el Land van Hensdeo en Allena, de Langstraat en de Bonnnelerwaard.
Comb. PEEK CLOPPENBURG,
NORFOLK-PAKJES,
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3267Woensdag IS Juni1913.
Naar ie WereliteitooosleHii te Geit.
FEUILLETON.
De Geheimen eener
kleine stad.
's-HERTOGEN BOSCH.
LAND VAN ALTBtf*
VOOB
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 6 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/» ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
In drie dagen uit en thuis.
Velen, die van de Wereldtentoon
stelling hebben gehoord en daarover
hebben gelezen, zal het mogelijk welkom
zijn iets naders daaromtrent te vernemen
en wel voornamelijk wat men daarvan
z.g. in vogelvlucht kan waarnemen
waarom we gaarne een onzer medewer
kers aan het woord laten, die met enkele
vrienden, daaraan een vluchtig bezoek
bracht.
Bij het gaan naar Gent, zal men in
de eerste plaats de kosten willen bere
kenen. Nu, die zijn, wat passage be
treft, niet groot. De Directie der spoor
wegen staat een verlaagd tarief toe van
uit alle hoofdstations in Nederland naar
de Tentoonstelling en dat vanuit deze
streek circa 7 gulden is voor een retour
2e klasse, geldig voor tien dagen. Re
kent men daarbij f 10 voor eiken dag
verblijf met logies, diners, entrée's en
wat er al bijkomt, dan kan ieder zijne
rekening vooraf maken.
In opgewekte stemming gingen we
op reis en kwamen circa 11 uur in Ant
werpen, alwaar we 5 kwartier moesten
verblijven, om verder te kunnen ver
trekken. Hoewel men (volgens dit kaar
tje) verplicht zou zijn het station niet
te verlaten, had de Chef toch de wel
willendheid ons een verlof toe te staan
om de stad te bezoeken en zaten we al
spoedig in een „voiture" om het een
en ander op te nemen.
Successively k het beeld van Brobo,
die den Burgemeester de hand afkapte,
weigerende voor de Schelde tol te be
talen. Dit is een Fontein met historische
beteekenis. Het huis door den schilder
Rubens een maal bewoond en diens stand
beeld het huis bewoond door Keizer
Karei en dat van den schilder Van
Dijk, met diens standbeeld de Onze
Lieve Vrouwe Kerk, een pracht van
architectuur met zijne aan eene zijde
staande zeer hoogen toren. De plaats
werd ons gewezen, op een der gaande
rijen, van waar enkele weken geleden
een jongmensch en zijn meisje naar
beneden stortten. De eerste kwam ver
morzeld, de tweede bijna zender breuk,
doch beiden ontzield beneden.
Het Stadhuis en de Gildenhuizen in
16e eeuwsche stijl, keurig bewaard, trek
ken ieders bewondering. We bezochten
de Schelde, stonden op de brug, met
„het Steen" in het verschiet, zagen de
zeeschepen in lossing, waarbij het graan
machinaal werd opgezogen om in ge
reedstaande waggons te worden gestort.
Alles ingericht om vlug en betrekkelijk
goedkoop werk te leveren.
Al is Antwerpen eene plaats van
30)
Het duurde wel 'n goede tien minuten,
eer Duselmann in het redactiebureau ge-
druisch hoorde en de deur van dit heiligdom
geopend werd.
De redacteur van het Posemuckler Week
blad, de geleerde heer Jacopf, verscheen in
hoogsteigen persoon op den drempel; hij
staarde den agent een langen poos zwijgend
aan, streek toen met de rechterhand over
het hooge, geleerde voorhoofd en vroeg
plechtstatig
„Wat verlangt ge, agent Duselmann?"
„De burgemeester laat u verzoeken, of u
zoo goed zoudt willen wezen om zoo spoedig
mogelijk bij hem te komen. Het betreft
aangelegenheden van het allergrootste ge
wicht."
De geleerde redacteur trok het hooge
voorhoofd in diepe plooien en begon toen,
met zijn doceerende school-vossestem
„Eerst moet de vraag onder de oogen
worden gezien, of de burgemeester het recht
heeft om een vrij burger en zelfstandig
redacteur klakkeloos te ontbieden en of niet
eerder genoemde burgemeester zich tot een
vrij burger en zelfstandig redacteur zou
moeten begeven. En wanneer bedoelde bur
ger tevens zelfstandig redacteur is van een
onafhankelijk blad, dan wordt het geval
troebeler, daar de rechten van een zelfstan
dig redacteur niet bij de wet zijn omschreven.
Duselmann was reeds na het eerste dozyn
330.000 inwoners en beantwoordt het
aan alle eischen des tijds, toch is het
achterlijk in zijn taal, wat het Hollandsch
of liever het Vlaamsch betreft. De
vreemdste uithangborden kan men waar
nemen alsIn het Kloksken bij Zus,
In den Bokking, In de groote Snaps,
In het Spiekken bij Jef, In den Trap af,
In den vroegen Morgend, In den ermen
Duvel en In de plesanten hoek.
Dat dit voor het meerendeel estami-
nets zijn, zal men bemerken. Nu, die
vindt men in tal van straten bij de vleet.
Andere gewoonten merkt men direct
op. Er passeerde een lijkstoet. De lijk
koets, bij ons zoo stemmig mogelijk, was
een geheel gouden koets. Op den weg,
die het lijk passeerde, zag men terstond
ieder het hoofd ontblootenzoowel de
jongen met den bakkerswagen, als de
deftige mijnheer stond stil en groette,
de militair en de politieagent maakte
halt en salueerden. Voor het uiterlijk
toont ieder den meesten eerbied voor
het lijk.
Nog even het keurig en goed inge
richte station (of tewel de statie) be
keken en weldra zaten we in de „ex
presse", die ons in één uur tijds over
een afstand van 60 kilometer, d.i. 11
uur gaans, naar St. Pierre zou brengen,
zijnde de voorstad van Gendt, waar de
tentoonstelling is gevestigd.
Hadden we respect voor de statie te
Antwerpen, nu waren we en extase over
het nieuwste en het schoonste wat op
dat gebied geleverd wordt. Een pracht
van een station met overal licht, ook
ruim daglicht in den tunnel die ons
buiten het terrein voerde, van waar
een electrische tram ons voor 20 cen
times naar Gent bracht.
We zochten en vonden een goed loge
ment in Hotel Universel, Rue de la
Station 1820, met 40 kamers, alwaar
het eenvoudig doch uiterlijk zindelijk
was. Het logies is 4 francs en het ont
bijt I*/» franc. We dineerden voor dry
franken en betreurden het gemis aan
onze Hollandsche keuken. Het kon ons
nu en de volgende dagen niet bekoren,
toen we op de Tentoonstelling of elders
nu maar a la carte gingen eten. De
wijn alleen was goed en niet duur.
Aan het diner dachten we niet meer
toen we de expositie naderden, alwaar
we voor 1 franc toegang verkregen.
Dat grootsche van den aanblik bij
den hoofdingang moet men zien, maar
den indruk die het maakt is niet te
beschrijven. Een koepelgebouw, aan
beide zijden geflankeerd door een toren
met voor elk der zuilen van de 70oruit-
loopende galerij een stier en een buffel
van 7 Meter lengte, geeft een indruk
wekkend geheel. De ruime hal door
gaande ziet men een keurig terras, met
aan beide zijden eene uitgestrekte galerij,
woorden bleek en duizelig geworden, zoodat
hij zich aan de leuning moest vasthouden.
Doch toen Jacopf steeds verder sprak, zette
de agent eerst ongemerkt den rechtervoet
op de bovenste trede, daarna den linker
op de tweede trede, en zoo volgde de een
den ander totdat de oude man beneden
stond.
Toen stormde hij met één sprong den
banketbakkerswinkel binnen, waar hij met
innerlijk welbehagen zijn bittertje naar
binnen werkte.
Intusschen stond de geleerde redacteur
boven al maar door te doceeren, tot hij
eindelijk bemerkte, dat zijn toehoorder ver
dwenen was en hij in arren moede naar
zijn studeerkamer terugkeerde.
XXI.
Terwijl deze gebeurtenissen in het huis
van den redacteur voorvielen, zat de bur
gemeester op heete kolen. Telkens keek bij
uit het raam, en herhaaldelijk, als hij den
geleerden heer Jacopf nög niet zag aankomen,
mompelde hij een onderdrukte verwensching
aan het adres van „die pennelikker" en zette
daarna zijn wandeling voort van het venster
naar de deur en van de deur naar het venster,
om daar opnieuw naar buiten te turen.
Zoo zal de veelgekwelde magistraat 'n
driekwartier door steeds stijgend ongeduld
gekweld zijn geworden, toen hij den met
zooveel ongeduld verwachte eindelijk den
hoek zag omslaan.
„Goedenmorgen, hooggeachte heer!'' riep
de burgemeester zijn plechtig binnentreden-
den bezoeker toe. „Neem mij niet kwalijk
dat ik u heb laten roepen, maar aange
legenheden van het allergrootste gewicht
Ernstige zaken, waarde heer."
Het duurde eenige minuten, eer de heer
Jacopf voor zyn hoed en stok geschikte
waar achter de verschillende landen in
zeer ruime lokalen exposeeren.
We bepalen ons den eersten dag met
het terrein te verkennen maar het is
of er geen einde aan komt. We stappen
daarom maar in een tram, die over het
terrein rijdt en circa een uur noodig
heeft om langs alle zijden, met alle
kronkelingen, het geheel te doorkruisen.
De tentoonstelling is een stad op zich
zelf en besloot volgens den eenen be
richtgever 120, volgens een anderen
130 hectaren. Om de uiterste punten
in de lengte af te loopen heeft men
35 minuten noodig.
Duizenden en duizenden menschen
bewegen zich door elkander en men
kan het hun aanzien, dat ze allen voor
hun plaisir uit zijn.
Hoeveel menschen zouden nu wel
bijeen zijn? Deze vraag tot een hoofd-
emploijé gedaan, kon niet beantwoord
worden. Dat weten we eerst 's morgens
van den avond te voren, als alle in
gangen de lijsten hebben ingediend.
Gisteren, Zondag, zoo ging hij voort
en hij keek zijn zakboek na, waren er
257,349 betalende bezoekers. (Dat is dus
bijna f 130,000 aan entrée over één dag).
Ja zei hij, maar er moet ook veel in
komen om de groote onkosten te be
strijden.
Hoe groot is dat cijfer, vroegen we
al weder. Ja, zei hij, dat is niet met
juistheid te zeggen. Als men rekent de
huur van het terrein, dat weder in
vroegeren staat moet opgeleverd worden,
de rioleering, de ondergrondsche elec
trische aanleg, de aanleg van wegen en
tramwegen bij den geheelen opstand
berekent, wordt de geneele opzet be
groot op 120 millioen francs. Dat kan
niet alles uit entrées komen, maar ook
de huur van de plaatsruimte vertegen
woordigt eenige millioenen.
We stonden verbaasd; maar de zegs
man begon met trotsch: „Weet wel dat
België een nijver volk is; dat het boven
aan staat op het gebied van nijverheid
en een nijver land kan veel produceeren
maar kan ook, als het moet, veel op
brengen".
Na dit interessante intermezzo waren
we het dorp Senegal genaderd en lieten
ons verlokken even met de zwartjes
kennis te maken. Zwart als roet, neen
zwart als eene gelakte kachel zagen ze
er uit. Ze voerden een negerdans uit,
anderen waren aan het weven, weer an
deren aan het snijden van houten voor
werpen en telkens kwamen er negertjes
en negerinnetjes naar ons toe, maakten
een kushand en hielden de handjes op
waarmede ze over het geheel weinig
opliepen.
Als men echter de zwartjes goed be
kijkt, is de vorm van het gezicht niet
leelijk en zijn ze lichamelijk goed ge-
plaatsen had gevonden. Toen zette hij zich
zelf langzaam neer naast den van ongeduld
sidderenden burgemeester, die dadelijk zijn
toespraak, welke hij al sinds 'n uur op de
tong had, begon af te steken.
„Zeer vereerde heer redacteur. Bij het
groote gevaar, dat onze stad bedreigt, achtte
ik het noodig, mijn meening omtrent hetgeen
ons te doen staat te toetsen aan het oordeel
van den meest geleerden inwoner onzer stad.
Voor zoover de resultaten reiken van mijn
eigen bestudeering van dit noodlottig onder
werp, is de cholera
De redacteur had zich gedurende de in
leiding zitten te verbijten, dat hijzelf niet
aan het woord kwam. Maar nu kon hij zich
niet langer beheerschen en hij viel, met zijn
nasaal stemgeluid, den burgemeester in de
rede:
„De cholera is een snel en vlug verloopende
ziekte, die zich openbaart in brakingen en
diarrhae met snel verval van krachten en
krampachtige aanvallen. Vroeger kende men
in Europa slechts een sporadische, zachte
vorm dezer ziekte, doch in 1817 ia zij in
epidemischen vorm uit Oost-Indië naar ons
werelddeel getrokken. Vandaar de naam
Cholera Asiatica, die zich in den aanvang
vertoont als
„Maar geachte heer, u hebt mij niet laten
uitspreken," viel de burgemeester op zijn
beurt den heer Jacopf in de rede.
De arme Zipfel kon den zenuwvermoeien-
den langzamen toon van den geleerdheids
kramer niet langer uithouden, en vervolg
de nu:
„Ik wilde alleen, waarde heer Jacopf,
opmerken dat, daar wij de symptomen der
ziekte kennen en gepubliceerd hebben, het
nu noodig is om
Nu viel de redacteur weer den burgemees
ter in de rede.
ONTVANGEN de nieuwste modellen in
Model als nevenstaande met 1 Rij en 2 Rij knoopen,
voor den leeftijd van 3 tot 16 jaar.
De kleuren, die we hiervan in voorraad hebben
zijn Blauw, Bruin, beige Gr(]g enz.
In prijzen van:
f 3 - 3.50 - 4 - 4.50 - 5 - 5.50 - 6 - 6.50
7 - 7.50 - 8 - 8.50 - 9 - 9.50 - 10 tot f 16.
De zaak is Zondags geopend van 9—12 unr.
vormd. Nu, men zal mogelijk de knapsten
wel uitgezocht hebben.
In eens werd, buiten gekomen, aller
aandacht gevestigd op een vliegmachine,
die zich in kringen over het terrein
bewoog. Ook later kwam, tamelijk laag,
een ballon er over zweven.
We waren nu aan het plantsoen ge
komen, keurig van aanleg, met bassins
en rotspartijen, waartusschen allerlei
vermakelijkheden. Het meest trok de
aandacht eene danszaal, waarboven een
rutschbahn, die met donderend geweld
zijn passagiers over duizelingwekkende
hoogten liet rennen, om dan naar be
neden te storten en in eön gleibaan te
eindigen.
Aan de andere zijde zag men „Le
Waterschute" alwaar passagiers in een
bootje plaats namen, om vervolgens
electrisch naar boven getrokken te wor
den en dan op rails van een toren
hoogte naar beneden te komen en in
een bassin te eindigen, van waar een
stuurman ze weer naar den uitgang
voer. Verwonderlijk hoe gerust dames
en heeren en ook kinderen zich aan
zoo'n gevaarlijken tocht durfden wagen.
Het noodige gegil werd steeds gehoord
en toch waren er weer direct nieuwe
liefhebbers.
Mallemolens, photographic la mi
nute, wilde dieren en wat al meer en
daartusschen in grooten eenvoud een
bijbeltent, alwaar kerkboekjes en bijbels
(van een Fransche bijbelvereenigiug) te
koop lagen. Hier was echter veel minder
belangstelling, dan voor het paviljoen,
van waaruit men geregeld kon hooren
„Messieurs faites votre jeu" en waar
„Mijns inziens moet in de eerste plaats
worden onderzocht, of wij het begrip „symp
tomen" niet verkeerdelijk hebben toegepast.
„Symptoon" is eigenlijk Grieksch en be-
teekent „toeval". De geneeskunst bedoelt
met dit woord alle merkbare afwijkingen
van het organisme, zoowel subjectieve als
objectieve
Nn onderbrak weer de burgemeester het
college van zijn bezoeker.
„U liet mij niet uitspreken, mijnheer
Jacopt. Ik wilde alleen zeggen dat, nu wij
de symptomen kennen, wij de burgerij
voorbehoedmiddelen moeten verschaffen om
zich tegen den vijand te voren te wapenen."
De burgemeester schraapte even z'n keel
en zei toen:
„Voorkomen is beter dan genezen. De
genezing behoort tot de competentie van
den medicus, het voorkomen is de plicht
der Overheid. Daarom dacht ik, of het niet
onze plicht was, de stad te isoleeren, ten
einde elke besmetting van buiten af te
weren
,,'n Uitstekende gedachte 1" riep de redac
teur uit, die al had zitten wiegelen van
ongeduld. „De isolatie of afsluiting geschiedt
ook in oorlogstijd."
Den burgemeester parelde het klamme
zweet op het voorhoofd.
„Maar beste meneer Jacopf, u laat mij
steeds niet uitspreken. Ik wil alleen ver
klaren
„Pardon, burgemeester, ik wil u even
verklaren, waarvan u hermetisch moet af
leiden
De burgemeester, die van ongeduld zich
zelf niet langer meester was, greep een rol
papieren van de tafel en begon, als 'n kapel
meester, een versnelde tempo te slaan ten
einde Jacopf op te wekken, zijn sarrend
langzamen toon te laten varen.
veel geld verspeeld werd door personen
die op een van de vijf aangeduide
kleuren hun inzet stelden. Het minst
was 't 1 franc, het hoogst 10 franc.
Dat schijnt geoorloofd! Laat ze dat
dobbelspel echter maar in België houden.
Sporadisch zag men iemand winnen.
Bijna alles ging naar den croupier.
In Oud Vlaanderen werd alweder dat
zelfde spelletje vertoond. Oud-Vlaan-
deren vormt een afgezonderd geheel,
tegen 1I3 franc te bereiken, alwaar alle
handelende personen in 16e eeuwsche
kleederdracht zich bewogen en het niet
aan de noodige tavernen ontbrak.
Er was muziek, om het geheel wat
op te vroolijken. Men liep er over brug
gen en de huizen met hunne trap-
geveltjes, waren trouwe nabootsingen
uit de 15e en 16e eeuw; maar het ge
heel, hoe goed ook uitgevoerd, was zoo
als we het vroeger te Amsterdam, te
's-Bosch, Dordrecht en Brussel zagen.
We waren dan ook spoedig weer buiten,
om ons tussehen de massa te scharen.
Het zaakje van Oud-Gastel schijnt
echter nog zoo onvoordeelig niet te zijn.
Op onze ticket's die nog in mijn bezit
zijn, zie ik de nummers 9680096802.
Er schijnen dus al bijna 97 duizend
bezoekers geweest te zijn, zoodat de
affaire al ruim f 24,000 heeft opgebracht.
De verlichting kon wel schitterender
geweest zijn. We vernamen dat op Don
derdag, Vrijdag en Zaterdag en Zondag
alles a la giorno verlicht is en het zou
daarom geraden zijn die dagen voor het
bezoek te nemen.
„Past op de gauwdieven", zagen we
overal in het Vlaamsch en in het
Maar hoe sneller Zipfel de maat sloeg, des
te slepender teemde Jacopf, tot de burgemees
ter hem eindelijk in het gezicht schreeuwde
„Maar laat me toch uitspreken! De af
sluiting behoeft niet hermetisch te zijn; het
is voldoende, op den straatweg posten uit
te zetten."
„Welke men voorposten noemt
„Meneer, u maakt me krankzinnig. Houd
toch rekening met mijn constitutie
„Welke constitutie bedoelt u, de politieke
of de medische
„Loop naar den duivel!" schreeuwde de
burgemeester die zich van woede niet langer
kon beheerschen en nu den geleerden redac
teur bij den schouder greep en hem, ondanks
zijn tegenspartelen, de kamer uitzette.
Hoed en stok werden Jacopf door de kier
van de deur op het portaal nageworpen.
Buiten klonk de stem van den redacteur.
„Mijnheerrrr, deze bejegening
Daarna liep Jacopf langzaam de trap af,
luid voor zich heen pratend.
Allengs klonk de stem van den geleerden
redacteur meer uit de verte, maar de burge
meester was al uitgeput op de kanapee
neergezonken en bedekte kermend zijn ge
laat met beide handen.
XXIII.
De tijding van het eerste chol era-ge val
had zich als 'n loopend vuurtje door Pose-
muckel verspreid en een ware paniek ver
oorzaakt.
Ofschoon Zieme reeds den volgenden mor
gen weer zoo lekker was als kip, weigerde
hij hardnekkig het bed te verlaten uit vrees
voor een hernieuwden aanval. En zijn toe
stand werd ijselijk overdreven voorgesteld,
zoodat iedere Posemuckler meende, dat hij
de dood nabij was.
(Wordt vervolgd.)