Laad van Hcusden en iltena, dé Langstraat en de ilommelerwaard.
„Kruiwagens."
Ver in 't Zuiden.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
Tengevolge van de Feest
dagen kan het nummer van
Woensdag 15 April niet ver
schijnen.
FEUILLETON.
st
No. 3351. Zaterdag IL April.
1914.
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
4
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Een vreemd onderwerp voor een
hoofdartikel, zullen velen onzer lezers
misschien denken.
En toch is het heelem&M geen vreemd
onderwerp.
We hebben hier n.l. met de aan
duiding „kruiwagens" niet op het oog
het voertuig, dat men den naam van
kruiwagen gegeven heeft, maar we be
doelen ermede de personen, die, daartoe
verzocht, aan anderen hun hulp, hun
steun verleeDen bij het verwezenlijken
van een of ander door dezen gesteld
doel, want nietwaar? die per
sonen heeft men eveneens met den naam
van kruiwagens begiftigd!
Ter zake nu!
De directeur-generaal der posterijen
en telegrafie heeft aan het personeel
medegedeeld dat het zijn aandacht heeft
getrokken dat vele ambtenaren en be
ambten tot het bepleiten van hun per
soonlijke belangen, zooals tot het ver
krijgen van overplaatsing, en zelfs ook
van hoogere dienstbetrekkingen, de hulp
inroepen van personen, buiten het dienst
vak 'der posterijen en telegrafie staande,
die voor hun adviezen geenerlei verant
woordelijkheid dragen tegenover de ad
ministratie, dat men door tusschen-
komst van invloedrijke personen, van
vrienden, kennissen en familieleden van
den directeur generaal, dikwijls gunsten
tracht te verkrijgen, die bij inwilliging
schade zouden kunnen berokkenen aan
anderen, en dat hij, de directeur-
generaal, deze handelwijze zeer afkeurt
en meent dat het meer aanbeveling
verdient dat een ieder zijn belangen
zélf bepleit, hetzij mondeling dan wel
schriftelijk.
De directeur-generaal wil dus dat het
personeel breke met de gewoonte,
mogen we haast wel zeggen, om „krui
wagens", buiten het dienstvak staande,
in den arm te nemen ter bepleiting van
hun persoonlijke belangen.
Wij kunnen niet anders dan toe
juichen dkt, wat de directeur-generaal
DAISY E. A. JUNIUS.
5)
Opnieuw moest de tocht van een uur
worden ondernomen; de Schot begon een
geregeld gesprek, en nu bleek het, waarom
hij aan tafel naast mij had willen zitten
hij was een Schot en ik geleek volgens hem
op Maria StuartToen hij hoorde, dat
we in Schotland waren geweest tot Sterling
toe kende zijn verrukking geen grenzen.
Hoe meer het rijtuig over de ongelijke
straten hobbelde en stootte, hoe luider de
koetsiers tegen hun trekdieren hun ahiiee!
en ohóé! gilden, hoe harder hij sprak.
Eindelijk waren we weer bij ons punt
van uitgang, en na veel vragen en ophouden
zouden we nu ten slotte aan het adres
komennog een maal reed de koetsier ver
keerd, maar ten laatste draaiden we een
zandstraatje in naar de Westbaainu hadden
we de Piek van Teneriffe rechts in de
verte het boardinghouse links, vlak bij
ons. We gingen binnen in de ouderwetsche,
maar wel zindelijke drawingroom met uit
zicht op zee, op de bergen en op de Piek
van Teneriffe.
Wij verzochten kamers boven, maar boven
was slechts de roof het dak. We werden
door een soort van binnengalerijtje geleid
naar een lange binnenplaats met rieten
stoelen, rieten sofa, groote tafel en planten;
op deze binnenplaats kwain met openslaande
glazen deuren een rist slaapkamers uit, in
eenige zag ik tasschen en koffers staan. We
vonden de kamers bedompt en naar.
in dezen wenscht, want er zit niets dan
goeds in.
Immers, hoe kunnen nu personen,
geheel buiten het dienstvak staande,
beoordeelen of de persoon, die hulp
ontvangt, geschikt is voor de betrekking,
die hij wenscht!
Dat is onmogelijk.
Geen wonder is het dus dat de be
treffende persoon in zijn nieuwe betrek
king allesbehalve op zijn plaats soms is.
En wie ondervindt daarvan in de
allereerste plaats de nadeelige gevol
gen?
De posterijen in deze.
En dat zal ze dan te wijten hebben
aan de „kruiwagen", die dien persoon
door zijn voorspraak aan de betrekking
hielp.
En ook zal de administratie der pos
terijen het zichzehen hebben te wijten,
omdat ze zich liet verleiden gehoor te
geven aan die voorspraak.
Daarom sympathiseeren we met wat
de directeur generaal wenscht.
Maar het is niet alleen het dienst
vak der posterijen en telegrafie, op
welks terrein de „kruiwagen" is bin
nengerold.
Overal doet ze haar onschatbare
diensten
Hoevelen zijn er, die weigaarne een
andere werkkring willen. En wat is
dan meestal het eerste, waarnaar ze
omzien Een „kruiwagen". Want zonder
dien, komt men er al niet meer, wordt
er tegenwoordig reeds gezegd. Dus
wordt naAr zöoeen onfgezien: Het lijstjë
van familieleden, vrienden en kennissen
wordt nagegaan om te zien of daar
misschien ook iemand bij is, wien ze
om zijn voorspraak kunnen vragen. En
mocht dit werkelijk het geval zijn, dan
doet de persoon in kwestie zijn best
zich van diens voorspraak te verzekeren.
En mocht er niet zoo iemand op het
lijstje voorkomen, wiens voorspraak
waarde zou hebben, dan is er in de
meeste gevallen toch altijd wel iemand
bij, die een goed woordje voor hen zal
kunnen en willen doen bij een van zijn
familieleden, vrienden of kennissen,
wiens voorspraak waarde heeft. Zóó
gaat het dan. En de persoon in kwestie
komt meermalen hierdoor tot zijn doel.
Gaat het goed, nu ja, dan gdót het
goed. Maar loopt het verkeerd, wat ook
vaak het geval is, dan zitten anderen
met de gebakken peren. De persoon,
die zijn best deed iemand in de be
trekking benoemd te krijgen, heeft er francs. In den loop van bovengenoemd
tijdperk zouden de jaarlijksche uitgaven
voor de bemanning gaandeweg stijgen
van 7 tot 15 millioen francs.
geen last mede.
Neen, wil iemand voorspraak, laat
hij zich dan wenden tot iemand „van
't vak", want diens aanbevelingen heb
ben nog waarde tenminste.
„O, u houdt van de zon ik heb nog
een huis." We gingen enkele passen over
het smalle trottoir een soortgelijk huis
binnen; ze liet ons een allerliefst gemeu
belde doch reeds verhuurde kamer zien
„Deze is net zoo
En de prijs?
„Drie pond (f36) per week."
„Maar daarvoor hebben we volgens uw
opgaaf in de Gids recht op twee kamers."
„In de Gids staat from vanafmaar
als u zich verbindt voor drie maanden, dan
betaalt u 2 pond 5 shilling (f 27) per week."
„Mits u het ons goed geeft, willen we dat
wel doen."
„Laat dat maar aan mij over."
Nog steeds wachtten de heeren in de
drawingroom; zouden ze nog iets van Las
Palmas zien, dan moesten zij geen tijd meer
verzuimen. Wij haastten ons dus naar voren
om hen te bedanken en afscheid van elkaar
te nemen. Zij hadden ons hun adres gegeven
na eenigen tijd moesten we hun ons
wedervaren meedeelen.
Spoedig vertoonde zich een ellenlange
Engelschman met een leelijke vrouw; hij
hoestte; toen kwam een buitengewoon mooi
gekleede jonge Engelsche naar ons toe en
noodigde mij mee naar het dak; langs een
wonderlijk trapje kwamen we boven op het
platvorm dat eenigszins schuin afloopend
(voor den regen) helder gewit was; alle
daken zijn door witte muurtjes omgeven en
door lage muren in deelen verdeeld. We
gingen nog een wit steenen trapje op en
stonden nu aan de voorzijde van het huis
met het uitzicht op zee, op de Piek van
Teneriffe, op de bergen van Gran Canaria,
op de Westbaai en de bontgeschilderde ge
bouwen, waarvan sommige Chineesche tem
pels geleken, in een bocht om de baai heen.
De Isleta (het schiereilandje) zwelgde in
zonlicht, dreigende luchten hingen over
Eu laten
zij, wie ook, die betrek
kingen „t© vergeven" hebben, ook alleen
op zulke voorspraak achtslaan.
We krijgen dan een gezonder toe
stand.
En waarom zou men niet?
Australië en het vraagstuk der
defensie in het Oosten.
Het is den Britschen koloniën in
Australië, onzen naasten buren in het
Verre Oosten, thans ernst met het zich
Het plan werd door de federale re
geering onveranderd goedgekeurd, be
houdens enkele wijzigingen, die ten doel
hadden de uitvoering eenigermate te
verhaasten.
In October j.l. zijn de gepantserde
kruiser „Australië", met een inhoud van
19.000 ton, en de kruiser „Sydney", ter
grootte van 5.600 ton, beide in Engeland
gebouwd, in Australië aangekomen, al
waar zich toen reeds bevonden de kruiser
„Melbourne" en 3 torpedojagers."
Men ziet hieruit, dat Australië er
thans gang achter zet.
En dit is geheel in overeenstemming
met de openbare meening, welke daar
te lande omtrent de urgentie van het
brengen instaat van tegenweer, teneinde to' atandkomen van versterking der
zoo noodig aan Japan eiChina het hoofd weermiddelen met het oog op den alge-
te kunnen bieden.
De „Economist© Francais©" deelt hier
omtrent het volgende, mede
„In het laatste dienstjaar is voor de
verdediging uitgegeven ruim 125 mil
lioen francs, waarvan 45 millioen voor
vlootbouw. Er valt te dezen opzichte
zegt het blad *.n Australië een
merkwaardige wijziging in de openbare
meening waar te nemen. Een twaalftal
jaren geleden voelde taen in Australië
niets voor militaire uitgaven, en scheen
het vraagstuk der landsverdediging daar
zelfs niet te bestaan. Het budget voor
leger en vloot bedroeg in 1902 nog geen,
22 millioen francs.
Eerst door den Russisch- Japanschen
oorlog werd de aandj^ht gevestigd op
vde noodzakelijkheid van maatregelen
ten behoeve der defensie.
Aan het einde van het jaar 1910 zond
de Engelsche Regeering een harer be
kwaamste admiraals naar Australië om,
ter plaatse en in overleg met de re
geering der kolonie en met den bevel
voerenden admiraal van het Engelsche
Zuidzee eskader, een vlootprogram samen
te stellen.
In het door hem uitgebrachte rapport
kwam admiraal Henderson tot de con
clusie, dat moest worden overgegaan
tot den aanbouw van 52 schepen en
wel van 8 groote gepantserde kruisers,
10 beschermde kruisers, 18 torpedo
jagers, 12 onderzeebooten, 3 depötsche-
pen an een schip voor speciale diensten.
Voorts werden voor vlootbasis nood
zakelijk geacht 17 versterkte plaatsen,
verdeeld in 6 der eerste en 11 der tweede
klasse. Dit vlootplan, dat in 22 jaar zou
moeten worden uitgevoerd, zou kosten
uitsluitend voor aanschaffing van
materieel omstreeks 600 millioen
meen en toestand in 't Oosten heerscht,
en die nog onlangs haar uiting vond
in de „Daily Telegraph" van Sydney,
toen dit blad, schrijvende over het de
fensie-rapport der Nederlandsche Staats
commissie, de op Java, in verband met
den internationalen wedijver in vloot
bouw, bestaande bezorgdheid volkomen
gegrond noemde en daarbij de meening
uitsprak, dat de voorstellen in Indië
terecht onvoldoende werden geacht.
„Die voorstellenzoo zeidede „Daily
Telegr." zijn ook onvoldoende, althans
om een ernstigen aanval te weerstaan,
behoeft met deze mogelijkheid geen
rekening te worden gehouden, dan heeft
iDdië in het geheel geen vloot noodig.
Het bouwplan toch loopt over 35 jaren,
-eefl—tijd^exk-v^n onberekenbare» moge
lijkheid!"
„Nederland moet zegt het blad
verder voor zichzelf al zijn krachten
inspannen en voor de verdediging van
zijn koloniën bovendien zijn kracht
zoeken in bondgenootschappen. Indien
deze staatkunde wordt aanvaard, zou met
Nederland Australië zich veel veiliger
gevoelen. Java is een buitengewoon rijk
land, waar de vreemde Oosterlingen de
Europeanen in getalsterkte ver over
treffen. De wensch der Aziatische vol
keren naar gebiedsuitbreiding, opdat zij
niet langer hun overbevolking behoeven
te doen emigreeren naar een vreemd
land, maakt de vooruitzichten voor de
Hollanders op Java duister, en die voor
uitzichten zullen niet verbeteren, zoo
lang niet zeer afdoende stappen om ze
beter te maken worden gedaan."
Wij zullen hieraan niets toevoegen
en onthouden ons van eenige conclusie.
Wij achten het nochtans nuttig, dat hier
wordt gehoord ook hetgeen buiten onzen
de bergen en rotsen van Gran Canaria,
gelijkmatig deinde en ruischte de blauwe zee.
De Engelsche hoestte, en ik zag op; glim
lachend vertelde ze me, dat ze al voor de
tweede maal op Gran Canaria was voor
haar borst. Ze was heel mooi en heel anders
dan alle andere Engelschen, die ik ooit ont
moette; zoet was haar glimlach en zacht de
glans van haar sprekende oogenze was nog
joDg, maar haar weelderig donker haar
zilverde alals zij lachte scholen haar mooie
oogen achter de donkere wimpers; kleine
plooitjes gingen als lichtstraaltjes van haar
oogen naar haar slapen.
Ze was voor drie weken aan boord ge
dragen moeten worden, en nu was ze weer
zoo flink, we zouden veel saam genieten,
binnen enkele dagen een pic-nic naar de
bergen mee maken, samen fotografeeren.
Ik wilde ons schip nog eens op de reede
zien liggen en ging terug naar de haven,
een minuut of zeven slechts van ons pension
door de streek, ons door de hotelknechts
gespeeld, waren we twee uur heen en weer
gehotst raison van tien peseta's (eer. peseta
is nominaal f 0.50, maar thans slechts f 0.35
f 0.375 waard).
De pensionhoudster had tegen den C&nario-
koetsier een hevig geschreeuw aangericht en
hem voor ons zeven peseta's betaald, daar
van moest hij den houder van de stoom-
barkas dan onzen overtocht betalenéén
peseta voor ons beiden.
Juist toen ik aan de landingsplaats kwam
lag de stoom barkas klaar, eenige passagiers
waren er reeds in, de Schot en de Ier kwa
men nog aangestapt. Hoewel allen wachtten,
bleef de eerste een half uur mijn handen
drukken, mij allerlei zegenwenschen aan
biedend; ten slotte daalde ook hij, met zijn
hoed steeds wuivend, het steenen trapje af
en terwijl aller groeten weerklonken en zak
doeken wapperden, voer de barkas af; maar
een reusachtige Mof kwam met de vuisten
in de hoogte aangerend, de barkas moest
terugkomen, steeds hield hij zijn vuist om
hoog tegen den Canario, die zich misschien
niet aan de gemaakte afspraak gehouden
had, doch in ieder geval geen oog vertrok
om de woede van den Duitscher. Eindelijk
verdween het bootje achter het schip en ik
ging terug; het was veel te warm om te
loopen, ook was ik verlangend naar onze
gereed gemaakte kamer
Wat zag die er uitTwee meisjes met
donker kroeshaar en bruinen gelaatstint,
afkomstig uit Afrika, waren er bezig den
vloer te schrobben, de dame des huizes
kwam met een soort kast op haar rug aan
sjouwen. Wij wachtten nog geruimen tijd
en eindelijk was de kamer „klaar"
De gids had aangeraden steeds inschik
kelijk te zijn, een zeer slechten raad, waaraan
we ons later dan ook niet meer gehouden
hebben. Gij moet integendeel uw billijke
eischen blijven handhaven, anders stopt
men u in ongezonde kamers met vochtig
linnengoed, beschouwt u als bijzaak, doch
laat u, onnoozele, dubbel betalen. Verbaasd
stonden wij voor onze gereed gemaakte
kamer. De Landlady of zooals wij haar
noemden de „Cock-roach" rende maar
al heen en weer, zei dat de kamer prachtig
en dat alles op Gran Canaria schreeuwend
duur was, dat zij het eenige pension had
en dat er overigens slechts hotels van twaalf
gulden per dag waren, 't Neeg naar den
avond en we hadden ons slechts te schikken.
Spoedig maakten we kennis met de andere
gasten een jonge, hoestende Schot, die het
hier vreeselijk rond, maar:
„Het klimaat doet hier alles," zeide hij.
Een hoestende Engelschman kwam juist
van Teneriffe terug, hij had wel beschaafde
manieren, maar ik ben overtuigd, dat hij
eigen kring over ons en onze aange
legenheden wordt gezegd.
Buitenland.
Het is de eer der Engelsche reeders
te na, dat het grootste stoomschip tel
wereld de Duitsche vlag voert en niet
de Union Jack. Volgens de „Observer"
zal dit echter spoedig niet meer het
geval zijn en ook hierin Albion de eerste
zijn. Te Belfast zal een stoomschip ge
bouwd worden, dat in grootte en tonnen
inhoud nóg de „Vaterland" zal over
treffen. Het nieuwe schip zal n.l. een
bruto inhoud hebben van 60,000 ton,
terwijl het Duitsche reuzenschip slechts
59,000 ton meet.
Twee militaire vliegers zijn in Ma
rokko verdwenen en men vreest, dat
zij omgekomen zijn. Het zijn een kapitein
en zijn korporaaldie verkenningstoch ten
deden in westelijk Marokko. Waarsch"
lijk zijn zij gedwongen geworden te
landen in een eenzaam en woest ge
deelte en men veriuoedt, dat zij er door
Marokkanen vermoord zijn.
Mevr. Drummond, de ganeraalsche
van de kiasrechtvrouwen, verscheen
Maandag voor een politierechter te Lon
den wegens verstoring van de orde in
het Hyde Park tijdens de betooging
voor Ulster op Zaterdag. De zaak moest
toen uitgesteld worden, doordat zij door
voortdurend te schreeuwen de behan
deling belette. Zij werd toen opgesloten.
Toen zij gisteren weer voor den ma
gistraat verscheen, bleek haar stem van
d6 twee dagen vrijwillig vasten in de
gevangenis niet noemenswaard geleden
te hebben. Zij schreeuwde aanhoudend
zoo hard zij kon den magistraat allerlei
dingen toe. Vervolgens ontsnapte zjj
aan haar bewaking en rende naar de
deur. Met de grootste moeite werd zij
weer in het hok der beschuldigden ge
sleept. Toen de ambtenaar van het open
baar ministerie begon, ging zij hem al
schreeuwende bestoken: „Ga zitten, jou
duivel in de doos. Je komt makkelijk
aan je brood met jacht op vrouwen te
maken. Je komt van Blauwbaard van
daan En zoo voorts. De spreker was
voor de verslaggevers onverstaanbaar.
Aan een van de politie-agenten aan
haar zijde ontrukte mevr. Drummond
zijn fluitje en met kracht smeet zij het
den magistraat naar het hoofd, maar
zij miste. De magistraat veroordeelde
haar tot 40 shilling boete of een maand
gevangenisstraf. De boete werd door
anderen betaald en mevr. Drummond
werd vrijgelaten.
vroeger clown is geweest, hij was een ge
schoolde gek. Overigens spuwde en spatterde
hij als de rest. Het was verschrikkelijk.
Slechts één Engelschman hoesite niet, hij
was hier „in de vruchten", was „ziek naar
geld" en had het op leen. Toch waren som
mige theeuurtjes heel gezellig, als de Tene-
riffe-man voorstellingen gaf, muziek maakte
en zong.
De jonge Engelsche was naar Las Palmas
geweest, om daar iemand te spreken, maar
dat tochtje van een tot anderhalf uur, hoewel
per stoomtram gemaakt, was te veel voor
haar geweest en de volgende dagen zag ik
haar matbleek gezichtje slechts achter de
tulle gordijnen (Clam boe voor de muskieten)
van haar bed. Eindelijk was zij weer zoo
ver, dat zij in een hoekje van de binnen
plaats op een gemakkelijken stoel enkele
uurtjes kon doorbrengen.
Arme, eenzame, gezondheid zoekende,
slechts naar het palmenland gekomen om
er te sterven, als zoovelen. Ik dacht aan
„Tragedie van Liefde", waarin een Madera
man, gehuwd met een gezonde Europeesche,
die echter de ziekte reeds van haar mees
teres een Engelsche geërfd had, en
die dan ook sterft, na vele kinderen het
leven geschonkente hebben. En de Madera
man, met zijn laatste kind ook reeds
stervend op schoot, vervloekt de tering
lijders, die naar zijn eiland komen om het
te besmetten.
Toen ik het boek las, heb ik dien vloek
niet zoo goed begrepen, als ik dat thans doe.
Ik had toen nog „zoo'n medelijden met de
lijders." Maar nu begrijp ik de haat ten
volle, want in hun grenzeloos egoïsme ver
pesten de vele zieke Engelschen de aarde
met hun speeksel, dat besmettelijk is. Niet
één, die ik een zakflacon zag gebruiken, ze
spuwen maar om zich heen.
Wordt ve--olgd.)
uud VAN
ALTEN'
DOOR
1 mAArt Ari FA/hotn rt /H i n 'r I IrtOTAr» hnAnrtrtb t