Het Belgische leger trekt terug op Antwerpen. Het slagveld bij Haelen. De ellende van den oorlog. üit Brussel wordt geseind van 20 dezer: De Duitsche cavalerie heeft Brus sel bezet, terwijl het Belgische leger op Antwerpen terug trok. De bevolking die meevecht. tusschen Belgische en Duitsche troepen. De slag moet over een groot gedeelte van het front begonnen zijn. Te Brussel kwamen vele inwoners van Tienen aan. De „Lokal Anzeiger" meldt van de Oostergrens d.d. 18 dezer: De Russen hebben tien grensplaatsen in brand gestoken. De inwoners konden zich slechts met eenige kleeren aan het veege lijf bergen. De brandstichters schoten alles neer wat in hun bereik kwam. In de Köln. Ztg. klaagt een corres pondent te Rome erover, dat de Ita- liaansche pers, waar zij over de aan leiding van den oorlog schrijft, een eenzijdige, anti-Duitsche voorstelling van zaken geeft. Ook het mindere Ita- liaansche volk toont zich anti-Duitsch. En dat zou nog erger zijn, indien niet de regeering alle betoogingen tegen oorlogvoerenden 't strengst had verboden Echter voelt men zich in denkende en leidende kringen in Italië niet be haaglijk over de neutrale rol, thans door het land gespeeld. De Popoio Ro mano is er al tegen opgekomen. En in de Corriere d'Italia heeft de hoogleeraar in het volkenrecht, prof. Castellani, verzet tegen deze neutraliteits-politiek aangeteekend. Hij acht haar een soort moreel bankroet van Italië. Niemand zal in de toekomst meer waarde kunnen hechten aan een verdrag met dat land. Het koloniale bataljon van bevel hebber Chaltin is, naar de Belgische bladen melden, uitgerust. De koloniale vrijwilligers hebben nieuwe uniformen men herkent ze aan de gouden ster, die zij dragen onder de granaat van hun muts. Ze zijn goed bewapend. Dit bataljon maakt deel uit van het 4e legerkorps. De Belgische regeering heeft voor hen een krediet uitgetrokken van 360,000 fr., zijnde 1 franc 50 per dag en per man. De oud-legioenairs uit Afrika en Tonkin, alsmede zij, die in het Neder- landsch-Indische leger gediend hebben, zijn naar Mechelen gezonden. 150 Belgische jongelieden kwamen via Liverpool uit Amerika, om aan hun krijgsplicht te voldoen. Overal, bij ver trek en op reis, ondervonden ze veel sympathie. Gesloten brieven worden naar en in België niet doorgezonden. Meu schrijve op open briefkaarten. Antwerpen, 20 Augustus. Vannacht om 1 uur werd na een kabinetsraad, bijgewoond door de staatsministers, al hier de volgende officieele mededeeling gedaan In den loop van den dag van 18 Augustus is het Belgische leger, liggend op de stellingen, die het verscheidene dagen dapper en met welslagen ver dedigd had, plotseling aangevallen door Duitsche strijdmachten, aanzienlijk ster ker dan die der Belgen. Na een moorddadig gevecht werd besloten het hoofdkwartier over te bren gen naar Mechelen, vervolgens naar Antwerpen, en het veldleger te doen aftrekken op de omheining van Ant werpen, spil der nationale verdediging. Deze schikkingen stemmen overeen met de traditioneele verdedigingsplan nen, die sedert 1859 vastgesteld zijn. Zij stellen België in staat een leger te behouden, dat hoezeer beproefd, door talrijke en dappere gevechten toch ter vrijwaring van de onafhankelijkheid zal kunnen voortgaan doeltreffende hulp te verleenen, bij de verwachte krijgs verrichtingen, aan de legers der waar borgende mogendheden. Aanzienlijke krijgsmachten verzekeren trouwens de verdediging van de stelling te Namen, die den overtocht van de Maas beheerscht. Overtuigd van de rechtvaardigheid zijner zaak en gesterkt door de goed keuring van het geweten der heele wereld, zal België, dank zij aller vader- landsche eendracht, voortgaan testrijden voor het recht, en de onafhankelijkheid van zijn grondgebied verdedigen. In de „Nieuwe Gazet" komt de vol gende beschrijving van het slagveld bij Haelen voor: Het slagveld van Haelen leverde Donderdag een akelig en gruwelijk schouwspel op. Aan den inkom van de gemeente Webbecom was nog eene barrikade opgeworpen, die bewaakt ward door luitenant du Bus, van het 2e gidsen, en eenige ruiters. Voor die barrikade lag eene hooge stapel rompen van ge- doode Duitsche paarden, en rondom was het bloed in breede plassen ver spreid. Een dikke zwerm vliegen en insecten was op het bloed en de paar- denrompen neergestreken. Wat verder, in het veld, waren eenige landbouwers bezig met eenen grooten kuil te delven. Rondom lag het veld bezaaid met lijken van Duitsche soldaten en rompen van doodgeschoten paarden. Meer dan 120 Duitschers hadden daar onze troepen aangevallen. Maar dan 50 bleven dood op het slagveld, waar de landbouwers nu bezig waren hun graf te delven. Onder die dooden lagen er vijftien officieren; de dooden waren deerlijk gesteld. De eenen hadden de borst of den buik opengereten door een lans steek of een bajonetstoot; den anderen was het hoofd vermorzeld door een houwitser of door mauserkogels, enz. De aangezichten waren verwrongen de ledematen krampachtig ineengetrokken, en de mond stond ver open, alsof hij pas den laatsten kreet geslaakt had. De grond was doorweekt van het bloed. De huizen in den omtrek waren ver laten, verwoest en vernield, 't Was al dood en verwoesting, wat men te zien kreeg. Verderop naar Haelen was 't hetzelfde schouwspel van den dood en vernieling. In de grachten langs de baan lagen lijken van Duitsche soldaten en paar- denrompen. Het water, dat in de grach ten stond, was rood geverfd van bloed. In de groeven vond men ook Duitsche granaten, die niet ontploft zijn. Hier lag een paard met de vier pooten in de lucht en daaronder het lijk van een officier; daar was een jonge soldaat uitgestrekt, de handen gekruist op de borst, waaruit eene breede streep bloed vloeide. Verder nog ontwaarde men het eene lijk nevens het andere en overal bloed Schrikwekkende worstelingen moeten daar plaats gegrepen hebben. De Duit schers werden met gansche rijen weg gemaaid en liggen langs beide kanten van den steenweg opgehoopt. Langs alle kanten ziet men in het veld platgebrande hoeven. Op de baan zelf kan men uiterst moeilijk vooruit, daar zij vol doode paarden ligt. De soldaten hebben zich zelfs tijdens het gevecht achter de lijkenhoopen als ach ter barrikaden verschanst. De Belgische slachtoffers heeft men onmiddellijk begraven. De vijanden, vooral de uhlanen, schijnen erg van de hitte te lijden; zij werpen hun hoofddeksel weg om ge- zwinder te kunnen rijden en vechten. Te Haelen heeft men de Duitsche lijken in diepe kuilen langs beide kan ten van de baan begraven. „Wat ik zag, was een honderste deel van wat er gebeurt in België, en er is geen zee zoo groot, die in tientallen jaren uitwischt de ellende en de schande van dezen oorlog, en nog langzamer dan het bloeiende land zich herstelt van oogstvernieling en dorpenbrand, zal het hart van den Belg weer mild en zacht worden, wijl er vrouwen rond dwalen nu zonder dak en kinderen zon der ouders." Zoo schrijft Joh. Luger in „de Tel." en vervolgt dan: Er zijn nog menschen die je gaan verdenken van jagerlatijn en zeggen „zou dat nou wel allemaal waar wezen", alsof men lust zou hebben te vermenigvuldigen met eenheden, die het moderne oor logsbedrijf stelt. Als de verschrikkelijke slachting voorbij is, dan kan België, hetbloeiende land, welks grenzen zoo ongemerkt ineenvloeien met de onze, een bedevaartsoord worden voor met nationale eer spottende vaderlanders, en voor de kleine volken, die niet ge noeg waarde hechten aan hun eigen verdediging, omdat ze er toch niet tegen op kunnen." Van de Duitsche grens tot Luik wat kilometers die een auto in een paar kwartiertjes evemafkrabbelt dat meende de Duitsche armee in een vier entwintig uur klaar te spelen. Dat had den ze dan ook klaar gekregen, wanneer er in de forten geen Belgische jongens hadden gezeten, die wisten hoe je met een kanon moet doen en die dan ook hun tanden op elkaar klemden, wijl ze misschien van Luik tot de grens er gens een huisje hadden staan, waar een oude vader of een jong meisje woonde en er bij een wereldoorlog op oude vaders en jonge meisjes minder gelet wordt. Het is dus zeker, dat iedere Belg precies weet waar het om gaat, wanneer hij met een stevigen ruk de grendel van zijn geweer openschuift en er een nieuwen patroonhouder induwt. President Wilson richt zich tot het Amerikaansche volk met een proclama tie, waarin hij te velde trekt tegen den partijgeest, die de diepste, de gevoeligste en de zekerste oorzaak kan worden van inbreuk op de neutraliteit. De proclamatie maakt geen enkele toespeling op het Verre Oosten, maar het is bekend, dat Welson met misnoe gen zekere pogingen ziet om de Ver- eenigde Staten in het conflict tusschen Japan en Duitsland te betrekken. Parijs, 19 Augustus. De „Gaulois" weet mee te deelen, dat de Oostenrijksche kruiser, die bij Antivari door een Fransch schip in den grond is geboord, de „Zenta" is. Er zouden 301 dooden zijn. Thans wordt officieel bekend gemaakt dat het Engelsche landingsleger in Fran krijk is aangekomen. Trouwens uit de mededeeling van den Belgischen minis ter van oorlog dat de drie verbonden leges den vijand zouden bekampen, viel reeds op te maken dat Engeland even eens een actief deel aan den grooten volkerenslag zou nemen. Van dezen slag hebben wij, terwijl wij dit schrijven, nog steeds niets ver nomen. Zelfs lazen wij in een der bladen dat het misschien wel een week kan duren, eer wij positief nieuws zullen hooren. De verschillende legerkorpsen worden in tusschen nog maar steeds versterkt en zelfs scgijnen in den Elzas reeds 150 000 Oostenrijkers te zijn aangekomen. In de Engelsche bladen wordt gemeld dat Duitschland thans aan de gevechts linie in het geheel over een leger van 1.500.000 man beschikt, dat is dus over een lengte van 400 K.M. Tegenover deze reusachtige macht zouden de verbondenen (Belgen, Frans- chen en Engelschen) 1.200.000 man kun nen stellen, terwijl daarachter nog een Fransche reserve van 1 millioen man moet staan. Het zijn cijfers om van te duizelen en wat zal er van deze krijgers geworden zijn als deze reusachtige veldslag isaf- geloopen De Wiener Allgemeine Zeitungschrijft onder den titel „Engelands huichelarij": Grey heeft als beweegreden van de oor logsverklaring van Engeland aan Duitschland de schending van de on zijdigheid van België opgegeven en de Engelsche regeering heeft in stad en land verkondigd, dat Engeland niet duldde, dat zijn onderteekening van het verdrag, waarbij de onzijdigheid van België was gewaarborgd, niet werd ge ëerbiedigd. Maar volgens de mededeeliugen van onzen zegsman had reeds lord Lans- downe, minister van buitenlandsche zaken in het ministerie-Balfour, met den toenmaligen Franschen minister van buitenlandsche zaken Delcassé een verdrag van bondgenootschap beneveos een militaire overeenkomst ontworpen, in welk document de verplichting van Engeland was vastgelegd, om in geval van een oorlog tegen Duit schland 200,OuO man in België te landen en met het Fransche leger, dat België eveneens zou binnenrukken, Duitschland van de Belgische grens uit aan te vallen. Of de toenmalige Belgische regeering door Engeland met deze ontworpeu overeenkomsten in kennis is gesteld, weten wij niet, zegt het blad, maar het is een historisch feit, voor welks juist heid wij volstrekt instaan, dat aldus negen jaren geleden de Engelsche re geering bereid was een verdrag te slui ten, dat verplichtingen tot schending van de onzijdigheid van België inhield. Het is ook meer dan waarschijnlijk, dat men te Londen en te Parijs sedert op dit denkbeeld van koning Eduard VII en Delcassé is teruggekomen, en dat slechts het snelle, vastbesloten op treden van het Duitsche oppercomman do door de verovering van Luik het Engelsch-Fransche plan heeft kunnen verijdelen. De geschiedenis van dit in het jaar 1905 ontworpen verdrag is echter in elk geval weer een duidelijk bewijs van de geringe mate van oprechtheid, welke de Engelsche politiek al dien tijd heeft gekenmerkt. Uit Rome wordt van 20 dezer geseind Nadat de gezondheidstoestand van den Paus de laatste dagen achteruit gaande was, is Z. H. hedennaent ten 1,20 uur ontslapen. Als zijn opvolger wordto.a. genoemd Kardinaal van Rossum. Londen, 18 Augustus. Ambtelijk wordt medegedeeld, dat er heden enkele losse gevechten hebben plaats gehad tusschen een Engelsch smaldeel en Duitsche kruisers, die op verkenning uit waren. Verliezen worden niet gemeld. In de zuidelijke zone van de Noordzee wordt een zekere onrust opgemerkt. De correspondent van de Times te Sofia seint dat het Bulgaarsehe publiek thans meer gerust is omtrent de be doelingen van Turkije. De Turksche troepen schijnen kortelings van de Bul gaarsehe grens te zijn teruggetrokken en in de richting van de Zwarte Zee kust te zijn gezonden. De spoorwegverbinding met Konstan- tinopel en Dede Agatsj is hersteld en de post- en telegraafverbinding even eens. In Bulgarije scuijnt men voorloopig geen verdere militaire maatregelen te willen nemen. Naar de Daily Telegraph uit Athene verneemt, heeft Duitschland bij het uit breken van den oorlog Griekenland be paalde voorstellen gedaan. Het verzoek om Griekenland's samenwerking heeft dit ondubbelzinnig geweigerd. Verzoekt echter de Engelsche regeering Grieken land zijn onzijdigheid te laten varen, dan zou het daartoe bereid zijn. Er is geen twijfel aan, dat, wanneer Bulgarije Servië aanvalt, Griekenland zijn bond genoot te hulp komt. Een telegram aan de „Stampa" meldt, dat een Duitsche militair diplomatieke missie Trente gepasseerd is op weg naar Rome, waar zij gaat confereeren met den minister-president en den minister van buitenlandsche zaken. Volgens de Reichspost, een Weenach blad, heeft de Russische minister van oorlog in het begin van Juli in de Russische Doema medegedeeld, dat er toen, zooals officieel was vastgesteld, 700,000 zieken in de Russische militaire hospitalen lagen, van wie 30,000 offi cieren. Brussel, 19 Augustus. (Part Het ge wone middagbericht van het Belgische ministerie van ocrlog is achterwege ge bleven, hetgeen zou kunnen duiden op belangrijke gebeurtenissen. Het is waar schijnlijk, dat wij zeer gewichtig oorlogs nieuws mogen verwachten binnen niet al te langen tijd. N.R.ct. St. Petersburg, 19 Augustus. De mi- nistesraad heeft besloten tot het verbod van uitvoer van granen, paardevoer, groenten, meel lijnkoeken, vleesch, ge vogelte, visch, eieren, boter, vee, huiden, zaad, tabak, petroleum en bijproducten, steenkool, hout enz. De minister van financiën zal daarvan alleen ontheffing kunnen verleenen ten behoeve van de bondgenooten. IMaatseiyk Nieuws. Voor Dames- en Kinderkleeding is de Firma Taverne De Meere, Hinthamer straat 69, 's Hertogen bosch, het oeste adres voor deze omstreken. Deze zaak is ook des Zondags van 10 tot 1 uur geopend. Heusdeii, 22 Aug. Het comité voor het Roode Kruis is alhier druk werkzaam om alles in gereedheid te biengen, indien gewonden naar hier zouden worden overgebracht. Tal van dames zijn druk in de weer om ver bandar tikelen op maat te stellen, en wat er meer bij behoort. Ook in het naburige Genderen zijn ze voor ontvangst gereed. PISU1SSE en BLOKZIJL. Pisuisse is als correspondent van de Tele graaf in België, zooals we weten, maar waar is Blokzijl Blokzijl is als Landweerman opgeroepen en ligt in kwartier te Rijswijk, nabij het fort Giessen, tusschen Heusden en Wou- drichem. Werkendam- Woensdag 1.1. week op den Bandijk een motor berijder ai rem mende uit voor een kind, dat zijn weg kruiste, viel en brak een zijner beenen. De Eerw. Heer J. Jongeleen, te 's Gra- venhage, die voor het beroep naar de Chr. Ger. Kerk alhier heeft bedankt, heeft dat van de Chr. Ger. Kerk te Noordeloos aan genomen. Aalst. Tot predikant bij de Ned. Herv. Kerk te Hoogeveen is beroepen ds. Padden burg alhier. Beneden-Langstraat. De snij- boonen zijn dit jaar niet zeer mooi van stuk en de pluk is ook slechts gering. Daarbij is de handel slap. Men besteedt f 1,25 a f 1,50 de 1000 stuks. Cnpelie. De commissie voor de afdeeiing van het Roode Kruis heeft toe zegging ontvangen van een bedrag van f 450 en zoo noodig meer, waarover kan worden beschikt, zoodra het alhier gevestigde nood hospitaal in werkelijk gebruik wordt ge nomen. Toen J. M. alhier aan het glazen wasschen was, werd zij opeens duizelig en viel van een 2 Meter hooge trap, waardoor zij zich zoodanig aan haar arm bezeerde, dat geneeskundige hulp moest worden inge roepen. De ontwerpen-voorstellen tot oprich ting van een waterschap beoosten de 's Gra- venmoersche Vaart, door Gedeputeerde Staten te doen, liggen gedurende 14 dagen ter secretarie ter inzage. Ook in onze gemeente is reeds een burgerwacht ingesteld. Drie personen tw. D. Werther, J. Vos en J. Wervers zijn be noemd tot on bezoldigd-gemeenteveldwach ters, waarvoor zij de vereischte eeden reeds hebben afgelegd. 's-Gravwuoer. Een 92-jarige vrouw alhier, levert nog een schoon voor beeld aan het jongere geslacht. Ons oudje is ijverig aan het sokken breien voor onze soldaten. llerpt. Ook alhier is een afdeeiing van het Roode Kruis opgericht. Een langs de huizen gehouden collecte bracht f 255 op. Nieuwen (lijk. Voor de Geref. Gemeente alhier zal a.s. Zondag des voor- en des namiddags optreden Ds. J. D. Wie- lenga van Middelburg. Hp mnfi;. J.l. Zondag kreeg zekeren J. F. met een opgeschoten knaap ruzie. De gevolgen waren dat genoemde een mes steek aan zijn hand opliep. Door dr. Kölex werd de hand verbonden. Binnenland. Het bericht van „Het Volk", als zou de Duitsche regeering het uitvoerver bod van steenkolen hebben opgeheven of binnenkort willen opheffen, is, naar vernomen wordt, voorbarig. Ter bevoegde plaatse is hieromtrent nietsbekend. Wel heeft de Duitsche regeering een bijzondere toestemming tot uitvoer ver leend door lo. de voor Holland bestemde wagons en scheepsladingen, die vóór het uit vaardigen van het uitvoer-verbod reeds beladen waren, doch aan de grens wer den opgehouden. 2o. een beperkte hoeveelheid, die uit sluitend bestemd is voor de spoorwegen. De minister van financiën heeft de ontvangers der directe belasting uitge- noodigd, om in de gemeenten, die plaatselijke hulpmunt (bons op de ge meentekas of wel op kassiers) hebben uitgegeven, in overleg met den burge meester deze zoo spoedig mogelijk tegen de van rijkswege uitgegeven zilverbons te vervangen en daarvoor, zoo noodig, afzonderlijk zitting te houden. In de maand Juli van dit jaar heeft de opbrengst van 's Rijksmiddelen bedragen f 18797,391,16 tegen f 18,809,497.70»/, in Juli 1913. Het spreekt van zelf dat de oorlog op deze uitkomst zijn storenden invloed nog niet heeft doen gevoelen. Voor het meerendeel zijn de verschillen met de cijfers van het vorige jaar niet groot. Alleen valt te vermelden, dat de be drijfsbelasting ongeveer 3 ton minder gaf dan in Juli 1913, en de suiker accijns ruim 4 ton meer dan in die maand. Het gedistilleerd leverde voorts 1 ton minder op, evenals de successierechten. De posterijen gingen weer m«t een f 50,000 vooruit en ook de loonsgelden toonden een flinke verhooging (f 30,000) aan. Over de eerste zeven maanden van 1914 is ontvangen f 117,533,823.63, tegen f 113,139,236.94V, in hetzelfde tijdperk van 1913. Vanwege het hoofdkwartier van den Opperbevelhebber van Land- en Zee macht wordt opneming van het vol gende verzocht: Ondsr dit hoofd komen in het Och tendblad van de „Nieuwe Courant" van Dinsdag 18 Augustus eenige beschou wingen voor, met betrekking tot de bepalingen, opgenomen in art. 1 van het Haagsche Reglement (Reglement betreffende de wetten en gebruiken van den oorlog te land, annex aan het Ver drag nopens de wetten en gebruiken van den oorlog te land). De beschouwingen leiden dan tot de bewering dat bijv. plaatselijke vrijwil ligerskorpsen kunnen worden gevormd, die, als het noodig wordt gevonden, zich organiseeren, een onderscheidings- teeken aannemen, de wapenen openlijk dragen en zich beijveren in hun han delingen zich te gedragen naar de wet ten en de gebruiken van den oorlog. Worden de diensten niet meer noodig of gewenscht geacht, dan wordt met de wapenen en de onderscheidingsteekenen de belligerente eigenschap weer afge legd en worden de vrijwilligers weer vreedzame burgers. Tegen dit hoogst gevaarlijke spelletje kan niet ernstig genoeg worden ge waarschuwd. Tegen dergelijke vrijwil ligerskorpsen heeft een oorlogvoerende partij als wapen den kogel en de strop, wanneer de leden ervan in zijn handen vallen. In dien geest doorredeneerende doet art. 2 van het Haagsche reglement de deur nog ruimer open, waar het zegt: „De bevolking van een niet-bezet ge bied, die bij de nadering van den vij and uit eigen beweging de wapenen opneemt om de invallende troepen te bestrijden, zonder den tijd te hebben zich te organiseeren overeenkomstig ar tikel 1, wordt als oorlogvoerende be schouwd, indien zij de wapenen open lijk draagt en indien zij de wetten en gebruiken van den oorlog eerbiedigt." Het zijn echter de woorden „van een niet bezet gebied", welke deze deur on middellijk weder sluiten; wil toch een oorlogvoerende een optreden der bevol king als voren bedoeld, beletten, zoo verklaart hij, dadelijk bij het binnen rukken, het gebied als bezet. Art. 42 van het Haagsche Reglement, dat de bedoeling heeft de eischen vast te stel len voor het bezet verklaren van een gebied, doet zulks in termen, zoo vaag, dat de occupator eigenlijk in het ge heel niet wordt gebonden. De burgerbevolking kan niet genoeg worden gewaarschuwd, zich in elk ge val en onder alle omstandigheden te onthouden van een daadwerkelijk op treden, voor het geval Nederland on verhoopt in den Europeeschen krijg mocht worden betrokken. De vorming van het autoriseeren van vrijwilligerskorpsen moeten in handen van het legerbestuur blijven. Wenscht men als vrijwilligers het land te dienen, men wende zich tot dit bestuur maar dan dient men ook als zoodanig tot het leger gedemobiliseerd is. Het gestreng optreden van Engeland in den oorlog met de Zuid-Afrikaansche Republieken vond juist zijn oorsprong in de omstandigheid, dat deze Repu blieken eigenlijk geen geregelde strijd macht hadden en vele Boeren du eens met de wapenen in de hand streden en dan weer gedeeltelijk „huistoe" gingen, om hun hoeven te verzorgen.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1914 | | pagina 2