Land van Heusden en iltena, de Langstraat en de iummeSerwaar
mm
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 32S9. Woensdag 21 Mei.
1913.
FEUILLETON.
De Geheimen eener
kleine stad.
I A?if
UWD VAN ALTEN^
VOOB
Dit blsd verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 7V* °t- Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uurpngewacht.
Ah men de advertentiekolommen in
de groote bladen naleest, dan kan men
daa'in herhaaldelijk advertenties vinden,
waarin geld ter leen wordt aangeboden
en dit dan meestal op bijzondere schap
pelijke voorwaarden, alszonder borg,
matige rente enz. Het is echter zaak
om dadelijk niet al te veel vertrouwen
in dat soort advertenties te stellen, 't Is
waar er zullen er onder zijn, die
men wel vertrouwen kan, maar er zijn
er ook bij van welke men zulks niet
kan zeggen en daarom is voorzichtig
heid ten aanzien van zulk soort adver
tenties geboden.
In het „Nieuws van den Dag" van
Zaterdag 28 December 1912 en eerder
kwam de volgende advertentie voor
„Geld zonder borg aangeboden 4 p.Ct.
Inlichtingen, zonder kosten vooruit,
motto „Discreet", Alg. Adv.-Bureau
D. Y. Alta, Amsterdam".
De heer B. H. Stuut te Groningen
schreef op deze advertentie en vroeg
f 500,ter leen.
De heer Stuut ontving op zijn schrij
ven het volgende briefje
Amsterdam, 3 Jan. 1913.
Wouwermanstraat 7.
Mynheer
In discreet antwoord deel ik u be
leefd mede dat bij sollicitatie een en
ander in de strengste geheimhouding
kan worden afgedaan, met acte van
cessie op meubilair (d. i. beslag bij twee
maal niet-betaling). Alleen is conditie,
dat, indien een en ander tot stand zou
komen, u, zoolang de relatie loopt, lid
zoudt moeten zijn der vereeuiging „Mer-
cuur", waarvan de contributie f 5,
per jaar bedraagt. U heeft daarvoor
gratis opmaken actes, gratis rechtskun
dig advies in voorkomende gevallen,
rechtsk. bijstand in kwesties, enz. U
behoeft niet langer lid te zijn dan u
wenscht. Heeft u er geen nut meer
van, doordat bijv. desbetreffende kwestie
uit de wereld is, dan houdt bij uwe
opzegging uw lidmaatschap op. Gaarne
wacht ik uwe opgave omtrent uwe
voornamen voluit, afdoening (vanaf t 5
per maand) en event, assur.-polis van
meubilair ter inzage, waarna u direct
de beslissing verneemt, waarvoor s.v.p.
postz. v. antwoord, teneinde u in ieder
(22
loen Gosse onder de wol lag, wilde de
slaa) zich maar niet over hem ontfermen.
Hij woelde van den linkerkant op den
rechter en van de rechter- op de linkerzijde,
maar het hielp niet.
Zijl hart klopte zóó onstuimig, dat hij
zich vil zelfverwijt toevoegde:
Dat komt ervan, als men te veel punch
drinkt Maar ik heb er toch vroeger wel
veel neer gedronken Zou de punch te
Posemutkel sterker zij n Of de voort
durende Westewind Laat ik aan 'n fraai
natuurtafereel denken, dat moet 'n probaat
middel wezen om in te slapen Een groot
korenveld aan 'n snelstroomend beekje
Neen, het beekje is dichtgevroren Lieve
hemel, en düUir staat Keetje in levenden
lijveEi bij d&t tafereel moet men in
slapen Lieve God, wat kan 'n mensch
toch gekwel.d worden
Eindelijk sliep hij toch in
Maar zijn geest toefde bij de beek, en
Keetje bleef óók bij de beek, zoodat hij
zich den geheelen nacht met haar kon
onderhoudenO zoo gezellig
XIV.
Den volgenden morgen, toen Gosse uit
zijn aangename droomen was ontwaakt, trok
hg weer zijn statie-costuum aan om voor
de tweede maal bij den burgemeester zijn
opwachting te maken. Maar nu strooide hij
geen rappé op zijn jabot.
Opgewekt en vol vroolijke verwachting
betrad hg de woning van Zijn Edelachtbare.
geval direct de uitslag te melden en
polis terug te zenden.
In afwachting, Hoogachtend,
P. GEVERS, Adm. Ver. „Mercuur".
De heer Stüut handelde in overeen
stemming met dezen brief en ontving
toen den 9 Januari 1913 een schry ven,
waarin gezegd werd dat het lidmaat
schap was ingegaan en dat de leening
was toegestaan. Door een en ander was
de heer Stuut in den waan gebracht,
dat er werkelijk een solide vereeniging
„Mercur" bestond, die er haar taak van
maakte de leden geld ter leen te ver
strekken. Het gevolg van een en ander
was dat hij op 13 Januari 1913 een
postwissel f 5,verzond, zijnde de
contributie van het lidmaatschap der
vereeniging. De ter leen gevraagde
f 500,zou nu wel spoedig hem toe
gezonden worden, dacht hij. Maar hoe
hij ook wachtte, de hem terleen toe
gezegde f 500,kwam niet.
Een zekere heer Jan Nijland te
Amsterdam, die in Augustus 1912
f 100,ter leen vroeg en ook f5,
verzond voor het lidmaatschap der ver
eeniging, ondervond hetzelfde, ontving
ook nimmer zijn hem ter leen toega
zegde f 100,
Donderdag 24 April stond de heer
Gevers voor de rechtbank te Amster
dam terecht, beklaagd van oplichting
in bovengenoemde twee gevallen.
De tenlastelegging luidde dat be
klaagde opzettelijk in den waan heeft
gebracht dat er een betrouwbare en
solide vereeniging „Mercuur" bestond,
met twee directeuren of administra
teuren, en dat die vereeniging geld ter
leen verstrekte, welk een en ander niet
het geval was.
Uit het verhoor bleek het volgende
Beklaagde had in zijn jeugd bij de
firma Wpsmuller te Amsterdam ge
diend, was daarna lVs jaar iQ militairen
dienst geweest, werd daarna inspecteur
van het incasso-bureau Van der Sluis,
en ging na deze betrekking zelfstandig
werken als agent in assurantiën, in
welk vak hij valschheid in geschrifte
pleegde, daarom naar Duitschland uit
week, doch in Maart 1911 hier in ons
land in de gevangenis word gezet,
waaruit hij in Maart 1912 ontslagen
werd. Sinds Juli 1912 was hij in zijn
tegenwoordige branche aan het werk;
incasso-bureau en afsluiter van crediet-
posten. Het kantoor was gedurende dien
korten tijd gevestigd in de Kerkstraat
194, Van Baerbstraat 60, Wouwer
manstraat 7, en Jan Bemardusstraat.
Voortdurend correspondeert hij onder
anderen naam en titels, om de cliënten
(een groot idee te geven van zijn zaak.
Zoo noemde hij zich administrateur,
directeur en soms speelde hij ook voor
eenvoudig kantoorbediende, als iemand
op het kantoor kwam, en dan heette
het dat hij namens zijn patroon, die
op reis was, de klanten te woord stond.
Ook de handteekening wisselde voort
durend, nu eens was zij onleesbaar,
dan weer eenvoudig Gevers en meer
malen was de naam Gevers verbonden
met een anderen naam.
Beklaagde was telkens door de po
litie opgejaagd, toen er klachten in
kwamen van geldnemers dat zij be
drogen waren uitgekomen. Beklaagde
had tenslotte beloofd niet meer te zullen
doorgaan met zijn practijk, doch toen
hij zich weer in de Wouwermanstraat
vestigde en de klachten aanhielden, was
men tot zijn arrestatie overgegaan.
Beklaagde ontkende natuurlijk dat
hier oplichting in het spel was en hij
beweerde dat hij op 1 Februari i9l3
de affairen met de heeren Stuut en Nij
land zou hebben afgewikkeld, maar dat
hiervan niets kon komen omdat hij juist
den dag te voren, den 31 Januari, door
de politie gearresteerd werd, maar
hij was alsnog bereid het geld ter leen
te geven, want de stukken lagen gereed.
Het Openbaar Ministerie bij de recht
bank dacht echter wel degelijk aan op
lichting en requireerde 3 jaar gevan
genisstraf tegen beklaagde.
Wij beweren niet dat Alle zulke als
boven gegeven advertenties van oplich
ters zijn, o neen, verre van dat, maar
voorzichtigheid is wel geboden
De keuken was leeg en de deur stond
open, precies als den eersten keer, en voor
de kamer van den burgemeester stonden weer
de overschoenen naast de afgetrapte mat.
Hij is nog thuis, dacht Gosse. Ditmaal zal
ik niet binnengaan zonder aan te kloppen,
want ik wil den ouden heer niet weer achter
zijn eigen deur knellen.
Bescheiden klopte hij aan.
4,Binnen!" klonk het schrale stemmetje
van den burgemeester.
Als de eerste maal legde de dokter zijn
overjas over de trapleuning en trad met een
eerbiedige uitdrukking en een diepe buiging
de kamer binnen.
Tot zijn groote verbazing zag hij dadelijk,
dat meester Lawendel hem vóór was geweest
en tusschen de deur en de kachel stond.
Toen de burgemeester den dokter her
kende, drukte zijn gelaat merkbaar mis
noegen uit.
„Wat verlangt u, dokter?" vroeg hij kortaf.
Maar meneer Lawendel zette 'n gezicht als
'n dozijn oorwormen tegelijk.
Heel zacht en beleefd begon Gosse:
„Pardon, Edelachtbare, ik ben gekomen
om een misverstand op te helderen, waarvan
mijnheer Lawendel als ik de schuld dragen."
De burgemeester keek den barbier aan,
en de barbier den dokter. Maar toen sloeg
Lawendel zijn oogen naar den grond; hij
wilde eerst afwachten waar de dokter heen
wilde. Maar hij voelde zich allesbehalve op
zijn gemak.
Inmiddels ging Gosse voort:
„Toen mijnheer Lawendel in den vroegen
morgen na mijn aankomst de goedheid had
mij in het logement te bezoeken, leed ik
aan de gevolgen van een heftige verkoud
heid, die ik mij gedurende de reis had op
den hals gebaald. Vooral op het gehoor en
de slijmvliezen in het hoofd had dit ongemak
en zeer lastigen invloed
Even hield hjj op; toen vervolgde Gosse
Buitenland.
Er zijn Zondag, in verband met de
aanhangige wet tot uitbreiding van den
duur van den militairen dienstplicht
tot drie jaar, te Toul, de vesting in het
oosten van Frankrijk, relletjes onder
de militairen voorgekomen, die niet ge
heel zonder beteekenis zijn. Zondag
middag schoolden er op het hoofdplein
van Toul groepen soldaten samen, die
vanwege den Zondag wandel-permissie
hadden. Zij spraken over het onder de
wapenen houden van de lichting, die
met October naar huis gezonden zou
worden. Toen officieren dat samen
met 'n vriendelijk blikje naar den barbier
„Doch ik geloof, dat ik u bijzonderheden
vertel welke u reeds bekend zijn. Mijnheer
Lawendel zal u wel hebben meegedeeld, wat
gisterenavond tusschen hem en mij is be
sproken."
De dokter wendde zich nu direct tot zijn
vijand:
„Nietwaar, geachte heer, u hebt zeker den
burgemeester al verteld
De barbier wist niet wat hem overkwam.
Toen hij echter bemerkte, dat de dokter
achter zijn intriges moest zijn gekomen,
vond hij het geraden op diens redeneering
in te gaan.
Flink voor de vuist antwoordde hij
„Neen dokter. Ik heb Zijn Edelachtbare
nog niets gezegdIk ben juist hier en
moest eerder andere kwesties
„Uitstekend", viel hem de dokter in de
rede. „Dan kan ik verder gaan. Daar deze
verkoudheid vooral in mijn gehoororganen
en de slijmvliezen zetelde, was ik zeer hard-
hoorend, zoodat mijnheer Lawendel vrij hard
moest schreeuwen om zich bij mij verstaan
baar te maken. Niets natuurlijker dan dat
hij mij voor doof hield Maar daar ik
bovendien, om mijn droge keel en kleverige
tong te verkwikken, eenige knoflook-pillen
in den mond had genomen, was het even
eenvoudig, dat mijnheer Lawendel veronder
stelde, dat ik van Semitische afkomst was
en hij plichtsgetrouw deze beide ontdek
kingen aan het hoofd der gemeente rappor
teerde Deze geruchten hadden echter
mijn positie in deze stad in gevaar kunnen
brengen, doch daar de geheele stad er vol
van was, bereikten zij ten slotte ook mijn
eigen ooren, totdat een ingezetene van Pose-
muckel, die toevallig in mijn tegenwoordig
heid fluisterend Bprak, tot de ontdekking
kwam dat ik hem woord voor woord had
verstaan Zoodoende was de geschiedenis
spoedig opgehelderd Toen ik dit gisteren
scholen zagen, bevalen zij den man
schappen zich te verspreiden. Maar op
het exercitieterrein bij Toul heeft een
troep soldaten betoogingen gehouden
tegen den driejarigen militairen dienst
plicht. Het hoofd van het garnizoen,
van de betooging op de hoogte gebracht
heeft onmiddellijk het terrein doenbe-
zetten en aan de soldaten, die met ver-
lof in de stad waren, werd kenbaar ge-
i maakt, dat ze naar de kazerne terug
i moesten keeren. Patroeljes trokken door
de stad. Er schijnen wel een paar hon-
derd soldaten aan de betooging tegen
de wet van drie jaar meegedaan te
j hebben, maar ze bleken eigenlijk niet
te beseffen waar ze, op aanstoken van
enkele leiders, zich aan schuldig ge
maakt hadden. Er zijn een twintig
menschen in hechtenis genomen. De
gisting schijnt in het 153ste regiment
ontstaan te zijn. Noch het 156ste, noch
het 160ste hebben er aan meegedaan
en men verdenkt er enkele personen,
in burgerkleeding, die Zondag te Toul
gekomen zijn, van, dat ze de relletjes
aangestookt hebben.
De Petite République bericht, dat
men aan het ministerie van oorlog
heeft medegedeeld, dat het gebeurde te
Toul zich bepaalt tot een samenscholing
van omstreeks driehonderd soldaten, die
op bevel van officieren uiteengegaan zijn.
De bevolking van Lubeck verkeert
in groote opgewondenheid, daar in de
laatste acht dagen in de stad verschei
dene gevallen van brandstichting zijn
voorgekomen, waarbij een groote schade
is aangericht. Zondagmiddag is de hout
zaagmolen van de firma Boldt in de
Meislinger Allee in vlammen opgegaan.
De brand was ditmaal in een loods aan
gelegd. Van daar uit verbreidden de
vlammen zich met groote snelheid in
de fourneerwerkplaatsen, waar de dunne
bladen van fijne houtsoorten gezaagd
worden, die voor de bekleeding van
meubelen dienen. Deze werkplaatsen
waren alleen voor 700,000 mk. verzekerd
en brandden geheel af. Daarna gingen
er nog ettelijke houtstekken aan.
De brandweer van Lubeck kreeg hulp
van verschillende brandweren uit den
omtrek, van de drijvende stoombrand-
spuiten van de kamer van koophandel
en van een bataljon soldaten. Dienten
gevolge konden de overige houttuinen
behouden worden, 's Avonds om zes
uur was het gevaar voor verdere uit
breiding afgewend. Maar toen was er
al een schade van 1 millioen mk. aan
gericht.
De brandstichters zijn weer ontkomen.
Eenige jongens hebben kort voor het
uitbreken van den brand drie mannen
avond den heer Lawendel meedeelde, was
hij zeer verheugd, zich te hebben vergist en
hij beloofde mij, zoo spoedig mogelijk den
burgemeester van den waren stand van zaken
op de hoogte stellen. En, naar ik thans
verneem, was de heer Lawendel alleen door
mijn vroege komst verhinderd, zich van
deze belofte te kwijten, zoodat ikzelf in staat
ben deze inlichtingen te verschaffen."
Den barbier knikten de knieën onder 't lijf.
Geen twijfel, de dokter had al zijn intriges
doorzien. En nu spaarde deze zijn lasteraar.
Dit verontrustte den praatjesmaker 't meest.
In dit sparen lag het hoofdgevaar. Maar
welk?
De burgemeester zag nu den dokter vrien
delijker aan en zeide:
„Het is mij aangenaam dit te vernemen
en zal al het mogelijke doen om de valsche
geruchten ten spoedigste den kop in te
drukken. Intusschen van harte welkom in
onze stad."
Gosse boog diep en hernam:
„Nog iets, Edelachtbare. U zult bemerkt
hebben, dat ik u bij mijn eerste bezoek vrij
luid heb toegesproken. Ook dit was een
gevolg van mijn doofheid; daar ik mijn
eigen woorden haast niet kon hooren moest
ik wel schreeuwen om zeker te zijn dat ik
wel sprak.
„Wel, wel, dat heeft niets te beteekenen,"
verzekerde de burgemeester goedhartig. „Ik
heb er trouwens niet veel op gelet en was
het nu reeds weer vergeten."
„Hij spaart mij verschrikkelijk, bescha
mend 1 dacht de barbier zuchtend. En nu
is hij uitgepraat zonder dat ik een blik op
zijn plannen heb kunnen slaan... Wat
nu?... Wat moet ik nu beginnen?"...
Op dit oogenblik hoorden zij het ruischen
van een damesjapon.
Gosse keek op en zag mevrouw Zipfel,
die majestueus het vertrek binnenschreed.
tusschen de houtstapels zien verdwijnen.
Verschillende industrieele inrichtin
gen hebben dreigbrieven gekregen en
vragen om politiebescherming. De poli
tie heeft echter de handen vol met de
bewaking vau kerken en openbare ge
bouwen, dag en nacht. Er is voor de
danwijzing van den dader een prijs van
11,500 mk. uitgeloofd.
Zaterdagochtend in de vroegte was
te Lubeck al de houtopslagplaats van
de firma Havemann u. Sohn aan de
haven verbrand. De daarbij aangerichte
schade beloopt tusschen de twee en
drie millioen mk. Ook deze brand moet
aangestoken zijn, daar een waker, toen
bij uit een loods een vlam zag opslaan,
tegelijkertijd een knal vernam als van
ontploffend kruit of benzine.
Te Torope (Rusland) is ©en priester
tot 3 jaar en 8 maanden gevangenis
straf veroordeeld, omdat hij twee huizen
in brand had gestoken, met het opzet
zich de verzekeringspremie toe te eige
nen.
Eenige groote scheepsbouwmeesters
in Engeland houden het voor mogelijk,
zelfs waarschijnlijk, dat binnenkort aan
de werven een algemeene staking uit
breekt. De werklieden van de onder
scheidene scheepsbouwvakken eischen
gezamenlijk een loonsverhooging van
5 pet. De patroons wijzen dezen eisch
niet onvoorwaardelijk af, maar wenscheu
er over te onderhandelen. De vakver-
eenigingen verlangen eenter een on
verwijlde beslissing en dreigen anders
een algemeene staking uit te roepen.
Daarover zal nu door de vakvereeni-
gingen worden gestemd. Zoo'n staking
zou een ware nationale ramp worden.
Een half miljoen arbeiders die aan het
werk zijn aan een aantal schepen, op
zijn minst twee miljoen ton metende,
ongerekend de Engelsche en buiten-
laudsche oorlogsschepen, tezamen ruina
een half miljoen ton metende, zouden
erbij zijn betrokken. Een algemeene
staking zou dus het bouwen van de
Engelsche vloot aanzienlijk kunnen
vertragen.
Gaynor, de burgemeester van New
York heeft zijn meening ten beste ge
geven over de strijdlustige Engelsche
kiesrechtvrouwen. Hij vindt dat men
die dames niet moet gevangen zetten,
hongerkuren en dwangvoeding laten
ondergaan. „Geef ze elk een man" zegt
hij „en ze worden dadelijk zoo vreed
zaam mogelijk. Als ze in New York
waren zou ik mijn best doen ze aan een
(echtvriend te helpen."
De Madrileensche bladen maken een
Drommels, dacht de dokter. Ik ben juist
goed op dreef. Die moet ook verzoend worden 1
Hij trad met een sierlijke buiging op de
burgemeestersvrouw toe en sprak op warmen,
overtuigenden toon:
„Hooggeachte mevrouw!... Onlangs gaf
ik hier aanleiding tot een tooneel, die ik
diep betreur en waarvoor ik nederig mijn
verontschuldigingen aanbied. Wanneer, u,
mevrouw, de drijfveeren tot mijn hande
lingen zult kennen, kunt u die excuces
wellicht aanvaarden. Weet, vereerde dame,
dat ik uit Duitsche ouders in Spanje ben
geboren en opgevoed. Daar heb ik vele ge
bruiken der Spanjolen aangenomen en nog
steeds kan ik mij daar niet geheel aan ont
wennen. Hiertoe behoort bijvoorbeeld het
aanbieden van snuif aan dames. Dat is in
Spanje iets doodsgewoon. Daar wordt den
dames de snuifdoos geoffreerd als te Parij?
de bonbonnière en te Berlijn het zakje me
gebrande amandelen Door de beminnem
waardigheid van u en mejuffrouw uw docb
ter was ik in gedachten terugverplaatst na/r
Spanje, het land der fiere schoonheden, bt
land
Hier werd de dokter onderbroken d<or
een zacht gezang, jammerlijk valsch, dat
als de weeklacht van 'n verkouden getje
door de geopende deur van de zijkamer
droDg.
„Ver in het Zuiden ligt mijn Spaqe.
Spanje is mgn va-a-derland
Zoo zoug het dunne, klagende stemmetje,
dat nu weer herinnerde aan een Schotschen
doedelzak die lek was
Fluisterend zei mevrouw
„M'n dochter Vandaag ia zij weer zeer
zwak Zij verzocht mij, u bij haar te bren
gen En wat overigens uw verontschuldi
gingen betreftdie vermeerderden juist
mijn achting voor u, dokter."
(Wordt venoigd.)