Het en Aiteaa, de Langstraat en de Bontmeiertvaard. Door Schade ei Schande. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3321. Woensdag 24 December. Wegens de Kerst dagen zal het no. van 27 dezer niet ver schijnen. 1913. Waar kamt de Kerstboom vandaan FELILLEn01\. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: par 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijsveihooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 7Vj ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. VOOR Hoe is de Kerstboom, zonder welken tegenwoordig geen Kerstfeest meer denkbaar is, een symbool der leilige Kerstvreugde geworden en wtaraan heeft zijn ontstaan te dankei Ziedaar een vraag, waarvan ie be antwoording niet zeer gemakkeyk is. Om de levensgeschiedenis vin den Kerstboom na te gaan, is het Joodig, de geschiedenis van tal van jaen her waarts op te slaan. Eerst kort na het jaar 1500 mtstond in Duitschland algemeen het gebruik, elkander met Kerstmis geschetken aan te bieden, hetgeen gepaard ;ing met een ander Duitsch gebruik, oprich ting van een gewijd boompjein vollen bloei het z. g. „Segensbaumhen". In een kuip met water plaatste men in de kamer een morelle- of kereboompje, voorzien van geurige bloesecs, dat ge durende den feesttijd het hits moest versieren en zegenen. Omsreeks het eind der 16e eeuw trad darvoor als surrogaat in de plaats een >enneboom, behangen met papieren bloeaen. Appels en suikerwerk voor de kiideren hing men aan zijn twjjgen. h het jaar 1605 zag men in het oudaStraatsburg voor de eerste maal zulk eei Kerstboom. Omstreeks het einde der 16e en het begin der 17e eeuw leeile daar een man, die van zijn eerste }ugd af daar gewoond had, met de to standen der stad bekend was en zich zeer intres- seerde voor alle kleine en seer belang rijke gebeurtenissen. Zijn naam is ons onbeknd, doch hij heeft enkele aanteekeninjen uit het jaar 1605 nagelaten, die hij in zijn vrijen tijd, zonder een lepaald doel scfaünt te hebben gemaakt Hij verhaalt o.a. van he Kerstfeest Met Kerstmis plaatst mn te Straats burg in de huizen een deooboomdaar- t»- iX '".l- uien rozen, ge'nipt van veel kleurig papier, appels, uwels, klater goud, suiker, enz. Men deegt daarom heen een vierkant raamte maken enz. Spoedig kreeg intmchen ook de Kerstboom zijn kerkelke bestrijders. ALICE BN CLAUE ASKEW. 26) „Feitelijk is er geen reuk tusschen de familie en mij, en ik sn hier maar „op proef". Als ik niet zoojeheei afhankelijk van mijn vader was, zo ik er wel een eind aan maken. Ik veroncrstel, dat ik den een of anderen dag, waneer mijn „straf" lang genoeg geduurd eeft, naar huis zal geroepen worden, en dn hoop ik, dat de hemel my zal bijstaanen mijn talent voor teekenen mij in staal zal stellen, om te weigeren. Wanneer iiop Chalton terug kom, moet het uit vrj beweging zijn op een uitnoodiging, gn bevel. Laat hen intusschen doen wat i verkiezen ont erven kunnen zij mij iet, dat is een troost, maar wat zal ik doei met het landgoed, wanneer het mij zal oebehooren Doch hierover wil ik niet meje praten, Veronica, want ik weet, dat je ijn beschouwingen afkeurt, en deelt in le meening van de familie, dat ik een dms en een warhoofd ben anders had je tij wel geholpen in die zaak met James. „Wij zullen altijd vrnden blijven, zooals je zegt je bent hetenige lichtpunt in mijn somber verleden- jij, en misschien Jessica ook. Jessica i»ok een beste meid, als zij de Holtsche vooordeelen een beetje kan afschudden. Maaik begin een nieuw hoofdstuk in mijn leu, en wil liever niet terugzien. „Het spyt mij, datk geen afscheid van Een beroemd Straatsburger theoloog, Johann Carl Dannhauer ijverde er in 1642 ten sterkste tegen. Hij schrijft „Onder andere uiterlijke vertooningen, waarmede men den ouden Kersttijd dikwijls meer dan met Gods Woord doorbrengt, moet ook gerangschikt worden de Kerst- of denneboom, dien men in de huizen plaatst, denzelve met poppen en suiker behangt en daarna leegschudt. Waar deze gewoonten van daan komt, weet ik niet, het is een kinderspel. De ijverige Straatsburger kreeg bij stand van de Spree: Georg Grabow, conrector aan het gymnasium te Keulen a.d. S. gaf een werk uit, waarin men o.a. leest „Wij zijn nog niet geheel en al be vrijd van den aankleve der afgoden- dienarij. Yan den ouden zuurdeesem is bij ons nog de poppenkraam over gebleven, die dikwijls aan de stichte lijkheid veel afbreuk doet en vele dwaas heden na zich sleept. Onder andere beuzelingen, waarmede men het Kerst feest dikwijls meer dan met Gods Woord en heilige oefeningen doorbrengt, heeft men ook den Kerst- of denneboom, dien men in de huizen opricht, met poppen en suiker behangt om hem daarna te doen leegschudden en berooven. Waar dit gebruik vandaan komt, weet ik niet". Sedert de eerste helft der 18e eeuw beginnen de mededeelingen betreffende het gebruik van den Kerstboom tal rijker te worden. Volgens eene vermel ding van Jung Stilling zou de Kerst boom eerst tijdens de jeugd van den schrijver in zwang gekomen zijn. In de litteratuur wordt het eerst van den Kerstboom gewag gemaakt door Goethe m „Werthers Leiden" (l774). Wij lezen daarin „De groote gebeurtenis is nabij, den 20en December, des avonds, op den Zondag vóór Kerstmis brengt Werther een bezoek aan Lotte. Hij vindt haar alleen. Zij was bezig, eenig speelgoed te rangschikken, dat zy aan haar kleine zusters als Kerstgeschenk wilde geven. Hij sprak over het genot, dat de kleinen zouden smaken eo van den tijd, toen de onverwachte opening der deur en de verschijning van een opgesmukten boom vol lichtjes, suikerwerk en appels, iemand nog in een hemelscbe verruk king bracht. „Gij zult" zegt Lotte, ter wijl zij haar verlegenheid door een aan- je heb genomen. Ik dacht, dat het je niet, kon schelen en dat je tegen mij partij had gekozen. Maar nu zeg ik je vaarwel, lieve Veronica, totdat wij eikander wederzien en wanneer dat zijn zal, weet alleen de hemel." Veronica schreide om dien brief, want zij las duidelijk tusschen de regels door, dat Launcelot de briefwisseling met haar niet wilde voortzetten. En dien avond hoorde haar moeder, die in een kamer naast de hare sliep, haar snikken, en kwam naar haar toe, om te vragen wat haar scheelde, en aan haar vertrouwde Veronica haar leed toe. „Ik heb hem altijd liefgehad, moeder, reeds toen wij als jongen en meisje samen omgingen, want reeds toen begreep ik, dat er iets in hem was, dat onderdrukt werd; en dat hij zijn beschroomdheid wel zou overwonnen hebben en een gewone jongen zou geworden zijn, als hij maar niet altijd was uitgelachen of afgesnauwd. Ik zag wel, dat hij zich in een andere richting ontwik kelde, en dat was de verkeerde richting, en hoe meer hij verkeerd begrepen werd, hoe meer die kant te voorschijn kwam. Ik voelde dat alles anders geweest zou zijn, als hy een moeder had gehad, die van hem hield. En daarom wilde ik voor ham zorgen, en lang heb ik mij verbeeld, dat ik hem op die manier liefhad. Maar eindelijk begon hij mij te schrijven uit Oxford en in zijn brieven zeide hij dingen die mij deden denken dat hij van mij hield en toen voelde ik plotseling wat myn liefde voor hem eigenlijk was." Zij vleide haar hoofd tegen haar moeder aan. Het deed haar goed, haar hart te kun nen uitstorten. En zij vertelde alles: hoe zij gemeend had, dat Launcelot haar ten huwelijk zou vragen, doch hoe zij hem bij minnig lachje verborg, „gij zult ook uw geschenk hebben, indien ge heel lief zijt; een waskaars en nog iets" Schiller heeft in zijne werken nim mer een Kersttafereel geschilderdhij hield echter van het feest en den boom met de lichtjes. Eindelijk vond de Kerstboom ook den weg naar de Kerstmarkt. In 1807 be vond hij zich op de markt te Dresden geheel naar den eisch versierd met glinsterend klatergoud, bonte papier knipsels, gouden vruchten en kaarsen. Men wil, dat Luther den Kerstboom reeds kende, men heeft zelfs beweerd, dat hij er de uitvinder van was. Dit is echter niet bewezen. Omstreeks 1830 had de Kerstboom bijna geheel Duitschland veroverd en ongeveer terzelfde tijd overschreed hij de Duitsche spraakgrenzen naar het zuid-oosten en drong Hongarije binnen. Thans is de Kerstboom over geheel Euiopa, over de geheele beschaafde wereld verspreid. In het Protestantsche noorden is hij echter meer in zwang, dan in het Katholieke zuiden, ofschoon de Kerstboom zelfs de grenzen van het geloof heeft overschreden. In de huizen van verscheidene deftige Joodsche fa milies schittert de Kerstboom op den avond, die voor den Israëliet zonder beteekenis is, en in de wereld der let terkunde is een Kerstfeest zonder Kerst boom iets onmogeiyks geworden. In Noord-Amerika wordt de Kerstboom reeds van ijzer vervaardigd. Door den hollen stam en de holle twijgen stroomt het gas en waar vroeger de dopjes voor de kaarsen stonden, daar heeft men thans slechts een kraantje te openen, waaruit de vlam haar voedsel ontvangt. Zelfs de electrische draad slingert zich reeds om den boom en kleine gloei lampjes inpeervorm werpen hunne licht stralen door de groene twijgen. Een mechaniek doet den boom langzaam ronddraaien en een door hetzelfde me chaniek bewogen speeldoos geeft meer luister aan de feestvreugde, die met dat al veel van haar poëzie heeft verloren. Buitenland. De pogingen der monarchisten in Portugal om het koningschap te her stellen zijn tot dusverre in de kiem gesmoord omdat de republikeinsche regeering steeds op de hoogte bleek van de plannen harer tegenstanders. In den laatsten tijd was uitgelekt hun eerste ontmoeting na zijn terugkomst door een onbeduidende kleinigheid belee- digd had, en hoe zij dien dag aan zijn gedrag had bespeurd, dat hij niet wist, wat ware liefde was. Met een zucht schoof mevrouw Kenley den brief weg, dien haar dochter dien dag had ontvangen. „Ik vrees, dat het de waarheid is, Vero nica," zeide zij met de zachte, sympathieke stem, die haar bij iedereen bemind maakte. „Als Launcelot iets om je gaf, kon hij zóó niet schrijven. Je doet beter, met hem te vergeten, mijn lieveling, want het is hard, lief te hebben, zonder wederliefde te ont vangen." Doch Veronica schudde het hoofd. Ver geten lag niet in haar aard. „Eens zal hij tot mij terugkeeren, moe der," zeide zij, evenals zij tegen Jessica had gezegd doch misschien gebeurt dit pas, als wij oud zijn te oud voor liefde, zooals de wereld die opvat." Zij keek op, flauw door haar tranen glimlachend. „De arme Launcelot moet door schade en schande wijs worden, en dit zal hem strijd en tranen kosten; doch zijn goede eigenschappen zullen er door aan het licht komen, en wat het hem ook moge kosten, hij zal als een man uit den strijd te voorschijn treden. Dan is mijn tijd daar, moeder, en tot zoolang moet ik wachten." Een andere moeder zou misschien haar dochter beknord hebben om zulke onzinnige denkbeelden, en haar best hebben gedaan, om het aanzoek van een ander te steunen, al was het maar uit trots. Doch mevrouw Kenley was nu eenmaal een gevoelsmensch, meer dan een vrouw van de wereld. Zij troostte haar dochter met vriendelijke woord- j es, wees erop, dat zij al thans elkander hadden en duidde aan met een glimlach dat dat zij zieh daarbij bediende van een spion, Homero Lencastre, die zich uit gevend voor monarchist, lijsten aan legde van allen die zich voor de be weging wilden spannen. In de Daily Chronicle heeft de Engelsche journalist Gibbs aangetoond dat Lencastre bij zijn speurdersdienst niet eens nauwgezet te werk ging, en op zijn lijsten ook de namen zette van hen, die hem persoon lijk vijandig gezind waren. Hij heeft zich met die praktijken, waardoor tal van onschuldigen in de gevangenissen zijn geworpen, zoo gehaat gemaakt, dat hij uit Lissabon gevlucht is over de Spaansche grens. Aan den chauffeur, die de auto, waarin hij vluchtte, bestuurde, heeft Lencastre verzekerd dat hij nooit weer in Portugal terugkeert. Door den krijgsraad te Straatsburg is luitenant baron v. Forstner, bekend door het voorgevallene te Zabern, we gens onrechtmatig gebruik van wapenen, (zware mishandeling van den kreupelen schoenmaker) veroordeeld tot 43 dagen gevangenisstraf. Uit het getuigenis va"n den kreupelen schoenmaker Blank bleek, dat hij zich alleen heeft willen losrukken, om naar zijn werk te gaan en volstrekt niet, om den bloeddorstigen luitenant aan te vliegen. Van noodweer, zooals de conserva tieve en Alduitsche pers het had voor gesteld, is dus voor luitenant v. Forstner geen sprake geweest. Hij heeft op den stumper ingehouwen, terwijl soldaten hem bij de polsen hielden en anderen hem omringden. De advokaat van v. Forstner heeft trouwens zelfs het beroep op noodweer laten vallen en voor den beklaagde als verzachtende omstandig heid aangevoerd, dat hij handelde Vol gens de bevelen van zijn kolonel. De krijgsraad heeft deze verontschuldiging geldig verklaard en aan v. Forstner daarom de lichtste straf opgelegd. En de heele Duitsche pers is het er over eens, dat kolonel von Reutter, die zich tusschen Kerstmis en Nieuwjaar voor den krijgsraad zal hebben te verant woorden als verantwoordelijk persoon van de te Zabern begane onwettigheden, nu de grootste schuld treft. Een officier, die niet „kranig" genoeg optrad, liep immers gevaar, om voor den raad van eer gedaagd te worden. Verschillende burgerlijke getuigen uit Dettweiler verklaarden nog, dat de soldaten Blank erger behandeld hadden dan een stuk vee. Anderen vertelden, dat de soldaten door Dettweiler getrok ken waren onder het zingen van een lied, waarvan de woorden zoo schunnig zijn, dat de bladen ze niet willen ver melden. Luitenant v. Forstner, die op wanneer Veronica mettertijd alleen in de wereld zou staan, en misschien reeds vroeger, Launcelot zijn les zou geleerd hebben en de wijsheid zou verworven hebben, die hij stellig nu nog niet bezat. En zoo sliep Veronica dien avond rustig in, wat zij zeker niet zou gedaan hebben, als haar moeder haar om haar ongevraagde liefde had berispt of uitgelachen. Doch mevrouw Kenlejr lag wakker totdat de dag aanbrak, en bad voor haar kind, die haar liefde had geschonken aan een man, die door schade en schande wijs moest worden, eer hij die liefde leerde waardeeren. En het duurde lang, want na vijf jaren waren Launcelot en Veronica elkander nog niet nader gekomen. De tijden waren nog niet vervuld. XIV. „Daar zal een geweldig standje van komen," mompelde Launcelot Holt, met een satirieken glimlach om zijn fijne lippen. „Het wordt weer net als vroeger. En dan weet de Squire nog niet eens het ergste van zijn standpunt beschouwd tenminste. Dat heb ik voor een extraatje tot het laatst bewaard. Ik vermoed dus, dat er een storm, een cycloon, om mijn onschuldig hoofd zal losbarsten maar ter wille van Ida zal ik weerstand bieden." Launcelot keek door het portierraampje van het rijtuig, dat hem van zijn kamers in Bloomsbury bracht naar het huis in Queen's Gate, dat zijn vader onlangs gehuurd had. Wat hij zag was niet bemoedigend. Het had den geheelen dag hard gesneeuwd en het verkeer was zeer bemoeilijkt. Het rijtuig kwam slechts langzaam vooruit, en werd herhaaldelijk door sneeuwvlagen tegenge houden. De wind was vinnig koud, en Launcelot, altijd bijzonder gevoelig voor wisseling Tan temperatuur, huiverde, en het stuk van de militaire eer zoo ge voelig ie, schijnt echter niet het minste bezwaar gevoeld te hebben, om met zulk een gezang achter zich aan, aan het hoofd van zijn troep door het vreed zame dorpje te trekken. Men weet, dat de hoofdwond van Blank geheeld en hij weer aan het werk is. Dit was mede een reden, waarom de krijgsraad niet boven de lichtste straf behoefde te gaan. Als men echter leest, hoe de man zich eigenlijk niets wist te herinneren, ook niets van de ergerlijke mishandelingen waaraan hij bloot heeft gestaan, zou men toch ge neigd zijn om te gelooven, dat zijn brein er niet ongekrenkt af is gekomen. Uit Sjanghai komt bericht van een drama, dat zich bij Reef-Island heeft afgespeeld. Het Chineesche stoomschip Tak Joei met 150 passagiers en een bemanning van 58 koppen aan boord, liep op een onderzeesche klip. Honderd- vier-en-zeventig personen verdronken. Onder de 34 geredden zijn 2 Europeanen. Blijkens een verklaring van den gezag voerder liep de Tak Joei met volle vaart op de rotsen. Onmiddellijk ont stond er een paniek. De koelies klom men in de booten, zoodat deze niet kon worden uitgebracht; ook werd er geplunderd. De kapitein, de eerste officier, de hofmeester en de kwartiermeester dreven 11 uur lang op een vlot rond, al dien tijd blootgesteld aan zware zeeën. Ten slotte dreef het vlot in Louisa-baai, waar de schipbreukelingen werden gered. Zij waren totaal uitgeput, en hadden allerlei kwetsuren bekomen. Een andere schepeling dreef op een plank naar den wal, terwijl nog weer anderen Reef Island wisten te bereiken. Verder werden nog personen gered door een Japanschen kotter, de Jeijo Maroe. Het comité der handelskamers van Antwerpen en Brussel heeft Zaterdag zijn eerste algemeene vergadering ge houden, met het doel het beste tracé van aansluiting tusschen de Schelde, de Maas en den Rijn te zoeken. Aan die vergadering namen schrijft het Hbld. v. Antwerpen deel ver tegenwoordigers van Staat en stad, van de maatschappij Brussel-zeehaven, no tabelen uit de handelswereld, enz. M. Helmershausen, Pruisisch staats- ingenieur, beschreef het plan door den kring van Aken opgemaakt en dat uit gaat van Bonn, door Westfalen loopt, vertakkingen heeft op Duren, Ersch- weiler, Stolberg en Aken, daarna door Nederlandsch Limburg loopt en uitwa- tert in de Grens-Maas. Spreker heeft op de economische voor trok den kraag van zijn pelsjas dichter om zijn hals. Een klok in een winkelkast wees bijna acht uur. Om acht uur was hij uitgenoodigd misschien was bevolen een beter woord om te komen eten. Zonder deze soort van oproeping zou Launcelot niet eens geweten hebben, dat zijn vader in Londen was. Squire Holt had een hekel aan het stads leven, en slechts bij zeer zeldzame gelegen heden liet hij zich weglokken van zijn land goed, het kleine koninkrijk, waar zijn voor ouders honderden jaren onafgebroken ge regeerd hadden. Chalton Coombe verlaten in den jachttijd? Dat in geen geval. Was het voor Jessica beslist noodig, een paar maanden in de stad door te brengen, best, hij zou een huis huren, waar Jessica met haar moeder kon wonen, maar hem zouden zij niet veel zien; hij bleef liever met Mark in Lincolnshire. De laatste paar dagen was er door geheel Engeland veel sneeuw gevallen; De Squire kon dus niet op de jacht gaan, maar dit was nog geen voldoende verklaring voor zijn plotselinge komst in Queen'B Gate. Launce lot kende de ware reden zeer goed. en maakte zich gereed, den onverinijdelijken storm te trotseeren. Hij wist, dat hij geheel alleen zou staan. Sympathie van zijn stiefmoeder, of van zijn stiefbroeder Mark als deze tenminste ia de stad was kon hij niet verwachten. Jessica, zijn stiefzusje, had zijn tekortkomin gen altijd met toegevendheid beschouwd, maar in het bijzijn van haar ouders zou zij in geen geval zijn partij durven kiezen. In werkelijkheid bekommerde hij zich alleen om den Squire. Die zou waarschijn lijk alleen den aanval leiden. John Holt was gewoon, zijn eigen zaken te behandelen. UlrJö VAN ALTEN/ DOOR Wordt vemotffd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1913 | | pagina 1