Land van Uensden en Altena, de Langslraat en de Boinmeierwaard. J. C. JANSSEN, comb. PEEK CLOPPENBÏÏRG, Demi Saisons, Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3250. Zaterdag 19 April. Kinderrechters. FEUILLETON. De Geheimen eener kleine stad. 's-Hertogenbosch. van donkere, grijze en gemêleerde stoffen is de mode. Men draagt ook veel Demies met zwarte zijde op de revers, dit is zeer chic. Demi Saisons van f8 -10 -12 -14 -16 -18 - 20 tot 40 gulden. 1913. cr Um VAN ALTENi VOOB Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/» ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. Op uitnoodiging van den Nederland sehen |Bond tot Kinderbescherming heeft prof. mr. D. Simons, uit Utrecht, te Amsterdam, een lezing gehouden over „Kinderrechters". Prof. Simons zeide dat de nieuwe opvatting van de taak van het straf recht tegenover het kind er toe geleid heeft, dat men, wanneer 't een kind geldt, niet meer een eigenlyke maat regel van straf wenscht toe te passen, doch allereerst opvoedend wil optreden, en dat, zoo er al eens een element van straf wordt opgelegd, men dit dan toch alleen wil laten dienen om de opvoe dingsmaatregel beter tot zijn recht te doen komen. Prof. Simons meent echter, dat, indien men de zaak van dit stand punt beschouwt, dan ook de gewone rechter niet mag zijn de aangewezen peisoon, om te oordeelen over het kind en te bepalen welke maatregel van op voeding de meest gewenscbte en pas sende zal zijn, omdat de gewone rechter in de allereerste plaats rechtsgeleerde is. Prof. Simons wil daarom voor kin deren een anderen rechter, een kinder rechter, iemand, die niet in de aller eerste plaats rechtsgeleerde is want men wil immers, wanneer 't een kind geldt, niet meer een eigenlijke maat regelvan straf opleggen doch iemand, die, omdat men nu meer opvoedend wil optreden, zal weten welke maat regel van opvoeding de meest ge- wenschte en passende zal zijn. "Wij zijn het met prof. Simons eens en zeggen met hem, dat HrwZerzaakjes voor kinderrechters moeten komen, voor zulke rechters, die, omdat men nu meer opvoedend tegen de kinderen wil op treden, zullen weten welke maatregel van opvoeding de meest gewenschte en passende zal zijn, wat een gewone rechter, die in de allereerste plaats rechtsgeleerde is, zoo goed niet zal weten. Om hier uitvoerig te betoogen dat het een zeer goede opvatting van het strafrecht is, dat men, wanneer 't een kind geldt, niet meer een eigenlijke maatregel van straf wenscht toe te passen, doch allereerst opvoedend wil optreden, achten we niet noodig. De onlangs overleden minister van justitie was een warm voorstander van kinderrechtbanken. Dat zijn opvolger, wie dit ook moge worden, evenzoo over de kinderrechtbanken denke! Mr. J. P. (13 Hij zette zijn gelaat in een deftig vrien delijken plooi, sloot met 'nsierlijke beweging de deur, maakte een diepe buiging, trad dicht op den burgemeester toe en schreeuwde, dat de schoenmaker aan den overkant 't kon hooren: „Ik ben dokter Gosse en neem de vrijheid, u mijn opwachting te maken." Verschrikt trad de burgemeester een schrede achteruit en maakte een beweging, alsof hij met beide handen naar zijn ooren wilde grijpen. Maar hij bedacht, dat hij het dikke voorwerp onder zijn slaaprok moest vasthouden, legde derhalve beide handen om dien uitwas, raapte in alle haast zijn geheelen voorraad aan waardigheid bijeen, trad eveneens dicht op den ander toe en schreeuwde, zóó luid dat tweemaal z'n stem oversloeg „Aangenaam Maar ik kan u thans niet ontvangen". De dokter retireerde tot aan de deur. Alle duivels, dacht hij, die schreeuwt als een tandentrekker op de markt. Gewoonlijk spreken doove menschen toch zacht en be dekt. Maar spoedig zette hij een vriendelijk gezicht en schreeuwde, nog harder dan de eerste maal: „Ik wilde mij slechts even aan u voor stellen! En mij aanbevelen in uw gunst en protectie." De burgemeester zag den dokter aan alsof hjj aan diens verstand twijfelde. de Meyere, hoofd der onderafdeeling Rijkstucht- en opvoedingswezen, die vanwege het departement van justitie de lezing bijwoonde, verklaarde dat de kwestie van den kinderrechter zich bij voortduring in de belangstelling van zijn departement mag verheugen. Dat geeft ons hoop, dat ook hier te lande eenmaal kinderrechtbanken zullen wor den ingevoerd. Aan welken rechter moeten de be langen van het kind worden toever trouwd zoo vroeg prof. Simons, 't Is de overtuiging van prof. Simons, dat één mensch slechts ééa weg gaat, van daar dat hij meer vertrouwen heeft in de samenwerking met meerdere per sonen, gedachtig aan het feit, dat, hoe hooger de persoon staat, hoe gevaar lijker rechter hij is. Willen we echter, zoo zeide prof. Simons, dat de rechter meer invloed dan thans zal oefenen op het kind, dan zal inderdaad slechts één rechter de kinderzaken moeten behan delen. Dat de kantonrechter daarvoor in aanmerking zou kunnen komen, acht hij totaal uitgesloten. Hij meent dat men eao bepaalde rechter uit het college van de rechtbank met die rechtspraak zal moeten belastan. 't Bleef z. i. echter de vraag of in alle arrondissementen een kinderrechter noodzakelijk zou zijn. Ook zou het, meent hij, in de practijk bezwaarlijk blijken bij elk onzer 23 rechtbanken een kinderrechter te benoemen, 't Is waar, de jongste crimineele statistiek toont aan dat gedurende de laatste 5 jaren 3180 kinderen beneden de 16 jaar en eon kleine 6000 benedén de 18 jaar veroordeeld werden, terwijl in het parket van den ofiBcier van justitie een nog veel grooter aantal kinderen komt, maar toch bleef het, volgens prof. Simons, de vraag of in alle arrondisse menten een kinderrechter noodzakelijk zou zijn. Prof. Simons zou dan ook ten onzent voorloopig de aanstelling willen beperken tot eenige van de voornaam ste arrondissementen. Hij meent dat men daarbij zou kun nen volstaan met een betrekkelijk een voudige wijziging. Immers er diende slechts bepaald te worden, dat ook strafrechterlijk de enkelvoudige kamers, samengesteld uit slechts één rechter, kunnen worden in gevoerd. Slechts één bijzondere bepaling ware er noodig. Nu mag de rechter commissaris, die een zaak geïnstrueerd tmeft, niet deelnemen aan het eindondet- De goede man meent,-dat alle menschen doof zijn. omdat hij niet hooren kan, dacht Zipfel. Of zou hij 'n loopje met mij nemen? Dat was Al te èrgMet mij, den burge meester. Bij deze veronderstelling rezen zijn weinige grijze haren ten berge, zijn oogen namen een uitdrukking van strengheid aan, de kleine gestalte rekte zich eenige duimen langer uit, en toen schreeuwde hij met alle kracht van zijn longen: „Ik ben burgemeester Zipfel!!! Verstaat u mij Ik hoor al wat er in de heele stad ge- fluiterd wordtzelfs het niet-uitgesproken fluisteren... Verstaat u mij? En nu moet ik naar 't stadhuis Goedenmorgen." Na deze stootsgewijs uitgegalmde woorden wierp de beleedigde burgervader een blik vol hoogdheid op den verbluften dokter en schreed daarna, het dikke voorwerp onder zijn slaaprok behoedzaam vasthoudende, de deur uit. In de keuken aangekomen haalde hij zijn laarzen onder zijn ochtend-omhulsel voor den dag, trok ze met zenuwachtige haast aan, voltooide zijn toilet met de kleeding- stukken, die over het voeteinde van Chris tine's ledikant hingen, vergat in de haast zijn overschoenen en ging, met'n gepoetste en 'n ongepoetste laars, over het versch gestrooide zand van het portaal de straat op, naar de vergadering van Burgemeester en Wethouders. De dokter wa9 zoo verslagen door de heftige toespraak van den burgemeester, dat hij vergat hem goedendag te wenschen en hem met open mond en groote oogen 'n poosje nastaarde. Eindelijk herstelde hij zich, haalde met 'nglimlachje de schouders op en mompelde. zoek. De kinderrechter daarentegen zou zoowel het vóór- als het eindonderzoek moeten leiden. Langs dezen weg, meent prof. Simons, zou men Slier te lande een bescheiden proef kannen nomen of het denkbeeld van den kinderrechter in ons land in slaat eu in een werkelijk gevoelde be hoefte voorziet. Hij waarschuwt tegen overhaasting. Ging het in enkele groote plaatsen naar wensch, dón kon het systeem ook elders worden toegepast. Prof. Simons geeft toe dat onze Kin derwetten zeer goed hebben gewerkt en hij gelooft ook niet dat het noodig is dat er principiëele veranderingen iu worden aangebracht, maar toch de instelling, bij wijze van proef, van eenige kinderrechters zou hij ten zeerste toejuichen. ÜM «trad. Eenige weken geleden werd te Frank fort de vrouw van den kunstenmaker en schermmeester Karl Hopf onder ver dachte verschijnselen ziek. Op last van den geneesheer bracht men haar, tegen den wil van haren man naar een zie kenhuis over. Het onderzoek wees uit, dat de vrouw vergiftigd was, en volgens hare eigen verklaringen kon niemand anders dan haar man dat gedaan hebben. De politie stelde een nader onderzoek in en nam Hopf Maandag gevangen, toen hij van een bezoek aan zijn vrouw in het ziekenhuis terugkeerde. Bij een huiszoeking ten huize van Hopf ontdek te men een volmaakt ingericht labora torium met vergiften en bacillen-cultu res, o. a. culturen van cholera- en tyfus bacillen. Hopf legde in een verhoor, dat zes uur duurde, eindelijk de bekentenis af, dat hij zijn vrouw vergif had toege diend, om na haar dood in het bezit te komen van de sommen (welke op zijn minst 40.000 mk. moeten beloopen) waarvoor haar leven verzekerd was. Hopf is in zijn jongensjaren te Frank fort bij een drogist in de leer en later te Londen drogistbediende geweest. La ter kwam hij in Duitschland terug. Te Niederhöchstadt, waar Hopf een honden fokkerij had, zijn zijn eerste vrouw en een kind van hem plotseling gestorven. Zijn tweede vrouw is ook op verdachte wijze ziek geweest, maar herstelde. Zij heeft zich van hem laten scheiden en is daarna gestorven. De buren te Nie derhöchstadt spraken veel over de ziek te- en sterfgevallen in het gezin van Hopf, en toen reeds liep het gerucht, dat hij een giftmenger was. Hopf stelde tegen de verspreiders van deze geruch ten een vervolging in en bewerkte daar Alweer 'n bevestiging van de medische ervaring, dat niemand verdragen kan dat een lichamelijke zwakheid bij hem wordt opgemerktDe doove burgemeester wil me wijsmaken, dat hij al het fluisteren in de heele stad hoort. De menschelijke ij del heid is moeilijker te bestrijden dan Napo leon's grooe leger... Maar 't leelijkste van de heele zaak is,'dat ik waarschijnlijk geen goeden indruk heb gemaaktOch kom, dat zal ik bij de eerste de beste gelegenheid wel weer goedmaken." Na deze alleenspraak wilde hij den terug tocht aanvaarden, toen de zijdeur openging en twee dames op den drempel verschenen. Snel maakte de dokter weer front. Haha, mama en de dochter! dacht hij. Mijn goed gesternte verlaat mij niet. Nu zal ik tóch ter overwinning schrijden! De dames hadden haar toilet voltooid, en glansden nu in alle pracht en kleuren- tinteling. Mama droeg 'n koket ochtendmutsje op het donkere haar en Suze „het kind", droeg een wit japonnetje, dat te kort was en door een rose sjerp om de taille werd vastge houden. Daar beiden het uitgeschreeuwde gesprek natuurlijk hadden gehoord, was haar nieuws gierigheid tot het uiterste geprikkeld en ze hadden zich zóó bij het toilet gehaast, dat ze nog tijdig genoeg kwamen om den bezoeker met eigen oogen te aanschouwen. Mevrouw Rosa Zipfel beantwoordde den zwijgenden groet van den dokter met een gracieuze buiging, terwijl „het kind" be schaamd de oogen neersloeg en den zacht- blozenden neus op den boezem deed zinken. Met een vriendelijke handbeweging wees mama den dokter een stoel bij de kanapee, waarop zij zichzelf in het hoekje tegenover ZONDAGS GEOPEND van O tot lfc uur. mee hun veroordeeling. Ten gevolge van deze gebeurtenissen verhuisde Hopf naar Frankfort a/d. Main. Hij gaf er schermlessen en trad ook dikwijls in tingeltangels op. Verleden jaar verloofde hij zich met een jong meisje uit Dresden: het huwelijk werd in April 1912 te Lon den voltrokken. Volgens het voorloopig onderzoek, moet Hopf al in Juni een poging heb ben gedaan, om zijn vrouw te vergeven, maar toen kwam zij er boven op. In Februari werd zij weer ziek en nóg erger half Maart, waarna zij, zooals gezegd, in het 'ziekenhuis kwam. Nu is zij aan de betere hand en zal, als alles goed gaat, over enkele dagen geheel hersteld zijn. Over het verhoor van Hopf lezen wij nogNa langdurig ontkennen gaf Hopf, in het nauw gedreven, eindelijk toe, dat hij zijn vrouw getrouwd had met opzet om haar te dooden en zoodoende de som var. de levensverzekering in handen te krijgen. Hij ontkende, dat hij verleden jaar al begonnen was, om vergif door het eten te mengen. Hij had haar pas op 16 Februari voor het eerst, nadat zij 's middags gerust had, een glas cham pagne gereikt, dat een mengsel van ar senicum met lavendel bevatte. De vrouw kreeg hevige brakingeu en diarrhee en was na eenige dagen beter. Op 15 Maart schonk hij haar weer vergiftigden cham pagne, en toen de dokter een opinmo tinctuur voorschreef, gaf hij haar in plaats daarvan een sterk aftreksel van vingerhoedskruid. De vrouw kreeg op nieuw brakingen en buikloop en kwam toen in het ziekenhuis. hem neervlijde. Louter uit verlegenheid nam Suze, inplaats van naast haar moeder plaats te nemen, een stoel dien zij zoo dicht naast dieD van den dokter schoof, dat deze tus- schen de beide dames als ingemetseld zat. De verlegenheidspauze werd verbroken door mevrouw Zipfel. „Hebben wij het genoegen, den nieuwen dokter te mogen ontvangen vroeg ze, zeer luid sprekend. De dokter boog, legde de rechterhand op de hartstreek, maar wierp tevens een ver holen blikje naar Suze, die nog dichter was bijgeschoven en met den punt van haar neus bijna zijn schouder aanraakte. Hij heeft mij Diet verstaan, dacht me vrouw, daar de dokter nog steeds niet ant woordde. Hij is werkelijk zeer hardhoorend. Zij boog zich nog dichter tot hem over en herhaalde, nog luider: „Hebben wij het genoegen, den nieuwen dokter te mogen ontvangen?" Waarom schreeuwt zij óók zoo? dacht Gosse, met een nieuwen angstblik naar Suze, wier neus hij thans duidelijk op zijn schou der had gevoeld. Hij schoof op z'n stoel een weinig naar links, dus dichter bij mevrouw, en wilde juist een zeer vleiend antwoord geven, toen in zijn rechteroor 'n schril stemmetje drong „Mama vraagt of wij het genoegen hebben, den nieuwen dokter te mogen ontvangen Vol ontzetting staarde Gosse het meisje aan, dat hem wéér dichter was genaderd. God sta mij bijzuchtte hij innerlijk. Die schreeuwt óokEn daarbij komt ze al maar dichterDie krijgt temet nog een aanvalDat zou me wat moois wezen I Hij schoof met zijn stoel nog dichter naar mevrouw, wendde zich tot haar met al de gratie waarover hij in de gegeven omstan digheden beschikte en begon, met ietwat onvaste stem: Over hetgeen hij te Niederhöchstad heeft uitgevoerd, heeft men hem nog niet nader ondervraagd. Hij heeft alleen kortweg verzekerd, dat hij aan den dood van zijn twee eerste vrouwen geen schuld had. Bij zijn inhechtenisneming had men groote voorzorgen genomen. Hopf is zeer gespierd en men vermoedde dat hij een eind aan z'n leven zou maken. Inderdaad vond men bij hem ook een fleschje cy aankali. Hij bekende later, dat hij dat vergif voor zichzelf bestemd had. In de mijn Rhein-Preussen zijn mijn werkers bij het boren op een mijn ge- stooten, die bij abuis was blijven zitten. De mijn ontplofte. Twee mijnwerkers zijn gedood en drie ernstig gewond. Uit Keulen wordt gemeld, dat het den Engelschen vlieger Hamel gelukt is, de afstand van Dover naar Keulen zonder tusschenlanding af te leggen. De 24- jarige vlieger, vergezeld door den jour nalist Dupree, i« Donderdagmiddag om 12.35 (Greenwich tij 4) te Dover opgeste gen, is het Kanaal overgestoken, dan over België gevlogen tot hij den Rijn voor zich zag en heeft ongeveer van Em merik af de rivier stroomopwaarts ge volgd tot hij om zes 's avonds te Keulen is geland. Het was Hamel niet te doen om een prijs te winnen, enkel om uitvoering te geven aan een reeds lang gekoesterd plan. Volgens een telegram uit Malone (in „Hoogvereerde mevrouw Nauwelijks was hij tot zoover gevorderd of hij voelde een hevige prikkeling in den neus. De snuif, die over den jabot was gestrooid, was door het kloppen op de hartstreek in oproer gekomen en maakte nu met zijn onzichtbare korrels de atmosfeer onveilig. Met geweld wilde de arme dokter de prikkeling onderdrukken en begon nogmaals zijn sierlijke inleiding, maar nu werd de kitteling zoo heftig, dat zijn oogen zich met water vulden en hij het eigenaardige, proes tende geluid liet hooren, waarvan men niet weet of het een onderdrukt niezen dan wel een onderdrukt lachen is. Doodelijk verschrikt over deze ramp zag de dokter mevrouw Zipfel met een klagen- den blik aan om zich te overtuigen, weiken indruk dit geluid op haar had gemaakt. Maar o ontzetting Mevrouw was karmozijn' rood, uit haar oogen vloden tranen, haar neusgaten puil den, op het voorhoofd vormden zich kramp achtig sidderende plooien en haar hand zocht zenuwachtig naar den zakdoek, waar schijnlijk om dien voor 't gezicht te houden. Ze lacht me uit! dacht de dokter. O, ik heb ook altijd 'pech Juist ontplofte de bom bij mevrouw Rosa een vreeselijke niesbui deed de ramen da veren. „Gezondheid, hoogveree Maar ook des dokters uur had geslagen de kitteling prikkelde zijn hersenen en een hevig genies beantwoordde dat van de vrouw des huizes, die reeds met een tweeden aanval streed en eindelijk opstond om te vluchten naar de zijkamer, vanwaar een tweede salvo klonk, door den dokter even plichtmatig beantwoord als de eerste. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1913 | | pagina 1