el Land van
en Alteaa. de Langstraat en de Bornmelerwaard.
Door Schade en Schande.
voos
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
IVo. 3340Woensdag 4 Iflaart.
Schulden maken.
FEUILLETON.
1914.
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 7l/t ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Het is zeker, dat nimmer de weelde,
de zucht naar vermaak en opschik, de
begeertj om boven zijn middelen te
leven, ooit meer om zich heen gegre
pen heeft, dan thans het geval is. Overal,
zoo goed in ons eigen land als daar
buiten, kan men een opvoering van
weelderige levenswijzen tot een onge
kende hoogte waarnemen. De vermaken
en genietingen waarin vorige geslachten
behagen schiepen en er zich wél bij
bevonden, zijn reeds lang in het ver
geetboek geraakt; de kalme geluksuren
in een vriendelijken kring van familie
leden doorgebracht zijn niet meer vol
doende bij de jacht naar duur en luid
ruchtig vermaak. Onstuimig is de aan
drift die duizenden bezielt om zooveel
mogelijk het genot na te jagen, of wat
zij voor genot houden. De uithuizigheid
wordt in de hand gewerkt door tal
looze gelegenheden van amusement, de
eene nog weelderiger ingericht dan de
andere. De zucht naar opschik in klee
ding, die een gestadige snelle afwisse
ling van modegrillen medebrengt, doet
zich tot in het belachelijke soms gelden
om met zijn tijd mede te gaan, dient
minstens om de 10 jaar het geheele
huis van onder tot boven opnieuw ge
meubeld, op gevaar af voor een „ouwer-
wetschen rommel" te worden aange
zien. Zoo leelijk kan het nieuwerwetsche
niet zijn of de naam van „modern"
geeft het een brief van adeldom, verre
verheven boven de meest fraaie, doch
helaas onmoderne voorwerpen van ge
bruik of genot, die ons eertijds om
ringden. De jeugd stelt zoo goed hare
verstrekkende eischen als de rijpere
leeftijd dit doet, kortom in alle standen
en op eiken leeftijd valt een geest te
bespeuren, die van een steeds toene
mende uitbreiding van weeldebehoeften
spreekt.
Dat alles heeft tot direct gevolg een
toename van uitgaven, zoo omvangrijk
dat de inkomsten van menigeen, deze
steeds grooter wordende uitgaven niet
meer kunnen dekken. De schitterende
feesten, de dure pretjes, de levenswijze
boven de beschikbare middelen daartoe,
doen in stad en dorp maar al te zeer
het schulden-cijfer stijgen. Wanneer de
groot-winkelier in de steden, de kleine
neringdoenden in menig provinciestadje
hun boeken zouden overleggen, wis dat
daarin menige naam prijken zou, als
schuldenaar en tot belangrijke bedragen,
ALICE EN CLAUDE ASKEW.
45)
Een lange poos staarde Launcelot zwij
gend uit het raampje, en Hornby stoorde
hem niet in zijn overpeinzingen. Schijnbaar
zijn aandacht vestigend op de courant die
hij in de hand hield, bestudeerde hij in
werkelijkheid zijn reisgenoot, en hij dacht
aan de uitspraak, die hij zoo vaak gehoord
had.
„Een dolle troep, die Farfexes. Je kunt
nu eenmaal niets normaals van hen ver
wachten." Geen beter bewijs voor de waar
heid van die uitspraak dan Launcelot zelf!
Gelukkig maar, dacht Hornby dat Laun-
celot's abnormaliteit niet op zijn zoontje was
overgegaan! Kleine John Veronica, zijn
peet, had er op aangedrongen, dat hij John
zou genoemd worden had al de karakter
trekken van een echten Holt, voor zoover
die zich konden vertoonen bij zulk een jong
kind, en dat op zichzelf zou den Squire
reeds in verrukking brengen, want in zijn
kleinzoon zou hij zichzelf zien, wat hem
bij zijn zoon nooit te beurt was gevallen.
Laat in den namiddag bereikten zij het
station. De auto wachtte hen, en weldra
vlogen zij langs den breeden, effen straatweg,
dien zij grootendeels naar Chalton moesten
volgen.
Zij behoefden het dorp niet door. De
.aatste anderhalve mijl voerde door Chalton
Park, een mooien boschweg. Launcelot had
aog geen last tot praten, doch hij nam
van wien ge het niet vermoeden zoudt
De al meer en meer insluipende ge
woonte vao het schulden maken, wordt
alom door het crediet geven, óók daar
waar betaling moeilijk volgen kdn, in
de hand gewerkt. De felle concurrentie
drijft den haDdeldry venden midden-stand
meer dan ooit het geval io geweest,
tot het geven van betalings-licentiën, die
redelijker wyze niet met een gezonden
koopmansgeest zijn overeen te brengen.
Er wordt maar van allerlei besteld,
gehaald, ingeslagen en op crediet ge
kocht, zonder de crediet gever altijd de
noodige waarborgen heeft, dat de cre-
dietnemer zijn verplichtingen behoorlijk
nakomen zal, of kan.
Het is waarlijk moeilijk te bepalen
aan welken kant dikwyls de meeste
lichtvaardigheid heerscht, bij hem die
uit vrees zijn afzet niet te kunnen uit
breiden, tot credietnemen uitlokt, of bij
hem, die lichtzinnig schulden aangaat,
waarvan de kwijting óf al te traag óf
hem vaak geheel onmogelijk is, geiyk
hjj van te voren kan nagaan. Hoe groot
alleen in ons land de uit dien hoofde
uitstaande schulden bedragen, valt
slechts te gissen, maar zal ongetwyfeld
in de honderden millioenen loopen,
waarvan de renten reeds enorme cijfers
moeten uitmaken. Het is deze rente,
die voor bet minst altijd een schade
post uitmaakt voor den al te grif cre
diet gevenden koopman of winkelier.
En by de zware lasten waaronder onze
nyvere bandeldrij venden alom in den
lande gebukt gaaD, is deze zeker niet
de allerminste. Hoe aan dit drukkend
euvel te ontkomen, is de vraag, die
zich reeds tal van tot oordeel bevoeg
den tevergeefs gesteld hebben. Immers,
buiten gezond crediet kan de handel
eenvoudig niet leven; doch het zijnde
uitwassen die bestrijding eischen.
Dan lykt ons dit, afgescheiden van
hetgeen op andere wijze reeds in de
goede richting wordt gedaan, nog waar-
lyk het kwaadste niethet besef schul
den maken en schulden hebben bij een
ieder aan te kweeken, dat niet alleen
niet fraai staat, maar eigenlijk een teren
is op de kosten van anderen. En zoo
weinig is dit besef bij velen levendig,
dat ge menschen ontmoeten kunt, die
zich overigens voor zeer respectabel
houden, en u niettemin met zekere vol
doening, de een een mooie kast, de
ander een piano, de derde weer iets
anders toonen, gekocht van het bedrag
dat zij aan rente van uitgestelde en
nog eens uitgestelde schulden hebben
uitgespaard. Ware bij dezen het besef
levendig, dat één dag langer schulden
te hebben, dan strikt noodzakelijk is,
een gebrek aan rechtvaardigheidsbesef
en aan gevoel van eigenwaarde beteekent,
zij zouden hun leverancier niet onnoodig
in zorgen behoeven te brengen. Want
al wie langer dan oorbaar is zyn schuld
delging uitstelt, ook al volgt volledige
betaling in hoofdsom, is al dien tijd
voor zich en anderen een nalatige schul
denaar.
Daarom dient van jongs af er op
gewezen, dat schuld te maken niet al
leen schulddelging eischt, maar ook
dat deze de eigenwaarde van den schul
denaar aantast, wanneer zij langer dan
sfcrikt noodzakelijk wordt overschreden.
gretig iedere bijzonderheid van de eens zoo
welbekende omgeving in zich op. Er was
een tijd geweest hij herinnerde het zich
nog heel goed dat hij dit park als een
soort van gevangenis beschouwde hij
had zichzelf vergeleken met één dier eiken,
die met zijn wortels aan den bodem ge
kluisterd was; hij had o, zoo vurig naar
zijn vrijheid verlangd. Welnu, die vrijheid
had hij gekregen, en als bij menigen ver
vulden wensch, was de viucht zuur geweest.
Hij had zijn les moeten leeren, heilzaam
doch bitter. En nu kwam hij thuis, en het
was nog niet te laat om alles weer goed
te maken. Blij snoof hij de geurige lucht
op den reinen geur van velden en bos-
schen het loeien van het vee en het
sjilpen van de vogels was muziek voor
hem het klonk als een welkomstgroet.
En de boomen wuifden hem tegen en het
beekje onder de braamstruiken ruischte, en
was dat daar in de verte niet het dak van
hun hoeve?
Hoe had Launcelot die hoeve vroeger
gehaat, doch hoe lieflijk lag zij daar nu
tusschen die forsche olmen aan den rand
van den heuvel. Heel spoedig zou het huis
van Chalton Coombe zelf te zien komen;
eerst liep het pad nog door het bosch, vlak
langs een oude steengroeve een gevaar
lijke plek, maar er stond een hek en
dan met een scherpe bocht om den heuvel
de olmenlaan in, die regelrecht naar het
huis voerde.
Launcelot's bleeke wangen gloeiden van
opwinding. Hij kwam naar huis en werd
ontvangen als de verloren zoon. De twaalf
lange jaren die waren voorbijgegaan sche
nen niets meer de jaren van arbeid en
moeilijkheden, van strijd en verdriet hij
was weer een knaap en het was vacantie.
Hij kwam thuia!
9liiitciilaii<B.
De Turksche militaire vlieger Fethi
bei (die van Konstantinopel naar Kairo
wilde vliegen) is 26 Februari 1.1. bij
Damascus doodgevallen. Sadik pasja, zijn
passagier, is eveneens dood.
Fethi bei en zijn passagier Sadik pasja
waren op weg van Damascus naar Jeru
zalem. Men heeft hun verkoolde lijken
gevonden in de nabijheid van het meer
van Gennesaret.
Bij het carnaval te Iserlohn had de
arbeider Jolk zich als stroopop verkleed
en was zoo de straat opgegaan. Brood
dronken knapen staken hem in brand,
en de man liep zulke deerlijke wonden
op, dat hij na enkele uren bezweken is.
Het „algemeene pardon" voor de bui
tengewone heffing van vermogen en
inkomen tot- dekking van de kosten
van de Duitsche legerwet, dat zooveel
geld te voorschijn toovert, heeft o. a.
tengevolge gehad, dat een inwoner van
Wiesbaden, die totnutoe van een jaar-
lijksch inkomen van 9000 mk. belasting
had betaald, ervoor uit is gekomen, dat
dit 100.000 mk. bedroeg.
Uit Maagdenburg wordt d.d. 28 Febr.
gemeld: Volgens een ambtelijk bericht,
zijn bij het station Maagdenburg-Neu-
stadt een opzichter, een wisselwachter
en vier arbeiders, die bezig waren een
kabel te leggen, door een sneltrein over
reden en vermorzeld.
Een zekere Michaelis, een der in Juarez
(Mexico) gevangen genomen Amerika
nen, is op vrije voeten gesteld en heeft
verklaard, daar veertien Amerikanen in
gevangenschap te hebben gezien, onder
wie ook den vermisten Duitschen Ame-
Hij werd uit zijn overpeinzing gewekt
door een heftigen ruk, waarmee de auto
plotseling tot staan werd gebracht. Luide
hoefslagen kwamen snel nader.
De chauffeur had zich omgekeerd en wees
ontsteld naar het ruiterpad door het bosch,
waar zij vlak tegenover stonden. Daar kwam
een paard aanrennen blijkbaar was het
dier op hol geslagen met een man op
zijn rug, een man die uit alle macht de
teugels inhield.
„O God!" stotterde de chauffeur, „het
is mijnheer zelf. Hij wilde vanmiddag met
alle geweld Diabola berijden, ofschoon zij
niet in haar humeur was. Grills raadde
hem aan, haar met rust te laten, maar Hij
wilde niet luisteren. Zij is er met hem
vandoor gegaan en daar is de steen
groeve en dat wrakke, halfvergane hek
Alles gebeurde in enkele seconden. Laun
celot begreep het lag voor de hand
dat zijn vader den dood tegemoet reed. De
merrie rende recht op de steengroeve aan,
die, half overgroeid en verborgen door
braamstruiken, vlak aan de andere zijde
van den weg lag. En het hek de merrie
zou erover springen of er doorheen breken
en daarop zou er een val volgen, die
ruiter en paard het leven zou kosten.
Het paard rende door en was nu vlak
bij de auto. De Squire scheen de geest
kracht verloren te hebben, waarvoor hij
vroeger beroemd was geweest, want blijk
baar deed hij geen poging meer om het
hollende paard weer in zijn macht te krij
gen. Launcelot zag zijn gelaat, en kon
nauwelijks gelooven dat dit zijn vader was.
De chauffeur sprong uit den wagen, ter
wijl Launcelot, die het dichst bij het ruiter
pad zat, trachtte, de kruk van het portier
om te draaien. Hij deed een paar stappen,
greep naar de teugels, greep mis, en rolde
rikaan Busch, die volgens generaal Villa
op vrije voeten was gesteld. Michaelis
vertelt verder, dat hij gedurende de elf
dagen van zijn gevangenschap door een
kijkgat twaalf terechtstellingen heeft
waargenomen. Er verdwijnen den laatsten
tijd zooveel menschen, dat geen enkel
Amerikaan zich veilig voelt.
In het Zuiden der Ver. Staten is zoo
veel sneeuw gevallen als men in geen
twintig jaar gezien heeft. In Savannah
en in Augusta is het verkeer onderbro
ken. Dergelijke mededeelingen komen
uit Georgia, Alabama en Louisana. Men
vreest dat de katoenoogst groote schade
zal beloopen.
Omtrent het duel tusschen de twee
Duitsche officieren de la Valette en
Haage wordt nog het volgende bekend
Gedurende de Carnavalfeesten had
luitenant de la Valette relaties aange
knoopt met de vrouw van een zijner
vrienden, luitenant Haage. De laatste
kwam dit te weten, waarop hij de la
Valette zwaar beleedigde. Dit geschiedde
in een bierhuis. Er werd een eereraad
gevormd, die besliste, dat een pistolen
gevecht zou plaats hebben. De bepa
lingen voor dit duel waren buitenge
woon streng; o. a. werd de afstand
bepaald op 10 meter. Luitenant de la
Valette wondde bij het vierde schot
zijn kameraad doodelijk, zoodat deze
onmiddellijk daarop overleed. Hij laat
behalve zijn vrouw, een pasgeboren
kindje na.
De Corriere d'Italia deelt op gezag
van een te Napels verschijnend blad
op scheepvaartgebied mede dat er bin
nenkort onthullingen te wachten zijn
over knoeierijen bij de bevrachting der
schepen, die oorlogsvoorraden naar Li-
bye hebben gebracht. De betrokkenen,
onder wie een gewezen hoofdofficier der
vloot, die bij de bevrachting als be
middelaar optrad, moeten den staat
buitensporig hooge prijzen voor dat
bovendien slecht geregelde vervoer
hebben berekend.
Het postbestuur te Belgrado heeft een
vervalsching van postzegels op groote
schaal ontdekt en heeft daarom alle in
omloop zijnde postzegels ingetrokken.
Het bestuur zal ze door nieuwe ver
vangen.
De Turksche grootvizier heeft opnieuw
voorstellen gedaan aan den Griekschen
gezant te Konstantinopel over den af
stand van eenige andere eilanden in
ruil voor Chios en Mytilene.
Op die voorstellen is door de Griek-
sche regeering geantwoord, dat zij niet
kan afwijken van hetgeen door de groote
over het zachte gras. Toen was Launcelot
aan de beurt.
De ruiter had den weg bereikt, toen
Launcelot, door Hornby gevolgd, uit den
wagen sprong. Er was geen seconde te ver
liezen. Launcelot aarzelde niet. Slechts een
paar meters van de steengroeve wist hij de
teugels te grijpen. Diabola, geschrikt door
den plotselingen ruk, sloeg woest achteruit.
Launcelot voelde slechts een doffen, zwa-
ren schok alsof de aarde zich onder hem
opende, en de hemel boven hem verduis
terd werd. Hij zag niets dan de gladde,
bruine huid van de merrie en haar blin
kende hoefijzers doch hij hield de teugels
omklemd, en hij wist, dat hij naar den
rand van de diepte gesleurd werd.
Opeens het geluid van een zwaren val,
Diabola begon te steigeren en achteruit te
slaan, zij kromde zich en snoof door haar
wijd opengesperde neusgaten. Launcelot
had een vage gewaarwording van dansende
lichten voor zijn oogen, bliksemstralen, af
gewisseld door duisternis en toen was
alles uit.
„Zij zijn beiden vreeselijk bezeerd. Neen,
nog niet dood. Zij moeten zoo snel mogelijk
naar het huis gebracht worden. Maak zoo
gauw je kunt een paar draagbaren."
Er was spoedig hulp gekomen van de
hoeve, en onder toezicht van Hornby wer
den Squire Holt en zijn zoon, beiden bloe
dend en bewusteloos, voorzichtig gelegd op
een paar deuren, haastig uit de scharnieren
gerukt en van matrassen voorzien, en zoo
legde een droevige, kleine stoet den korten
afstand naar Cbalton Coombe af. De chauf
feur en Hornby reden in de auto vooruit
de gekwetsten mochten er niet in vervoerd
worden om de dienstboden te waarschu
wen.
mogendheden is beslist. Bovendien zon
zij onder geen omstandigheden kunnen
toestaan, dat Chios en Mytilene weder
onder Turksch bestuur komen.
De Russische minister van marine
heeft gelast, dat aan de lijst van nieuw
te bouwen oorlogsschepen 6 kruisers,
86 torpedobooten en 12 duikbooten
zullen worden toegevoegd.
Reeds zoo dikwijls is de overheer-
schende sterkte van Engelands zeemacht
in twijfel gatrokken, en deze telkens
weer weersproken, dat 't zijn nut kan
hebben te hooren, wat Engelands autho-
riteiten zelf daaromtrent denken.
Lord Roberts heeft aan het hoofd van
een afvaardiging uit de Vereeniging
voor 's Lands Verdediging, bij minister
Asquith nogmaals de invoering van den
dienstplicht bepleit.
Zijn betoog was, dat de vloot niet
meer bij machte is een inval te ver
ijdelen en het territoriale leger, weinig
beter dan de oude vrijwilligersmacht,
noch door aantal noch gehalte een vijan
delijk leger, in Engeland geland, zou
kunnen weerstaan. Hij erkende, dat het
volk nog tegen dienstplicht is, maar
hij is overtuigd, dat het tot andere ge
dachten zal komen, wanneer het goed
wordt voorgehouden, dat het gevaar
ernstig is.
Nadat nog veldmaarschalk Sir Evelyn
Wood, admiraal Sir Edward Seymour
en anderen in gelijken geest hadden
gesproken, autwoordde Asquith, wien
kolonel Seely, de minister van oorlog,
ter zijde stond, in dezer voege:
Lord Roberts heeft zich voor zijn be
wering, dat de vloot niet meer een lan
ding zou kunnen beletten, beroepen op
bet oordeel van priDS Louis Battenberg,
den eersten zeelord der admiraliteit. Ten
onrechte; deze heeft mij' gemachtigd
dat tegen te spreken. Een sub-commis
sie uit de commissie voor 's rijks ver
dediging heeft nu een jaar lang de
kwestie onderzocht en overwogen en is
met een eenstemmig rapport zoo goed
als gereed. In dat rapport is de sub
commissie tot het besluit gekomen, dat
de vloot zoo goed als ooit in staat is
het land te bewaren voor al wat een
ernstigen inval mag heeten.
Is er dus geen redelijk gevaar voor
de landing van een leger, dat op ver
overing uit is, geen vloot kan beletten,
dat in een oorlog hier of daar op de
kust een kleinere afdeeling troepen wordt
ontscheept om te vernielen enz. Met
zoo'n troepenmacht kan de territoriale
macht het echter uitstekend klaar spe-
leu. Behalve Lord Roberts in sombere
oogenblikken is er geen vakman, die
niet erkent dat de territorialen een veel
Dat was de thuiskomst van Launcelot
Holt.
XX.
Squire Holt en zijn zoon Launcelot lagen
op Chalton Coombe, en er was geen hoop,
dat een van beiden gered kon worden. De
Squire was inwendig zwaar verwond, Laun
celot had de ruggegraat gebroken, en nu,
twee dagen na het ongeluk, was het nog
slechts de vraag, hoeveel uren hij nog zou
kunnen leven.
Vader en zoon, verzoend, bereid om
elkander de hand te reiken, te vergeven en
te vergeten, zouden nu samen den dood in
het aangezicht zien. Doch stervend waren
zij elkander nader en dierbaarder dan in
al de dertig jaren van Launcelot's leven.
Want Launcelot wist, dat hij door zijn
zelfopoffering de dwaasheden van zijn leven
had goedgemaakt, terwijl het hart van den
Squire trok naar zijn zoon, die inderdaad
vleesch van zijn vleesch, bloed van zijn
bloed was, ondanks de gril van het noodlot.
Zeer spoedig na het ongeluk waren beide
gewonden tot bewustzijn gekomen, ofschoon
men de waarheid niet voor hen kon ver
bergen zij wisten dat zij moesten sterven.
De Squire wa3 de onrustigste van de
twee, naar lichaam en geest. Hij lag in
zijn groot bed het bed waarin zijn vader
en zijn grootvader gestorven waren en
hij woelde en klaagde, omdat hij brandde
van verlangen om zijn stervenden zoon te
zien en te spreken, en omdat hij gefolterd
werd door een afschuwelijke spanning. Het
was alsof het noodlot tot het laatst zijn spel
met hen wilde drijven, door vader en zoon
tegelijk op het sterfbed te werpen.
Wordt vervolgd
DOOR