«I Land van
e
o llteiia, d« Langstraat en de Bontmelerwaard.
De Visscher en zijn Ziel.
Openbaarheid.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3362. Zaterdag 23 Hei. 1914.
FEUILLETON.
lANB VAN ALTEN1
VOOB
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 77, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Nederland, laat ons dat voorop stel
len, is gelukkig niet het land, dat wat
de veiligheid op spoorweg-gebied be
treft, onder de slechtst aangeschreven
landen gerekend wordt. Zoowel in aan
tal als omvang zijn spoorwegrampen in
het buitenland veel meer aan de orde,
dan bij ons. Eensdeels is mogelyk onze
meer secure aard en ons ten deze gunstig
werkende flegma voor een deel daar
debet aananderdeels is het de be
trekkelijk niet op het wereldverkeer
aangewezen geographische ligging, die
ons spoorwegverkeer niet dat overstel
pend zenuwachtig karskter verleent,
hetwelk men in het buitenland vaak
gelegenheid heeft op te merkeD,
waarby de veiligheid der reizigers dan
wel eens in het gedrang komt. Toch
komen nog te ontzent veel te veel kleine
re, maar ook ernstiger spoorwegrampen
voor, dan dat wij stof hebben, onbetwist
op een absolute veiligheid te mogen
roemen. En wie daar anders over gedacht
heeft, voor hem is het spoorweg-ongeluk,
dat op den avond vóór Kerstmis van
van verleden jaar zoo groote ontsteltenis
bracht, allicht een les geweest.
Deze ontsteltenis is sedert dien weinig
geweken, al verliepen reeds na het on
geluk dat tusschen Beilen en Hooghalen
plaats had, weinig minder dan vijf maan
den. In al dien tyd is Nederland in
spanning geweest en heeft het ongedul
dig uitgezien, naar de uitkomst van het
ingesteld uitgebreid onderzoek betreffen
de de eigenlijke oorzaak van het ongeluk.
Sedert kort nu is dan een lijvig rapport
vormend groot boek met zeer duidelyk
cliché'8 en schematische voorstellingen
verschenen.
Doch hoe omvangrijk dit verslag van
het gebeurde ook zij, bedriegen wij ons
niet, dan heeft het weinigen in den
lande bevredigd, of, wat meer zegt, ge
rust gesteld. En wel al aanstonds hierom,
omdat noch de Raad van Toezicht, noch
eindelijk ook de minister van waterstaat,
tot een beslissende uitspraak is kunnen
geraken, omtrent datgene, wat dit frap
pante spoorwegongeluk eigenlijk ver
oorzaakt heeft. Is, vraagt men zich af,
de onvoldoende toestand waarin de wis
sel zich bevond de oorzaakwas het
wellicht de positie van de zooveel min
der zware rails, dan noodig zyn om
de wagens bi) een zware belasting en
een groote snelhe d op het spoor te
houden; was het mogelijk de zwaarte
OSCAR WILDE.
6)
„Toon mij den God," riep ik uit, „of ik
zal u waarlijk dooden!" En ik raakte zijne
oogen aan en die werden blind.
En de priester smeekte en sprak„Moge
mijn Heer zijnen dienstknecht genezen, dan
zal ik hem den God toonen."
Toen blies ik mijn adem over zijne oogen
en die werden weder ziende.
En hij sidderde wederom, en voerde mij
in het derde vertrek, en zie! daar bevond
zich geen afgodsbeeld en ook geene andere
beeltenis van welken aard dan ook, maar
alleenlijk een ronde spiegel van geslepen
metaal, op een altaar van steen.
En ik sprak tot den priester: „Waar is
de God?"
En hij antwoordde mij: „Wij hebben
geen anderen God dan dezen spiegel dien
gij ziet, want deze is de Spiegel der Wys
heid. Hij weerspiegelt alle dingen die in
den hemel en op de aarde zijn, alleen niet
het gelaat van hem, die '.ich daarin spiegelt.
Dit geeft hij niet weer, opdat hij, die daarin
ziet, wijs kan zijn. Er zijn vele andere spie
gels, maar dat zijn de spiegels der Meeningen.
Deze alleen is de Spiegel der Wijsheid. En
zij die dezen spiegel bezitten, weten alles,
en niets is voor hen verborgen. En zij die
hem niet bezitten, hebben ook niet de
Wijsheid. Daarom is hij de God dien wij
aan bidden."
En ik zag in den spiegel en het was,
der locomotief, die den drukken trein
over een naar evenredigheid onvoldoend
zwaren bovenbouw van den weg moest
trekken; was het wellicht de buiten
gewone lengte van den trein in quaes-
tie, wie zal het, nu al de rapporten,
die geen afdoend bescheid geven, nog
kunnen uiimaken? Feit blijft inmiddels
dat het ongeluk een oorzaak moet heb
ben, hetzij dan dat deze in welke om
standigheden ook, als hiervoor opge
somd gelegen is, dan wel elders, waartoe
o.m. het gebruik maken van oude wa
gens de noodlottige wagen, die de
meeste slachtoffeis maakte, was er zulk
een gerekend kan worden.
Hoe het zij, bevredigd of gerustge
steld, buiten de samenstellers vaa het
verslag, is feitelyk niemand in den lande.
Het kan dan ook niet anders of de
openbare meening zal zich hierbij moei-
lyk kunnen nederleggen, getuige o.m.
de aanstaande interpellatie in de Tweede
Kamer over het rapport inzake het
plaats gehad hebbend ongeluk. Of deze
interpellatie nog eenige positieve resul
taten zal opleveren, dient afgewacht;
dit toch zal van zooveel bijkomstig
heden afbangen. Doch in elk geval dieut
elke poging om meer licht te ontsteken
m een zoo belangrijke zaak, die toch
ods allen betreft, hartelijk toegejuicht
te worden.
Nochtans, op éen punt hetfi zoo niet
het verslag van de betrokken autori
teiten, dan toch het begeleidend schrijven
van den minister van waterstaat alom
voldoening verwekt: het vooruitzicht
n.l. door den minister geopend op een
voortaan volledig, openbaar, van over
heidswege in te stellen onderzoek naar
de oorzaken van eenige ernstige spoor
wegramp. E^n onderzoek derhalve voor
een commissie met juridische bevoegd
heid bekleed, waarbij de getuigen, allen
zonder onderscheid, ouder cede gehoord
kunnen worden, met al de vérstrek
dende gevolgen van dien. Inderdaad
hier is reden tot voldoening voorhanden,
al is het een wissel op de toekomst
van nieuwe spoorwegongelukken nl.
die hier getrokken wordt, en waarvan
niemand begeerig zal zijn hem spoedig
te incasseeren. Toch kan het niet ander*
of de invloed reeds te voren van zulk
een eventueel onderzoek uitgaande, mag
uiet onderschat worden.
Zoowel aan de zijde van het publiei
zal een grootere gerustheid gaan heei-
sch^n, wanneer men weet, dat niet
gelijk thans geschiedt, de gang van het
onderzoek zich geheel aan de conti öle
zooals hij gezegd had.
Toen deed ik een zonderlinge daadmaar
wè,t ik deed is noodeloos te verhalen, want
in een dal, dat slechts een dagreize van
hier verwijderd ligt, heb ik den Spiegel
der Wijsheid verborgen. Laat mij slechts
weer tot u ingaan en u dienen, dan zult
gij wijzer zijn dan alle wijzen, en de Opperste
Wijsheid zal uw deel zijn."
Maar de jonge visscher lachte.
„Liefde is beter dan Wijsheid," riep hij,
„en het kleine zeemeerminnetje heelt mij
lief."
„Ge vergist u, er is niets beters op de
wereld dan de Wijsheid," sprak de ziel.
„De Liefde is beter," herhaalde de jonge
visscheren hij dook onder in de diepte
En de ziel ging weenende van daar. En
verdween over de moerassen.
En toen het tweede jaar verstreken was,
keerde de ziel terug naar de kust van de
zee, en riep den jongen visscher, en hij
steeg uit de diepte opwaarts en zeide:
„Waarom roept ge mij?"
En de ziel antwoordde:
„Kom naderbij, opdat ik met u spieken
kan, want ik heb di wonderlijkste dingen
gezien."
En hij kwa n nader en zette zich aan den
rand van het water, leunde met het hoofd
in de hand en luisterde.
En de ziel sprak tot hem.
„Toen ik u verlaten had, richtte ik mijne
schreden naar het Zuiden en begon mijn
zwerftocht. Uit het Zuiden komt alles wat
kostbaar is. Zes dagen liep ik op de straat
wegen, die naar de stad Asther voerenop
de stoffige roode straatwegen, die de pelgrims
plegen te volgen, schreed ik voort, en op
den morgen van den zevenden dag, zie!
daar zag ik de stad aan mijne voeten liggen,
der openbaarheid onttrekt; maar ook
aan de zijde der betrokken maatschap
pijen, die niet anders dan gretig elk
onderzoek, hoe uitgebreid en openbaar
ook, aanvaarden zullen, wanneer dit
kan bijdragen om de overtuiging dieper
ingang te doen vinden, dat hunnerzijds
steeds en in vollen omgang alles in het
werk gesteld wordt, om de veiligheid
van het publiek op onze nationale spoor
wegen te bevorderen en te handhaven.
Het is toch vooral om de openbaar
heid van het onderzoek te doen, daar
deze alleen immers vermag op den duur,
zoowel in dit geval als in andere
quaesties van openbaar belang, het ver
stouwen van het publiek winnen en te
oehouden. Terecht schrijft de minister
dan ook in zijn inleiding tot de rap
porten, in verband met de gebleken
noodzakelijkheid van een geregeld, stel
selmatig onderzoek van overheidswege
voornamelijk zou het er om te doen
zijn, zooveel mogelyk zekerheid te ver
schaffen, dat allen die inlichtingen kun
nen geven, ook inderdaad gehoord wor
den. Daartoe zou het noodig zijn omtrent
oplegging van verplichting om te ver
schijnen en getuigenis af' te leggen, bij
de wet te voorzien. Tevens zou het te
houden verhoor openbaar moeten zijn.
Blykbaar heeft de gang van zaken
Dy het onderzoek gelyk dit thans plaats
vond, den minister niet bevredigd en
ie oogen geopend voor mogelyk be
staande leemtenallerminst wat d6
maatregelen voor de veiligheid van het
publiek op onze sporen betreft, maar
wei wat aangaat de volledigheid der
inlichtingen en de openbaarheid van
het onderzoek. Duidelyk toch zegt de
minister, dat de gang van het onder
zoek hem er toe geleid heeft, te over
wegen in hoeverre het wenscheljjk is
te achten, dat in de wijze waarop het
onderzoek naar voorgekomen ongevallen
plaats heeft, verandering behoort te
worden gebracht.
Indien deze wenschelykheid, van
regeeriug8wege uitsproken, te eeniger
tijd verwezenlijkt en in de wet be
lichaamd wordt, en, ook al olijven de
ufficieele rapporten over het jongste
ernstige spoorwegongeluk in ons land
ons allerminst bevredigen, dan toch is
er voor het algemeen belang uit het
het gebeurde een winst te boeken, waar
van slechts diep betreurd mag worden,
dat zulk een droevig ongeluk als voor
schier vijf maanden plaats had, daartoe
de directe aanleiding heeft moeten zijn.
Buitenland.
want zij is in een dal gelegen.
Negen poorten geven toegang tot deze
stad en voor elke poort staat een bronzen
paard, dat hinnekt wanneer de Bedouïnen
van de bergen naar omlaag komen. De
muren zijn met koper beslagen en de wacht
torens op de muren uit erts gebouwd. In
eiken toren staat een boogschutter met een
boog in de hand. Bij zonsopgang slaat hij
met een pijl op een klankbekken, en bij
zonsondergang blaast hij op een hoorn, uit
horen gesneden. Toen ik beproefde binnen
te gaan, hielden de wachten mij tegen en
zij vroegen, wie ik was. Ik antwoordde, dat
ik een derwisch was, op weg naar Mekka,
alwaar zich een groene sluier bevinden
moest, wa;rop engelenhanden in zilveren
letters den Koran hadden geborduurd. Zij
luisterden met groote verbazing naar het
geen ik zeide, en vergunden mij binnen
de stad te komen. En binnen de stad, daar
geleek het wel een bazaar. Waarlijk, gij hadt
bij mij moeten zijn. Langs de nauwe straten
wiegelen bonte papieriantaarns als groote
vlinders heen en weer. Wanneer de wind
over de daken strijkt, dan stijgen ze op en
vallen weer neer, net als gekleurde zeep
bellen. De kooplieden zitten voor hunne
winkeltjes op glanzende zijdene tapijten.
Zij dragen recht-neerhangende zwarte baar
den, hunne tulbanden zijn met gouden
sechinen bedekt en lange kettingen van
barnsteen en van kunstig uitgesneden per
zikpitten glijden door hunne slanke vingers.
Eenige van hen verkoopen gaibanum en
nardus, en zeldzaam reukwerk van de eilan
den in de Indische zee, olie van roode rozen,
en myrten en kleine kruidnagelen. Wanneer
men stil staat om met hea te praten, werpen
zij kleine stukjes wierook op een kolen
bekken, en de lucht wordt vervuld van
zoete geuren. Ik zag een Syriër, die in zijn
Diusdag zija uit Washington de Ame-
rikaansche gedelegeerden naar de be-
middelings conferentie te Niagara Falls
vertrokken. President Wilson heeft bun
geen bepaalde afscheidsinstructie3 mee
gegeven, maar hun opgedragen, voor
stellen af te wachten en een tegemoet-
komende houding aan te nemen.
Echter voegde Wilson er de oprner-
king aan toe, dat het herstel van de
rust in Mexico afhaukelijk schijnt van
de verwijdering van generaal Huerta
van het bewind en van de instelling
van een krachtig, eerlijk voorloopig
bestuur, dat verkiezingen zal laten
houden, waarbij geen pressie van hooger-
hand geoefend wordt.
De gedelegeerden van Huerta schijnen
te hebben verklaard (maar hieromtrent
zijn allerlei tegenstrijdige geruchten in
omloop) dat zij bereid waren, het af
treden van Huerta aan te bevelen
echter op voorwaarde, dat men tot een
definitieve overeenstemming zou kunnen
geraken over een nieuw in te stellen
bewind.
In den tusschentijd baart de militaire
toestand in Mexico wel eenige zorg.
Mocht het te Tampico of elders komeu
tot uitspattingen tegen de Amerikaan-
sche troepen, dan zou dit zeer ernstige
verwikkelingen na zich kunnen slepen.
Uit El Paso wordt gemeld, dat gene-
neraal Villa een troepenmacht der re
geering van 5000 man heeft verslagen
bij Paredon. De regeeringstroepen wer
den zwaar geteisterd, en ouder de ge
sneuvelden zijn twee generaals. Villa
maakte 800 gevangenen. Ook vermees
terde hij verscheidene machinegeweren
en een groote hoeveelheid ammunitie.
De staat van zaken wordt te Mexico
als zeer ernstig beschouwd. Men vreest
dat binnen enkele dagen onlusten zullen
uitbreken.
Bij San Luis Potosi zijn de telegraaf
lijnen doorges leden.
Men deukt dat de opstandelingen
Guadalajara zullen aanvallen.
Uit Durazzo wordt geseind
De opinarsch van de gewapende boe
renbenden, die nog bij Bazar Sjak staan,
veroorzaakt hier groote opgewondenheid.
Albaneesche artillerie houdt het eind
punt van den weg naar Bazar Sjak
bezet. Men houdt hier rekening met de
mogelijkheid dat het tot een gevecht
met de opstandelingen komt.
Woensdag had Essad pasja een storm
achtige audiëntie bij den Mbret, aan
het eind waarvan hij ontslag nam. Ver
volgens begon Essad met 5000 partij
gangers een oproer. Hij zelf loste bet
oerste schot op het vorstelijk paleis.
hand een dun rieten stokje hield. Grijs
blauwe draden van rook wolkten daaruit
op, en de geur die het stokje onder het
branden verspreidde, he innérde aan dien
van amandelbloesems in de lente. Andere
verkoopen zilveren armbanden die in de
rondte met melk-blauwe turkooizen bezet
zij nvoetspangen van koper, waaraan een
franje van fijne paarlen, tijgerklauwen in
goud gevat, ook de klauwen van den goud
bronzen leopard, eveneens in goud gevat;
oorhangers uit doorboorde smaragden en
vingerringen van uitgeholde nephriet. Uit
de theehuizen kin ken gitaarklanken en de
opiumschuivers liggen er met bleeke, glim
lachende aangezichten naar de voorbijgan
gers te staren. Waarlijk, gij hadt bij mij
moeten zijn. De wijnverkoopers banen zich
hunnen weg, dwar» door de menigte, met
groote zwart leeren zakken over de schou
ders. De meesten verkoopen den wijn uit
Schiras, die zoet is ais honing. Zij bieden
die aan op kleine metalen schalen, waarop
zij rozenbladeren strooien.
Op de marktplaa s stonden de fruitver-
koopers, die alle soorten van vruchten veil
boden; rijpe vijgen, met haar week purper
kleurig vieeschmeloenen, die naar muskus
geuren, en geel zien als topazencitroenen
en rozenbottels en witte druiven; ronde,
geelroode oranjeappelen en langwerpige li
moenen van puur groen goud. Eens zag ik
een olifant voorbijgaan. Zijn snuit was rood
en geel beschilderd en over de ooren droeg
hij een roodzijden gevlochten net. Hij bleef
voor een der kraampjes staan en begon van
de oranjeappelen te eten, en de verkooper
liet dit lachend toe. Ge kunt u niet voor
stellen, welk een merkwaardig volk het is.
Wanneer zij vroolijk zijn, gaan zij naar
een vogeihandelaar en koopen van hem een
gevangen vogel, dien zij laten vliegen, opdat
Een inmiddels aan wal gezette Oosten-
rij ksch-Hongaarsche batterij beant
woordde het vuur. Oostenrijksche en
Italiaansche matrozen bezetten de stad.
Essad pasja is naonderteekeningeener
verklaring, dat hij zonder vergunning
van den vorst niet naar Albanië zal
terugkeeren, naar Brindisi ingescheept.
Het Giornale d'Italia bevat een ver
slag over de gevangenneming van Essad
pasja. Daaruit blijkt dat het huis van
Essad door het in den vroegen ochtend
daarop gerichte kanonvuur zwaar be
schadigd is, de bovenverdieping is ge
heel vernield. Essad, door het schieten
gewekt, schoot met een revolver uit
eeu der vensters. Toen werd van weers
zijden geweervuur geopend; de aan
hangers van Essad kregen in het gev ebt
drie dooden.
Nadat het vuren gestaakt was drong
majoor Moltede in het huis door, waar
hij Essad in nachtwaad aantrof.
Essad verzocht den majoor den Ita-
liaanschen gezant te verwittigen, dat hij
zich te diens beschikking stelde.
Majoor Mol telde beloofde Essad, dat
zijn leven gespaard zou worden.
In een kabinetsraad ten paleize ii
vervolgens besloten tot Essad's verwij
dering. Hij heeft daartegen geen weer
stand geboden. Voor hij zich aau boord
van de Szigetvar begaf, vroeg hij den
Oostenrijkschen drogman, den koning
van Albauië zijn eerbiedige hulde t«
betuigen. „Zeg hem aldus Essad
dat ik hem altijd trouw en eerlijk heb
gediend. Mijn vijanden hebben hem
onjuist ingelicht. De tijd zal mij recht
doen, mijn geweten is rustig."
Tijdens den tocht van het paleis naar
de aanlegplaats aan de haven beschermde
Essad's vrouw haar man herhaaldelijk
met haar lichaam, daar zij een aanval
vreesde.
Men denkt dat Essad terecht zal staan.
De Retsj verneemt uit Kief een ge
rucht, dat het ministerie van justitie
al het materiaal van het ritueele moord-
proces heeft opgevraagd. Op grond
daarvan spreekt men van de mogelijk
heid, dat het proces wegens den moord
op het jongetje Joestjinsjki zal worden
hervat.
Uit Weenen wordt aan het Berliner
Tageblatt geseind Volgens de laatste
berichten heerscht te Durazzo volkomen
rust. Oostenrijkscn-Hongaarsche en
Italiaansche matrozen zijn aau wal gezet
en bewaken het paleis. Een persoon
lijkheid, die over de jongste gebeurte
nissen in Albanië nauwkeurig ingelicht
is, deelt het volgende medeEssad
pasja, die niet alleen in geheel Midden-
Albanië, maar ook in de omgeving van
Tirana trouwe aanhangers heeft, werd
hunne vreugde nog grooter worde; en
wanneer zij mistroostig zijn, kastijden zij
zich met doornen, opdat hun verdriet ni>-t
minder worde.
Op een avond ontmoette ik eenige negers,
die een zwaren draagstoel langs de winkels
voortdroegen. Hij was van verguld bamboes
gemaakt en de staven waren van rood lak,
waarin ingelegde pauwen van erts. Voor
de vensters hingen dunnen gordijnen van
neteldoek, die met kevervleugelen en kleine
paarlen geborduurd waren, en toen de draag
stoel voorbij ging, keek een bleeke cirkas-
sische vrouw naar buitén, en wierp mij een
glimlach toe. Ik volgde den stoet, de
negers verhaastten hunne schreden, en hunne
blikken werden dreigend en somber. Maar
ik bekommerde er mij niet omeen groote
nieuwsgierigheid had zich van mij m ester
gemaakt.
Eindelijk hielden de dragers stil voor
een vierkant wit huis. Het had geen vensters,
slechts een lage deur, als de deur van een
graf. Zij zetten den draagstoel neder, en
klopten driemaal met een koperen hamer
op de deur. Een Armeniër in een kaftan
van groen leder keek door een luikje, en
toen hij den draagstoel gewaar werd, opende
hij de deur en spreidde een tapijt over den
grond.
De vrouw steeg uit. Terwijl zij naar binnen
trad, keerde zij zich om en wierp mij op
nieuw een glimlach toe. Nooit had ik een
zoo bleek gelaat aanschouwd.
Toen de maau was opgegaan, keerde ik
naar dezellde plaats terug, en zocht er het
huis, maar het was verdwenen. En ik be
greep wie de vrouw was en waarom zij my
had toegelachen. Waarlijk, gij hadt er bij
moeten zijn.
(Wordt wrtolgd.)
door