van Neusden es Alleoa. de Langstraat en de iSomineierwaard.
ONTSNAPT.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3290. Zaterdag O September.
FEUILLETON.
1913.
lAND VAN ALTEN/-
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/» ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Dezer dagen is te 's-Gravenhage het
20ste wereldcongres voor den vrede ge
houden, op welk congres door de af
gevaardigden der verschillende landen
uit noord en zuid en oost en west be
sproken werd hoe de vrede het beste
gediend zal kunnen worden, en Don
derdag 28 Augustus is het vredespaleis
te 's-Gravenhage geopend.
't Moet gezegd wordenwel belang
stelling en streven, onvermoeid en rus
teloos streven voor de vredesidée!
Professor De Louter, die het vredes
congres sloot, deed dit o.a. met deze
woorden: „Ondanks twijfel en ontmoe
diging moeten de vredesvrienden voor
waarts trekken, want hun is de toe
komst!"
Laten we hopen dat professor De
Louter gelijk heeft en dat die toekomst
van vrede, hier en overal, niet ver meer
zal zijn
Want die oorlog, die strijd van vol
keren tegen elkander, waarbij de ster
kere party als overwinnaar uit den
kamp te voorschijn komt, de oorlog
is het vreeselijkste kwaad dat men zich
denken kan, het grootste onrecht dat
gepleegd kan worden.
De oorlog is het groo'ste onrecht,
omdat ze het recht niet geeft aan den
rechthebbende, maar aan den sterkste.
Daarom is ze 5ök reeds een groot
en vreeselijk kwaad.
De oorlog is echter nog zooveel te
grooter en vreeselijker als kwaad, om
dat ze zoovele slachtoffers vraagt en
zoo groote schatten gelds verslindt.
De oorlog op den Balkan is er, die
ons de cijfers verstrekt heeft hoeveel
een oorlog aan menschenoffers kost.
En hoeveel schatten gelds een oor
log kost, is bijna onberekenbaar.
Alleen de vrede reeds kost millioenen
en millioenen.
Hoeveel duurder is dan nog wel een
oorlog
OnlaDgs kwam in „Die Deutsche Re
vue" van de hand van Sir Max Waech-
ter een artikeltje voor, waarin een staatje
opgenomen was van de uitgaven in
vredestijd voor leger en vloot der ver
schillende landen.
We laten dat staatje hier volgen.
In mijn jeugd, vertelde een oude zee
officier, diende ik eenige maanden op een
wachtschip, dat op de kust van Noord-
Schotland kruiste. Onze dienst was niet
licht en ook niet zonder gevaar, want de
smokkelaarsbooten waren in die dagen
groote, gewapende, met woest volk bemande
vaartuigen, die, als ze 't met hard zeilen
niet ontkomen konden, de koninklijke
wachtschepen stout aanvielen en soms over
meesterden. Onder de stoutsten en vermetel-
sten van dat volk onderscheidde zich vooral
een zekere Hans Brentzel, dien men echter
in spijt van zijn Duitschen naam vooreen
geboren landsman hield, want niemand
kende de kust zoo goed als hij.
Die man scheen het er op gezet te hebben,
alle wetten te trotseeren, en onder meer
andere roekelooze handelingen legde men
hem ook vrij algemeen den moord van een
tolbeambte te last. Deze was, naar 't scheen,
de oorzaak geweest, dat een rijke lading,
die aan Hans Brentzel toebehoord had, werd
weggenomen. Korten tijd daarna ontmoette
de smokkelaar hem; men vermoedt, dat
Hans hem aanviel, en daar deze verreweg
de sterkste was, stiet hij hem een lang mes
in de borst en wierp hem daarop van de
klippen in zee. Den volgenden morgen vond
men het lijk door de branding aan strand
geworpen. In de borst van den vermoorde
stak een mes, dat men als Brentzels eigen
dom herkende, en in zijn saamgedrukte
vuist hield hij het stuk van een doek, dien
men Brentzel wel had zien om hebben en
nog dienzelfden avond laat werd deze zonder
halsdoek gezien. Men had dos alle reden,
dat aan den vredesvrienden de toe- kleine huizen omgeworpen. Een gan-
komst zij, en dat die toekomst nabij sclie kudde is door den bliksem gedood,
mo^e wezen ^ok *n ket uoorderdepartement is groote
Door Europa wordt dus jaarlijks 4820
millioen mark voor de landlegers en
2500 millioen mark voor de marines uit
gegeven, totaal dus 7320 millioen mark.
En nog ieder jaar stijgen de oorlogs-
uitgaven, van alle landen, doordat ze
legers en vloten uitbreiden.
Dat de landen hun legers en vloten
verbeteren en uitbreiden, daarmede
hebbeo ze ten doel andere landen vreos
voor zich in te boezemen, daarmede
hebben zij ten doel te voorkomen dat
ze door een ander land zullen worden
aangevallen, daarmede hebben ze ten
doel. de vrede te bewaren.
7320 millioen mark (4392 millioen
gulden)
De vrede wordt duur betaald voor
waar.
Wat zouden die honderden millioenen
veel beter en nuttiger besteed kunnen
worden
Bij voltooiing van het Panamaka
naal, deze grootste en kostbaarste on
derneming der aarde, zal dit kanaal
ougeveer 1600 millioen mark gekost
hebben.
Europa geeft jaarlijks meer dan vier
maal zooveel uit voor oorlogskosten
Stellen we ons eens voor dat de zeeën
der aarde uitdroogden, dan zou men
voor het bedrag, dat Europa jaarlijks
aan oorlog besteed, een eerste klas
spoorweg om de geheele aarde kunnen
ieggen, een spoorweg met alle noodige
bruggen, tunnels, stations, rollend ma
teriaal enz.!
Als men de waarde der handels
schepen gemiddeld op 300 mark per
bruto ton stelt, dan zal de waarde van
alle handelsvloten der geheele wereld,
ongeveer op 40 millioen bruto tonnen
inhoud gerekend, 12000 millioen mark
bedragen, welke reusachtige som Eu
ropa in een tijdje van 20 maanden aan
oorlogskosten uitgeeft
En zoo zouden we kunnen door
gaan.
Nogmaals: hoeveel beter onnuttiger
zouden die honderden, duizenden mil
lioenen, aan oorlog uitgegeven, besteed
kunnen worden
Dat professor De Louter gelijk hebbe
om hem voor den dader te houdener werd
een prijs op zijn hoofd gesteld, doch niet
tegenstaande dit kon men hem niet meester
worden of een spoor van hem ontdekken.
Hij kommandeerde destijds een sterken
logger, die „de Vlugge" heette en een uit
stekend zeiler was, zoodat hem in de ruimte
geen ander vaartuig inhalen kon. Onze
eenige hoop was dus, hem tusschen ons en
de kust te brengen of hem bij windstilte
met onze sloepen aan boord te komen.
De smokkelaar was zoo driest, dat hij zijn
verboden handel met de kust voortzette,
ofschoon hij wist, dat er een prijs op zijn
hoofd stond. Hij had overigens veel vrienden
aan wal, maar kwam slechts met de zoo-
danigen in aanraking, op wie hij ten volle
vertrouwen kon.
Het liep tegen 't laatst van October, de
dagen werden korter en de nachtwaken aan
boord donkerder en kouder, toen, nadat wij
in de hoop op een prijs lang rondgekruist
hadden, een sterke wind uit het zuidwesten
opstak. Onze kapitein was nochtans de man
niet, om zich daardoor vervaard te laten
maken; wij zetten onze stormzeilen bij,
hielden ons ver van de kust en trotseerden
moedig het gevaar. Tegen den avond werd
de wind zoo hevig, dat wij in eene bocht
schuil moesten zoeken; doch op 't oogenblik,
dat wij het roer omwendden, trof eene
stortzee ons schip, spoelde onze groote sloep
weg en beschadigde de andere booten. Hier
mede scheen de wind ook zijne kracht te
hebben uitgeput, want nog voordat wij het
eiland bereikten ging hij plotseling liggen
en met het aanbreken van den dag volgde
een volslagen windstilte, vergezeld van een
dichten nevel. Ons dieplood waarschuwde
ons, dat wij dicht bij de kust moesten zijn,
en wij keken dus scherp uit, om elk voor
werp in de nabijheid te onderscheiden. Daar
op eens trok de mist tegen 't noorden voor
een oogenblik op en liet ons de zeilen van
een logger ontdekken, doch voordat wij hem
Buitenland.
schade aangericht.
Onze lezers zullen zich wel herin
neren, dat een parelsnoer, geschat op j
een waarde van 117,000 pond sterling,
hetwelk met drie losse parelen in één
pakje verzonden was, op weg van Pa
rijs naar Londen gestolen is. De afzen
der was Henri Salomons, de geadres
seerde Max Mayer, handelaar in ju-
weelen. Toen het verzekerde pakket te
Londen aankwam, bleek het stukjes
suiker te bevatten. Op de ontdekking
was 10,000 pond sterling uitgeloofd, j
Dinsdagavond zijn te Londen vijf per-
sonen aangehouden onder beschuldiging
bovengenoemd pakje gestolen te hebben.
Drie werden aangehouden in een station,
waar zij den kooper van de paarlen
wachtten. Zij boden hevigen weerstand
aan de speurders en werden in bezit
gevonden van eenige der verdwenen
paarlen. De twee andere werden aan
gehouden in een café.
Van de vijf mannen, die gevaDgen
zijn genomen, worden Gutwirth en Sil
verman voor Oostenrijkers gehouden en
McCarthy, Grizzard en Lockett voor
Engelschen. Lockett, een man van 51
jaar, is juwelier Grizzard, 46 j., koop
man in diamanten Silverman, 41 j.,
en Gutwirth, 35 j., makelaars in dia
manten, McCarthy, 82 j., zonder beroep,
allen te Londen. Er werd veel geld,
meest in bankbiljetten op hen gevonden.
Zij schijnen geklapt te hebben om
het uitgeloofde aanbrengloon van 10,000
pond machtig te worden. Mouton, de
Fransche directeur der politie, heeft uit
Londen bericht ontvangen, dat men bij
de aangehouden personen drie paarlen
heeft gevonden, die, naar het oordeel
van een Londensch kenner van ju-
weelen, deel hebben uitgemaakt van
het geroofde halssnoer.
Aan mevr. Hortense Paulsen, een
concertzangeres, zijn in den trein uit
het Noorden naar Londen juweelen ont
stolen ter waarde van 1000 pond sterling,
naar haar opgave, en aan haar man voor
een waarde van 150 pond. De twee
tasschen, waarin de kostbaarheden waren
geborgen, zijn uit een net in den eet-
wagen weggenomen.
Regen, bliksem en hagel gaan voort
eenige streken van Frankrijk te teiste
ren. In de Landes heeft een storm hoo
rnen en telegraafpalen uitgerukt en
De Daily Telegraph verneemt uit
Nieuw-York van een vreeselijk automo
bielongeluk, dat Maandag te Nashville
in Tennessee was gebeurd. Op een auto
wedstrijd reden zes auto's in een num
mer over 25 mijl. De bestuurder van
een tuf, rijdende met een 95 K.M. vaart,
zag, geen 200 M. voor hem uit, een
kleinen negerjongen, blijkbaar aan de
zorg van zijn moeder ontsnapt, op de
baan. De bestuurder wist den jongen
nog net te ontwijken, maar de tuf
slipte door het snelle uitwijken, reed
tegen een hek en toen tegen een ijzeren
paal. De bestuurder werd er uit geslin
gerd, maar kwam er vrij goed af. De
tuf kwam midden op de baan te liggen.
Drie auto's die de eerste vlak op de
hielen zaten, stortten alle drie, de een
na de ander, in den vernielden wagen
alle drie bestuurders werden gedood
een vierde auto reed, om de andere te
vermijden, tegen het hek op, en de
twee inzittenden werden zwaar gewond.
Het hof van Quebec heeft het verzoek
tot invrijheidstelling van Thaw inge
willigd. Thaw was dus voor een oogen
blik formeel vrij, maar hij werd dooi
de immigratie autoriteiten weer als on-
gewenschte vreemdeling gevangen ge
zet. Men verwacht dat Thaw naar de
Vereenigde Staten zal worden gebracht.
De bode van een bankinstelling te
Marseille werd op het oogenblik toen
hij met 100.000 francs in zijn tasch het
filiaal van de bank van het Crédit
Lyonnais verliet, door verschillende
bandieten overvallen en tegen den
grond geslagen. De bode riep om hulp
waarop verschillende personen kwamen
toesnellen. De bandieten namen de
vlucht zonder hun voorgenomen roof-
daad te hebben kunnen uitvoeren.
Naar uit Helsingfors wordt gemeld,
hebben roovers het postkantoor te Ala-
temas overvallen. Zij doodden de direc
trice en haar 15-jarige nicht en gingen
er met de kas vandoor.
Te Youngstown in Ohio is een jonge
arbeider het slachtoffer geworden van
een gevaarlijke „grap". Eenige zijner
kameraden verklaarden lachend, dat
Stumm te goed was voor deze wereld,
en daarom zoo spoedig mogelijk naar
een betere moest vertrekken. Voor de
„aardigheid" grepen zij hem aan, en
door onze kijkers opnemen konden, daalde
de nevel weder en onttrok hem aan ons
gezicht.
„Wat dunkt u, Davis, uit wat hoek zal
de bries komen, aJs ze opsteekt?" vroeg
onze kapitein den ouden bootsman, die in
dergelijke aangelegenheden zijn orakel was.
„Van de landzij zou ik denken," was het
antwoord.
Terwijl hij nog sprak, trok de nevel ander
maal een weinig op.
„En wat zegt ge van dat zeil vroeg de
kapitein verder.
„Dat moet „de Vlugge" wezen, met Hans
Brentzel aan boord.
Vanwaar de oude op dat vermoeden kwam,
weet ik niet, maar zijne woorden verwekten
eene algemeene opschudding bij ons aan
boord.
„Ge hebt gelijk, Da vis," riep onze kapitein
vroolijk uit, maar liet er eenigszins verdrietig
op volgen: „En wij hebben maar ééne boot,
om jacht te maken. Komt er wind, dan1
stuurt hij de kust langs en ontsnapt ons.
Dat heeft hij denkelijk wel berekend, toen
hij hier bleef en zeker weet hij ook, dat de
wachtbooten eene andere richting uit zijn."
Alle kijkers werden thans naar het punt
gericht, waar wij den smokkelaar gezien
hadden, terwijl wij zei ven, in dichter mist
gehuld, vermoedelijk voor hem onzichtbaar
bleven; doch wij konden niets meer ont
dekken.
„De knaap mag ons niet ontkomen," riep
onze commandant. „Mr. Robertson," zeide
hij hierop tot den oudsten zijner officieren,
„verzamel gij al het volk van de sloepen
en wapen het. Gij neemt het commando
van het schip over, want ik wil zelf met
de boot gaan. Komt er een bries, dan zet
gij alle zeilen bij en stuurt regelrecht op
den logger aan, want de schoft zal mij
denkelijk de handen vol geven."
Na het geven van deze orders, ging hij
haastig naar zijne kajuit, en keerde dadelijk j
met zijne pluimhoed op het hoofd en de
sabel op zijde terug.
„Mag ik meegaan vj*oeg ik en sloeg aan.
Hij zag mij een oogenblik aan en ant
woordde: „Ja, gij weegt niet zwaar en kunt
den degen even goed hanteeren, als een
ouder man."
De boot was spoedig gereed, en met krach
tige riemslagen vlogen wij in de richting
van den logger over de golven. De nevel be
gunstigde eenigen tijd onze nadering tot de
plaats, waar wij den vijand vermoedden,
want zien konden wij hem niet. Nooit
hebben zeelieden onder den brandenden
keerkringshemel zoo verlangend naar een
verkoelend zuchtje uitgezien, als wij thans
het voortduren van de windstilte wenschten.
Geen luid woord werd gesproken, alhoewel
wij wisten, dat de slag onzer riemen het
scherpe oor van den smokkelaar niet lang
ontgaan zou. Wij verdubbelden dus onze
inspanning, om hem te bereiken, toen de
nevel eensklaps door een zachte bries van
de landzijde verdund en de logger zichtbaar
werd. Wij herkenden „de Vlugge", en werden
ook door de op het dek aanwezige matrozen
bemerkt. Een paar minuten later kwam hij
in beweging, schoon 't wel scheen dat wij
sneller vorderden dan hij.
„Frisch geroeid, jongens," riep onze kapi
tein, daar 't zwijgen thans overbodig was;
frisch geroeid en de logger is ons."
Met alle kracht legde het volk zich op de
riemen en de bark streek nu vliegensvlug
over de blauwe golven, hoewel wij spoedig
bemerkten, dat wij niet meer zooveel op
den smokkelaar wonnen, al3 in het begin.
Niettemin waren wij hem tot op een kwart
mijl genaderd, toen wij een man op het
hakkebord zagen springen, die spottend met
den hoed naar ons zwaaide. Zelfs op dezen
afstand herkenden sommige matrozen, naar
hun zeggen, Hans Brentzel, dien wij allen
zeer goed kenden. Een oogenblik later werd
een sloep van boord gelaten. Hans Brentzel
droegen hem dan naar een nabijgelegen
spoorweg, waar zij hem op de rails vast
bonden. Terwijl men hiermede bezig
was, hoorde men plotseling uit de verte
een expresstrein aankomen. Men had
juist den tijd om den jongeman los te
binden, doch hoe men ook riep, dat hij
zou opstaan en wegloopen, Stumm bleef
onbewegelijk liggenhij hoorde de waar
schuwingen wel, doch de schrik was
hem in de ledematen gevaren, en had
hem totaal verlamd. Voor de anderen
te hulp konden snellen, had de express
den jongeling vermorzeld.
De politie heeft de betrokken perso
nen in hechtenis genomen.
Het openbaar ministerie heeft tegen
Brandt, den vertegenwoordiger van de
ftrma Krupp, en twee gewezen direc
teuren van Krupp, met standplaats te
Berlijn, een vervolging ingesteld wegens
omkooping van ambtenaren en verlei
ding tot verraad van militaire geheimen.
De zaak zal waarschijnlijk eind October
te Berlijn in behandeling worden ge
nomen.
Een volkstelling, op last van den paus
in het Vaticaan gehouden, heeft opge
leverd, dat er op het Vaticaansch ge
bied wonen 3247 menschen, de Zwit-
sersche, Palatijnsche en adellijke wacht
meegerekend.
Ter Oostkust van de Vereenigde Sta
ten heeft Woensdag een storm gewoed.
Uit Newport News komt thans bericht,
dat door het omslaan van een sloep drie
onderofficieren en vijf man van het slag
schip Nebraska zijn verdronken.
Ook gaat het gerucht, dat het stoom
schip Mobjack met bemanning en en
kele passagiers zou zijn gezonken.
Sulzer, de gouverneur van den staat
Nieuw-York, heeft, vermoedelijk om zijn
macht te beproeven, aan iemand die in
Januari tot een jaar gevangenisstraf was
veroordeeld, d© rest van zijn straf kwijt
gescholden, maar de directeur van de
gevangenis weigerden de gevangene op
een lastbrief van Sulzer vrij te laten.
De jeugdige prins Ceroesowo uit Mos
kou is der polietie in Venetië komen
vertellen, dat een meisje, waarmee hij
in een restaurant te Weenen had ken
nis gemaakt, hem in den trein van
Weenen naar Venetië een ring met edel
gesteenten, ter waarde van 60,000 gld.,
alsmede zijn gouden horloge afhandig
heeft gemaakt. Ze schonk hem onder
weg een glas likeur in, dat den prins
in slaap bracht. Toen hij ontwaakte,
sprong er in en roeide uit alle macht op
de kust aan.
Thans was onze commandant eenigszins
verlegen, wat te doen, tot hij driftig uitriep
„Hem na, jongens. Hem moeten wij
hebben
Maar hij bereikte het strand vóór ons en
ijlde, zoo hard hij kon, op een nabijgelegen
kreupelbosch toe.
„Zal ik er hem een achterna zenden?"
vroeg een van ons volk en hief 't geweer
op, dat hij naar zeemanstrant tusschen de
knieën had gehouden.
„Neen, neen, wij moeten den duivel levend
hebben!" zei de kapitein. „Hij kan ons niet
meer ontkomen."
Op dit oogenblik bereikten wij de kust;
de kapitein sprong aan land en riep:
„Hem na! Een vijfponds banknoot voor
die hem 't eerst pakt." Enkel een scheeps
jongen bleef als wacht bij de boot achter;
wij spoedden hem na en wierpen ons in
het kreupelbosch. Wij verdeelden ons in een
lijn en riepen elkaar voortdurend toe, doch
geen van allen scheen zeer begeerig, om des
kapiteins banknoot te verdienen. Een tijd
lang hoorden wij den smokkelaar voor
ons uit schreeuwen, wat ons hem met ver
dubbelde drift deed verbolgenmaar toen
op eens verstomde hij, en na eene jacht van
een half uur stonden wij aan den zoom van
het bosch, voor een wijde vlakte, waarop de
vluchteling zich onmogelijk verbergen kon.
Zoo was al onze moeite dus vruchteloos
geweest. Nog beraadslaagden wij, wat thans
aan te vangen, toen 't geroep van een onzer
kameraden ons naar de kust teruglokte, en
wie beschrijft onze ergernis en woede, toen
wij, die bereikende, onze eigen boot op de
golven zagen drijven, terwijl Brentzel met
forsche riemslagen naar zijn logger terug
roeide, die weldra buiten 't bereik van onzen
kotter was, welke door de windstilte nog
altijd onbeweeglijk op zijn plek werd ge
houden.
Uitgaven in Europa voor het landlegervoor de marine
Rusland 1060 mill. nik. 360 mill. mk.
Duitschland 940 460
Frankrijk 760 360
Engeland 560 900
Oostenrijk-Hongarije 460
Italië340
Andere landen 700
19 11
11 11
11 11
11 11
11 11
120
180
120