Bel Land van Ver in 't Zuiden Neusden en lltena, de Langstraat en de 8oraraelerwaard,j Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden, No. 3350. W oensdag 8 April. Politiek Bederf. FEUILLETON. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden 0.75, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. 1914. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/* ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. Opnieuw trekt Frankrijk de aandacht der geheele wereld tot zichniet echter ditmaal om een gebeurtenis van inter nationalen politieken aard, waardoor aan Frankrijk's vijanden een aanleiding aan de hand gedaan zou kunnen worden, opnieuw den brand in het kruit te steken en wellicht heel Europa in vuur en vlam te zetten, neen van zuiver binnenlandsch politieken aard is de zaak, waardoor het Fransche volk opnieuw over de tong gaat. Minder evenwel is het de natie in haar geheel, dan wel een klein, zeer klein deeltje zelfs, dat aanleiding geeft tot afkeuring hunner daden door alle weidenkenden. Immers zijn het niet de breede scharen des volks, maar slechts een enkele groep, die thans een smet werpt op haar land de groep der hooge regeeringspersonen, der hooge politici, en der z.g. „haute finance" De hooge regeeringspersonen vormen ginds een geduchte macht, die zich feitelijk van den republ'keinschen regeeringsvorm heeft meester gemaakt om het land naar eigen welbehagen te regeerende ministers, oud-ministers en a. s. ministers, met hun talrijken aanhang in den Senaat en in de Kamer, waarde verscheiden honderden, „Volks vertegenwoordigers" ongetwijfeld meer dan voor het land dienstig is, de be langen van de partijgroepen behartigen, en al te weinig de waarachtige wel vaart van het volk nastreven. Het is een voortdurend felle strijd om de re geringsmacht, die ginds, waar de mi nisteries elkander binnen even zoovele maanden als elders binnen jaren, op volgen, de politieke atmosfeer onzuiver maakt, ja verpest. De onzekerheid van het ministerieel bestaan, doet de Fran sche regeering naar middelen omzien om dit bestaan te rekken, die men ge lukkig niet in die mate in andere lan den aantreft, en die dikwijls leiden tot een kamp op leven en dood. De hooge politieke personen, die vaak van achter de schermen geheele politieke campag nes op touw zetten om dezen of genen uit zijn plaats te stooten, zijn daarbij niet altijd zeer kieskeurig in hun strijd middelen, terwijl de haute finance, de hooge geldwereld, ten slotte de almacht van het goud in de weegschaal werpt, ten voor- of ten nadeele van de ver schillende partij-grsepen, al naar haar belang zulks eischt. DAISY E. A. JUNIUS. 4) Het schip ploegt rustig door het diepe blauw der wateren, met het helder zonnig azuur boven zich. Plotseling luidt de alarm klok, een noodsignaal, vuur in het midden schip; een lange ris, zich reppende matrozen is dé-delijk op dek, hangt in de touwen, rent de eene trap op, de andere weer af; knarsende geluiden, geroep gesnier der kettingsde reddingsbooten gaan omlaag. Het is slechts een schijnmanoeuvre, maar moeders, die beneden alleen de alarmklok hoorden, komen met haar kinderen in haar armen hangend en krijtwit naar boven. Verloren voelen ze haar hoop op een wederzien met haar man, die reeds in Trans vaal is. Aan den zesden morgen liggen we plot seling stil; als het anker is afgelaten volgt er gauw een helsch lawaai aan dek, de Duitsche vlag is geheschen, we zijn in de haven van Las Palmas, steenkolen worden geladen. Stil van verrukking lig ik voor het patrijs- raampje, nu niet meer de eindelooze zee, ■de boordelooze wateren, uit den blanken, blauwen waterspiegel rijst rustig weelderig de bergentnts van Gran Canaria, met aan den voet Las Palmas. De schitterende blank heid der stad komt heerlijk uit tegen de ■donker bruine bergmassa's en het helder blauw d«r zee. Rechts schittert in de zon de Meestentijds worden deze politieke worstelingen, waaraan 't land vooral in de laatste jaren meer en meer ten prooi gevallen is, achter de schermen gevoerd en komt het groote publiek en het buitenland daar maar weinig van te weten, totdat hetzij in den vorm van een finantieele catastrophe of in het een of ander politiek schandaal de troe bele zaken en het eindeloos geknoei ruchtbaar worden en op eenmaal het gansche bederf, dat aan Frankrijke po litieke leven knaagt, geheel wordt bloot gelegd. Zulk een open wonde vertoont ons hetgeen dezer dagen aan het licht ge treden is. Indertijd heeft een zwendel- bankier de goê gemeente onder de Fransche kleine spaarders voor mil- Uoenen opgelicht, in allerlei oogenschijn- iijk gunstige, maar inderdaad door en door bedriegelgke ondernemingen. Deze bankier had vele machtige relatiën in de politieke wereld, waarbij de mannen, die aan zijn zijde stonden financieël hun behoorlijke portie wel ontvingen. Toen echter politieke tegenstanders het millioenengeknoei aan het licht brachten en een gerechtelijke vervolging uitlok ten, viel het kaartenhuis van de ver schillende finantieele bankiers rasch ineen. Evenwel dreigden bij het hem aan gedaan proces dermate eenige, door de regeering8-personen gesteunde groote crediet-instellingen in Frankrijk in het gedrang te zullen geraken, dat deze personen en hun aanhang alles in het werk stelden om het proces eerst uit te stellen, ten einde, wanneer de zaak verjaard zou zijn, de geheele zaak in den doofpot te stoppen. Slechts gedeel telijk is dit gelukt; de bankier is noch- than8 veroordeeld, doch nam uit Frank rijk de wijk. Maar toch was door het gebeurde te veel aan het daglicht ge bracht, dan dat niet te eenigertijd, ook alweder wanneer het. belang der poli tieke partijen zulks eischte, de eene partij de andere met deze zaak zou be stoken. Deze gelegenheid deed zich nu voor, omdat een der ministers ten val moest ge bracht worden, die een aan velen onwel kome inkomstenbelasting trachtte aan genomen te krijgen. Toen alle middelen niet slaagden, werd hij verdacht ge maakt en werd daarbij zijn particulier leven niet ontzien. Dit echter trof niet alleen den minister doch ook zijn echt- Isleta, maar boven de bergen hangen zware donkere luchten. Tegen de hellingen en op de toppen, overal tusschen „druivenlauben" en barianavelden bevinden zich huizen zoowel in Moorschen of in meer Europeeschen stijl. Stoombarkasjes omzwerven het schip; nauwelijks aangekleed, kijk ik even om het hutgordijn om te ontdekken, van waar zoo veel ongewoon rumoer komt en zie op de groote trap een bende hotelknechts, die in het Spaansch en Engelsch hun paradijzen van hotels aanbevelen. „No, no", en zij trekken voor een oogen- blik af om te zien of elders hun ook buit ontsnapt. De stewardes, die voor de kinderen moest zorgen voor het in orde houden der hutten waren er stewards is den vorigen avond afscheid komen nemen, d. w. z.: ze is komen probeeren een fooi los te praten. Ze was weduwe maar geen dieptreurende, want even vóór dat we van boord gingen, zag ik hoe zij zich liet kussen door een der ste wards als het schip stil ligt is de kat van boord. Ze had twee Buben en ze verdiende twee en dertig mark vast per maand, maar daar konden de Buben n et van eten, wat deze reis verder zou opleveren wist ze nog niet. Iedere drie maanden was ze veertien dagen thuis in Hamburg we gaven wat voor de Buben, en ze trok af. Als Holland de vreemdelingen niet steeds meer wil afstooten, als het iets worden wil, dan moet het zijn gruwelijk fooienstelsel en zijn afzet-manie laten varen, zoo heet het algemeen, maar als men het reizend publiek wil aanmoedigen, dan moet men overal op de wereld een behoorlijken prijs vragen, doch geen bedienden huren en africhten op fooien. Hoeveel bedeloogen dien morgen om ons loerden weet ik niet te zeggen; het is dubbel onaangenaam want men weet niet genoote, en deze, meenende op die wijze een eind te maken aan den feilen strijd, door een der bladen uit de groep der ministerieels tegenstanders, tegen haar man en haar gevoerd, vuurde op den leider van het blad revolverschoten. Het gevolg is bekend de aanslag was doo- delijk, en de ministers vrouw, die den zelfden avond aan een feestmaal zou gezeten zijn, op de eene plaats tusschen den president der Fransche republiek en den Italiaanschen gezant, zat dien avond als gearresteerde op een stoel in een Parijsch politiebureau, om vandaar naar de vrouwengevangenis te worden gebracht. Ziedaar tooneelen en toestanden, die waarlijk spreken van een bedorven poli tieke atmosfeer, waarvan het einde niet te voorzien is. Want al moge ook aan dit politiek schandaal te eeniger tijd een einde komen, al zullen in de snelle opvolging van gebeurtenissen, eerder allicht dan men vermoedt, weder andere feiten de aandacht vragen, het poli tiek bederf laat niet af. Eerder valt het tegendeel te verwachten. De parle mentaire geschiedenis der Fransche natie van de laatste jaren wijst het maar al te zeer uit, dat meer en meer de waar lijk hoog staande mannen, van fier ka rakter en bezield van oprechte vader landsliefde, zich afkeerig betoonen van het politiek geknoei en niet meer deel nemen aan het eigenlijke parlementaire leven. In den loop der laatste jaren hebben dan ook tal van dezulken zich uit het parlement en hot politieke leven van Frankrijk teruggetrokken. Vandaar echter, dat van lieverlede de mindere elementen vrij spel gekregen hebben vandaar ook tooneelen en toestanden als men thans in Frankrijk waarnemen kanen die een schande zijn voor en een smet werpen op hen, die daarvoor verantwoordelijk zijn te stellen. Kan, mag men vragen, dit politiek bederf nog lang voortgang hebben Of zal het wellicht niet langer kunnen blijven bestaan, en zal het kwaad, dat ook hierbij, evenals alle kwaad dat ten slotte zich moet straffen, verdwijnen en plaats maken dan voor een nieuw tijdperk van gezond politiek leven, ten bate van het land en van heel de be schaafde wereld Vragen, waarop een willicht niet meer verre toekomst ons bescheid zal geven. Buitenland. aan wien men geven moet en men heeft werkelijk reeds genoeg te doen met te zorgen voor bagage, enz. Toen dan ook, zoodra ik de hut verliet, een der officieren met een morgengroet op mij toe kwam, en vroeg of hij mij met mijn bagage kon helpen, ademde ik even verlicht op, want dit was zuivere vriendelijkheid. Het mooie officiertje sjorde ferm de riemen en ging niet heen, voor hij me met al het goed kant en klaar de hut had uitgeholpen. Nu zwermen de hotelknechts weer op ons af, de een greep mijn reisstoel, de ander onzen plaid, een derde had onzen koffer al op den rug; we hadden nog niet eens ont beten en we kregen ook niet veel, het was nog te vroegdaar het schip tot 1 uur zou blijven liggen, hadden we eigenlijk niets geen haast, maar zooals de één zeide dat men tien gulden fooi moest geven en de ander een daalder méér dan voldoende vond voor zes dagen, zoo had ook niemand ons omtrent de barkassen kunnen inlichten. We gingen dus maar met de anderen mee. Boven op het d^k stonden de passagiers, die niet aan wal wenschten te gaan, ge schaard om afscheid van ons te nemen en hoewel de reis slechts zes dagen had ge duurd, toch had er zoo'n vriendschappelijke geest geheerscht, dat nu het afscheid werke lijk hartelijk was. De domineé's-vrouw stak haar beide handen uit: Gott mit Ihnen; zij wedijverden allen in vriendelijkheid, en in allerlei talen hoorden wij ons goede wen- schen toeroepen. Toen wenkte de officier ons weer en hoffelijk, alsof het in de balzaal was, geleidde hij ons over steenkoolblokken en gruis naar de trap buiten boord. Ik had mij 's morgens dadelijk van onzen hut- stewa d verzekerd en hem opgedragen, alles in de stoombarkas te brengen, nu zorgde ik dat hij ons vooruitging, en door vele handen geholpen, daalden we naar de barkas; we Onder het opschrift „Een noodkreet uit Siberië" schrijft de N. R. Ct.: Het Comité voor de politieke gevan genen in Rusland, heeft onlangs van mevr. Vera Figner een vertaling ont- vangen van een brief, door een ban neling in het goevernement Irkoetsk geschreven. De schrijver is eenige maan- den geleden uit het bagno ontslagen. Zulke ontslagen gevangenen worden naar een of ander klein dorpje in een afgelegen district gedeporteerd, zonder geld, met geen andere dan hun gevan geniskleren, onverschillig of het zomer of winter is. De brief luidt als volgt: 12-1-'14. Waarde Als ge dit briefje gelezen hebt, werp het dan niet weg, want 't is de zucht van een ziel, die tot het uiterste is gekomen. O, hoe hard valt het doen van zulk een be kentenis. Denk eens aan: een maand of vier, vijf geleden, kon ik niet toe geven, wilde ik niet gelooven, dat het voor een arbeidzaam mensch, na in vrijheid te zijn gesteld, zoo beslist on mogelijk was. om te komen aan een stuk zwart brood, om niet eens te spreken van zulke weelde-artikelen als een stukje suiker of vleesch. Maar nu moet ik wel de werkelijkheid onder de oogen zien en de honger dwingt me, om me tot u te wenden, in de innige hoop, dat ge mij helpen zult. Ja, in naam van al wat in 't leven goed is, kom mij te hulp! Help mij, vóór de wanhoop zich van mij meester maakt om mij te ontslaan van mijn ge vangeniskleren, die nog afschuwelijker voor mij zijn dan de gevangenismuren, die den bewoners hier meer vrees aan jagen dan de pest. Den bewoners kan men dit niet kwalijk nemen, want bijna in ieder dorp hebben de bannelingen, die voor gewone misdaden zijn gestraft, al te veel last veroorzaakt. Daarom trachten de boeren van onze tegenwoor digheid ontslagen te raken, zonder ver schil te maken tusschen de personen, die hun als ballingen worden toege zonden. Slechts met veel moeite ben ik er in geslaagd, een jammerlijk on derdak te vinden, voor 2VS roebel per maand, bij een oude vrouw, die mede lijden met me had. God weet, of ik ooit in staat zal zijn, om de goede vrouw te betalen. Verder reizen kón ik niet; ik had geen kleeren en geen geld. Om wat geld te verdienen voor brood, heb ik twee dagen barrevoets (in den Si- berischen winter 1) rondgezworven, om werk te zoeken. Toen ben ik ziek ge worden 't was honger-typhus; toch ben ik, helaas! in 't leven gebleven, een prooi van ellende en kou. Dus, waarde waren nog niet in de sterk deinende boot, of als de korenaren om de korenbloem, werden wij omwuifd van de ratelende, schreeuwende, krijschende bende hotel knechts. Ik had de fooi voor den steward in mijn hand, de officier, die ons zoo vrien delijk geholpen had, salueerde, er was echter geen denken aan een woord uit te brengen of een beweging te maken, aan elk oor brulden drie knechts, de rest vocht onder oorverdoovend lawaai om ons goed, de een toonde ons aan op den koffer wijzend dat onze naam al in zijn zakboekje stond, de ander beriep zich op den kapitein. Den vorigen dag had een jonge Hollander na den oorlog in Engelschen dienst gevraagd of hij voor stoombarkas en koffers, voor alles zorgen mocht. Maar op dat zeker soort menschen, dat zich met allerlei beloften dadelijk aan iemand opdringt, valt zelden te rekenen. Veel beter zijn degenen, die zich niet den geheelen dag aanbieden, die niet steeds beloven, maar die doen Op het be slissende uur was hij al lang verdwenen; maar nu zat bij ons de Schot„Good mor ning lady, good morning" en een stil be scheiden Iertje. De eerste beduidde den hotelknechts onmiddellijk ons goed los te laten en te zwijgen, dat hielp voor een oogenblik, maar spoedig waren we aan land. Vlak aan de landingsplaats wachtten open brikjes, de zit- en rugkussens met witte sloopen overtrokken, en hoog langs den rand wapperende kanten, soms met helder rood katoen gevoerd; deze hooge karretjes, voor vier of meer personen, zijn zelden met flinke paarden, meestal met. armzalige muil dieren bespannen. Wij behoefden geen kof fers te openen, de invoer is hier vrij. Bij het instappen van het rijtuig begon het gegap en gegil der hotelknechts opnieuw, de Schot nam hun het goed uit de handen en deed ons instijgen; toen de koffers waren blijf ik tot het laatst toe hopen, dat gij mij in die bittere omstandigheden niet zult verlaten. Als laatste redmiddel zult gij menschen weten te vinden, die *t hun heiligen plicht achten om te helpen. Weet, dat, als ge mijn nood kreet beantwoordt, ik bet u vergelden zal. (Volgt naam en adres). Vera Figner voegt aan dat deel van dit schrijven toe: „De toestand in die streek is te afschuwelijker, nu verleden jaar de oogst in Siberië is mislukt en er hongersnood heerscht. Toch worden de ballingen er als naar gewoonte heen gezonden." Om eenigermate het lot dezer ongelukkige ballingen te helpen verzi chten, is het vorige jaar een on- derafdeeling van de algemeene vereeni- ging het „Roode Kruis voor de gevan genen" opgericht, die zich speciaal ten doel stelt, de gedwongen bewoners in de haast ontoegankelijke streken van Noord- en Oost-Siberië te ondersteunen. Volgens telegrammen, die het Ame- rikaansche zendiDginstituut te Bitlis, Koerdistan, aan het Amerikaansche ge zantschap te Konstantinopel heeft ge zonden, is de positie van de stad wan- hopig. De Koerden, die de stad belegeren, tellen 2500 koppenslechts 400 soldaten en evenveel gewapende Armeniërs ver dedigen haar. Heden of morgen komen uit de omliggende plaatsen nog een 800 man te hulp. Meer zijn op het oogenblik niet beschikbaar. Eerst eenige dagen geleden zijn de troepen, die in Oostelijk Klein-Azië thuis hooren, uit Thessalië naar huis gestuurd en zij zul len niet voor midden April terug zijn. Als de Koerden Bitlis binnendringen, bestaat er gevaar, dat zij bloedige wraak op de Armeniërs nemen. Reeds maandenlang verspreiden po litieke agenten onder de Koerden het sprookje, dat de Porte met haar her- vormingsarbeid het land aan Rusland verkoopt. De New York World heeft een tele gram ontvangen uit Juarez, behelzende, dat de door generaal Carranza benoemde commissie van onderzoek naar de om standigheden, waaronder de Amerikaan Benton den dood had gevonden, tot de volgende slotsom is gekomen Benton is neergeschoten door den burgemeeffer van Chihuahua, Rudolfo Fierro, in den trein waarin Benton naar de gevangenis van Chihuahua overge bracht werd. Men liet toen den trein stoppen om den doodelijk gekwetste er uit te zetten. Er werd nog een salvo op den stervende afgevuurd, waarna hij in een ondiep ingeladen, zaten we, den koetsier meege rekend, met ons zevenen in het rijtuig, dat wil zeggen, twee knechts met goudgerande petten op, hingen half tusschen de koffers en half van den bok af. Wij gaven het kaartje met het adres van ons boarding- house, (uit de Gids overgeschreven) de mannen knikten en voort ging het. Mijn eerste indruk van Las Palmas? Daar denk ik niet graag meer aan: stof, afge brokkelde huizen en muren, een onbegaan bare weg. Plotseling reden we den voortuin in van een prachtig groot hotel aan zee; een der goudgerande knechts sprong van den bok, tegelijk ons goed afladend. Maar aan den portier, die nader kwam, liet de Schot ons adres zien Neen, we waren verkeerd De eene goudgerande trok meesmuilend af en de ander, op den bok, uitte woeste vreugdekreten en danste zittend als een razende op zijn plekje kussen. We reden verder en kwamen eindelijk in een nauwe zijstraat voor één der wonderlijke spelonk achtige huizen, waaraan men zeer spoedig gewent maar ik had het wel kunnen uitsnikken, was ik alléén geweest. Naar het land der palmen en oranjes gaan en gebracht worden in een duffe straat voor een soort van gevangenis. De deur ging open, ik zag een ruime binnenplaats met weelde rige planten en bloemen, maar we wilden buiten zijn; de Gids, door ons in Holland gelezen, zeide dat men van uit ons boarding- house een heerlijk mooi zeegezicht had. We bleken dan ook hiér verkeerd, maar de goudgerande bezwoer ons, dat dat Engel- sche boardinghouse niet meer bestond. „Dat lieg je zeker, gauwdief," zei de Schot kalm, „laat de koffers los," en toen tot den koetsier s „Breng ons aan dit adres." Ui-iD VAN ALTEN/ VOOR DOOR Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1914 | | pagina 1