el Land van Hensden en
a, de Langstraat en de Hommelenvaani.
Oogstmaand.
Teruggekeerd.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3287. W oensdag 27 Augustus.
FEUILLETON.
1913.
UNO VAN ALTEN/t
VOOB
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/* ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
De achtste maand van het jaar, die
haar naam ontleend heeft aan den „ver
heven" Romeinschen keizer, ia ook in
zekeren zin een verhevene. Wij hebben
Augustus den meer toepasselij ken naam
van Oogstmaand gegeven; de maand
waarin de oogstzon het gewas koesteren
moet, gewas èn mensch. Doch zoo
vooral dit jaar Augustus ónze be
naming te schande heeft gemaakt en
van zonnekoestering maar weinig te
bespeuren is geweest, „verheven" onder
haar zusteren blijft zij toch. Is haar
macht niet grooter dan van welke ook
uit het twaalftal? Van haar immers
hangt het af of de gerechtvaardigde
verlangens van een groot deel der moe
gewerkte men8chhoid naar weldadige
warmte in zalige ontspanning, naar een
weinig levensgeluk in dagen van ver-
poozing, bevredigd worden. Oogstmaand
heeft het in haar macht ons den zomer
nog volop te doen genieten, maar is zij
ook al te zeer in staat om reeds de
nadering te doen beseffen van gure
najaars-avondwinden en onheilspellend
sombere regendagen. Zeker, wij lijfden
haar met de vaststelling der vacantie-
weken in bij het blijde zomergetg, bij
de lachende weelde, waarmede natuur
ons in de Juni- en Julimaanden over
stelpt. Wij zijn het die Augustus, als
daartoe het meest dienstig, tot de va-
cantiemaand bij uitnemendheid hebben
benoemd, en het dient gezegd, me
nigmaal laat zij zich deze benoeming
wélgevallen. Maar ditmaal is zij ons
beroep op haar ontrouw geworden en
al mogen wellicht nog enkele dagen
van louter zonneschijn en warmtekoes-
tering in deze maand ons deel worden
Augustus 1913 zal in de meteorologi
sche jaarboeken ongetwijfeld, als een
„koude maand" opgeteekend worden.
Vooral zij, die in de nabijheid der zee
leven, hebben het gemis gevoeld van
die milde Augustus-avonden, als na den
heeten dag, de zonneschijf aan de wes-
terkim in zee verzinkt en er in vlam
mend purper een gouden hemelbrand
ontsteekt. De Augustus aan zee en de
avonden op het strand genoten
waarlijk Holland weet geen schooner
uren aan vredige ontspanning van geest
en zenuwen aan te bieden.
Maar de eene dag is op den andere
gevolgd en gebracht wat velen hoopten
heeft de Oogstzon niet. Voor talloozen
P. DUISENBERG.
(5
„Dirk zal dokter worden," zeide zijne
moeder, haar zwager weer met een vrien
delijken blik aanziende.
„Zoo, dokter. Nu, dat is een goed vak.
Hij moet maar hard studeeren, dan kan
hij later veel geld verdienen en mis
schien ook eens gaan reizen."
„Ik wou, dat 't waar was," sprak Dirk,
recht voor zich uit starend, als zag hij reeds
de pyramiden van Egypte
„Hij gaat in de stad op 't gymnasium,
maar is nu met vacantie."
„Zoo, met vacantie. 'n Mooi leventje."
Dirk en zijne zuster lachten.
„En onze Henderika is verloofd," ver
volgde juffrouw Kleefman.
„Daar hoorde ik iets van Met
„Met den zoon van den notaris uit het
dorp."
„O ja, juist.... Ik feliciteer jelui allen
en in 't bijzonder mijn lieve nicht, die
niet weinig zit te kleuren, naar ik zie."
Inderdaad bedekte een vuurrooden blos
Henderika's poezele wangen, terwijl ze met
diep gebogen hoofd met den meesten ijver
aan haar borduurwerkje bezig was.
„Hij heeft pas zijn examen gedaan voor
dokter."
„Zoojajuistook dokter
„Johan heet hij," lichtte Dirk zijn oom
verder in.
is, wat zij aan genot derfden niet meer
in te halen; straks toch wenken weder
strenge plicht en gebondenheid en roept
de opgelegde taak om verdere vervul
ling: vacantie tijd leeft uit nu Oogst
maand is geëindigd.
Voor Jong-Holland en voor al wie
aan zijn opvoeding arbeidt, vangt nu
een nieuwe jaarkring aan: de scholen
voor klein en groot raken weder be
volkt, en weder moet met juistheid van
werktijd-indeeling gearbeid worden, wil
het onderwijs de rijpste vruchten dragen.
De Oogstmaand heeft zich aan dat
alles niet gelegen laten liggen, thans
dient de orde hersteld. Ook in het
zaken-leven keert de normale toestand
terug; de verloven raken gedaan, de
patroons komen van hun reizen, de
bedienden van hun uitstapjes terug en
alles herneemt zijn gewonen gang.
In heel het maatschappelijk leven
komt met deze maandwisseling als
het ware een keer, zoo duidelijk en
overal merkbaar, als geen andere
maaud heeft aan te wijzen. Het jaar
loopt na Oogstmaand al snel naar het
einde; nog enkele maanden en het is
met het jaar gedaan. Maar Oogstmaand
blijven wij rekenen tot den vreugde
vollen tijd aan de natuur en de mensch
past zich gaarne daarbij aan. Op de
herinnering aan haar genoegens moe
ten wij een vol jaar kunnen teren en
daarom wordt de teleurstelling zoo diep
gevoeld, wanneer zij ons in den steek
laat. Gedeeltelijk echter raég haar een
verwijt treffen; immers de natuur laat
zich niet in met menschel ij ke bereke
ningen, die precies zooveel tijd be
schikbaar hebben gesteld voor ontspan
ning in haar schoot, om daarna haastig
weder het dagelijksch leven van wer
ken en wroeten te hervatten. Zij stoort
zich er niet aan of de klok op zekeren
dag weder het uur van den te hervat
ten arbeid slaathoe menigmaal klinkt
niet het verwijthad ik zulk mooi
vacantie-wêer maar gehad juist als
we weder achter den lessenaar ons bui
gen over de koopmansboeken of in het
studeervertrek de folianten openslaan,
op de plaats waar zij enkele weken te
voren met een zucht van verlichting
werden dichtgeslagen.
Maar aan overdoen valt niet te den
den, en voorbij gegane vacantie dagen,
met of zonder zonneschijn doorgebracht,
keeren niet weer dan over een
jaar. En zich schikkend onder den
last, blijmoedig of naargeestig, al naar
den eigen aard, maar met een hoopvol
verlangen naar den volgenden Oogst
maand, wordt de taak hervat. Geluk- j
kig zij, die dit met een dankbaar hart
kunnen doen. Maar noch aan wrevel
of blijmoedigheid, noch aan dankbaar
heid of ondank stoort zich de „verhe
ven" Oogstmaand (zoomin als welke
ook, van hare minder verheven zusters
en dat is maar heel goed) zoomin nu,
als het volgend jaar, als ooit.
Ituitenlancl.
„ZooJohan."
„Ik hoop, dat we nu maar erg gauw
bruiloft kunnen vieren bruiloft 1 bruiloft."
Allen, behalve de vader, schoten in een
lach, ook Henderika zelf.
Op dit oogenblik werd de kamerdeur
geopend en stak de meid haar hoofd naar
binnen.
„De oude baas roept," sprak ze op ge-
dempten toon, tegelijkertijd snel hare
oogen even rond latende gaan.
Dirk sprong op en was al bij de deur.
„Neen Dirk!.... Blijf hier!" riep zijne
moeder. „Ik begrijp je.... Wij moeten
voorzichtig zijn Je grootvader is oud
en zwak
„Maar taai," voegde Dirk er aan toe,
weer zitten gaande.
,,'t Is schande, zooiets te zeggen," sprak
zijne zuster met een verwijtenden blik.
De vader stond op.
„Neen Hans laat mij maar gaan
sprak de juffrouw, en ze spoedde zich de
kamer uit.
„Oom blijft nu natuurlijk een tijd bij
ons logeeren?" informeerde Dirk.
Zijn vader wierp hem een toornigen blik
toe, die duidelijk zeide:
„Zwijg!"
„Hmneenik ga spoedig weer
weg, verklaarde Bernard, wien niets ont
ging-
Een poosje later kwam juffrouw Kleef
man in de kamer terug.
„Vader vraagt of je dadelijk even bij
hem komtBernard," zeide ze. „Hij
schreit
Hare stem was onvast.
Bernard stond haastig op en spoedde
zich naar zijn vader, dien hij sedert
zeventien jaar niet had gezien
Zijn broeder zag hem na met een toor
nigen blik.
De Fransche senator Henry Bérenger
waarschuwt in de Matin zijn regeering
en zijn land voor een nieuw gevaar, dat
Frankrijk van den kant van Duitsch-
land dreigt.
Frankrijk, zegt hij, dat op de grens
van Elzas Lotharingen zoo sterk gewa
pend is (althans in schijn), heeft zich
nagenoeg ontwapend op de grens der
Ardennen en in het Noordoosten. Tus-
schen Verdun en Maubeuge, die ver
sterkt zijn, hebben wij tegenover Luxem
burg forten noch legerkorpsen die ernstig
den weg zouden kunnen versperren aan
de geweldige samentrekking van Duit-
sche troepen, die op dit eigenste oogen
blik rondom Trier geschiedt.
Het groothertogdom Luxemburg is
een onzijdig land met 250,000 inwoners.
Het ligt. tusschen Trier en Rijn-Pruisen
aan den eenen kant en Longwy en
Maas Frankrijk aan den anderen. Dit
land van plateau's en bosschen, rijk aan
voer en voedsel van alle soorten, wordt
bewaakt door slechts 350 man politie!
Het heeft geen andere gewapende macht.
Naast het Belgische Luxemburg, dat
ook volslagen onverdedigd is, is het
groothertogdom voor een militairen
staat, die aan wil vallen, een uitmun
tende doorgang voor een inval.
Welnu zegt de senator op het
oogenblik dat ik dit schrijf, is Duitsch
land bezig allerlei maatregelen te treffen
(Bérenger geeft ze aan), waardoor het
in één etmaal meer dan honderdduizend
man kan werpen op Longwy, Longuyon,
Stenay, Damvillers en Dan-sur-Meuse,
waar men zich op het oogenblik tegen
zoo'n inval niet zou kunnen verzetten.
Daarom wil Bérenger hebben, dat aan
stonds „de hoogten van de Maas buiten
en noordelijk van het kamp van Ver
dun" worden versterkt.
De correspondent van de Daily News
te Montreal seinde Vrijdag, dat de ad-
vokaten van Thaw reeds hadden ver
kregen, dat aan hun cliënt als een
ongewenschten immigrant bevolen zou
worden, het land te verlaten en dat hij
IH.
Den volgenden morgen was het 't prach
tigste weer van de wereld. Daardoor uit
gelokt, waren Dirk en zijn oom reeds vroeg
gaan wandelen, den weg op. Henderika
was nog op hare slaapkamer. Juffrouw
Kleefman was in de huiskamer bezig het
ontbijt gereed te maken. Haar man stond
met de handen op den rug voor 't venster
en staarde als in gedachten naar buiten.
Zijn lang, bleek, baardeloos gezicht stond
alles behalve opgewekt alsof hij een uiterst
slechten nacht had doorgemaakt.
,,'t Is, goed beschouwd, eigenlijk wat
moois," zeide hij eindelijk.
„Wat bedoel je, Hans?"
„Wat ik bedoel?.... Toen hij weg liep,
de luilak en ruziemaker, waren we nog
bijna érm en nu, nu we door hard
werken en ploeteren, jarenlang, er bovenop
gekomen zijn, nü komt hij terug.... En
nu zal hij natuurlijk zijn deel eischen van
wat wij bij elkaar gewroet hebben en waar
voor we onze gezondheid hebben opge
offerd Daar komt hij nu waarachtig
aan, in zijn versleten plunje als 'n
schooier haast, 't Is waarachtig wat moois,
dat moet ik zeggen! 't Is om den oude,
maar éndersanders had ik hem de
deur gewezen en mijn huis verboden, dét
had ik
,,'t Is schande, zóó te spreken. Hans
Bernard is toch je broeder en jeeenige
nog maar en zóó lang weg geweest
Kleefman keerde zich om.
„Mijn broeder'n Mooie broeder 1
En zóó lang weg geweestJa, nu er wat
valt te halen van wat wij bij elkaar
gewroet hebben waarvoor hij geen vin
ger, ook geen énkelen vinger heeft uitge
stoken nü komt hij terug, nü komt hij
plotseling als uit de lucht vallen, nét als
zelf kiezen mocht, waar hij de grens
over zou gaan. Hij zou dan aan de politie
van den staat Nieuw-York kunnen
ontsnappen.
Het Central News agentschap meldt,
dat Vrijdag te New-York bericht is ont
vangen uit de Venezolaansche hoofd
stad Caracas, dat de poging tot opstand,
door ex-president Castro beproefd, ge
heel is mislukt. Vele leiders der opstan
delingen en ook een aantal familieleden
van Castro, zijn gevangen genomen. De
tijding der nederlaag van de revolu
tionairen is bevestigd door berichten,
welke bij de Amerikaansche regeering
zijn ingekomen.
Op het station van den Fiuschen
spoorweg te St. Petersburg werden Vrij
dagnacht twee geldkisten, waarin 70,000
roebel, opengebroken en leeggeplunderd
Van de daders geen spoor.
Naar de Frankfurter Zeitung uit Wee-
nen verneemt, heeft prinses Louise van
Koburg een verklaring openbaar ge
maakt, waarin zij beweert, dat de straf
vervolging tegen haar ingesteld alleen
dient om haar murw te maken, zoodat
zij elk vergelijk met België aanneme.
Verder zegt zij, dat haar geldschieters
woekerwinsten nemen, ook dr. von In-
hoffen te Berlijn. Zij heeft van hem
400,000 mark gehad zegt zij en
300,000 mark teruggevenbovendien
heeft zij een jaar lang zijn weelderig
leven bekostigd. En nu verlangt hij nog
een millioen van haar. Met andere
schuldeischers staat het net zooze
eischen 17 millioen frank, en zij heeft
slechts 5 millioen van hen ontvangen.
In een tunnel voor de waterleiding
onder New-York heeft een ontploffing
plaats gehad waarvan brand het gevolg
was. Er waren in den tunnel 150 ar
beiders werkzaam de meesten konden
gered worden, maar 60 bleven onder
den grond, en men vreest zeer voor hun
leven, want de rook is zoo dik en de
hitte zoo fel, dat men niet meer in den
tunnel doordringen kan. De ongeluk
kige menschen liggen 40 voet onder
den grond.
Een andere groote brand brak uit in
het havenkwartier, waar een geweldige
graanschuur vlam vatte, tengevolge van
zelfontbranding van het graan. Er werd
geducht gewerkt tot beperking van den
brand, maar de wind was krachtig, en
er gingen heel wat huizen en magazijnen
in de buurt mee in brand. De dokken
der Trans-Atlantische lijnen bleven ge
spaard. Er zijn 1500 menschen zonder
dak en de schade wordt op 36 millioen
gulden geschat.
'n roofvogel! Wat zal hij in zijn vuistje
lachenHm
„Ik kan 't niet helpen, Hans, maar ik
vind 't schande om zóó te spreken van je
éénige nog in leven zijnde broeder, die wij
allen dachten dat ook al lang dood was."
„Nu er was niets aan hem verbeurd
geweestwaarachtig niet I"
Juffrouw Kleefman zag haar man vluch
tig met een erg ontevreden, bijna toornigen
blik aan en schudde het hoofd. Zij zuchtte.
Zwijgend ging zij voort de boterhammen
gereed te maken.
Hij staarde weer, met een somber gelaat
het venster uit.
„De oude schijnt wel gek," begon hij na
een oogenblik weer. ,,'t Is waarachtig of
alles van hem gekomen is van mijn
mooien, ij verigen broer 1't Is nu élles
mooi wat er aan is, alsof er vroeger nooit
iets is gebeurd alsof hij altijd de eerste
en de laatste geweest was van allen
Zóó gaat het nu Voor het zwarte schaap
in de familie moet het beste kalf geslacht
wordenAlles is vergeten en vergeven
élles zóó maar hm Maar
bij mij niet nooit
Hans! Hans!" sprak zijn vrouw met na
druk, hem ernstig verwijtend aanziend,
„gebruik je verstand toch, wees toch niet
zoo onmenschelijk 1 Heb je dan in
't geheel geen hart?"
„Geen hart Neen voor hém niet."
„Schande en zonde, dat je 't zegt I
Wij moeten éllen vergeten en vergeven
Wij hebben éllen vergeving noodig
En je vader is oud, is ziek, zwak, staat op
den rand van 't grafbedenk dét wél
En was je vader wel altijd zonder
schuld En was jij zelf wel altijd zon
der schuldDenk eens goed na, zie eens
in je zelf... Werp niet zoo alle schuld op
hèm, op je broeder, dien je het zwarte
Naar aanleiding van het bericht van
de verduistering door Steeg, den pro
curatiehouder van het filiaal te Dussel-
dorf van den Schaffhausener Bankver-
ein., deelt de directie het volgende
mede
Terwijl Steeg met verlof was, ontdekte
men dat hij, om beurs verliezen te dekken,
die hij door specculaties bij verschil
lende banken had geleden, sedert 17
Juli 1913 verduisteringen pleegde van
geldswaardige papieren en andere be-
driegelijke handelingen verrichte. De
bank heeft hierdoor een verlies van
239,000 Mark geleden. Wij loven voor
de ontdekking van den voortvluchtigen
procuratiehouder een belooning van
3000 mark uit.
Over de verduisteringen van Steeg,
den procuratiehouder van den Schaff-
hausenschen Bankverein, wordt nog ge
meld, dat deze bank verhaal zal trachten
te krijgen op de bankiersfirma von der
Heydt te Berlijn. De diefis vroeger bij
von der Heydt in betrekking geweest
en is daar met een schitterend getuig
schrift vandaan gegaan, ofschoon iiij bij
die firma reeds zwaar gespeculeerd had
en een groote som gelds schuldig ge
bleven was. Steeg moet alleen aan een
firma te Dusseldorp ls/4 millioen mark
schuldig zijn.
Te Onain, aan de Fraasch-Belgische
grens, is een smokkelauto in volle vaart
Frankrijk in gereden. Aan de portieren
stouden de smokkelaars met de revolver
in de haDd, gereed om op de douane
beambten te schieten, indien dezen iets
in hun weg wilden leggen.
Volgens een bericht uit Madrid is te
Lerida door het inslaan van de bliksem
een particuliere kruitfabriek in de lucht
gevlogen. Vijf en dertig personen zijn
gewond. De schade is aanzienlijk.
De consul der Vereenigde Staten is
in zijn huis te Heulva aangevallen door
iemand, van wien men veronderstelt
dat hij krankzinnig is. De consul is
door een messteek licht gewond. De
aanrander is gevat.
Te Kottbus heeft Richard Hanschen,
een jongen van 13 jaar, wegens een
moord terechtgestaan. De jongen had
op 16 Juli bij een twist het achtjarige
dochtertje van zijn zuster met een bijl
doodgeslagen en daarna het lijk in een
korenveld verstopt.
De rechtbank nam verzachtende om
standigheden aan en legde hem een jaar
gevangenisstraf op wegens mishandeling
met doodelijken afloop.
Het regende Zaterdagochtend in Lon
den zoo hard als het er van den zomer
schaap noemt... Wees éérlijk, man, voor
God en voor je zelf!"
Hij liep de kamer op en neer.
„Ik bén eerlijk," zeide hij. „Ik hoef niet
na te denken dat heb ik al lang gedaan
en nu bijna den ganschen nacht. Want
ik heb bijna geen oog toegedaan. 't Is
zooals ik zeg. Vader schijnt wel gek
Zoo'n geklaag en gejankHij lijkt wel
de redder in den nood en hij heeft
waarachtig juist zelf redding noodig!
Want dat hij op zwart zaad zit, is immers
wel zóó te zien, aan zijn schooiersplunje."
„Ik zeg nog eens, Hans," sprak zijne
vrouw ernstig, „vader is oud en staat op
den rand van 't graf... en dan vergeet en
vergeeft men vééldan wordt iemand recht
vaardig De eeuwigheid, zie je die
groote eeuwigheid Wees jij ook ver
gevensgezind en rechtvaardig, Hans I
Beschuldig niet, waar niet te beschul
digen is Iemands oordeel is soms
zoo verkeerd
Er volgde een oogenblik van diep stil
zwijgen.
De zonnestralen vielen schuin door de
ramen in de kamer. Poes lag buiten op
de vensterbank knipoogend zich in 't zon
netje te koesteren.
„Mijn oordeel is niet verkeerd, is recht
vaardig," hernam Kleefman. „Hij heeft
nooit gewild, nooit gedeugd is wegge-
loopen en komt nü terug, nu er wat
te hélen valt, ziedaar in twee woorden de
waarheid, zonder meer. En als ik 't
niet liet om vadernu ik wees hem
de deur nu weet je 't! Trek jij nu
maar partij voor hem, want dat doe je.
Hij schijnt jou ook al ingepalmd te hebben,
't Is waarachtig
Oorspronkelijke Novelle
VAN
(Slot volgt.)