, dat geen plekje gronds
aan het onze evenaart. De bodem-for
matie van Nederland is vrijwel een
unicum, gelijk ook de geschiedenis der
bewoners baars gelijke niet aantreft.
Ge behoeft waarlijk niet ver onze zui
delijke of oostelijke grenzen te pas-
seeren om te ervaren, dat het eigenlijk
Hollandsch landschap, zijn bewoners,
opstal en veestapel voorgoed verdwenen
is, en ge het nergens meer zult ont
moeten, hoe ver zich uw reis ook uit-
strekke. De Duitsche wouden en beem
den, palend aan geDe zijde onzer lands
grens, ge kunt ze nog tal van malen
tegenkomen op uw reizen, de Belgische
glooiende heuvelhellingen, de rotsfor
matie der Ardennen, zij zijn slechts
het begin eener bodem-verandering, die
zich tot diep in Europa uitstrekt, en
tallooze malen zult ge bij uw trekken
door de verschillende landen door bet
(10
Nu schetterde weer mevrouws schrille
stem
„O God wat is 't toch een misère, zoo'n
onhandigen man tot echtgenoot te hebben!
Niet herkozenWelk een smaad voor jou,
en nog erger voor mij, de dochter vaneen
geheimraad 1 O, die mannen, die mannen
Den burgemeester parelde het klamme
zweet op het voorhoofd.
„Heb je 't Christine al gezegd schatje?"
vroeg hij.
„O, hemel nog toe," schreeuwde de schrille
stem met onaangenaam snerpende scherpte.
„Je weet immers dat de minste tocht scha
delijk kan zijn voor ons kind. En toch
dwing je mij nog om haar ochtendtoilet te
onderbreken of te verhaasten, alleen om je
koffie, die je véél liever is dan vrouw en
dochter."
Nauwelijks waren de laatste klanken weg
gestorven, of de deur werd haastig open-
fetrokken. En mevrouw stormde met „het
ind" en Christine zoo haastig de kamer
binnen, dat ze den ouden man bijna omver
liepen.
Rosa, de opper-regentes van de stad, was
een groote, dikke vrouw van herkulische
vormen en een hoogrood gelaat, waaruit een
paar kleine levendige, grijze oogjes fonkel
den.
Suze, „het kind", leek meer op den vader
haar lichaamsbouw was klein, haar vormen
eeo aan het ander herinnerd worden.
M iar de uren en uren gaans zich uit-
strekkendevlakke velden van Holland,
de sappige weiden, bet waternet van
slooten, vaarten en stroomen, geen land
die het u aanwijzen kan.
Aan die geheel afzonderlijke bodem
gesteldheid paart zich hoe getuigen
het niet onze beste Hollandsche schil
ders een volkomen bijzonder aspect
van lucht en wolkenen de menschen
die op dien bodem en onder die lucht
leven, zij hebben ook in hun volksaard
zeer kenmerkende eigenschappen. Op
eme daarvan moge ditmaal een weinig
licht vallen.
Of her nu aan ons dikwijls erg on
gezellig klimaat ligt of aan iets anders,
maar wij zijn een volk, dat van „ge-
zelsen" houdt, g'dijk de Afrikaander
die zijn afkomst niet loochent, zich
uitdrukt. Die zucht naar gezelligheid
in den besten zin van het woord, heeft
ons de natuur niet buitenshuis maar
daar binnen doen zoeken en ziet, de
huiselijkheid is daar De begeerte naar
een vriendelijk, warm tehuis heeft ons
er toe geleid, onze woningen tot een
zoo prettig mogelijk verblijf te maken
en het Hollandsche binnenhuis i9 iets,
dat ge in den vreemde tevergeefs zult
zoeken natuurlijk zult ge ook ddir
menigmaal een sterk gevoel voor familie
leven tot uiting zien komen in het
woning-iDterieur, vooral bij de noorde
lijke volken, doch het een past zich
niet zoo volkomen aan het andere aan,
als hier het geval is. Omdat huiselijk
heid een onzer beste hoedanigheden
vormt, zonder welke wij niet langer
hetzelfde volk zouden blijven, dient de
zin daarvoor niet tegenwerkt, maar in
tegendeel zooveel mogelijk te worden
aangekweekt..
Wel zijn de hyper-moderne ge- stes-
stroomingen niet gunstig voor deze
nationale deugd. Ook de strijd om het
bestaan, dien wij individueel maar ook
als volk te voeren hebben, willen wij
niet nog meer terrein verliezen, dan de
omstandigheden reeds voor ons deden
teloor gaan, brengt inspanning en ont
wikkeling, ontwerpen en uitvoeren, over
leg en daden met zich, waarbij meer
dan een deugdelijke eigenschap der vade
ren, niet langer ongewijzigd in het be
zit der zonen schijnt te kunnen blij
ven, doch men vergete niet, dat menige
eigenschap wel in uiterlij ken vorm gewij
zigd werd, doch in het wezen der zaak
vaak dezelfde gebleven is. Zoo dient ook
tamelijk sierlijk, maar haar ledematen ont
zettend mager en het gelaat, nit welks rim
pels men duidelijk het jaarcijfer 35 kon
lezen, was haast alléén neus, met een zwakke
poging tot de vorming van een kin en een
voorhoofd, terwijl de mond en het oogen-
paar veel weg hadden van slecht omboorde
knoopsgaten.
Mevrouw prijkte reeds in ochtend toilet,
terwijl „het kind" zich nog in bijna aller
diepst négligé bevond.
„Zoover drijf je het dus met je onhoud
baar ongeduld en je eigenzinnigheid."
Dit was de begroeting van Rosa tot haar
kleinen echtvriend, die doodsbleek was ge
worden door de stormachtige verschijning
der drie vrouwspersonen.
„Help nu maar een handje, als je gauw
je koffie wilt hebben I"
Dit zeggende draaide zij Suze om, zoodat
deze haar vader de keerzijde der medaille
toonde, drukte den ouden heer een haar
speld en een veter in de hand en ging
daarna kijvende voort:
„Ziezoo, snoer jij nu van achteren, maar
langzaam, niet opeens zoo stijl, zoodat ze
allengs aan den druk gewoon raaktDe
geringste afwijking kan zich later vreeselijk
wreken, als zij eens de bestemming van
haar geslacht vervult door moeder
„Maar mama
Suze's neus, die tevens haar gelaat was,
gloeide schaamrood.
„Ben je weer onhandig geweest?" snauwde
mama haar man toe, die met den veter
omging alsof hij de draden van een spin ne-
web hanteerde. Pas toch op! Je zult haar
nog inwendig kneuzen 1"
De arme drommel wist nu niet meer wat
hij met de haarspeld en den veter moest
uitvoeren. Maar zijn vrouw had alweer een
vriendelijk gezicht gezet en nadat zij een
teederen kus wilde drukken op haardoch-
aan het moderne gezinsleven, aan de
huiselijkheid der gezinsleden niet meer
dezelfde maatstaf te worden aangelegd,
als in vroeger dagen het geval mocht
zijn. Het gemeenschapsleven stelt in
onze dagen geheel andere eischen dan
voorheen, waarbij de ouderwel6che be
grippen van huiselijkheid wel eens in
gediang komen. Doch wat nood, zoo
de kern onaangetast gebleven is, en
daar staat ons de Hollandsche aard met
als nauwlettend toeziend waker, ons
grillig klimaat, borg voor.
Geven wij dan volop toe aan dezen
trek in ons nafionaal karakterden
zin voor huiselijkheid. Wij kunnen er
niet anders dan wél bij varen, mits
huiselijkhei iszin nier het minder ver
kieselijke „huisbakken" in den geest
brengt, dat één is met kleinzielige be
krompen onbeduidendheid.
De echte huiselijkheid echter legt
geen bunden op die belemmerend wer
ken op de ontwikkeling en het met
zijn tijd medeleven, zelfs door de „mo
dernsten" onder ons. Integendeel, vaak,
binnen haar rustigen veiligen kring
kan eerst voldoende tot bezinken komen
en tot verderen wasdom, hetgeen daar
buiten opgedaan en ondervonden is.
Want huiselijkheid is als de kiem,
waarvan het gezinsleven de bloesem
uitmaakt en die tot vrucht gerijpt een
volk krachtig en gelukkig maakt.
ISixiteiiIand.
De oorlog op den Balkan.
Een correspondent van de Pall Mall
Gazette heeft een gesprek met koning
Nikoiaas van Montenegro gehad. „Ik
verzeker u, zoo moet de koning woor
delijk hebben gezegd, dat ik en mijn
volk het land willen behouden, dat wij
gedurende deze oorlog hebben veroverd.
Wij willen Skoetari nemen, dat de
sleutel tot dat land is en wij willen
het behouden. De val van Skoetari is
een kwestie van een paar dagen, veel
langer is het niet meer te houden. Het
doet mij leed, de stad te moeten bom
bardeeren, maar ik kan dat met den
besten wil van de wereld niet ver
mijden.
Skoetari zal mijn hoofdstad worden.
Wij zullen dadelijk aan het werk tijgen
en Skoetari door wegen en spoorlijnen
met de andere steden verbinden".
Zaterdag werd uit Sofia gemeld:
In ministerieele kringen is men de
meening toegedaan, dat het antwoord
der Balkanstaten op de vredesvoorstel
ters mond, doch slechts den neus raakte,
zei ze liefjes:
„Kom, pop, mama zal nu je haren uit
kammen en Christine je kousjes opbinden,
nietwaar schatje?"
Het schatje glimlachte schattig. Eu vader,
moeder en Christine waren ijverig bezig
om hun onderscheidene functies naar beste
krachten waar te nemen.
Plotseling werd er zacht en bescheiden
op de deur geklopt.
Nog eer het groepje tijd had gevonden
om uiteen te stuiven, sloop meoster Lawen-
del het burgemeesterlijk vertrek binnen
VII.
„Goedenmorgen, meneer de burgem
Plotseling staakte de barbier z'n familjaar-
onderdanigen groet, slikte het „eester" in
en staarde met groote oogen en nog grootere
neusgaten naar de vreemde groep, die nog
altijd geen tijd had gevonden om uiteen
te gaan.
De burgemeester hield met de rechterhand
de haarspeld en den veter gracieus in de
hoogte, terwijl de duim van de linkerhand
om het aan de beurt zijnde gaatje van het
corset rustte.
En de tien vingers van mevrouw woelden
in den haardos van Suze, die thans be
schaamd aan den moederlijken boezem was
gezonken.
Daarentegen omklemde de robuste Chris
tine met beide vuisten de knie van „het
kind", ten einde niet van louter schrik
tusschen de voeten van den burgemeester
door op den grond te vallen.
En alle drie wendden het hoofd naar
links en staarden vol ontzetting naar den
barbier, die van zijn kant het groepje niet
minder verschrikt aangaapte.
Er ontstond 'n pauze van wel anderhalve
minuut.
AFDEELING
Heeren Clcklccde Costumes van zwart Drapé, Che
viot, Vicuna enz. van f 20, 22, 25, 28, 30, 35 tot 52 gulden.
Heeren Colhert en Jacquette Costumes van
zwart Cheviot, Drapé, Serge enz.
Vanaf f 12, 14, 16, 18, 20, 22, 24, 26 .tot 48 gulden.
Het staat zeer ehic, bij een zwarte Jas en vest
een gestreepte pantalon te dragen.
len der mogendheden het sluiten van
vrede mogelijk zal maken.
Als bewijs, boe overtuigd men daar
van is, wordt aangevoerd, dat het ka
binet besloten beeft de aanvallen op
de Tsjataldzja-linie te staken, dadelijk
de landweer van den tweeden ban naar
huis te zenden en daardoor met de de
mobilisatie van het leger te beginnen.
Zaterdag is de vlootbetooging tegen
Montenegro begonnen. Een internatio
nale vloot, bestaande uit drie Oosten-
rijksche, 2 Italiaansche, 1 Fransch, 1
Engelsch en 1 Duitsch schip, is voor
Antiwari verschenen. Twee Oostenrijk-
sche torpedobooten liggen bij Spizza.
De bevelhebbers der oorlogsschepen,
die deelnemen aan de vlootbetooging,
hebben geen van allen bevoegdheid
troepen te ontschepen of een bombar
dement te beginnen, zonder vooraf daar
toe door hun regeeringen te zijn ge
machtigd.
Het telegram dat de Engelscbe vice-
admiraal Cecil Furney, die als oudste
officier in rang het bevel over de inter
nationale vloot in de Montenegrijnsche
wateren voert, aan den ministerpresi
dent te Cettinje heeft gericht, luidt
woordelijk aldus
Ik heb de eer u mede te deelen, dat
een internationale vloot voor Antiwari
in de Montenegrijnsche wateren ankert.
Die vloot is verschenen om te protestee
ren tegen de weigering van Montenegro
aan de wenschen der mogendheden ge
geven. Ik wenschte wel de opmerk
zaamheid van Uwe Excellentie op de
't Allereerst ontwaakte de energie van me
vrouw Zipfel die, door een snelle beweging
met haar breede gestalte het nietige figuurtje
van haar kind dekkende, naar de zijdeur
retireerde, waarbij zij Suze, die half-bewus-
teloos aan haar boezem rustte, meer droeg
dan geleidde.
Hierdoor scheen ook de barbier aan het
leven te zijn teruggegeven.
Met een sierlijke beweging voltooide hij
den eleganten draai, waarmede hij was bin
nengetreden, stelde de iechtervoet in positie,
sloeg beschaamd de oogen neer en fluisterde
met 'n angstig stemmetje:
„Ik vraag allernederigst excuus voor deze
stoornis. Maar ik kan op mijn woord ver
zekeren, dat ik niets heb gezien, zelfs niet
De burgemeester, die totnutoe ziju dochter
bij den veter had vastgehouden, liet dien
los, strekte met waardigheid de rechterhand
in zijn kamerjapon en hief statig het hoofd
op, terwijl zijn vrouw de zacht kreunende
Suze nog vaster aan zich drukte en Chris
tine zich trachtte te overtuigen, of de bar
bier wel de waarheid had gesproken.
Inmiddels ging Lawendel bedeesd voort
„Ik zou 't niet gewaagd hebben onaan
gediend binnen te treden, indien niet een
gebeurtenis van het hoogste gewicht
De laatste woorden hadden een uitwerking
als een electrische stroom.
De burgemeester hief het hoofd nog hooger
op, mevrouw staakte den terugtocht, Suz*
stak den neus nieuwsgierig over mama's
schouder heen en Christine deed, bij gebrek
aan nuttiger bezigheid, de mond zoo wijd
open, alsot zij de gewichtige gebeurtenis met
huid en haar wilde verslinden.
„Ik mag zelfs beweren", ging de nog altijd
beschaamde barbier voort, „dat het een
kwestie betreft van buitengewone belang
rijkheid. Want wanneer een vreemdeling
„Een vreemdeling?! riep de groep uit."
De minister-president heeft op het
telegram van den commandant van het
internationaal eskader geantwoord, dat
hij ten zeerste betreurt een internatio
nale vloot in de Montenegrijnsche wa
teren bijeen te zien om op Montenegro
pressie uit te oefenen. In weerwil van
deze pressie zal Montenegro niet af
wijken van de houding, die het heeft
aangenomen overeenkomstig de eischen
van den oorlog tusschen de bondge-
nooten en Turkije. Het beginsel van
neutraliteit, bij den aanvang der vijan
delijkheden door de mogendheden ge
proclameerd, wordt thans door de aan
wezigheid van de internationale vloot in
de Montenegrijnsche wateren ten na-
deele van Montenegro geschonden.
De internationale vlootbetooging voor
Antiwari heeft in heel Zuid-Rusland
pan slavistische relletjes uitgelokt. De
politie heeft de grootste moeite om de
volksbetoogingen tegen Oostenrijk te
onderdrukken.
Zondag hebben pan-slavisten te St.
Petersburg een groote betooging ten
gunste der Balkanstaten gehouden. In
den stoet werden vaandels gedragen met
opschriften als: „Skoetari voor Monte
negro; het kruis op de Aya Sofia."
Uit berichten uit St. Petersburg blijkt,
dat aan de betooging 20.000 personen
deelnamen. Na een plechtige kerkdienst
aanwezigheid van de internationale vloot
te vestigen, die er niet alleen een tee-
ken van is, dat de groote mogendheden
eensgezind zijn, maar ook, dat zij wen
schen dat hun beslissingen onverwijld
En met een geweldigen sprong ijlde me
vrouw naar het kanapeetafeltje, waarvan
::ij in een oogwenk het gewezen omslag-
doekje aftrok en om de kuische lendenen
wierp van haar uit de onmacht thans geheel
ontwaakte dochter. Daarna plaatste zij zich,
voor alle securiteit, weer voor Suze, plooide
met beide handen haar rok in de breedst
mogelijke vouwen en zeide, terwijl haar
stem beefde van opwinding:
„Wat voor 'n vreemdeling?"
„Ja, wat voor 'n vreemdeling?" vroeg nu
ook de burgemeester die zich niet de kaas
van het brood liet eten en voor den barbier
zijn prestige als autoriteit wilde behouden.
„Hij logeert in „De Zachte Duif," ging
Lawendel voort, terwijl hij langzaampjes
itan het hoofd ophief om het effect van zijn
mededeeling te bestudeeren.
„De „De Zachte Duif"... hm, hm!" zei
de burgemeester, bedenkelijk zijn wijsvinger
tegen den neus drukkende.
„Maar wie is 't vroeg zijn vrouw zenuw
achtig. „Maar spreekt dan toch U legt
ons op de pijnbank."
„De nieuwe dokterantwoordde Lawendel.
„Dat zal een weldaad worden voor Pose-
muckel!" ging de magistraat voort, en hij
wreef vol behagen de magere handen over
elkaar. „Ik verheug mij, deze blijde tijding
heden reeds aan het Dagelij ksch Bestuur te
kunnen mededeelen."
„Hoe ziet hij eruit?" vroeg z'n vrouw
hijgend, met gloeienden adem.
Nu zette de barbier zijn gezicht in een
wijsgeerigen plooi.
„Reeds hedenmorgen had ik het geluk,
hem aan een nauwkeurig onderzoek te
mogen ouderwerpen. Eerst bij schemering,
daarna bij kaarslicht; eerst in bed, vervol
gens in négligé."
Wordt vervolgd.)