Het Land van Heusden en Alleaa, de Langstraat en de tameterwaard.
J. G. JANSSEN,
comb. PEEK CLOPPENBÜRG,
GOLBERT-COSTUMES.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3254. Zaterdag 3 Mei
WELDADIGHEID.
FEUILLETON.
De Geheimen eener
kleine stad.
's-Hertogenbosch.
1913
UïJD VAN ALTEN*
VOOB
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Indien ge weten wilt op welke trap
van beschaving een volk staat, dan is
er geen beter middel daartoe, dan het
gade te slaan in de wijze waarop het
getuigt van zachtere aandoeningen. Met
toomlooze dapperheid in den oorlog,
met het volbrengen van daden en hel
denfeiten, staat de eigenlijke bescha
ving van een volk maar in zeer ver-
wijderd verband. De prikkel waarvan
bij dergelijke feiten blijk gegeven wordt,
is veel meer terug te voeren tot de
sterke bestaansdriften, die het leven
van volken en individuën beheerschen,
dan dat deze een kenmerk zou zijn
dier mildere cultuurvormen, welke wij
zijn overeengekomen uitingen van be
schaving te noemen. Zoo het eene als
het ware den sterken onderbouw van
het huis uitmaakt, ongetwijfeld noodig
om het gebouw te kunnen torschen,
naar een schoonen opbouw en de af
werking keuren wij den schoonheidszin
en de beschaving van den bouwer en
zijn tijdgenooten.
„Zeg mij hoe gij weldadigheid be
oefeBt, en ik zal u zeggen, wie gij zijt"
zou met eenige wijziging van het be
kende gezegde tot een even juiste waar
heid te varieeren zijn. Want naar mate
een volk in beschaving toeneemt, zal
ook, als zoovele andere uitingen van
zijn gemoedsleven, de weldadigheidszin
zich op een hooger trap van volmaking
uiten.
Er zullen altijd menschen zijn die
nimmer iets kunnen doen zonder er
vergelding voor te eischen, nimmer iets
kunnen geven, zonder er iets voor terug
te krggen niemand zal dezulken om
die eigenschappen benijden, daar zp
blijk geven zich niet boven kleine heb
zucht te kunnen verheffen. Zeker, „voor
wat, hoort wat"dat is de eerlijke
uiting van wat noodig is om het even
wicht in de onderlinge verhoudingen te
bewaren. Maar er zijn ook omstandig
heden, waarin het niet misstaat van
dien regel af te wijken, waarin het
zelfs misstaan zou er aan vast te houden.
Dat zijn de omstandigheden wanneer
terwille van lijdenden, van nooddruf-
tigen een beroep op de offervaardigheid
wordt gedaan van hen, die iets te missen
hebben, maar die van dat iets niet afstand
willen doen, zonder er wat voor terug
te krijgen. Niet in den vorm eener
innerlijke voldoening, deze toch is het
niet genoeg. Maar zij willen zoo al
niet iets tastbaars terug hebben voor
wat zij geven, tenminste toch iets „heb
ben" voor hun opofferingen, hoe gering
deze ook vaak zijn. Uit deze zucht naar
het doen samengaan van twee geheel
afzonderlijke eigenschappen, die niet bij
elkander behooren, is iets tweeslachtig
ontstaan, dat wij weldadigheids/cesten
noemen.
Wij willen niet geacht worden, ook
maar in het geringste, den weldadig
heidszin onzer medeburgers, op welke
wijze ook, beperkt te zien. Integendeel,
zelden is er iets in de wereld wat beide
partijen zoo ten goede komen kan
hem die de weldaad ontvangt en hem
die haar doet. Yoor den eerste moge
er zegen uit voortvloeien, den tweede
strekt zij tot eer.
Doch er is iets wrangs, iets stuitends
bijna in, wanneer wij zien, dat er zoo
menigmaal geen beroep op de offervaar
digheid, zelfs ten bate van de meest
behoeftigen, gedaan kan worden, zonder
dat, ook daarbij, doch averechts het
„voor wat, hoort wat" in praktijk ge
bracht wordt. Eq vooral in de groote
steden is 't bepaald ondoenlijk geworden
eenig bedrag van belang, voor nog zulk
een zuiver weldadigheidsdoel bijeen te
brengen, zonder de bijeenbrengers op
allerlei te onthalen, dat hen yoor hun
weldadigheidsbetoon loont.
Daar worden dan op groote schaal
liefdadigheidsconcerten, fancy-fairs, fees
telijkheden van allerlei aard georgani
seerd, die om te slagen een feestelijk
karakter moeten hebben, terwijl
toch de rechte feeststemming in lijn
rechte tegenspraak is met de reden
waarom men daar bijeen is. En terwijl
daarbinnen do champagne in de kelken
bruist, een schittering van toiletten het
oog verblindt, dansende paren op de
maat van meeslepende muziek zich be
dwelmen laten wacht een deel
der lijdende menschheid, op koude zol
derkamers of in kille kelderkrotten,
wachten havelooze verwaarloosde kin
deren, afgetobde bleeke vrouwen, door
ziekte ondermijnde mannen, gelaten af,
wat wel voor hen mag overschieten om
het allernoodigste te krijgen, van de
opbrengst van het schitterende liefda
digheidsfeest.
Doch gelukkig zijn er thans allengs
teekenen gekomen, die er op wijzen,
datook in het uiten van zijn welda
digheidszin, een groot deel onzer be
(17
„HelpDe dokterriep de dienstmaagd
weer, om daarna, onbeholpen als 'n opge
jaagde beer, door de gang naar de keuken
te vluchten.
„Maar dokter," hernam nu het beverig
stemmetje van de logementhoudster, „ik
noet u verzoeken... in mijn huis..."
En daarbovenuit schreeuwde de knecht:
„U hebt me misleid, meneerU hebt weer
,a aanslag gepleegd Guusjes eer is mijn
er zooals ik vanmorgen al zeiWie niet
Sooren wil moet voelen."
En dreigend hief hij een van z'n zwarte
.ruisten op en zou er ook werkelijk op los-
\eranseld hebben, als de juffrouw niettus
ichenbeide was gekomen om den dokter,
lie tot aan de deur was teruggedeinsd, te
leschermen.
„Ben jelui dan allemaal stapeldol
rji de heele stad krankzinnig schreeuwde
\Vosse, die nu ook schuimbekte van woede.
Waarom jankt die meid zoo? Mag men
£.er niet 's avonds thuiskomen In Pose-
tuckel houd ik alles voor mogelijk Wat
j^.an mij die Guusje schelen met haar vuilen
^iespijndoek 1Honger heb ik, om de
gluren aan te vliegen, om 'n mensch aan te
vüllen en te verslinden Geeft me wat te
„Ssnom 't even watMaar veel, en
g
uw
-Terwijl hij dit uitgalmde was hij de leege
eiagkamer binnengestormd, waar 'n vet
kaars in 'n flesch gestoken, walmde.
jjZonder hoed of jas af te leggen ging hij
zitten op de houten bank, legde 't hoofd in
beide handen en de ellebogen op de tafel en
keek.begeerigals'n panter naar zijn prooi,
de juffrouw aan, die vol schrik naar de deur
waggelde om te halen wat er eetbaars in
huis te vinden was.
De huisknecht was inmiddels weer tot
bedaren gekomen.
„Heeft u het souper niet gesmaakt vroeg
hij. „Ze hadden toch versche varkensco-
teletten; ik heb het geroken, toen ik het
keukenvenster aan den overkant voorbij
ging."
„Hou je mond I" bulderde de dokter hem
toe. Spreek me niet van eten eer ik het
heb Spreek heelemaal nietHet ver
moeit me om je te moeten antwoorden
Ik heb geen kracht meer
De huisknecht schudde bedenkelijk het
hoofd, niet wetende wat hij van dien vreem
den snoeshaan, die zoo mal deed, denken
moest.
Op dit oogenblik werd de achterdeur ge
opend en de juffrouw, door het nog altijd
bange Guusje gevolgd, waggelde weer bin
nen en zette een lang brood, 'n halve met
worst, 'n bijna wegvliedend stuk kaas en
'n bonk gele boter op de tafel neer.
Guusje droeg bord, mes, vork en servet.
Maar eer de dienstmaagd hem had bereikt,
had Gosse reeds de halve metworst van
den schotel gegrist, zonder verdere voorbe
reiding met vel en al in den mond gestopt
en hij kauwde, dat hem de oogen uit hun
kassen puilden en z'n gezicht vuurrood
werd.
„Grog 'n gróót glas van cognac 1"
bracht hij met vollen mond bijna onver
staanbaar uit... „Vlug!"
Toen sneed hij 'n groot stuk kaas af en
spiekte het op z'n mes en in z'n geeuwhonger
wisselde hij, bij toerbeurt, worst en kaas
af, zonder er 'n bete broods tusschendoor
te nemen. En dit mengsel werkte hy naar
volking zich daarbij te ontdoen weet
van bijkomstigheden, die het weldoen!
ontsieren. Waar een beroep gedaan;
moet worden op de offer vaardigheid ten
bate van een groot en goed doel, daar
zien wij niet meer zoo uitsluitend als
eertijds, een kleine groep van bereid-
willigen een feest inrichten, maar staan
in breede rijen, in alle standschakeering,
duizenden en nog eens duizenden ge
reed om hun grootere of kleinere gaven
af te staan, met geen andere vreugde
dan er gelegen is in het bewustzijn
zonder ophef of wuft vermaak zijn deel
te hebben bijgedragen tot leniging van
het leed van velen.
Telken voorjare, als heel de natuur
ons haar gulle gaven en komende
schoonheid doet gevoelen, is het thans
een niet meer falende gewoonte ge
worden, in tal van groote en kleine
steden in ons land en overal waar
daartoe gelegenheid is, den echten wel
dadigheidszin tot uiting te doen komen, ter
bestrijding in oorzaak .en gevolgen van
het tuberculose-kwaad. En al zijn wij
niet blind voor enkele tekortkomingen
welke ook aan deze beweging, als aan
zoovele der beste, in de praktijk on
afscheidelijk, schijnen te moeten zijn
men mag een volk in zijn geheel een
trede hooger op de ladder der bescha
ving geklommen achten, dat zóó zijn
gemeenschapszin in weldoen weet om
te zetten.
Bnltenland.
De politie te Londen heeft huiszoe
king gedaan op het bureau van de
Sociale en Politieke Vrouwenunie, de
welbekende vereeniging van strijdbare
kiesrechtvrouwen.
Bijna honderd politie-agenten in bur-
gerkleeren zijn Woensdagochtend om
elf uur het bureau binnengedrongen.
Voor de daar aanwezigen goed konden
beseffen wat er gebeurde, bezette de
politie de lokalen volkomen. Naam en
adres van de aanwezigen werden opge-
teekend. Alle handtasschen werden door
zocht. Juffrouw Kerr, de waarnemende
secretaresse van de Union, en andere
vrouwen werden naar het politie hof
gebracht, de anderen mochten naar huis
gaan. De politie hield het gebouw
bezet.
De vijf leidsters der kiesrechtvrouwen,
welke in het bureau van de Sociale en
politieke vrouwenvereeniging werden
aangehouden, zijn desmiddags, tegelijk
met mevrouw Drummond, die elders is
binnen, afentoe bespoeld met een enormen
slok van den heeten, sterken drank, dien
de juffrouw gebracht had.
Eindelijk, nadat de halve metworst, de
heele reep kaas en het groote glas grog
totaal verdwenen waren, haalde hij diep
adem, wierp een dankbaren blik naar den
hemel en zei toen, volkomen uitgeput, tot
den huisknecht:
„Breng me nu naar bed, beste vriend
Alles draait rond om me heen Geef mij
je arm Zoo Goejennacht juffrouw,
goejennacht Guus."
Na deze heilwenschen wankelde hij, door
den „beste vriend" ondersteund, de gelag
kamer uit en liep zwaar en langzaam de
trap op.
Ala een pop liet hij zich uitkleeden, als
een zoutzak rolde hij in het zachte veeren-
bed, waar hij dadelijk verzonk in een diepen
slaap, die slechts weinig scheen te verschillen
van dien des doods.
XII.
Gedurende het eerstvolgende drietal dagen
trok de ongelukkige geneesheer zich zooveel
mogelijk van elke aanraking met de buiten
wereld terug, teneinde zijn tijd hoofdzakelijk
te wijden aan het zoeken naar een passende
woning.
En op den tweeden dag was hem dit ook
boven verwachting gelukt.
Bij een vriendelijke kinderlooze weduwe
die in een klein huisje van twee verdiepingen
en drie ramen gevelfront woonde, vond hij
op de eerste etage drie zindelijke en goed
gemeubelde, wel wat kleine kamers, die zeer
met zijn smaak overeenkwamen en welke
hij dadelijk betrok op drie maanden huur
vooruit.
Daar de noodige rookgeleiding aan de
stookgelegenheid was aangebracht en de
huisjuffrouw zich bereid verklaarde, hem
de maaltijden op de kamer te brengen,
AFDEELING
Het Colbert-Costume neemt thans in de Heerenkleeding
een allereerste plaats inderhalve is de sorteering ook
enorm groot en vindt een ieder iets naar zijne keuze.
Heeren Colbert-Costumes 1 en 2 rij knoopen, in prachtige
fantasie dessins, waaronder ook zeer mooie bruinachtige
kleuren, die thans geheel nieuw en zeer chic zijn.
f 12 - 14 - 16 - 18 - 20 22 - 24 26 28 30
en hooger.
ZIE ONZE ETALAGES.
gearresteerd, voor den politierechter
verschenen. Het zijn de dames Kerr,
Lake, Lennox, Barrett en mevrouw San
ders. Zij worden beschuldigd van mis
dadige samenspanning tot allerlei ge-
weldplegerijen.
Het openbaar ministerie zeide dat de
regeering vast besloten is de geweld
plegingen, die ondanks herhaalde waar
schuwingen gaandeweg in aantal toe
nemen en van ernstiger aard worden,
te fnuiken. Daartoe zal de regeering
een strafvervolging instellen tegen de
leidsters der beweging en tegen allen
die de kiesrechtvrouwen met geld steu
nen. Verder zal het orgaan der ver
eeniging, The Suffragette, geredigeerd
door Christabel Pankhurst, door de po
litie worden onderdrukt.
Het O. M. waarschuwde alle uitge
vers en drukkers tegen de uitgave van
het blad.
De politierechter verdaagde daarop
de zaak en weigerde vrijstelling der
beklaagden tegen borgtocht.
De politie te Warschau heeft Woens
dagochtend baron Bisping iu hechtenis
genomen, als verdacht van moord op
zijn schoonbroer prins Ladislas Lubecki.
Voor de rechters, die met het onder
zoek zijn belast, had beklaagde over
de laatste oogenblikken, die hij met
prins Lubecki had doorgebracht, ver
klaringen afgelegd, welke men tegen
strijdig vond. Prins Lubecki, een be
kend Poolsch edelman en voorzitter van
de automobiel club te Warschau, was
voelde zich de dokter, de omstandigheden
in aanmerking genomen, zeer tevreden en
behaaglijk, doch alleen als hij zich binnen
zijn eigen vier muren bevond. Ging hij
daarentegen uit om frissche lucht te happen,
dan zonk de barometer van dit bescheiden
geluk beduidend.
Liep hij langs de straat, dan snelden de
menschen naar de vensters.
Ontmoette hij een Posemuckler, dan lachte
deze stil voor zich heen of vertrok zijn
gezicht. Wendde de dokter zijn hoofd om,
dan zag hij, dat de Posemuckler was stil
gestaan om hem na te turen.
Deze brutale nieuwsgierigheid was Gosse
zoo onaangenaam, dat hij steeds de eenzaam
ste plekjes opzocht en gewoonlijk de achter
deur uitging, om, langs de stadswallen wan
delende, zoo spoedig mogelijk het open veld
te bereiken.
Met de benaming „het open veld" duidde
men in Posemuckel „het goede einde" van
den districts-straatweg aan, de eenige wan
delweg voor de grootheid van het stedeke.
Op een heerlijken Decembermorgen
den vierden na het zonderling avondeten
in de gelagkomer van „De Zachte Duif"
wandelde dokter Gosse weer op zijn gelief
koosd plekje. En onwillekeurig kwam hij
onder den indruk van het lachende Decem-
berzonnetje, zoodat hij, met meer levenslust
dan waartoe hij zich in de laatste dagen
van beproeving in staat had geacht, staan-
bleef en rondkeek, diep adem haalde en
allengs in een stemming kwam om Pose
muckel niet zoo leelijk te vinden als het
werkelijk was en die hem zelfs een zegen-
wensch voor de toekomst van het stedeke
op de lippen bracht.
Eens zal de dag aanbreken, o Posemuckel,
fluisterde hij binnensmonds, waarop de niet
te remmen vooruitgang, de onweerstaanbare
in den middag van 22 April met baron
Bisping uit zijn huizing te Leresin
vertrokken. Bisping zou hem naar het
spoorwegstation vergezellen. Toen Lu
becki den volgenden dag niet terug
was gekeerd, gingen de bedienden zoe
ken en vonden in het park zijn lijk
met twee kogelwonden.
De inhechtenisneming baart te War
schau groot opzien, daar Bisping een
van de rijkste landheeren in Lithauen
is en gehuwd is met prinses Radziwill,
ie dochter van graaf Andries Zamerjski
Radziwill en prinses Caroline van
Bourbon.
Woensdagmiddag is er bij het dorp
Höfer, in het Üuitsche district Celle,
uit onbekende oorzaak heibrand uitge
broken. Tengevolge daarvan zijn 18,000
•norgen bosch verbrand. Brandweer
on verscheiden compagnies infanterie
trachtten het vuur van het bosch des
ironings af te houden. Aangezien de
brand ook over den spoorweg, op de
lijn HannoverHamburg, sloeg, moes
ten de treinen stilhouden en hadden zij
aldus ettelijke uren vertraging. De rijke
wildstand heeft veel schade geleden.
Een reusachtige brand heeft de zaken
wijk te Gretna (60 K.M. ten Zuidwesten
van Winnepeg in Canada) verwoest.
De schade beloopt een millioen.
In Wales zijn rivieren overstroomd.
Duizenden morgen aan de oevers van
de Dee, Severn, Wye en Clwyd staan
onder water.
tijdgeest ook zullen binnendringen door uw
dikkere steenen muren en in de nog dikkere
schedels uwer bewoners. Wellicht ben ikzelf
de eerste zwakke straal van het Nieuwe
Licht. Maar moge het mij niet gelukken
om uw oogen te openen voor zijn schitte
ring, dan zullen anderen na mij komen, en
weer anderen, tot het werk der beschaving
voltooid isHoe ge er dan zult uitzien,
Posemuckel O, dan zal men zelfs in „de
Zachte Duif" kunnen stoken zonder ver
blind te worden door den rook, zal de rozen
struik van den burgemeester niet de eenige
zijn en de meisjes, die in de schaduw der
prieeltjes zich verpoozen, zullen niet bijten
als iemand bij papa een plichtvisite aflegt.
Dan zal straatverlichting de verwisseling
van een gemeente weegschaal met een huis
deur onmogelijk maken. Dan zullen zelfs
vreemdelingen worden toegelaten tot het
vreedzaam genot van varkenscoteletten tot
souper. En, boven alles, zullen dan de oogen
en de ooren van uw burgers geopend wor
den, zoodat zij het goede en schoone kunnen
zien en hooren om het later te leeren be
grijpen
Na deze alleenspraak, die toonde hoe edel
en vergevingsgezind zijn karakter was, wilde
hij zijn wandeling voortzetten.
Hij kon echter nog geen vijftig schreden
hebben afgelegd en had juist de brug be
reikt, waar de mijlpaal staat, toen hij dui
delijk een stem hoorde, bij wier klank hij
huiverend ineenkroop.
Hij had die stem al meer gehoord en de
herinneringen, welke zij bij hem opwekte,
behoorde niet tot de aangenaamste zijns
levens.
Wederom bleef de dokter stiian en nu
zag hij langs de helling van den kleinen
heuvel, achter de brug een heer en dame
naderen.
WïVTIWtiM i
illJbU ff Ü.Wli>/m
(Wordt vervolgd.)