•wagen ze eens wat. In hoofdzaak dienen zij voor zoover ze een groot aantal knoopen loopen, om koopvaardijschepen aan te houden. De drie in den grond geboorde krui- seis waren weliswaar geen dreadnoughts of super-dreadnoughts, maar het waren toch reusachtige drijvende artillerie forten iedere kruiser was ongeveer zoo groot, voor zoover het den tonnen inhoud betreft, als het heele Neder- landeche kruiserseskader te samen. Het grootste Nederlandsche oorlogsschip is niet half zoo groot, en de slag, aan de Engelsche marine toegebracht, is wer kelijk zoo klein niet, als vurige anti- Duitschers probeeren voor te stellen. De drie nauwelijks vijftienjarige kruisers hebben minstens 30 millioen gekost. Voor dit bedrag heeft men een zwerm duikbooten. Elke kruiser was bemand met 800 koppen. Men vraagt zich nu afals een of twee duikbooten dit vermogen, wat zal er dan gebeuren, als alle Duitsche onderzeeërs op een Engelsch eskader worden losgelaten, en als de Duitsche vloot door deze gevaarlijke waterin secten zou worden gestoken. Het is een feit, dat Engeland b.v. z'n duikbooten zooveel mogelijk gespaard heeft. Zal dan de dreadnought inderdaad niet be schermd zijn tegen de torpedo? De bemanning van de torpedoboot wordt altijd voorgehoudengij hoeft slechts één daad te verrichten, de tor pedo te lanceeren, wanneer ge u be vindt in de onmiddellijke nabijheid van het drijvend kasteel. Hebt ge die daad volbracht, en is het vijandelijk schip in den grond geboord, d .n zult ge waarschijnlijk opgemerkt worden door een ander vijandelijk schip, en is het met u gedaan. Gij moet uw leven geven voor het vaderland. Maar thans staat het te bezien, wie veiliger vaart, de dreadnought of het onderzeeërtje. De bemanning van de torpedoboot kan bijv. opgenomen worden op de vijandelijke slagschepen. Maar de onderzeeër kan niet één vijand bergen. Hij ziet het vijandelijk schip zinken, zonder zijn vijandelijke broeders te kunnen helpen en zelf vaart hij veilig terug, door de periscoop in staat gesteld, door het vijandelijk eskader veilig heen te varen, terwijl hij zelf onzichtbaar blijft. Duitscbland is nu optimistisch. Geen land ter wereld kan immers zoo snel een groot aantal onderzeeërs bouwen als juist Duitschland. Laat Holland blij zijn, dat het nog geen dreadnoughts bouwt I N. R. Ct Hoe vreeselijk de uitwerking van het Duitsche veldgeschut is, ook op korte afstanden, blijkt uit hetgeen een oogge tuige daarvan mededeelt in een Duitsch blad. 's Avonds te acht uur begon plotseling een gevecht en spoedig waren wij ook daarin gewikkeld. De overwinning bleek weldra aan onze zijde te zijn. De Fran- schen werden geweldig onder handen genomen. Bij de latere vervolging zagen wij hoe onze artillerie, die ons steunde, had huisgehouden. Op een rechten weg door 'n bosch hadden blijkbaar twee Fransche veld artillerie regimenten stilgehouden en waren door ons geschut vernietigd. De Fransche kannonnen stonden daar nog alle achter elkaar. Voor elk kanon lag de bespanning (zes paarden), als door den blixsem getroffen, dood op den weg en daaromheen, steeds in een kring lagen de officieren en bemanning der batterij. Zoo waren 28 complete batterijen met de manschappen, die er toe behooren, altijd maar de linkerhand in de hoogte wilde steken, omdat zij beweerde links te zijn. Eindelijk was zij zoo ver dat zij tamelijk geregeld kon verklaren wat zij wist. Alle vier de ruiters hebben bij ons ge geten in „de Schimmel" en ik zou nog wel weten wat ze besteld hebben. Na tafel zijn ze naar Chastelain gaan koffie drinken." „Je herkent ze heel goed niet waar?" „Wel zeker, die mooie mijnheer is het eerst gekomen en bestelde alleen voor zich, maar toen kwamen, zooals het heette, de anderen toevallig voorbij en toen hebben ze te zamen gegeten." „Dus alle vier zijn degenen die je hier als beklaagden voor je ziet?" „De lange blonde heel stellig en de an dere drie ook, ten minste die ééne, waar schijnlijk maar „Ben je niet zeker aangaande Bernard?" Zeker en niet zeker. Hij kan sedert wel wat zijn veranderd." „Maar je twijfelt niet aan Lesurgues, Guénot en Courriot?" „O 1 van die drie ben ik heel zeker en het kan wel zijn dat de vierde bandiet die is, die daar achter Lesurgues zit." „Bruer, sta op," „Ze lijken niet veel op mekaar," zei Mathurine hoofdschuddend. „Ik durf het niet te zeggen." „Die saletjonker weet heel goed dat hij mij in mijn arm heeft geknepen en in den nek gezoend." ,,'t Is absurd I" riep Courriot uit, „ver beeld je, ik zal het hof maken aan een meid uit een herberg!" „Kom, kom, je hebt me nog allerlei toe gefluisterd, je hebt me gevraagd waar mijn kamertje was en toen vroeg ik nog of je je Bchaamde." „Ik ben nooit in Montgeron geweest," Bei Courriot bedaard, „en die meid weet totaal vernietigd en alles moet binnen het kwartier geschied zijn. Een Fransch officier die toevallig op een afstand had moeten blijven vertelde later, dat hij gezien had, dat de Fran- schen, toen het geschut begon te vuren, als 't ware hun verstand hadden verloren Er was gecommandeerd„Stukken in stelling brengen en vuren" maar voor dat zij op den boschweg die manoeuvre hadden kunnen uitvoeren kwamen de Duitsche kanonnen reeds in stelling en vernietigden alles wat zich op den weg bevond. Over een lengte van 2 K.M. zag men niets dan reeksen kanonnen, lijk9n, paardencadavers, enz. De N. R. Ct. van Woensdag schrijft: Le Fransche generale staf ondervindt veel last van Parijzenaars, die iets trachten te zien te krijgen van de ge vechten, die er in het Aisne-Marne- gebied geleverd worden. Het zijn men- schen, die in auto's louter als toeschou wers uit Parijs komen en door de wacht posten van de troepen der bondgenoo- ten weten heen te dringen, dank zij bijzondere passen, die zij door vrienden met politieken invloed hebben weten los te krijgen. Op een dag van de vorige week was er een heel gezelschap van deze be voorrechte toeschouwers op een heuvel, vanwaar men het uitzicht op Soissons had, bijeen, om getuige te zijn van het artillerie-duel, dat er over de rivier heen aan den gang was. Een staf officier reed op hen af en vroeg wat ze op die plaats te doen hadden. En al die belangstel lende auto-dames en -heeren antwoord den uit één mond, dat ze gekomen waren om te zien of ze soms iets voor het Roode Kruis konden doen Onmiddellijk zond de officier hen naar den geneesheer, die dienst had in een veld-hospitaal in de buurt, met de bood schap, dat de dames en heeren geheel tot zijn beschikking waren. De dokter wist raad en goeden raad ook. „Het is allervriendelijkst van u allemaal om te komen," zeide hij. „U kunt ons zeer groote diensten bewijzen. Hier zijn hou- weelen en schoppen. Wilt u dan maar beginnen die doode paarden te begraven." Er zijn niet veel paarden begraven, maar wel is die hoek van het slagveld een tijdlang bevrijd van kijklustige in den weg loopers. Een Duitsch officieel communiqué, bevestigende de krijgsverrichtingen bij de gevechten van Rheims, bevat verder nog: „De beschadiging van de kathe draal is veroorzaakt doordien zij gebe zigd werd tot dekking van Fransche batterijen en als gevolg van het door dezen uitgelokte artillerie-gevecht. Op- zettelij ke beschieting is gelogen. Integen deel is de kerk op de meest mogelijke wijze gespaard. Het is onwaar, dat het gebouw geheel verwoest is. Het Duitsche leger trok tweemaal Rheims voorbij zonder dat eenige beschadiging werd aangericht. Het oorlogsleed is eerst over de stad gebracht, toen deze door de Franschen als verdedigende stelling werd gbezigd." De Duitsche Keizer heeft aan de stad Luxemburg 12,000 mk, geschonken, als tegemoetkoming aan de arbeiders die door den stilstand van de bedrijven broodeloos zijn geworden. Naar het Journal de Genève uit Napels verneemt, is er in verschillende Middellandsche-Zeehavens pest vast gesteld. Volgens een telegram uit Peking is te Bimo bericht ontvangen, dat een niet wat ze zegt." „Maar ik weet heel goed dat jij erg naar muskus rook." De verklaringen door die beide getuigen die meestal niet veel bizonders hadden mee te deelen. Eerst Mathieu en Antoine Paulet uit Savigny die, op weg naar Vert, een paard hoorden hinniken en op die wijze het eerst den moord ontdekten. Dan Duclos, de postmeester, die het eerst gewaarschuwd was geworden, maar hij kon omtrent den reiziger Laborde weinig of niets meedeelen. Paumard, de brigadier der gendarmerie in Lieusaint en Huguet, de brigadier van Melun herhaalden wat zij in hun rapport hadden meegedeeld. De kleine Mouriet had de riem en de scheede van de sabel gevonden, en de dra gonder Lafleur uit Melun, de sabel zelve, met bloed bevlekt. Champeaux, herbergier in Lieusaint, deelt mede dat er drie ruiters bij hem zijn ge weest, waarvan een later terug kwam omdat hij zijn sabel had vergeten, en hoewel hij het gelooft, wil hij toch niet positief be weren dat Lesurgues die eene ruiter was. Michel Hay, hoefsmid in Lieusaint heeft een paard beslagen, maar hij herkent den ruiter niet onder de beklaagden. De weduwe Feeier, herbergierster in Lieusaint. „De postwagen houdt voor uw deur stil, niet waar?" vroeg Gohier. „Ja," antwoordde, zij, „ik woon naast h9t postkantoor." „Dan hebt gij zeker den reiziger gezien die bij den koerier Excoffon was?" „Zeker maar ik zie hem niet bij de beklaag den, hij is er ongetwijfeld niet bij." Thomas Alfroy bloemenkweeker uit Lieu saint heeft des avonds ongeveer acht uur, twee vreemdelingen voorbij zien gaan, een Duitsche kruiser ter hoogte van Kia- sjou een Japansche torpedoboot in den grond heeft geboord. De „Daily Mail" verneemt dd. 18 September uit Parijs Van een Fransch man, die een der automobielen van den staf bestuurt, verneem ik dat generaal Joffre voor een paar dagen nauwelijks aan den dood ontsnapt is. De bekende Fransche automobilist Boillot zat aan het stuur van de auto van generaal Joflre. De Duitschers waren te weten gekomen langs welken weg de generaal moest passeeren en hadden in de nabijheid artillerie op gesteld. Toen de auto verscheen werd hij met houwitsers ontvangen. Een stuk vau een 10-tal centimeters dikte kwam op den kap van den automobiel terecht, doch gelukkig werden noch de generaal noch de chauffeur gekwetst. Boillot verdween dan bliksemsnel uit de gevaarlijke streek en de generaal was gered. De bijzondere correspondent van de „Times" te Ostende berichtte Zaterdag van drie verschillende zijden hetzelfde verhaal te hebben gehoord omtrent de ontzettende verliezen door de Duitschers bij Maubeuge geleden. Zijne zegslieden, alle ooggetuigen, waren: een Belgische priester vaD St. Ghislain, een Fransche krijgsman, graaf de R., die als korporaal in het Fransche leger diende, krijgsge vangen werd gemaakt en ontsnapte en twf>e verdwaalde Britsche soldaten. Zij verklaarden dat hetaantal Duitsche dooden haast ongelooflijk is. De lijken waren onbegraven gebleven. Hun aan tal werd zeer verschillend geschat op 80.000 en 140.000. Het laatste getal is de Fransche, het eerste de Britsche raming. In ieder geval waren alle mededee- lingen het er over eens, dat de dooden in groote hoopen lagen en een ijzing- wekkenden aanblik boden. Indien dat alles juist is, zal een epidemie moeilijk te vermijden zijn. Officieel Duitsch communiqué: De marinestaf maakt bekend: De Duitsche onderzeeër „U 9" heeft 15 zeemijlen ten Noorden van Hoek van Holland de Engelsche pantserkruisers „Aboukir", „Hogue" en „Cressy" aangevallen en alle drie doen zinken. Van de Engel sche bemanning verdronken meer dan 2/3. De rest werd door Engelsche en Hollandsche schepen opgenomen en grootendeels naar Holland gebracht. Duitschland heeft bij dezen aanval geen enkelen man verloren. De onderzeeër kwam onbeschadigd terug. Plaatselijk Nieuws. Voor Dames- en Kinderkleeding de Firma Taverne De Meere, Hinthamer straat 69, 's Hertogenbosch, het oasie adres voor deze omstreken. Deze zaak is ook des Zondags van 10 tot 1 uur geopend. Werkendam. Woensdag 1.1. ver gaderde de landbouwvereeniging „Werken dam en Omstreken", in het Societeitslokaal van mej. de wed. Wink, alhier. Aanwezig waren 76 leden. Na opening der verg. door den Voorz. werden de notulen gelezen en onveranderd goedgekeurd, waarna de voorzitter mede deelde dat de leden F. van Vugt en M. Brienen hun ontslag hadden genomen en het Jid P. A. Schouten door den dood aan de vereeniging was ontvallen. Hierna gaf de Secretaris een uitvoerig verslag over het afgeloopen vereenigingsjaar, waarvoor de voorz. hem dank bracht. Vervolgens werd hunner had een ronden hoed op, maar hij weet niet nauwkeurig hoe lie verder gekleed was, hij meent in een blauwe jas. In alle gevallen heeft hij hem niet goed gezien om hem nu te kunnen herkennen. De vrouw van Alfroy ging iets verder in haar aanwijzingen. Zij wist te zeggen dat de eene vreemdeling blond en de andere bruin was, dat zij slappe laarzen droegen en de ééne verzilverde sporen. Toen zij de beklaagden goed aankeek wees zij Courriot als een der vreemdelingen aan, maar kon den tweede niet herkennen. De deurwaarder liet nu Antoine Perrault landeigenaar in Saint Germain Faxis binnen komen. „Ik heb den achtsten Floreal," verklaarde deze getuige, „in „de Schimmel," bij burger Evrad gedineerd. Ik zat alleen aan een tafel tje, maar vlak bij mij zaten vier burgers te zamen. Ik lette wel niet veel op hen maar één," en hier wees hij op Courriot, „herken ik heel goed, want hij vertelde allerlei grappige geschiedenissen met nabootsing van een zuidelijken tongval." „Herrinnert u zich nog hun kleeding?" „Alleen weet ik dat één een lichtgrijze, bijna witte jas droeg." „Had die ook sporen aan?" „Ze hadden allen sporen, maar die ééne zilveren." De veekooper uit Lieusaint die de ruiters onderweg had gezien, bleef volharden bij zijn verklaring dat er maar drie waren en dat hij Courriot heel beslist herkende." Gevraagd of dan Lesurgues niet bij het viertal was antwoordde hij stellig „neen", want, voegde hij erbij, ik zou hem terstond hebben opgemerkt omdat hij zoo lijkt op een rijk landeigenaar van Saint Germain, mijnheer de Perthui." Advokaat Guinier vroeg nu aan dezen getuige: „U vindt dus een bepaalde gelijkenis tusscben Lesurgues en den heer Perthui?" het verslag der commissie tot aankoop van sparren en heinhout gelezen waaruit bleek dat er 49 afnemers waren geweest, die voot f 1055,58 hadden gekocht. De commissie, die dit jaar nog al veel last en moeit- hadden gehad, nam haar ontslag. Den voor zitter speet zulks en hij deelde mede dat het bestuur voorloopig den aankoop var sparren enz., zelf ter hand zal nemen ei bracht dank aan de commissie voor de doot haar verrichte werkzaamheden en gegeven verslag; ook dankte hij verder den heer M. J. Meijer voor het verslag, dat de ver eeniging tot vee verzekering over den gang van zaken gedurende het laatste dienstjaar gaf. S|De voorz. deelde vervolgens mede, dat voor den te houden cursus in paarden kennis nog 2 deelnemers te kort kwamen, zoodat hij nog de gelegenheid openstelde om zich na afloop der vergadering als deel nemer op te geven. De heeren B. M. Ippel J.Hz. jen T. Groen te Werkendam, C. Stam te deWerken en J. van Andel, teSleeuwijk, werden, hierna bij acclamatie als leden der vereeniging toegelaten. Nadat de rekening en verantwoording 1913T914, die door de heeren J. Bom bout en W. J. de Roon was nagezien en in orde bevonden, was goedgekeurd, werd de be grooting 19141915 in ontvangst en uitgaat vastgesteld op f 350.91. Punt 7 der agenda, verkiezing van drie bestuursleden liep vlug van stapel, de af tredende heeren J. Pellikaan, D. C. Hakkers en A. B. Holster, werden met respectieve lijk 68, 68 en 67 stemmen herkozen en namen de herbenoeming aan. Punt 8 der agenda, uitloting van 6aan- deelen in het gebouwtje, was eveneens spoe dig afgeloopen. Uitgeloot werden no. 15, W. Noorloos Cz., Almkerkno. 79 en 75, H. Bogers, Werkendam; no. 72, Adr. v. d. Stelt Cz., Almkerkno. 146, B. Dekker Sleeuwijk en no. 62, R. Stevens, Dussen. Bij de rondvraag bleken weinigen iets bizonders in 't belang der vereeniging te zeggen te hebben en werd al spoedig de verloting gehouden met den navolgenden uitslagSnoeischaar, H. Groeneveld bieten- bak, L. de Graaf; ballast, A. H. Donker, fietspomp, H. van Andelmes, W. J. de Roonreisdeken, B. Brashandzaag, J. Kolf; haartuig, J. Rombout; leidselhaken, M. v. d. Stelt en J. I. Bril, welke laatste nog wees op de gelegenheid, die er bestaat tot het leveren van zaaizaden bij de N. Br. Mij. van Landbouw voor hen, die hun ge was hebben laten keuren. Het komt niet op de groote hoeveelheid meei aan, ook kleinere verbouwers kunnen in aanmerking komen. Na een woord van dank aan den laatsten spreker, sioot de Voorzitter de vergadering. Aalburg. Terwijl de kweekeling J. P. alhier, Maandagmorgen aan de aanleg plaats stond te hengelen, stortte hij eens klaps, getroffen door een duizeling van den steiger in de rivier de Maas, en verdween in de diepte. Op het hulpgeschrei van den bij hem staanden jongen J. Z. kwam de veerman v. W. ijlings toegesneld, die met een schippershaak juist peilde op de plaats, waar de drenkeling verdwenen was en het geluk had hem met dien haak te grijpen. Met vereende krachten werd hij door andere toegesnelde personen bewusteloos op het droge gebracht. Door toepassing der kunstmatige adem haling werden de eerste levensgeesten weder opgewekt. Almkerk. Op de Donderdag ge houden Provinciale Najaarskeuring van dek stieren werden veertien stuks aangevoerd, waarvan acht werden toegelaten, te weten Een zwartbonte van A. Dekker, Dussen. Een zwartbonte van B. Dekker, Sleeuwijk. Een zwartbonte van J. Daim, Woudri- chem. Een blauwbonte van J. W. van Vugt, Rijswijk. Een zwartbonte van T. van Tilborg, An del en drie id. respectievelijk toebehoorende aan P. Swart, Jac. Vink en A. Z. Snoek allen te Almkerk. De najaarspaardenmarkt alhier zal a.s. Vrijdag 2 Oct. gehouden worden. Capelle. De Kleine P. v. O. alhier kwam langs den weg te vallen, juist toen „Zeer stellig." „En in alle geval was Lesurgues niet één van de drie ruiters?" „Neen, ik heb hem nooit gezien." Bordier, slotenmaker in Lieusaint kwam nu aan de beurt. „Je waart er bij toen de postwagen van paarden verwisselde en je hebt dus den reiziger zeer goed kunnen onderscheiden." „Ik heb heel dicht bij hem gestaan." „En staat hij je nog heel duidelijk voor den geest?" „Als hij onder de beklaagden was zou ik hem onmiddellijk herkennen, maar hij is er niet bij." Burger Hilaire, geëmployeerde bij de posterijen heeft den achtsten Floreal de post in den wagen gepakt. „Hebt gij den reiziger niet opgemerkt, die een plaats had besproken?" „Ik had veel te doen en heb er niet op gelet." „Heeft niemand bij u navraag gedaan naar de waarden die verzonden werden „Niemand heeft met mij gesproken terwijl ik aan het werk was." „Auguste Domenique Laurant heeft de postzending geverifiëerd, maar heeft niets verdachts ontmoet." De kellner uit het calé waar Excoffon met Henrriette d'Olgoff en Laborde gedejeuneerd hebben, verklaart heel stellig dat Laborde zich niet onder de beschuldigden bevindt. Zoover warea dus de verklaringen voor de meesten der beschuldigden gunstig te noe men, maar er bleef nog eene getuige over, die verondersteld werd veel licht te kunnen geven. Het was Henriette d'Olgoff die na den eed te hebben afgelegd aan alle andere formali teiten te hebben voldaan, nu onmiddelijk het woord voerde. „In de eerste plaats ben ik genoodzaakt te verklaren dat de feitelijke moordenaar een hooiwagen passeerde, en met zijn hand >nder een der raderen. Zijn rechter pink verd daarbij half afgereden. Dr. Kohier 'erleende hulp. Dinsdagavond trad voor de Ned. Herv. gemeente alhier op, de beroepen pre- tikant ds. Koster uit Wijkei. Na afloop Ier godsdienstoefening werd een ieder in le gelegenheid gesteld in de pastorie van rijn belangstelling te doen blijken, van welke gelegenheid ruimschoots werd gebruik gemaakt. Het is te hopen, dat we in een volgend nummer kunnen melden, dat hij aet beroep heeft aangenomen. s-drttvenioer. De Weleerw. heer is. E. J. H. van Leeuwen alhier, die het beroep naar Woudsend (Fr.) aannam, hoopt op Zondag 11 October, des middags 2 uur, rijne afscheidsrede te houden. kaatsheuvel. J.l. Dinsdag wer den de drie gebroeders B., M. en A. v. L. voor de rechtbank te 's-Bosch, veroordeelt voor respectievelijk 27, 15 en 5 maanden gevangenisstraf, wegens gepleegde baldadig heid en verzet tegen de politie. Nieuwen cl Uk. De heer H. P. Vos te Molenaarsgraaf, neeft de benoeming tot hoofd der openbare school alhier aange nomen en zal 1 Dec. a.s. in functie treden. SlceuwUk. Donderdag j.l. is te Woudrichem eene vereeniging opgericht van burgemeesters en secretarissen van gemeen ten in het eiland „Altena". Het bestuur is samengesteld uit de heeren: A. Sigmond, burgemeester van deWerken c. a. voorz., G. Vos, secretaris der gemeente deWerken c. a. secretaris-penningmeester, en H. J. Groote Bal der haar ten Velde, burgemeester der gemeente Werkendam. Ween. In plaats van O. van Rijswijk, welke ais zoodanig bedankt heeft, is thans tot nachtwacht voor deze gemeente aange steld M. van de Velden. De in dezen zomer verbouwde aard appel „de Roode Star', heeft bewezen, dat deze soort een goede kwaliteit vertegenwoor digt, en de hoeveelheid valt ook mee. Hat is dus te verwachten dat dit nieuw soort in den a.s. zomer op grooter schaal zal worden verbouwd. De prijzen van de rogge zijn de laat ste weken dermate gerezen, dat alhier een paar bakkers reeds hebben besloten, geen roggebrood meer te bakken. Er kau bij deze noogen prijs niets aan verdiend worden. Wt'ijlioeveu €appel De vlek ziekte onder de varkens, die ook hier veel slachtoffers heeft gemaakt, heerscht thans gelukkig niet meer in de gemeente. Wük C.a. Gisterenavond ten 5,30 ure, hield de Raad dezer gemeente eene vergaderen. De te behandelen onderwerpen waren 1. Ingekomen stukken. 2. Voorioopige vaststelling der rekening van de gemeente en die der afdeeling Aal burg, over het dienstjaar 1913. 3. Het instellen eener rechtsvordering tegen achterstallige pachters. Naar men verneemt zal op de schoen fabriek van den heer H. Kerst, waar thans halve dagen wordt gewerkt, met ingang van Maandag a.s. weer volle dagen worden gewerkt. KSurgerlUke Stand. Almkerk, van 923 Sept. Geboren: Jan, z. v. G. van Hemert en A. van PeltCornelis, z. v. J. Kor- teland en G. GroenenbergChristina Helena, d. v. A. de Graaf en A. Naal- tenboeklevenloos kind van D. A. van Ooijen en J. Verlee. Overleden: Johannes Lagrouw, 55 j., echtg. van G. Goes. Ingekomen van: Amsterdam, C. M. J. van OtterlooPoederoijen, A. J. Gi- deonse. Vrijhoeven-Cappel, van 15 Aug. tot 15 Sept. Getrouwd: S. P. Blom en E. Kuij- van mijn neef Excoffon niet onder deze ban dieten te vinden is. Maar ik kan genoegzaam bizonderheden meedeelen om aan te toonen dat deze toch aan den moord schuldig zijn." „Ik protesteer tegen de woorden door deze getuige gesproken. Zij kan alleen het feit vermelden dat zij met haar neef en dien zekeren Laborde, even vóór het vertrek van den postwagen, gedejeuneerd heeft, maar zij moet zich aan dit feit houden." „Meester Grunier" antwoordde Guinier, „ik moet de getuige de vrijheid laten om ons a le mededeelingen te doen die van belang kunnen zijn in het opsporen der waarheid. Wanneer zij onderwerpen mocht behandelen die niet in verband staan tot de zaak zal ik haar het woord on tremen." „Wat ik kan bewijzen" voer Henriette driftig voort „is dat Lesurgues veel geld noodig had om zijn maitresse te onder houden de vroeger genaamde Eugénie d'Ar- gence, die door weelde verwend was. De inkomsten van Lesurgues stelden hem niet in staat aan zulke eischen te voldoen en daarom kwam bij hem het eerst het denk beeld op om de post te plunderen." „I)ie woorden" riep Guinier uit „zijn aan de getuige ingegeven door afschuwelijke haat en wraakzucht omdat haar neef, de ongelukkige Excoffon, van zijn vrouw gin? scheiden en haar dan zou trouwen. Ik wraak de toegevendheid van het hof dat haar zóó laat spreken. Een getuige moet onpartijdig zijn en mag zich niet laten leiden door haat of wraakzucht." „De overwegingen van de burgeres d'Ol goff zijn de echo der waarheid" zeule Gohier. (Wordt vervolgd

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1914 | | pagina 2