He! Land van Neusden en Aitena, de Langstraat en de iorome]
Door Schade en Schande.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3335. Zaterdag 14 Februari, 1914.
Plaatselijke Keuze.
FEUILLETON.
Q.
'^T lAm VAN ALT^
VOOE
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 77j ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Daar is, vooral in den laatsten tijd,
een steeds steikere beweging in ons
land opgekomen, die zich ten doel stelt
paal en perk te stellen aan de gebruiks-
gelegenheden voor alcoholische dranken.
Deze beweging vindt hare benaming in
het uitheemsche local-option", dat in
Nederlandsch overgezet, Plaatselijke
Keuze heet. Onze leters weten, naar zij
in ons blad hebben gelezen, wat met
deze woorden in ruimeren en in enge-
ren zin bedoeld wordt.
De quaestie is eene van beslist al
gemeen belang, en raakt zoo goed de
geheel-onthouders, de matige gebruikers
als natuurlijk hen, die veel ge-, ja mis
bruik maken van den drank. Het gaat
niet aan het ouderwetsche standpunt in
te nemen, dat het u niet raakt, war
uw büurman doet of nalaat te doen.
De tijden zijn waarlijk voorbij, dat een
eng opgevatte bezorgdheid voor eigen
heil en welstand, dat een kortzichtig
materialisme in staatkundige en maat-
schappelyke levensbeschouwing, er de
eene categorie van burgers toe dreef,
om van de nooden en behoeften van
de andere categorie zoo op stoffelijk als
zedelijk terrein, geen of onvoldoende
notitie te nemen. Sedert de inzinking
op het gebied der verantwoordelijkheid
van allen voor allen, waarvan nog de
vorige eeuw getuigde, klinkt thans meer
en meer de heerlijke leuze door alle
beschaafde landen, dat men niet alleen
zijn broeders hoeder mag, maar ook
moet zijn. En waar vraagstukken aan
de orde gesteld worden van zulk een
overwegend belang, als dat hetwelk be
lichaamd is in de local-option-beweging,
vraagstukken die zoowel uit sociaal als
politiek, zoowel uit medisch als gods
dienstig oogpunt, ten nauwste betrek
king hebben op het waarachtig welzijn
des volks, daar is een zich ®nttrekken
aan de verantwoordelijkheid mede te
moeten bijdragen tot de oplossing dier
vraagstukken, niet geoorloofd. Dat
velen in den lande, die verantwoorde
lijkheid gevoelen en er, naar de mate
hunner krachten, naar handelen, be
wijst juist die thans alom aan de orde
gestelde quaestie der Plaatselijke Keuze.
Het is niet de plaats hier in een
breedvoerige uiteenzetting nog eens de
bekende argumenten der voor- en der
tegenstanders van P. K. te ontvouwen.
Een enkele opmerking zij ons vergund.
Tegenover de argumenten van on
ALICE EN CLAUDE ASKEW.
40)
Weet je wat ik bedoel, lieve?"
Veronica boog het hoofd. Zij was te eerlijk
om zich te houden, alsof zij hem niet be
greep.
„Ja, Launcelot, ik weet het. Jaren geleden
heb ik voorspeld, dat het zóó zou gaan,"
voegde zij er fluisterend bij, „dat jij en ik
elkander zouden begrijpen, als het te laat
was."
„O God, vergeef mij 1"
Als een snik rees het uit zijn borst op
toen begon hij plotseling te lachen, en de
tegenstelling was pijnlijk om te hooren.
„Draai het licht op, Veronica, en laat
ons vroolijk zijn. Ik ben een pas getrouwd
man. Ik heb een vrouw, aan wie ik nog
niet voorgesteld ben. Is dat niet grappig?
Lach je niet mee? Het is een kolossale grap.
Breng haar hier ik moet haar toch eens
zien. Ik weet zelfs niet hoe zij heet stel
je voor ik weet den naam van mijn
vrouw niet eens!"
Veronica ging niet heen, eer hij in een
andere stemming was. Ba later stuurde zij
zijn vrouw naar hem toe.
XVHI.
„Ik ben blij dat je vandaag kon over
komen, Hornby. Om de waarheid te zeggen,
wilde ik graag eens met je praten."
roiskenbaar groote moreele waarde,
welke door de voorstanders in den strijd
worden aangevoerd, wordt door de tegen
standers op een zeker almede zeer be
langrijke, zij het dan ook zuiver stof-
fwlyke beweegreden gewezen, nl. de
omvangrijke inkomsten, die de staat uit
het gedistilleerd trekt, en welke deze,
althans uit dien hoofde, zal moeten
derven. Wij laten hier bovendien on
besproken de positie, waarin tal van
burgers zouden komen, wier bestaan
thans, direct en indirect ten nauwste
samenhangt met den handel in het klein
en het groot van alcoholische dranken.
Dan blijkt, dat de Nederlandsche schat
kist in het thans beëindigd fiacale
jaar, uit het gedistilleerd de som van
f 28.902.710,50 als bate heeft kannen
boeken. Deze bate is daarenboven de
grootste van alle, die den staat, uit
welker hoofde ook, in dit jaar ontving.
Zij is derhalve gelijk bekend, van het
grootste gewicht voor de handhaving
van het evenwicht in onze staatsfinan
ciën, daar geen der andere 24 rijks
middelen tot haar eind cijfer stijgt.
Men versta ons niet verkeerdbij
de botsing van zedelijke en stoffelijke
belangen, zal ieder die het wel meent
met ons volk, onvoorwaardelijk aan
de zijde der eersten staan. Maar men
zij daarbij echter niet blind ook voor
de stoffelijke belangen, zonder welke
geen enkel volk zal kunnen gehandhaafd
blijven. Door een der belangrijkste
kanalen voor de schatkist af te sluiten,
ontheft men zich niet van de verant
woordelijkheid voor de gevolgen, die
daaruit kunnen voortvloeDn. Zeer zeker
valt het ernstig te betreuren, dat de
staat uit een zijner Middelen, die onge-
twyfeld niet de meest sympathieke is,
zulk een groot bedrag zyner inkomsten
trekt en trekken moet om de balans
van de rekening van staat te doen
sluiten. Slechts een geleidelijke en uit
den aard der zaak uiterst langzame
verplaatsing van zulk een zwaartepunt
in net financieel-economisch leven van
een volk, zal moeten plaats vinden, wil
het evenwicht niet schromelijk verstoord
worden in de staatshuishouding. Men
heeft dit groote belang niet altyd even
juist in het oog gehouden.
Inmiddels is het niet de bedoeling
hier nogmaals de argumenten na te
gaan van het voor en tegen, aange
voerd van weerszyden in de elkander
zoo scherp bestrijdende rijenworde
volstaan met te constateeren, dat men
zich erop beroemde, dat hij nooit in zijn
leven een dag ziek was geweest, zou nu niet
gemeend hebben, denzelfden man vóór zich
te zien.
Hij was nog slechts de schaduw van het
geen hij vroeger geweest was. Zijn forsch-
heid en zijn kracht waren verdwenen, en
zijn wangen waren slap geworden. Zijn
gezicht was nog altijd rood, maar het was
niet de kleur der gezondheid. Zijn haar was
dunner, zijn oogen waren doffer geworden.
Hij was nooit weer dezelfde man gewor
den, nadat hij, nu zeven jaar geleden, in
zijn woede een aanval van beroerte had ge
kregen. Schijnbaar was hij hersteld, doch
de vroolijkheid en de levenslust van vroeger
waren weg.
Het lot had den Squire al even meedoo-
genloos behandeld als Launcelot. In zijn
trots had hij gezegd, dat hij wilde blijven
leven, om zijn zoon zijn erfenis te ontnemen,
en zijn aanmatiging was gestraft. Hem werd
getoond dat hij evenmin als iemand anders
het noodiot kon tarten.
Toch wilde hij zelfs nu nog niet erkennen
dat hem iets scheelde, en telkens opnieuw
verzekerde hij zijn vrouw en Mark, dat zij
niet bang behoefden te zijn, dat Launcelot
en zijn „straatmeid" ooit in het bezit van
Chalton Coombe zouden tomen, want hvj
was sterker, en Launcelot's uitspattingen
moesten diens levens verkorten.
Zij zagen immers wel, hoe voorzichtig
hij, de Squire, leefde. Dagelijks gebruikte
hij medicijnen, waar hij zoo'n hekel aan
had, en waarmee hij vroeger altijd gespot had.
Dan had hij sommige liefhebberijen op
gegeven, omdat er wel eens gevaar aan ver
bonden kon zijn. Hij was altijd een stoute
ruiter geweest, de eerste op de jacht, maar
dat was nu geheel voorbij. Als hij er eens
op uitging, dan was het op een sukkeldrafje,
op een van de makste paarden uit zijn stal.
over en weer pal staat en geen kamp
geeft.
Doch liever dan op hetgeen hen scheidt,
zy gewezen op hetgeen voor- en tegen
standers der P.K. vereenigingen, althans
nader tot elkander brengen kan een
terrein waar ook zy elkaar de hand
kunnen reiken: dat der individueele
verheffing. Immers, wanneer van jongs
af aan de zelfzucht bij den enkeling
geleerd en aangekweekt wordt, wanneer
met volle behoud zijner individualiteit
hij leere, de meester te zijn van
zich zelf, dan zullen geen dwangmid
delen, noch van andere zijde van noode
zijn, hem te doen afhouden van dat,;
wat schadelijk geacht kan worden aan
het respect voor zich zelf.
Want men meene niet, dat door
sluiting van desnoods alle gelegenheden
in ons land, waar alcoholische dranken
verschaft worden, het „drinken" voor
goed uit onze samenleving verdwenen
zal zijn. Geen algemeene dwangmaat
regel kan ooit zoo scherpzinnig worden
vastgesteld, of de scherpzinnigheid van
het individu, dat misbruik maken wil,
zal er een uitweg op weten en tot
schade van zich zei ven triomfeeren.
Slechts dan waaneer hij geleerd zal
hebben, dat hierin de overwinning op
anderen te b 'halen, de grootste neder
laag voor hem zelf heteekent, zal hij
aflaten van zijn eigen vijand te zijn.
Want het zwaartepunt ook ia den strijd
voor de belangen van een yolk, waarvan
de P. K. beweging slechts een deel uit-
neaakt, ligt nog ironie in de verheffing,
zedelijk, geestelijk en stoffelijk, van het
individu. Ziedaar het terrein waar wij
allen elkander ontmoeten en de hand
kunnen reiken.
Buitenland.
Kasso, de Russische minister van
volksopvoeding, sedert langen tijd huis
vriend bij Denissof, lid van den Rijks
raad, stalmeester des Tsaren en voor
zitter van de St. Petersburgsclie kamer
van koophandel, gebruikte die vriend
schap om met Denissofs vrouw echtbreuk
te plegen.
Eenige weken geleden waren de twee
zoons van Denissof, studenten aan de
St. Petersburgscke universiteit, er achter
gekomen, dat de minister met hun
moeder een heimelijke samenkomst in
een restaurant had afgesproken. Zij be
trapten het paar en dienden den minister
ten aanschouwe van het publiek een pak
slaag toe.
Hij, voor wien het leven in de open lucht
een behoefte was, zat nu veel in huis. Hij
was bang voor kouvatten, of voor te groote
inspanning. Hieraan hadden mevrouw Holt
en Mark veel schuld zijn leven was zoo
kostbaar, dat hij, naar mate hij zich zwakker
toonde, ook meer vertroeteld werd.
Wat hem ontbrak was frissche lucht en
de terugkeer tot zijn vroeger krachtig leven.
Doch dit werd hem geweigerd en hij ont
zegde het zichzelf. Er was iets tragisch in
het feit, dat hij zichzelf vermoordde in den
strijd om zijn leven te verlengen.
Er kwamen ook vele andere zorgen bij.
Er waren moeilijkheden op Chalton Coombe,
waarmee Launcelot ditmaal niets te maken
had, want deze had, na de breuk met zijn
vader, zijn ziekte en zijn huwelijk met „die
straatmeid", nooit getracht met zijn familie
in aanraking te komen; hij had nooit den
geringsten onderstand van hen ontvangen,
en had in geen enkel opzicht zijn bedreiging
om het hun lastig te maken ten uitvoer
gebracht.
In het bijzijn van den Squire mocht zijn
naam niet genoemd worden. Hij bleef een
dreigend beeld in de toekomst dat was
alles
Er was een groote intimiteit ontstaan
tusschen den heer Holt en dokter Hornby
Sir Frederick Hornby heette hij nu, en hij
was een rijk en geëerd man geworden. Al
den tijd dien zijn werkzaamheden in Lon
den hem overlieten, bracht hij nog altijd
door in zijn huis te Chalton, en dikwijls
kwam hij bij den Squire de lunch of het
middagmaal gebruikeu. Hij was niet diens
lijfarts en kon zich dus niet met zijn be
handeling bemoeien, doch als vriend had
hij hem reeds dikwijls gewaarschuwd, dat
hij niet op den goeden weg was om zijn
gezondheid te bewaren. Zijn waarschuwin
gen werden echter in den wind geslagen,
Ofschoon het zelfs in Rusland voor
een minister van volksopvoeding niet
aangenaam is, om in een nachtcafé door
twee studenten op echtbreuk met hun
moeder te worden afgeranseld, verscheen
toch minister Kasso bij de ontvangst
der afgevaardigden van de Zemstwo's
in het winterpaleis, waaruit kon worden
opgemaakt, dat de zaak in de doofpot
zou worden gestopt. Officieus werd be
kend gemaakt, dat men met een ge meene
poging tot afpersing van de studenten
had te doen.
Maar nu werd Denissof dezer dagen
uit de Rijksraadzitting geroepen. De
politie had bericht gekregen, dat zijn
zonen wegens den smaad, der familie
toegebracht, zelfmoord wilden plegen.
De vader snelde naar huis en bezwoer
zijn kinderen van hun plan af te zien.
De oudste beloofde dat, maar de jongste
snelde het vertrek uit en schoot zich
een kogel door het hart. Voorafhadden
zij beiden aan alle ministers, leden van
den rijksraad en redacties van de bladen
een geschrift gestuurd, waarin zij in 22
punten Kasso aanklaagden.
Bij het vervoer van het lijk van den
jongsten zoon uit het ziekenhuis naar
het woonhuis heeft de politie, door alle
studenten uit het publiek te verwijderen
en op andere wijze onhandig op te treden,
er voor gezorgd, dat het schandaal nog
meer de de aandacht trok, dan anders
toch reeds het geval zou zijn geweest.
De oudste zoon wordt door geestelijken
bewaakt, om te voorkomen, dat ook hij
zelfmoord pleegt.
Niettegenstaande dit alles schijnt het
sterk te betwijfelen of dit nieuwe schan
daal Kasso's positie schaden zal.
Te Lodz (Rusland) heeft men een
huis van ontucht ontdekt, werwaarts
Duitsche kinderjuffrouwen werden ge
lokt. Nadat de meisjes waren onteerd,
werden ze aan ontuchtige inrichtingen
in het buitenland verkocht.
De eigenaar van het huis is gevangen
gezet. Evenzoo zekere multi millionair
Weichmann, de leider van het heele be
drijf. Weichmann, verzocht tegen borg
tocht van 600,000 gld. op vrije voeten
te worden gesteld. Dat verzoek is niet
ingewilligd, omdat men zijn vlucht
vreesde.
Dinsdag zijn over een groote uit
gebreidheid van Noord Amerika aard
schokken waargenomen, zoo b.v. in Pa
nama, St. Louis, Toronto en Brooklijn.
Het schijnt echter dat de schokken
nergens bijzonder krachtig zijn geweest.
Te Binghampton, in den staat New-
York, is een man door vallend puin
gedood, terwijl te Toronto een vrouw
uit haar bed werd geslingerd.
want de invloed van mevrouw Holt was
machtiger dan Hornby's belanglooze raad
gevingen.
Ditmaal was Hornby tegen den middag
gekomen en had den Squire alleen gevon
den. Mevrouw Holt, Mark en zijn vrouw
want Mark was reeds een paar jaar ge
trouwd waren juist in de auto vertrok
ken om te lunchen bij Jessica en haar man,
Douglas Merridew, die te Marthampton
woonden, want de heer Merridew had zijn
huis als huwelijksgeschenk aan het jonge
paar gegeven.
Een ritje van twintig mijlen was te lang
gevonden voor den Squire, en daarom was
hij thuisgebleven. Met zijn gezondheid was
ook zijn koppige wil gebrokennu regeerde
mevrouw Holt op Chalton.
De twee heeren wandelden over het ter
ras, want Hornby zou blijven lunchen. Het
was een heerlijke zomerdag, Btralend van
zon, maar de heer Holt had toch een lichte
overjas aan iets waarover hij vroeger
evenmin zou gedacht hebben als over rijden
in een auto. Nu waren jas en auto beiden
in gebruik en Chalton Coombe was electrisch
verlicht.
„Wilde u mij spreken, Squire?" vroeg
Hornby.
Niemand zou in den deftigen, glad ge
schoren heer met de even grijzende haren
den jongen dokter herkend hebben, die in
de dorpsherberg billard speelde met den
kastelein en een handelsreiziger. Op staat
kundig gebied behoorde hij bij de liberale
partij, doch volstrekt niet tot de uiterste
richting.
De heer Holt scheen een poosje te over
leggen, vóór zich op den grond kijkend,
wandelde hg langzaam voort.
„Ja," zeide hij eindelijk. „Ik ben blij, dat
wij eens alleen zijn. Er ziju niet veel meu-
schen, die ik vertrouw, Hornby, maar ik
Naar de Daily Telegraph uit Weenen
verneemt, bepaalt het verdrag, tusschen
Roemenië, Servië en Griekenland ge
sloten, zich tot het eene punt: hand
having van den vrede van Boekarest.
De reeds vroeger tusschen Servië en
Griekenland gesloten overeenkomst be
paalt, dat bij 't uitbreken van een oor
log tusschen Turkije en Griekenland
over de Egeische eilanden, Servië alleen
tot steun aan Griekenland verplicht is,
ingeval Bulgarije Turkije steunt. Roe
menië zou in een dergelijken oorlog
alleen betrokken worden, als daardoor
inbreuk gemaakt werd op den vrede
van Boekarest.
Aan het Berliner Tageblatt wordt uit
Boekarest geseind dat Roemenië het
reeds als een casus belli zou beschou
wen, indien Bulgarije een Turksch leger
vergunt over zijn grondgebied te trek
ken om Griekenland te beoorlogen.
Volgens een bericht uit Aosta heeft
de vlieger Parmelin een vlucht over den
Mont Blanc gedaan.
Omtrent deze vlucht deelde hij mede
In het begin marcheerde mijn motor
niet zeer goed, maar langzamerhand
ging het beter. Toen ik boven het
Fabre-dal aankwam, ben ik tot 3000 M.
gestegen. Daar werd ik door sterke lucht-
stroomen heen en weer geschud en ik
raakte bijna uit de richting, maar ge
lukkig kon ik mijn toestel meester
blijven en in goede conditie boven den
Mont Blanc komen. Daar bedreigden
mij weer andere luchtstroomen, maar
ik kon ze ook daar weerstaan. Boven
den Mont Blanc gevoelde ik een nij
pende koude, die mij hevige schouder
pijnen gaf. Ik vloog toen over de Couple
van Gouter en langs den Mont Chetif
en van daar in rechte lijn naar Aosta.
Het hoogste punt, dat ik bereikte,
was 5390 M., maar onmiddellijk, nadat
ik den Mont Blanc had overgevlogen,
ben ik weer tot op 4000 M. gedaald.
De nevel maakte het mij onmogelijk
door te vliegen naar Turijn.
Over WeeDen hing Dinsdag zoo'n
dichte mist, dat de straatlantaarns tot
den middag moesten branden. Tot 12
uur was het pikdonker.
Donderdag werd uit Weenen gemeld
Vandaag zijn hier ter stede, zoowel als
te Lemberg en andere steden in Galicië,
optochten van werkeloozen gehouden.
Hier is alles kalm fffgeloopeu, de duizen
den deelnemers hielden zich rustig.
Te Lemberg echter zijn tal van win
kels geplunderd, zoodat de politie streng
heeft moeten optreden. In andere Ga-
licische steden hebben de betoogers een
dreigende houding aangenomen.
heb altijd gevoeld, dat ik op jou kon reke
nen. Je spreekt recht op den man af, je
bent verstandig en onpartijdig."
„Ik ben altijd tot je dienst, Holt."
„Goed zoo. Nu, mij dunkt je zult wel
begrepen hebben, dat de zaken hier niet
hoe moet ik het noemen niet zoo pret
tig gaan, als het wel moest. Ik heb een
groot deel van het bestuur van het landgoed
aan Mark moeten overlaten, en Mark heeft
zich niet bemind weten te maken. Hij is ruw
tegen de menschen ik zou zeggen, veel
te ruw. Hij heeft een paar van mijn beste
knechts in het harnas gejaagd. Zij houden
niet van hem, en de pachters ook niet,
want hij ontziet hun oogst in bet minst
niet. De adellijke families in de buurt mogen
hem evenmin lijden hij is zoo verwaand
het vorige seizoen had hij ruzie met Villiers,
onzen besten jager meester, zooals je weet
en nu hebben alle jagers het land aan hem.
Het is heel onaangenaam, want naar ik hoop,
zal hij eens mijn opvolger zijn."
Dit alles wist Hornby reeds lang. Hij
wist, dat alie buren een hekel aan Mark
hadden, en met alle recht. Mark was een
vlegel geworden, zelfzuchtig en boosaardig.
En wat zijn kans van opvolging betrof,
daar was Hornby nog niet zoo zeker van.
Launcelot was stellig geen dronkaard, zoo
als de Holts nog altijd bij voorkeur ge
loofden.
„Het onbeperkte gezag behoorde in uw
handen te zijn, Pquire," zeide Hornby met
eenig verwijt in zijn stem.
„Ja ik weet het ik weet het. Maar
ik schijn een groot gedeelte van mijn energie
verloren te hebben. Maar ik ben toch vol
komen gezond. Verleden week heeft Prit-
chard mij nog onderzocht, en alles was in
orde dat heeft hij mij stellig verzekerd."
Wordt vervolgd.)
DOOR
De spreker was John Holt, maar wie hem
zeven jaar geleden gekend had, toen hij