e!
Land van Heusden en iltena, de Langstraat en de Borne
Door Schade en Schande.
voos
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3338. Woensdag 23 Februari. 1914.
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Ons grillig klimaat met zijn tempe-
ratuur-verschillen van dikwijls wel 20
graden in één etmaal, heeft ons op eens
na de dagen van koude en flinke vorst,
die de wateren bevriezen deed, dagen
geschonken waarop de zon reeds met
hare milde stralen, door de Februari-
lucht ons eenige koestering deed voor
gevoelen. Van de nadering van een
nieuw seisoen spreekt de natuur, behalve
dan voor de nauwkeurige waarnemers,
nog niet tot ons. Bloem en blad liggen
nog te veel verborgen in de veilige
hulsels, waarbinnen zij tot 't nieuwe
leven gewekt worden, dan dat voor het
oog van den niet-kenner er reeds sprake
kan zijn van een duidelijk teeken dier
naderende ontbotting. De natuur dan
zegt ons op het oogenblik nog niet
veel; dat doet zij pas over een paar
maanden, wanneer de echte leutewolken
door het luchtruim drijven, wanneer de
ontkiemende groeikracht in 't eerste
malsche jonge groen van voorjaars-
weelde ons tegenlacht, wanneer de
atmosfeer van 'n lentegeur doortrokken
wordt, die verkwikkend en versterkend
op het gestel der menschen inwerkt.
Dan zingt de aarde een duizendvoudig
lied, verstaanbaar voor ieder, wien de
gave den lentezang te verstaan en in
het hart mede te zingen niet te eenen
male ontzegd is.
Neen, zoover zij n we thans nog niet
daar is nog teveel van het doodsche
jaargetijde om ons heen, als dat, hoe
pralend ook dezer dagen de zomerwagen
langs den heuvel rijden mocht, het
geloof aan een nabij zijnde lentevreugd
levendig kan zijn. Immers de schaatsen
van het stoere Holland, dat de ijzers
alreeds onderbindt als het ijs maar
even houdbaar is, om ze niet eerder
van de voeten te doen, dan wanneer
de dooi den gladden vloer tot een pap
perige massa misvormde, de schaatsen
zijn nog niet goed droog en aan in
vetten denken de meesten nog niet.
Want Februari is nog in het land, en
het om zijn grillen zoo befaamde Hol-
landsche klimaat kan straks, wie weet,
nog sneeuwjacht, hagel en ijs terug
brengen. Maar toch, we zagen het dezer
dagen aan den stijgenden zonnerand,
we voelden het in de koestering der
stralen bij het venster, we hebben het
ons zeiven voorgezegd toen we den
ijver van den trouwen zwarten wachter
in de binnenkamers voor den schoor-
ALICE EN CLAUDE ASKEW.
42)
XIX.
„Ik had nooit gedacht, dat ik weer op
Chalton Coombe zou komen, zoolang mijn
vader leefde. Het kwam mij zelf onwaar
schijnlijk voor, dat ik mijn vroeger tehuis
ooit zou wederzien."
Sir Frederick Hornby glimlachte, toen
Launcelot dit tegen hem zeide, terwijl de
trein langzaam Londen uitstoomde.
„Een zeer juist waarnemer heeft eens
gezegd, dat het onverwachte gewoonlijk ge
beurt," zeide hij. „Kijk maar eens naar
mij," hij lachte hartelijk „zou iemand
die mij als arm dorpsgeneesheer gekend
heeft, door de deftige lieden afgesnauwd,
en door de boeren geraadpleegd, als zij
niemand anders konden krijgen in mij
denzelfden man van vroeger herkennen Ik
was toen erg groen en onhandig; het was
dus geen wonder dat ik niet erg in den
smaak viel. Weet je nog wel, Launcelot,
dat wij in de „Korenschoof" biljart speel
den?"
Launcelot huiverde.
„Herinner mij niet aan dien ellendigen
tijd," verzocht hij. „Je noemt je zelf groen
en onhandig! Bij mij vergeleken, was je
een man van de wereld. Ik was een onge
likte beer. Ik ril soms als ik aan dien tijd
terugdenk, en mijzelf zie, zooals ik toen
waa. O, ik kan het mijn vader best verge-
steen moesten bekoelen, dat er hopelijk
een eind zal komen aan zijn vurig rijk.
Want hoe dan ook, er gaat een belofte
uit van deze zooveel mildere tempera
tuur, een belofte die schuld maakt,
welke ongetwijfeld te zijner tijd zal in
gelost worden.
Gelijk in de natuur, is veel ook in
den mensch. Ook bij hem komen tijden
voor, breken perioden aan, die, ja wei
nig zeggen voor den oppervlakkigeu
toeschouwer, doch die welsprekend van
beloften zijn, voor hen, die oor en oog
weten te gebruiken. Daar zgn zaken
soms, die langen tijd gebukt onder de
eerie of andere malaise, op elk ander
den indruk maken, verloren te moeten
gaan. Maar ziet, daar doen zich symp
tomen voor, klein en onbeduidend voor
het oog van den niet-kenner, maar van
veel beteeken is voor wie met hart en
ziel die zaken leidden. Dat geeft hem
nieuwen moed en nieuwe kracht, en
aarzelend eerst, dan sneller treedt een
periode van verbetering, welhaast van
voorspoed in. Het kwam er maar op
aan, op het juiste oogenblik dit kleine,
maar veel beduidende teeken van be
lofte te rerstaan.
Ook in het, in engeren zin genomen,
menschenleven, doet zich vaak hetzelfde
verschijnsel voor. Daar zit op school
en thuis een jongen of meisje, dat niet
tot de eersten der klas behoort; geens
zins, veeleer het tegendeel. Het is ver-
geefsche moeite en last voor de onder
wijzers, voor ouders, voor den leerling
zelf, al wat er gedaan wordt om den
ijver te prikkelen, den geest meer vat
baar te maken voor de leerstof, om den
dreigenden achterstand bij leerlingen
van denzelfden leeftijd nog tijdig te
voorkomen. Doch allengs bespeurt het
nauwlettend toeziend oog van den on
derwijzer, neemt ook het liefhebbend
ouder-hart waar, dat er wel nog zeer
geringe en zwakke, maar niet te mis
kennen teekenen zijn, die eeu intredende
verbetering doen voorgevoelen. Het zijn
schuchtere beloften, die het kind, on
bewust om zijn eigene toekomst, aflegt.
Dan zullen in stilte, maar met den vas
ten wil het goede zaad tot vollen was
dom te doen komen, ouders en onder
wijzers er het hunne toe bijdragen de
verbetering te bestendigen en te doen
strekken tot heil van dezen jongen
mensch.
Ook hier kwam het er op aan, de
teekenen die evcnzoovele beloften in
hielden, niet te misduiden, doch hun
ven, dat bij mij haatte behalve wat ik
nu weet. Mijn schreeuwende verwaandheid
alleen was reeds genoeg, dunkt mij, om
iemand razend te maken. Ik begrijp niet,
dat Veronica ondanks alles nog mijn vrien
din is gebleven. Als zij geen engel was, had
zij ook een hekel aan mij gekregen."
Hornby gaf niet dadelijk antwoord, of
schoon het reeds lang geleden was, dat het
hem hinderde, Veronica's naam uit Laun-
celot's mond te vernemen. Hij las in het
hart van het meisje, en hij wist, dat het
haar liefde voor dien „ongelikten beer"
was een liefde, die ondanks alles was
blijven voortleven die Veronica onge
huwd had doen blijven, en die haar had be
wogen, ook zijn hand te weigeren.
Dat Launcelot getrouwd was, maakte
voor Veronica geen verschil. Het lag in
haar aard, slechts éénmaal haar liefde te
kunnen schenkenen zoolang de man, die
haar hart bezat, leefde, was het voor haar
heiligschennis, een ander haar hand te
reiken.
Dit had zij ook aan Hornby geantwoord,
toen hij haar hand vroeg. Haar hart kon
zij hem niet schenken, en wat beteekent het
bezit van een vrouw zonder dat?
Launcelot wist, dat Veronica reeds van
hem hield, toen hij nog een jongen was.
Hij had een scherp besef van zijn verlies.
Het weten was bij hem te laat gekomen
tegelijk met het begrip van zijn innerlijk
wezen.
Hij had zelfs geen droefheid geveinsd
over zijn breuk met Ida James. Die ver
liefdheid behoorde thuis in den tijd voor
dat hij geleerd had met schade en schande,
doen verlost van de duivelen die zijn
leven bedorven hadden. Zoolang zij meester
over hem waren, wist hij niet, wat liefde
beteekende. Dat had hij leeren inzien bij
taal op het juiste oogenblik te verstaan,
opdat niet te laat ingezien worde, dat
de tijd waarin een betere keer kan
plaats hebben, ongebruikt voorbij ge
sneld ia.
En ook de volkeren kunnen zulke
tijdperken, waarin na tijden van ver
val en schier doodsch nationaal leven,
eerst aarzelend, dan sterker de teekenen
duidelijker en duidelijker waarneembaar
worden, die in de richting wijzen van
opheffing uit de inzinking, van een
wakker worden uit den dommel, waarin
de Jan Salie geest zich zoo zelfbeha-
gelijk kan verliezen. Ook wij hebben
in onze landshistorie zulke tijden ge
kend, tijden waarin het nationaal be
wustzijn tot het vriespunt daalde en
de volks-energie als het ware den lan
gen winterslaap sliep, en vao geen ont
waken weten wilde.
Doch toen ook daar, als nu in de
natuur om ons heen, de eerste teekenen
van kentering zich kwamen voordoen,
slechts door enkelen der beste nog maar
ten volle begrepen, toen vatten dezen
op het juiste oogenblik de grootsche
taak op, en volbrachten haar ook, om
het volk te wijzen op het naderend
eiude van zijn verdrukking en de al
lengs hooger en hooger stijgende zon
der verlossing. Die teekenen van kente
ring toch waren voor hen die ze be
grepen, even zoovele beloften voor een
betere toekomst van ons vaderland,
en ook thans leven er onder ons man
nen van inzicht en ervaring, die voor
de toekomst van ons land belofte-teeke
nen meenen te zien in veel, wat aan
het oog van den oppervlakkigen toe
schouwer onopgemerkt voorbijgaat. Zij
zijn het, die in woord en schrift ons
voor oogen houden, hoe het kleine Ne
derland in de rij der volkeren, door de
ontwikkeling van zijn beste nationale
eigenschappen, nog een plaats zal kuu-
nen innemeD, zij het op andere wijze,
dan toch niet minder dan het aan zijn
glorierijk verleden verschuldigd is.
Mogen deze teekenen bewaarheid
worden, en de beloften in vervulling
gaan.
Ituitenland.
Bij zijn aankomst te Neuwied hielp
Essad Pacha de volgende rede tot den
prins von Wied: De delegatie, als wier
president ik de hooge eer heb mij aan
u voor te stellen, is gekomen om u te
verzoeken de kroon en den troon van
zijn ontwaken toen hij vernam dat hij
gehuwd was met een vrouw, wier naam hem
zelfs onbekend was.
Een pijnlijk tooneel was er voorgevallen
tusschen Veronica en hem vol hartver
scheurende droefheid aan zijn kant, vol
troostende teederheid aan den haren
haar liefde was zoo innig en waar, dat zij
zich boven haar verlies kon verheffen en
toen was het onvermijdelijke aanvaard.
Launcelot kende zijn plichten jegens zijn
vrouw.
Hij had die trouw vervuld. Naarmate hij
haar zachtheid en toewijding, haar moed en
geestkracht leerde kennen, had hij een wer
kelijke liefde voor zijn vrouw opgevat. Vero
nica zag dit met genoegen. De liefde die
Launcelot voor haar gevoelde, was geheel
iets anders. Voor hem 3tond zij hoog boven
lichamelijke begeerte op haar eigen voet
stuk. Het verbaasde hem niet, dat zij niet
trouwde en nooit viel het hem in, dat dit
om zijnentwil was. Hij vond haar te goed
voor wie het ook mocht zijn. Hij twijfelde
nooit aan de waarheid van hetgeen zij hem
verteld had dat zij wenschte, haar verdere
leven te besteden in den dienst der mensch-
heid, op de wijze, waartoe zij het meest ge
schikt was als ziekenverpleegster en
dat het huwelijk met zijn banden en verant
woordelijkheden haar hierin zou belemme
ren.
Hornby wist echter, dat dit niet volko
men de waarheid was, en daarom had het
hem lang gehinderd, wanneer Launcelot
vroeger sprak over Veronica's algeheele toe
wijding aan haar beroep, doch hij zeide er
nooit iets over tegen zijn vriend. Blijkbaar
was alles immers goed uitgevallen, en lang
zamerhand verminderde de smart om zijn
eigen onbeantwoorde liefde. Hij zag Vero
nica voortdurend in het hospitaal, en al
het vrije en onafhankelijke Albanië aan
te willen nemen. Zij acht zich zeer ge
lukkig de zendiDg te kunnen vervullen,
welke haar door Albanië is toevertrouwd.
Onze natie, die bij andere gelegenheden
zoo hardnekkig voor haar onafhanke
lijkheid gestreden heeft, moest zware
tijden beleren maar nooit verloochende
zij het roemvolle verleden of de Alba-
neesche nationaliteit. Zij heeft steeds
den nationalen geest en de gebruiken
der vaderen weten te bewaren. De po
litieke veranderingen, welke in den
laatsten tijd op den Balkan plaats
grepen, en de zorgen en steun der groote
Europeesche mogendheden maakten het
Albanië mogelijk zich tot een vrijen en
onafhankelijken staat te constitueeren.
De prins von Wied antwoordde op
deze rede van Essad Pacha: Uit alle
streken van Albanië, dat na zooveel
oorlegen en moeilijkheden eindelijk de
vrijheid herkregen heeft, zijt gij hier
heen gekomen om mij de kroon van
het land aan te bieden. Ik wilde u
gaarne hier op het slot mijner vaderen
ontvangen, opdat gij mijn vaderland
zoudt leeren kennen. Het was mijn
wensch, dat een deputatie uit Albanië
tot mij zou komen, om mij uit naam
van het Albaneesche volk de kroon van
het land aan te bieden. Toen de groote
mogendheden, waarborgen en onder
steuning belovend, mij tot vorst van
uw land aanwezen, heb ik de kroon
aanvaard. Ik heb dit besluit niet licht
vaardig genomen, maar eerst na een
langdurig beraad.
Nu ik echter dit besluit genomen heb,
wil ik mijn taak van ganscher harte
aanvaarden. Ik hoop in de Albaneezen
ijverige en trouwe medewerkers te vin
den om den nieuwen staat tot grooten
bloei te brengen.
Schenkt mij hetzelfde vertrouwen,
dat ik in u gesteld heb voor onzen
gemeenschappelijken arbeid. Gaarne en
met dankbaarheid verneem ik van u de
verzekering van trouw, die de Albanee
zen eigen is. Vol vertrouwen op de
ondersteuning van alle Albaneezen bij
den gemeenschappelijken arbeid, zullen
wij, naar ik hoop, er in slagen om Albanië
naar een gelukkige en roemvolle toe
komst te voeren.
De prins von Wied, de benoemde
koning van Albanië, vertrekt op 26
dezer van Triest met het schip „Taurus"
dat geëscorteerd zal worden door een
Italiaansch vaartuig, een Fransche en
een Engelsche kruiser.
In het mij ndistrict van Stafford (Groot-
Britt.) is de hoofdstraat van het plaatsje
Andley Heath over 400 M. lengte een
meter verzakt. De winkels en huizen
werden ernstig beschadigd, terwijl de
bleef zijn liefde voor haar even groot, hij
stelde zich tevreden met het eenige wat zij
hem kon aanbieden haar vriendschap.
„Zie je," ging Launcelot voort, „Ik heb
juist iets ontdekt, wat Veronica dien avond
deed dien avond toen ik mij zoo als een
ezel aanstelde en wat zij nooit aan
iemand verteld heeft. En ik vermoed ook
wel, waarom. Het was voor mij ik, die
haar zoo slecht behandeld had. Zij zette
haar leven op het spel en ik vertrok den
volgenden dag zonder haar vaarwel te zeg
gen. Ik verdiende een pak slaag maar
Veronica dat is een engel."
„Wat deed zij dan?" vroeg Hornby.
Hij keek door het portierraampje naar de
rij huizen, waarlangs de trein reed.
„Ik hoorde het verhaal van den ouden
James," hernam Launcelot. „Laatst ont
moette ik hem toevallig en wij kwamen aan
het praten. Zooals je zeker wel weet, is hij
nu lid van het Parlement en gedraagt zich
heel verstandig reeds lang heeft hij in
gezien dat hij op den verkeerden weg was
en is daarvan teruggekeerd. Ik vroeg hem
naar Ida, en wij lachten samen over de dagen
van vroeger."
„Hoe maakt juffrouw James het vroeg
Hornby, schijnbaar zonder iets van die af
wijking te bemerken.
„O, zij maakt zich nog altijd even druk.
Zij werkt hard met de strijdsters voor vrou
wenkiesrecht. Zij zou, geloof ik, graag een
sexe-oorlog zien ontstaan. Gewoonlijk stel
len de voorstanders van uitersten zich later
tevreden met het gemiddelde, maar dat is
niet van toepassing op Ida. Zij is tegen elk
mannelijk gezag. Zij is herhaaldelijk veroor
deeld, en schijnt geen rust te hebben, eer
zij in de gevangenis is."
„Men mag wan haar dus zeggen, dat zij
den moed van haar overtuiging heeft,"
bewoners genoodzaakt werden binnen
hunne woningen te blijven, totdat het
puin was weggeruimd.
Drie roovers hebben den sneltrein
van Alabama naar New Orleans aange
houden, stalen 40.000 dollar uit de post
zakken, koppelden toen de locomotieven
los en reden daarmee naar een plaats
waar vermoedelijk een automobiel op
hen wachtte.
In Brussel is een spion gearresteerd,
genaamd Ballinger en geboortig uit
Lotharingen. Bij een huiszoeking vond
men fotographietoestellen en opnamen
van de voornaamste forten en vestingen
van België. Ballinger erkende als spion
in dienst te zijn bij een vreemde re
geering en voor haar te „werken" op
de Fransche grens in België. De spion-
nage is in België niet strafbaar. Hij zal
dus vermoedelijk over de grens worden
gezet zonder meer.
Tengevolge van familietwisten had
Vrijdag te Boedapest een pistolenduei
plaats tusschen den eersten luitenant
der luchtvaartafdeeling Hajdu en zijn
zwager Babacsay. Het vierde schot trof
den luitenant in het hart, zoodat hij
binnen enkele minuten stierf.
Om een denkbeeld te geven van de
activiteit welke bij de groote Duitsche
reederijen heerscht, diene dat de Ham
burgAmerika Lijn thans niet minder
dan 25 stoomschepen in aanbouw heeft,
waarvan 2 van 56.000 ton en 3 van
meer dan 20.000 ton. De Norddeutsche
Lloyd is bescheidenerzij heeft er
„slechts" 15 in aanbouw, waaronder 2
van 35.000 ton (o.a. „de Columbus")
en een van 15 000 ton.
Tengevolge van de ontzettende stor
men zijn te Lyon tien hangars uit elkaar
gerukt en dertien vliegmachines totaal
vernield. Op het terrein van een ten
toonstelling die daar thans gehouden
wordt, zijn alle paviljoens behalve de
koloniale, weggewaaid. De schade be
loopt meer dan 2 millioen francs.
Uit een overzicht omtrent de gevaren
der aviatiek blijkt zeer duidelijk, dat
het gevaar steeds minder wordt.
In 1908 waren er vijf aviateurs, die
te zamen 1600 K.M. aflegden, er was
dat jaar één slachtoffer, in 1910 waren
er 500 aviateurs, de afgelegde afstand
bedroeg 960.000 K.M., het aantal dooden
20. In 1912 was het aantal vliegma
chines 58.000, er werden 20 millioen
K.M. afgelegd en er vielen 148 slacht
offers. Dus in 1908 was er één doode
op 1600 K.M., in 1910 1 op 33 000 K.M
en in 1912 1 op 140.000 K.M. Men ziet
merkte Hornby droogjes op. „Maar nu de
geschiedenis, die je wilde vertellen?"
„Over Veronica, o ja. Het was een be
kentenis, die James mij deed. Daar het
meer dan twaalf jaar geleden is, had hij er
zeker geen bezwaar tegen, over de zaak te
spreken. Ik had Veronica's lof verkondigd,
weet je en Veronica is alles behalve een
suffragette en toen zeide hij, dat ik zeker
niets wist van een moedige daad, die zij
eens volbracht had. Ik moest haar ver
tellen, dat hij die nooit zou vergeten, en
dat die avond in zekeren zin het keerpunt
in zijn loopbaan was!"
En Launcelot begon te vertellen wat er
dien avond op de „Oude Hoeve" was voor
gevallen, toen Veronica tegenover Peter
James had gestaan, en hem verteld had,
dat hij moest kiezen in alle stilte Chal
ton Coombe verlaten of haar vermoor
den. James had het verhaal van zijn stand
punt gedaan, en daarom niet bepaald den
nadruk gelegd op zijn eigen misdadige be
doelingen doch hij was nog altijd vol
dankbaarheid en bewondering. Ook Peter
J$mes had moeten leeren door schade en
schande hij had ontdekt, dat hij voor
anderen de kastanjes uit het vuur had
moeten halen mannen, die hij als trouwe
bondgenooten had beschouwd, hadden hem
in den steek gelaten. Hij was een geheel
veranderd mensch, evenals degeen tegen
wien hij sprak.
„Mij dunkt, dat je gerust moogt weten,"
zoo had James zijn verhaal besloten, „wat
die jonge dame gedaan heeft voor je vader
en voor jou. Die juffrouw Kenley is een
echte jonge dame, en je hadt beter gedaan,
als je met haar getrouwd waart, dan door
de dochter van mij na te loopen, die nooit,
nooit iets ter wereld om een man heeft ge
geven."
Wordt vervolgd).
DOOR