Het Belgische leger trekt terug
op Antwerpen.
Het slagveld bij Haelen.
De ellende van den oorlog.
üit Brussel wordt geseind van
20 dezer:
De Duitsche cavalerie heeft Brus
sel bezet, terwijl het Belgische
leger op Antwerpen terug trok.
De bevolking die meevecht.
tusschen Belgische en Duitsche troepen.
De slag moet over een groot gedeelte
van het front begonnen zijn. Te Brussel
kwamen vele inwoners van Tienen aan.
De „Lokal Anzeiger" meldt van de
Oostergrens d.d. 18 dezer:
De Russen hebben tien grensplaatsen
in brand gestoken. De inwoners konden
zich slechts met eenige kleeren aan
het veege lijf bergen. De brandstichters
schoten alles neer wat in hun bereik
kwam.
In de Köln. Ztg. klaagt een corres
pondent te Rome erover, dat de Ita-
liaansche pers, waar zij over de aan
leiding van den oorlog schrijft, een
eenzijdige, anti-Duitsche voorstelling
van zaken geeft. Ook het mindere Ita-
liaansche volk toont zich anti-Duitsch.
En dat zou nog erger zijn, indien niet
de regeering alle betoogingen tegen
oorlogvoerenden 't strengst had verboden
Echter voelt men zich in denkende
en leidende kringen in Italië niet be
haaglijk over de neutrale rol, thans
door het land gespeeld. De Popoio Ro
mano is er al tegen opgekomen. En in
de Corriere d'Italia heeft de hoogleeraar
in het volkenrecht, prof. Castellani,
verzet tegen deze neutraliteits-politiek
aangeteekend. Hij acht haar een soort
moreel bankroet van Italië. Niemand
zal in de toekomst meer waarde kunnen
hechten aan een verdrag met dat land.
Het koloniale bataljon van bevel
hebber Chaltin is, naar de Belgische
bladen melden, uitgerust. De koloniale
vrijwilligers hebben nieuwe uniformen
men herkent ze aan de gouden ster,
die zij dragen onder de granaat van
hun muts. Ze zijn goed bewapend. Dit
bataljon maakt deel uit van het 4e
legerkorps. De Belgische regeering heeft
voor hen een krediet uitgetrokken van
360,000 fr., zijnde 1 franc 50 per dag
en per man.
De oud-legioenairs uit Afrika en
Tonkin, alsmede zij, die in het Neder-
landsch-Indische leger gediend hebben,
zijn naar Mechelen gezonden.
150 Belgische jongelieden kwamen
via Liverpool uit Amerika, om aan hun
krijgsplicht te voldoen. Overal, bij ver
trek en op reis, ondervonden ze veel
sympathie.
Gesloten brieven worden naar en in
België niet doorgezonden. Meu schrijve
op open briefkaarten.
Antwerpen, 20 Augustus. Vannacht
om 1 uur werd na een kabinetsraad,
bijgewoond door de staatsministers, al
hier de volgende officieele mededeeling
gedaan
In den loop van den dag van 18
Augustus is het Belgische leger, liggend
op de stellingen, die het verscheidene
dagen dapper en met welslagen ver
dedigd had, plotseling aangevallen door
Duitsche strijdmachten, aanzienlijk ster
ker dan die der Belgen.
Na een moorddadig gevecht werd
besloten het hoofdkwartier over te bren
gen naar Mechelen, vervolgens naar
Antwerpen, en het veldleger te doen
aftrekken op de omheining van Ant
werpen, spil der nationale verdediging.
Deze schikkingen stemmen overeen
met de traditioneele verdedigingsplan
nen, die sedert 1859 vastgesteld zijn.
Zij stellen België in staat een leger te
behouden, dat hoezeer beproefd, door
talrijke en dappere gevechten toch ter
vrijwaring van de onafhankelijkheid
zal kunnen voortgaan doeltreffende hulp
te verleenen, bij de verwachte krijgs
verrichtingen, aan de legers der waar
borgende mogendheden. Aanzienlijke
krijgsmachten verzekeren trouwens de
verdediging van de stelling te Namen,
die den overtocht van de Maas beheerscht.
Overtuigd van de rechtvaardigheid
zijner zaak en gesterkt door de goed
keuring van het geweten der heele
wereld, zal België, dank zij aller vader-
landsche eendracht, voortgaan testrijden
voor het recht, en de onafhankelijkheid
van zijn grondgebied verdedigen.
In de „Nieuwe Gazet" komt de vol
gende beschrijving van het slagveld bij
Haelen voor:
Het slagveld van Haelen leverde
Donderdag een akelig en gruwelijk
schouwspel op. Aan den inkom van
de gemeente Webbecom was nog eene
barrikade opgeworpen, die bewaakt ward
door luitenant du Bus, van het 2e gidsen,
en eenige ruiters. Voor die barrikade
lag eene hooge stapel rompen van ge-
doode Duitsche paarden, en rondom
was het bloed in breede plassen ver
spreid. Een dikke zwerm vliegen en
insecten was op het bloed en de paar-
denrompen neergestreken. Wat verder,
in het veld, waren eenige landbouwers
bezig met eenen grooten kuil te delven.
Rondom lag het veld bezaaid met lijken
van Duitsche soldaten en rompen van
doodgeschoten paarden. Meer dan 120
Duitschers hadden daar onze troepen
aangevallen. Maar dan 50 bleven dood
op het slagveld, waar de landbouwers
nu bezig waren hun graf te delven.
Onder die dooden lagen er vijftien
officieren; de dooden waren deerlijk
gesteld. De eenen hadden de borst of
den buik opengereten door een lans
steek of een bajonetstoot; den anderen
was het hoofd vermorzeld door een
houwitser of door mauserkogels, enz.
De aangezichten waren verwrongen de
ledematen krampachtig ineengetrokken,
en de mond stond ver open, alsof hij
pas den laatsten kreet geslaakt had.
De grond was doorweekt van het bloed.
De huizen in den omtrek waren ver
laten, verwoest en vernield, 't Was al
dood en verwoesting, wat men te zien
kreeg.
Verderop naar Haelen was 't hetzelfde
schouwspel van den dood en vernieling.
In de grachten langs de baan lagen
lijken van Duitsche soldaten en paar-
denrompen. Het water, dat in de grach
ten stond, was rood geverfd van bloed.
In de groeven vond men ook
Duitsche granaten, die niet ontploft zijn.
Hier lag een paard met de vier pooten
in de lucht en daaronder het lijk van
een officier; daar was een jonge soldaat
uitgestrekt, de handen gekruist op de
borst, waaruit eene breede streep bloed
vloeide. Verder nog ontwaarde men het
eene lijk nevens het andere en overal
bloed
Schrikwekkende worstelingen moeten
daar plaats gegrepen hebben. De Duit
schers werden met gansche rijen weg
gemaaid en liggen langs beide kanten
van den steenweg opgehoopt.
Langs alle kanten ziet men in het
veld platgebrande hoeven. Op de baan
zelf kan men uiterst moeilijk vooruit,
daar zij vol doode paarden ligt. De
soldaten hebben zich zelfs tijdens het
gevecht achter de lijkenhoopen als ach
ter barrikaden verschanst.
De Belgische slachtoffers heeft men
onmiddellijk begraven.
De vijanden, vooral de uhlanen,
schijnen erg van de hitte te lijden; zij
werpen hun hoofddeksel weg om ge-
zwinder te kunnen rijden en vechten.
Te Haelen heeft men de Duitsche
lijken in diepe kuilen langs beide kan
ten van de baan begraven.
„Wat ik zag, was een honderste deel
van wat er gebeurt in België, en er is
geen zee zoo groot, die in tientallen
jaren uitwischt de ellende en de schande
van dezen oorlog, en nog langzamer
dan het bloeiende land zich herstelt
van oogstvernieling en dorpenbrand,
zal het hart van den Belg weer mild
en zacht worden, wijl er vrouwen rond
dwalen nu zonder dak en kinderen zon
der ouders." Zoo schrijft Joh. Luger
in „de Tel." en vervolgt dan: Er zijn
nog menschen die je gaan verdenken
van jagerlatijn en zeggen „zou dat nou
wel allemaal waar wezen", alsof men
lust zou hebben te vermenigvuldigen
met eenheden, die het moderne oor
logsbedrijf stelt. Als de verschrikkelijke
slachting voorbij is, dan kan België,
hetbloeiende land, welks grenzen zoo
ongemerkt ineenvloeien met de onze,
een bedevaartsoord worden voor met
nationale eer spottende vaderlanders,
en voor de kleine volken, die niet ge
noeg waarde hechten aan hun eigen
verdediging, omdat ze er toch niet tegen
op kunnen."
Van de Duitsche grens tot Luik
wat kilometers die een auto in een
paar kwartiertjes evemafkrabbelt dat
meende de Duitsche armee in een vier
entwintig uur klaar te spelen. Dat had
den ze dan ook klaar gekregen, wanneer
er in de forten geen Belgische jongens
hadden gezeten, die wisten hoe je met
een kanon moet doen en die dan ook
hun tanden op elkaar klemden, wijl ze
misschien van Luik tot de grens er
gens een huisje hadden staan, waar een
oude vader of een jong meisje woonde
en er bij een wereldoorlog op oude
vaders en jonge meisjes minder gelet
wordt.
Het is dus zeker, dat iedere Belg
precies weet waar het om gaat, wanneer
hij met een stevigen ruk de grendel
van zijn geweer openschuift en er een
nieuwen patroonhouder induwt.
President Wilson richt zich tot het
Amerikaansche volk met een proclama
tie, waarin hij te velde trekt tegen den
partijgeest, die de diepste, de gevoeligste
en de zekerste oorzaak kan worden van
inbreuk op de neutraliteit.
De proclamatie maakt geen enkele
toespeling op het Verre Oosten, maar
het is bekend, dat Welson met misnoe
gen zekere pogingen ziet om de Ver-
eenigde Staten in het conflict tusschen
Japan en Duitsland te betrekken.
Parijs, 19 Augustus. De „Gaulois" weet
mee te deelen, dat de Oostenrijksche
kruiser, die bij Antivari door een Fransch
schip in den grond is geboord, de „Zenta"
is. Er zouden 301 dooden zijn.
Thans wordt officieel bekend gemaakt
dat het Engelsche landingsleger in Fran
krijk is aangekomen. Trouwens uit de
mededeeling van den Belgischen minis
ter van oorlog dat de drie verbonden
leges den vijand zouden bekampen, viel
reeds op te maken dat Engeland even
eens een actief deel aan den grooten
volkerenslag zou nemen.
Van dezen slag hebben wij, terwijl
wij dit schrijven, nog steeds niets ver
nomen. Zelfs lazen wij in een der bladen
dat het misschien wel een week kan
duren, eer wij positief nieuws zullen
hooren.
De verschillende legerkorpsen worden
in tusschen nog maar steeds versterkt en
zelfs scgijnen in den Elzas reeds 150 000
Oostenrijkers te zijn aangekomen.
In de Engelsche bladen wordt gemeld
dat Duitschland thans aan de gevechts
linie in het geheel over een leger van
1.500.000 man beschikt, dat is dus over
een lengte van 400 K.M.
Tegenover deze reusachtige macht
zouden de verbondenen (Belgen, Frans-
chen en Engelschen) 1.200.000 man kun
nen stellen, terwijl daarachter nog een
Fransche reserve van 1 millioen man
moet staan.
Het zijn cijfers om van te duizelen
en wat zal er van deze krijgers geworden
zijn als deze reusachtige veldslag isaf-
geloopen
De Wiener Allgemeine Zeitungschrijft
onder den titel „Engelands huichelarij":
Grey heeft als beweegreden van de oor
logsverklaring van Engeland aan
Duitschland de schending van de on
zijdigheid van België opgegeven en de
Engelsche regeering heeft in stad en
land verkondigd, dat Engeland niet
duldde, dat zijn onderteekening van het
verdrag, waarbij de onzijdigheid van
België was gewaarborgd, niet werd ge
ëerbiedigd.
Maar volgens de mededeeliugen van
onzen zegsman had reeds lord Lans-
downe, minister van buitenlandsche
zaken in het ministerie-Balfour, met
den toenmaligen Franschen minister
van buitenlandsche zaken Delcassé een
verdrag van bondgenootschap beneveos
een militaire overeenkomst ontworpen,
in welk document de verplichting van
Engeland was vastgelegd, om in geval
van een oorlog tegen Duit schland 200,OuO
man in België te landen en met het
Fransche leger, dat België eveneens
zou binnenrukken, Duitschland van de
Belgische grens uit aan te vallen.
Of de toenmalige Belgische regeering
door Engeland met deze ontworpeu
overeenkomsten in kennis is gesteld,
weten wij niet, zegt het blad, maar het
is een historisch feit, voor welks juist
heid wij volstrekt instaan, dat aldus
negen jaren geleden de Engelsche re
geering bereid was een verdrag te slui
ten, dat verplichtingen tot schending
van de onzijdigheid van België inhield.
Het is ook meer dan waarschijnlijk,
dat men te Londen en te Parijs sedert
op dit denkbeeld van koning Eduard
VII en Delcassé is teruggekomen, en
dat slechts het snelle, vastbesloten op
treden van het Duitsche oppercomman
do door de verovering van Luik het
Engelsch-Fransche plan heeft kunnen
verijdelen.
De geschiedenis van dit in het jaar
1905 ontworpen verdrag is echter in
elk geval weer een duidelijk bewijs van
de geringe mate van oprechtheid, welke
de Engelsche politiek al dien tijd heeft
gekenmerkt.
Uit Rome wordt van 20 dezer geseind
Nadat de gezondheidstoestand van
den Paus de laatste dagen achteruit
gaande was, is Z. H. hedennaent ten
1,20 uur ontslapen.
Als zijn opvolger wordto.a. genoemd
Kardinaal van Rossum.
Londen, 18 Augustus. Ambtelijk wordt
medegedeeld, dat er heden enkele losse
gevechten hebben plaats gehad tusschen
een Engelsch smaldeel en Duitsche
kruisers, die op verkenning uit waren.
Verliezen worden niet gemeld. In de
zuidelijke zone van de Noordzee wordt
een zekere onrust opgemerkt.
De correspondent van de Times te
Sofia seint dat het Bulgaarsehe publiek
thans meer gerust is omtrent de be
doelingen van Turkije. De Turksche
troepen schijnen kortelings van de Bul
gaarsehe grens te zijn teruggetrokken
en in de richting van de Zwarte Zee
kust te zijn gezonden.
De spoorwegverbinding met Konstan-
tinopel en Dede Agatsj is hersteld en
de post- en telegraafverbinding even
eens.
In Bulgarije scuijnt men voorloopig
geen verdere militaire maatregelen te
willen nemen.
Naar de Daily Telegraph uit Athene
verneemt, heeft Duitschland bij het uit
breken van den oorlog Griekenland be
paalde voorstellen gedaan. Het verzoek
om Griekenland's samenwerking heeft
dit ondubbelzinnig geweigerd. Verzoekt
echter de Engelsche regeering Grieken
land zijn onzijdigheid te laten varen,
dan zou het daartoe bereid zijn. Er is
geen twijfel aan, dat, wanneer Bulgarije
Servië aanvalt, Griekenland zijn bond
genoot te hulp komt.
Een telegram aan de „Stampa" meldt,
dat een Duitsche militair diplomatieke
missie Trente gepasseerd is op weg naar
Rome, waar zij gaat confereeren met
den minister-president en den minister
van buitenlandsche zaken.
Volgens de Reichspost, een Weenach
blad, heeft de Russische minister van
oorlog in het begin van Juli in de
Russische Doema medegedeeld, dat er
toen, zooals officieel was vastgesteld,
700,000 zieken in de Russische militaire
hospitalen lagen, van wie 30,000 offi
cieren.
Brussel, 19 Augustus. (Part Het ge
wone middagbericht van het Belgische
ministerie van ocrlog is achterwege ge
bleven, hetgeen zou kunnen duiden op
belangrijke gebeurtenissen. Het is waar
schijnlijk, dat wij zeer gewichtig oorlogs
nieuws mogen verwachten binnen niet
al te langen tijd. N.R.ct.
St. Petersburg, 19 Augustus. De mi-
nistesraad heeft besloten tot het verbod
van uitvoer van granen, paardevoer,
groenten, meel lijnkoeken, vleesch, ge
vogelte, visch, eieren, boter, vee, huiden,
zaad, tabak, petroleum en bijproducten,
steenkool, hout enz. De minister van
financiën zal daarvan alleen ontheffing
kunnen verleenen ten behoeve van de
bondgenooten.
IMaatseiyk Nieuws.
Voor Dames- en Kinderkleeding is de
Firma Taverne De Meere, Hinthamer
straat 69, 's Hertogen bosch, het oeste adres
voor deze omstreken.
Deze zaak is ook des Zondags van 10 tot
1 uur geopend.
Heusdeii, 22 Aug.
Het comité voor het Roode Kruis is
alhier druk werkzaam om alles in gereedheid
te biengen, indien gewonden naar hier
zouden worden overgebracht. Tal van dames
zijn druk in de weer om ver bandar tikelen
op maat te stellen, en wat er meer bij
behoort.
Ook in het naburige Genderen zijn ze
voor ontvangst gereed.
PISU1SSE en BLOKZIJL.
Pisuisse is als correspondent van de Tele
graaf in België, zooals we weten, maar waar
is Blokzijl
Blokzijl is als Landweerman opgeroepen
en ligt in kwartier te Rijswijk, nabij het
fort Giessen, tusschen Heusden en Wou-
drichem.
Werkendam- Woensdag 1.1. week
op den Bandijk een motor berijder ai rem
mende uit voor een kind, dat zijn weg
kruiste, viel en brak een zijner beenen.
De Eerw. Heer J. Jongeleen, te 's Gra-
venhage, die voor het beroep naar de Chr.
Ger. Kerk alhier heeft bedankt, heeft dat
van de Chr. Ger. Kerk te Noordeloos aan
genomen.
Aalst. Tot predikant bij de Ned. Herv.
Kerk te Hoogeveen is beroepen ds. Padden
burg alhier.
Beneden-Langstraat. De snij-
boonen zijn dit jaar niet zeer mooi van
stuk en de pluk is ook slechts gering.
Daarbij is de handel slap. Men besteedt
f 1,25 a f 1,50 de 1000 stuks.
Cnpelie. De commissie voor de
afdeeiing van het Roode Kruis heeft toe
zegging ontvangen van een bedrag van f 450
en zoo noodig meer, waarover kan worden
beschikt, zoodra het alhier gevestigde nood
hospitaal in werkelijk gebruik wordt ge
nomen.
Toen J. M. alhier aan het glazen
wasschen was, werd zij opeens duizelig en
viel van een 2 Meter hooge trap, waardoor
zij zich zoodanig aan haar arm bezeerde,
dat geneeskundige hulp moest worden inge
roepen.
De ontwerpen-voorstellen tot oprich
ting van een waterschap beoosten de 's Gra-
venmoersche Vaart, door Gedeputeerde
Staten te doen, liggen gedurende 14 dagen
ter secretarie ter inzage.
Ook in onze gemeente is reeds een
burgerwacht ingesteld. Drie personen tw.
D. Werther, J. Vos en J. Wervers zijn be
noemd tot on bezoldigd-gemeenteveldwach
ters, waarvoor zij de vereischte eeden reeds
hebben afgelegd.
's-Gravwuoer. Een 92-jarige
vrouw alhier, levert nog een schoon voor
beeld aan het jongere geslacht. Ons oudje
is ijverig aan het sokken breien voor onze
soldaten.
llerpt. Ook alhier is een afdeeiing
van het Roode Kruis opgericht.
Een langs de huizen gehouden collecte
bracht f 255 op.
Nieuwen (lijk. Voor de Geref.
Gemeente alhier zal a.s. Zondag des voor-
en des namiddags optreden Ds. J. D. Wie-
lenga van Middelburg.
Hp mnfi;. J.l. Zondag kreeg zekeren
J. F. met een opgeschoten knaap ruzie.
De gevolgen waren dat genoemde een mes
steek aan zijn hand opliep. Door dr. Kölex
werd de hand verbonden.
Binnenland.
Het bericht van „Het Volk", als zou
de Duitsche regeering het uitvoerver
bod van steenkolen hebben opgeheven
of binnenkort willen opheffen, is, naar
vernomen wordt, voorbarig. Ter bevoegde
plaatse is hieromtrent nietsbekend.
Wel heeft de Duitsche regeering een
bijzondere toestemming tot uitvoer ver
leend door
lo. de voor Holland bestemde wagons
en scheepsladingen, die vóór het uit
vaardigen van het uitvoer-verbod reeds
beladen waren, doch aan de grens wer
den opgehouden.
2o. een beperkte hoeveelheid, die uit
sluitend bestemd is voor de spoorwegen.
De minister van financiën heeft de
ontvangers der directe belasting uitge-
noodigd, om in de gemeenten, die
plaatselijke hulpmunt (bons op de ge
meentekas of wel op kassiers) hebben
uitgegeven, in overleg met den burge
meester deze zoo spoedig mogelijk tegen
de van rijkswege uitgegeven zilverbons
te vervangen en daarvoor, zoo noodig,
afzonderlijk zitting te houden.
In de maand Juli van dit jaar heeft de
opbrengst van 's Rijksmiddelen bedragen
f 18797,391,16 tegen f 18,809,497.70»/,
in Juli 1913.
Het spreekt van zelf dat de oorlog
op deze uitkomst zijn storenden invloed
nog niet heeft doen gevoelen. Voor het
meerendeel zijn de verschillen met de
cijfers van het vorige jaar niet groot.
Alleen valt te vermelden, dat de be
drijfsbelasting ongeveer 3 ton minder
gaf dan in Juli 1913, en de suiker
accijns ruim 4 ton meer dan in die
maand.
Het gedistilleerd leverde voorts 1 ton
minder op, evenals de successierechten.
De posterijen gingen weer m«t een
f 50,000 vooruit en ook de loonsgelden
toonden een flinke verhooging (f 30,000)
aan.
Over de eerste zeven maanden van
1914 is ontvangen f 117,533,823.63,
tegen f 113,139,236.94V, in hetzelfde
tijdperk van 1913.
Vanwege het hoofdkwartier van den
Opperbevelhebber van Land- en Zee
macht wordt opneming van het vol
gende verzocht:
Ondsr dit hoofd komen in het Och
tendblad van de „Nieuwe Courant" van
Dinsdag 18 Augustus eenige beschou
wingen voor, met betrekking tot de
bepalingen, opgenomen in art. 1 van
het Haagsche Reglement (Reglement
betreffende de wetten en gebruiken van
den oorlog te land, annex aan het Ver
drag nopens de wetten en gebruiken
van den oorlog te land).
De beschouwingen leiden dan tot de
bewering dat bijv. plaatselijke vrijwil
ligerskorpsen kunnen worden gevormd,
die, als het noodig wordt gevonden,
zich organiseeren, een onderscheidings-
teeken aannemen, de wapenen openlijk
dragen en zich beijveren in hun han
delingen zich te gedragen naar de wet
ten en de gebruiken van den oorlog.
Worden de diensten niet meer noodig
of gewenscht geacht, dan wordt met de
wapenen en de onderscheidingsteekenen
de belligerente eigenschap weer afge
legd en worden de vrijwilligers weer
vreedzame burgers.
Tegen dit hoogst gevaarlijke spelletje
kan niet ernstig genoeg worden ge
waarschuwd. Tegen dergelijke vrijwil
ligerskorpsen heeft een oorlogvoerende
partij als wapen den kogel en de strop,
wanneer de leden ervan in zijn handen
vallen.
In dien geest doorredeneerende doet
art. 2 van het Haagsche reglement de
deur nog ruimer open, waar het zegt:
„De bevolking van een niet-bezet ge
bied, die bij de nadering van den vij
and uit eigen beweging de wapenen
opneemt om de invallende troepen te
bestrijden, zonder den tijd te hebben
zich te organiseeren overeenkomstig ar
tikel 1, wordt als oorlogvoerende be
schouwd, indien zij de wapenen open
lijk draagt en indien zij de wetten en
gebruiken van den oorlog eerbiedigt."
Het zijn echter de woorden „van een
niet bezet gebied", welke deze deur on
middellijk weder sluiten; wil toch een
oorlogvoerende een optreden der bevol
king als voren bedoeld, beletten, zoo
verklaart hij, dadelijk bij het binnen
rukken, het gebied als bezet. Art. 42
van het Haagsche Reglement, dat de
bedoeling heeft de eischen vast te stel
len voor het bezet verklaren van een
gebied, doet zulks in termen, zoo vaag,
dat de occupator eigenlijk in het ge
heel niet wordt gebonden.
De burgerbevolking kan niet genoeg
worden gewaarschuwd, zich in elk ge
val en onder alle omstandigheden te
onthouden van een daadwerkelijk op
treden, voor het geval Nederland on
verhoopt in den Europeeschen krijg
mocht worden betrokken.
De vorming van het autoriseeren van
vrijwilligerskorpsen moeten in handen
van het legerbestuur blijven. Wenscht
men als vrijwilligers het land te dienen,
men wende zich tot dit bestuur maar
dan dient men ook als zoodanig tot
het leger gedemobiliseerd is.
Het gestreng optreden van Engeland
in den oorlog met de Zuid-Afrikaansche
Republieken vond juist zijn oorsprong
in de omstandigheid, dat deze Repu
blieken eigenlijk geen geregelde strijd
macht hadden en vele Boeren du eens
met de wapenen in de hand streden en
dan weer gedeeltelijk „huistoe" gingen,
om hun hoeven te verzorgen.