Hel Land van Heosden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
EEIISTE IILUI.
CONTRASTEN.
Een Rechterlijke Dwaling.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3402. Tater dag ÏO October
FEUILLETON.
1914.
ET'
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke rege
meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
We zitten in de gezellige huiska
mer. De lamp werpt haar vriendelijk
licht in het rond. Een vriendin van
geheel andere richting dan de onze
zit bij ons. We kouten over alles en
nog wat, maken muziek, bezien pla
ten en denken voor een oogenblik niet
aan den oorlog. Zooals wij hier
zitten, zijn we een beeld van wat ons
land thans te aanschouwen geeft
vrede, eendracht. Wij, van geheel ver
schillende richting, sympatbiseeren in
zoo menig opzicht. Ons land, anders
verdeeld op een verschrikkelijke ma
nier, de partijen als vijanden soms
tegenover elkaar. En thanséén van
zin en één van willen zijn allen met
de regeering, willen vrede, we willen
neutraal blijven. Neutraal, wat heeft
men dat woord wel een onaangenamen
klank gegeven, wat heeft men er op
gesmaald, en nu er is bijna geen
woord, dat ons lieflijker in de ooren
klinkt. Neutraal willen we blijven in
den reuzenstrijd in Europa, die groote
onmenschelijke worsteling, slachting.
Met klem heeft onze koningin bij de
opening der Staten-Gfeneraal er op ge
wezen dat het de plicht van iederen
Nederlander is neutraal te blijven. De
regeering gaat daarin voor, op ferme
wijze, en alle partijen steunen haar
daarin. Maar ze deed meer. Minister
Treub sprak dat schoone woord „In
Nederland mag geen honger geleden
worden." En de wijze maatregelen van
onze bewindmannen doen zien dat dit
ernstig gemeend was. We weten wat
het ministerie heeft gedaan en nog
doet om de armoede buiten ons land
te houden. Wanneer straks de andere
volkeren hun rekening opmaken, als
ze hun „heldendaden-1 te boek stellen,
opsommen hoeveel buit en krijgsgevan
genen zij maakten, hoeveel vijanden zij
deden sneuvelen, hoeveel zegeteekenen
zij meebrachten uit het vijandelijke
kamp, als zij moeten erkennen hoeveel
ellende zij in 't andere en in 't eigen
land brachten, hoevelen der hunnen
voor hun leven ongelukkig zijn ge-
29)
Hij zag een gedaante die zich in niets van
de andere medegevangenen onderscheidde
en hij vroeg zich af hoe het mogelijk wa3
om hem op die wij ze iets te doen toekomen
dat van belang scheen te zijn.
Het brie je was ongeteekend en luidde
„Courriot gij zijt een ellendeling, laag-
hart'g en nutteloos verraadt gij uw vrienden.
Als gij meent dat uwe bekentenis u zal
redden van het schavot zijt ge mis, en
buitendien, valt ge niet onder beulshanden,
dan zal een ander wel met u afrekenen.
Gij kent dien ander, dat ben ik.
Je weet, dat ik woord houd en ontloopen
kan je me niet.
De rechters zullen u geen dank weten
voor uw verklikken.
Gij zijt dus een botterik doortemeenen
uw hoofd te redden eveDals dat der anderen
die in de plaats zijn getreden van uw ka
meraden.
Wat gaan jou die menschen aan, die je
niet kent, en in onze plaats veroordeeld
rijn.
Na hun terechtstelling zou de justitie
voldaan zijn, zij had afgerekend en had geen
behoefte aan andere hoofden.
Je hebt dus gehandeld als een laaghartige
en als een domkop.
Ik, integendeel, had middelen beraamd
om je te doen ontsnappen en je weet dat
het mij wel zou gelukt zijn.
Je kent mijn onverschrokkenheid, mijn
vaste hand en mijn vlugheid.
Nu heb jij die onderneming onmogelijk
gemaakt. Wanneer je echter op je verklaring
worden, hoevelen er ontbreken, kortom,
als men straks, als de oorlog een einde
heeft genomen, kan zien hoe verschrik
kelijk deze oorlog is geweest, dan zul
len ook wij onze rekening opmaken,
dan spreken wij van een Koningin,
die zeide niets anders te willen dan
de vrede, en van een minis'ene, dat
werkelijk het volksgeluk en het lands
heil trachtte te bevestigen. Daar zal
men moeten spreken van den oorlogs-
jammer, hier zal men mogen gewagen
van werken van vrede en naastenlief
de. Naastenliefde Terwijl over onze
zuidelijke grenzen bijna alles in puin
ligt, de oogst vertrapt, de bevolking
rondzwerft, de een niet wetende van
den ander, met honger en ontbering
op het gelaat, geen uur zeker van zijn
leven, met niets dan ellende om zich
heen en in 't verschiet, al maar opge
jaagd en wegvluchtende, tot men een
veilig plekje heeft gevonden in ons
land Er is een tijd geweest dat het
spande tusschen Nederland en Belgie,
lange jaren, zelfs in de laatste dagen
was er soms nog iets van te merken
van de oude wrok. Maar nu gevoelen
wij niets anders dan medelijden voor
dat ongelukkige volk. Gastvry worden
de vluchtelingen in onze zuidelijke
dorpen en steden opgenomen, liefderijk
de zieken en zwakken verpleegd, gul
de uitgeputten van spijs en drank
voorzien. Huis en have eD goed mis
sen ze vaak, verwanten zijn gedood,
gewond of gevangen, dat kunnen wij
niet verhelpen, maar wij doen wat wij
kunnen om hen te helpen in hun leed.
Terwijl men daar over de grenzen
bezig is menschen te dooden, landstre
ken te verwoesten, dood en verderf,
jammer en ellende te zaaien, haat en
vloek in de harten te brengen, komt
hier de helpende hand te voorschijn,
halen wy de oogst binnen, herbergen
wij hen die geen onderdak hebben.
Daar doodt en verwondt men met
kunstige machines duizenden en dui
zenden en hier tracht men te redden
wat nog te redden is. Daar is de soldaat
de voornaamste, hier de geneesheer en
de verpleegster. Daar heerscht de haat
met de dood, hier de liefde. Daar staan
Christenen tegenover Christenen, hier
helpers naast hulpbehoevenden, niet
vragende naar ouderdom of kunne,
stand of richting. Nog eens als straks
de rekening opgemaakt wordt, wat zal
er dan een verschil zijn Als er eens
wilt terug komen en zeggen dat je alleen
de justitie op een dwaalspoor hebt willen
brengen en het proces ophouden, dan zou
ik het misschien toch wagen, hoewel de
zaak nu veel gevaarlijker is geworden.
Wij zijn allen buiten schot en goed ge
borgen.
Alle waarden uit de postwagen zijn ge
realiseerd en wij hebben geen vrees in
handen der politie te vallen, wij hebben
daar onze vrienden.
Met geld doet men wonderen.
Ik werd onmiddellijk in kennis gesteld
met je inhechtenis-neming, en sedert heb
ik de instructie en het proces op den voet
gevolgd.
Je kunt begrijpen hoe gelukkig ik was
over den loop dien de zaken namen.
Ik bewonderde je koelbloedigheid, je
tegenwoordigheid van geest en je wilskracht.
Ik bezin, dat ik een oogenblik heb ge
dacht dat jij je er wel uit zoudt draaien.
In ieder geval nam ik het vaste besluit
je te verlossen, ik vergat je niet en zou je
nooit in den steek laten.
Maar zoo als de rechter zeide het
debat is gesloten, het is nu te laat, want
ik twijfel er nu aan of gij genoeg inzicht
en moed genoeg zult hebben om uw ver
klaring terug te roepen.
Je hebt je minnares niet kunnen laten
zwijgen, des te erger voor jou en voor haar.
Haar gebabbel komt haar duur te staan.
Je poging om ons aan den beul uit te
leveren zal je niets geb.°at hebben en aan
gezien je laf genoeg bent om gewetens
wroeging te hebben, zal je even als Made
leine den dood der lafhartigensterven; zij,
die jou aanklagen, zullen nergens gevonden
worden en dan zal men gelooven aan een
nieuwe misleiding en je zult niet eens het
hoofd kunnen redden van je mede veroor
deelden.
Courriot las den brief in koortsachtige
een geslacht komt, dat van geen oor
log weet, omdat het er niet van weten
tuil, dan zal dat stellig het kleine
Nederland niet alleen gelukkig prijzen,
dat niet van den oorlog had te duch
ten wij hopen althans vurig dat
het zoo blijven magmaar dat,
moet het een lauwerkrans geven, dien
stellig niet aan de vechtenden zal over
handigen. Het kleine Nederland met
zijn daden van liefde en barmhartig
heid zal genoemd worden voor die
grootere rijken met hun reuzen kanon
nen en bommenwerpende vliegtuigen.
Onze Koningin zal meer geprezen
worden dan al die vorsten, die den
oorlog verklaarden en de schuld op
anderen wierpen. Onze ministers zul
len by dat nageslacht met meer eere
genoemd worden dan de bekwaamste
generaal bij de andere volken. Onze
Staten-Generaal van 1914 zullen hoo-
ger cyfer krijgen dan die van welk
jaar ook. Want de bewindslieden in
Nederland wenschen de vrede, wen-
schen het leven en de bezittingen der
onderdanen te sparen, wenschen het
volk voor armoede en ondergang te
behoeden. Eere zulk een regeering, lof
en dank, gelijk haar in deze dagen
dan ook vau alle kanten wordt toege
zwaaid
burgers te gronde dan soldaten. De
sterfte onder de bevolking, die uit Noord-
Frankrijk is gevlucht, is geweldig,
maar, meent de zegsman van de „Voss.
Ztg.", ook het leger is niet voorbereid
op een winterveldlocht. Levensmiddelen
zou men wel hebben, als de verbin
dingen met de havens maar eenigermate
functioneerden. In de havensteden is
alles heel goedkoop, maar daar gaan
massa's verloren aan vruchten en andere
snel bedervende levensmiddelen.
Ontbrak het in den aanvang soms
reeds aan uniformen voor zeer vele
reservisten, aan den winter is heelemaal
niet gedacht en reeds wordt er ge
sproken over toenemend gebrek aan
munitie, dat vooral veroorzaakt wordt
door de omstandigheid dat Frankrijk
België en de Engelsche troepen heeft
moeten helpen aan kanonnen, geweren
granaten en kogels.
lluiteiiland.
De correspondent van een in een
neutraal land verschijnend blad, die
in de laatste weken gelegenheid had
in het terrein van den strijd tusschen
Oise en Marne achter de Fransche linie
te reizen, zendt naar de Korrespondenz
Norden meldt, aan de „Vossische Ztg."
de volgende opmerkingen
Veel erger zoo zegt hij, dan de
Duitsche inbreker is een andere vijand
Als de winterveldtocht komt, treedt in
Frankrijk een toestand in, waarin het
voor de Duitschers niet meer noodig
wordt een aanval te doen. Frankrijk
is thans reeds zoo totaal uitgeput, dat
het een winter in oorlog niet kan over
leven. Dat zeggen alle Franschen, die
over de kwestie hebben nagedacht.
De inval der Duit3chers heeft 15
millioen Franschen chaotisch door
elkaar geworpen. Deze 15 millioen
trekken reeds rond zonder werk, zonder
geregelde voeding, zonder voldoende
kleeding voor alle weersgesteldheid en
in een zielstoestand, die zich niet laat
schilderen.
Een hooggeplaatst officier zeiEr
gaan in dezen oorlog meer Fransche
Het „Neue Wiener Tageblatt" meldt
dat de openbare behandeling van de
zaak tegen den moordenaar van den
aartshertog Frans Ferdinand en diens
gemalin op 12 October een aanvang
zal nemen.
Behalve den moordenaar Prinzip,
zullen de bommenwerpers Gravinowidz
en Gradez alsmede hunne medeplich
tigen terecht staan.
In Zwitsersche kranten maakt men
de volgende berekeningen over het
Duitsche leger. Op dit oogenblik staan
57 legerkorpsen en even zooveel reserve
legerkorpsen onder de wapenen. Daarvan
zijn 24 korpsen in Frankrijk, 6 in
België en den Elzas, 13 in Oost Pruisen
en 11 tusschen Thorn en Krakau.
Laarbij komen nog l1/, millioen man
landstorm en vrijwilligers,terwijl600.000
nieuwe recruten geoefend worden, die
in November naar het front zullen
gaan. Totaal zou de Duitsche leger
macht, bij het begin van den oorlog,
5 millioen man hebben bedragen.
Volgens de „Times" zijn er thans
63000 Duitsche krijgsgevangenen in
Fransche handen en ettelijke duizenden
in Engelsche handen. Het aantal Duit
schers dat in Russische handen is, is
niet bekend.
De Duitschers hebben in het geheel
reeds ongeveer 150.000 Fransche en
verder over de 100.000 Russische krijgs
gevangenen, terwijl aan den anderen
kant weer minstens 100 000 a 150 000
Oostenrijkers door de Russen zijn
krijgsgevangenen gemaakt.
Globaal genomen zijn minstens,Belgen
en Serviërs er bij gerekend, een
haast en hij had geen moeite om aan het
schrift en uit den inhoud te herkennen dat
hij van Dubosc kwam.
Zou hij gehoor geven aan den wenk?
Hij zelf had niets meer te vreezen van
zijn medeplichtige, zijn hoofd was aan den
beul vervallen, maar Madeleine werd be
dreigd
De veroordeelden werden van de conoier-
gerie naar de gevangenis van Bicetre over
gebracht en Courriot met Bernard in eene
cel opgesloten, waar zij buitendien aan een
ketting werden gelegd uit vrees voor ont
vluchting.
Die ketting, in de muur geklonken, was
lang genoeg om de tafel te bereiken die in
het midden van de cel stond, maar zij
konden niet bij elkander komen.
Het schrijven werd hun toegestaan.
Courriot maakte daarvan gebruik om een
uitvoerig verslag te geven van de misdaad.
Bernard kon niet begrijpen dat hij zoo
veel te schrijven had.
„Ik wil geen enkele bizonderheid weg
laten," zei Courriot, maar alles meedeelen
en heel uitvoerig beschrijven."
„Waartoe moet dat dienen?"
„Om de onschuld van Lesurgues aan den
dag te brengen."
„Vergeefsche moeite en als je je eigen
hoofd daarmee nog kon redden."
„Mijn hoofd. Ik heb den dood verdiend
en weet wel dat ik mijn vonnis niet ont
gaan kan."
„Je bent erg wijsgeerig geworden. Maar
waarom stel je zooveel belang in Lesurgues
dien je niet kent."
„Omdat ik niet wil sterven met die mis
daad op mijn geweten. Ik kan dien onge
lukkige redden, althans ik hoop het, en
wil daartoe alles doen wat in mijn ver
mogen is."
„En je bemoeit je niet met je vrienden,
die toch evenmin schuldig zijn als Lesur
gues."
„Ik zal zeggen wat ik reeds zeidedat
ik alleen bij de zaak betrokken was. Ik
vergeet je niet, ik spreek ook van Richard,
ik zal mijn plicht doen. Ik zal mij geluk
kig achten, wanneer mijn verklaring het
vonnis zal doen herzien waarbij gij zoo
onschuldig zijt veroordeeld."
„Ik beken in mijn geschrift dat gij een
deel van den buit hebt ontvangen."
„Mijn deel van den buit? Wist ik dan
dat het gestolen goed was?"
„Neen, en juist daarvan wil ik den leden
van het Directoire trachten te overtuigen,
hoewel je heel goed wist dat ik dat geld
niet in zoo korten tijd met werken kon
verdienen. Lesurgues heeft in alle gevalle
niefs van de zaak geweten en er geen enkel
voordeel van gehad, hij was ons volstrekt
onbekend voor dat diner bij Richard, waar
wij te zamen kw .men en ik wil door mijn
zwijgen niet de oorzaak zijn van den dood
van dien braven man."
„Maar mijn hoofd is evenzeer in gevaar
als het zijne, laat hij er zich uitredden zoo
goed hij kan. Ieder voor zich."
„En de God van Israël voor u, niet waar?"
Zie dan toch |in, dat ik (door de onschuld
van Lesurgues te bewijzen, de justitie dwing
het proces te herzien en dan zal evengoed
blijken dat gij niet tot ons complot hebt
behoord. Ik betwist aan den beul het hoofd
van Lesurgues maar als gevolg daarvan het
uwe. Begrijp je dat?"
De advokaat van Courriot had aan meester
Guinier meegedeeld dat deze een uitvoerige
memorie aan het directoire richtte, wparin
alle feiten en omstandigheden, betrekking
hebbende op de misdaad, met de meeste
nauwkeurigheid opgetepkend werden.
Meester Guinier had inmiddels de op
schorting van de terechtstelling verkregen
en hoopte nu dat een rekest van de onschul-
millioen manschappen krijgsgevangenen
gemaakt.
Het aantal gesneuvelden is niet te
taxeeren, maar beloopt ook in de hon
derdduizenden en dan het aantal ge
wonden. Niemand die zelfs bij benade
ring kan gissen hoeveel duizenden op
deze wijze buiten gevecht zijn gesteld.
Donderdag, zoo meldt de „Tel." ver
spreidde zich onder de vluchtelingen,
de mare, dat Antwerpen in vlam
men opging. De roode gloed boven
de fortenlinie was tot ongeveer vier
uur zichtbaar. Inmiddels duurde het
kanongebulder voort. Antwerpenaren
zeiden, dat het de longtons derEngel-
schen waren, waarvan het afvuren den
grond uren in den omtrek doet trillen.
10 uur voormiddag. De eerste trein
uit Esschen kwam heden omstreeks
acht uur aan. Daarin weer tal van
vluchtelingen uit Antwerpen, onder
wie er waren, die hedenmorgen vandaar
vertrokken. Alle reizigers zeiden, dat
het den afgeloopen nacht „wreed" was
toegegaan in de Scheldestad en dat het
bombardement van twaalf uur af onaf
gebroken voortduurt.
De van verschillende zijden gedane,
en onderling daardoor gecontroleerde
mededeelingen, komen hierop neer:
Klokslag twaalf uur vannacht nam de
Duitsche zware artillerie het zuidelijk
deel der tweede defensie-linie onder
vuur. De Engelsche naval guns ant
woordden met groote hevigheid. Het
artillerie-duel duurt onafgebroken voort.
De Duitsche shrapnells floten boven
de stad Antwerpen. Te half twee werd
een der petroleumtanks onder Hoboken
in brand geschoten. Soldaten en pom
piers konden den brandintijds blusschen.
Op last van de militaire overheid liet
men alle olietanks leegloopen.
Terwijl de Duitsche artillerie een
dichte bomm°nregen over de stad ver
spreidde, wierp een Zeppelin granaten
op de Zuidstatie, die ernstig werd be
schadigd en in brand raakte. Ook achter
het paleis van justitie moeten bommen
uit een luchtschip geworpen zijn, waar
door eenige personen werden verwond.
De procjectielen der artillerie moeten
ook te Berchem en in 't kwartier Zuren
borg belangrijke schade hebben aan
gericht. De zware Engelsche kanonnen
hebben geregeld het vuur der aan
vallers beantwoord. De Engelsche kanon
niers bleven als vastgenageld op hunne
posten. De aanvalstroepen zetten er
blijkbaar alles op, om binnen den korst
mogelijken tijd Antwerpen tedoenvallen.
De forten zijn door de Engelschen be
zet, de opperste leiding der verdediging
is met goedkeuring van koning Albert,
i aan de bondgenooten toevertrouwd.
dig veroordeelden aan den raad der vijf
j honderd eok zijn uitwerking niet zou missen.
Een allergunstige omstandigheid kwam
nog de zaak Lesurgues ten goede.
De verwisseling van data in het boek
van Legrand was nu, op bevel van den
rechter, het onderwerp van eene bizondere
instructie geworden, en de rechter daarmede
belast, had evenveel scherpzinnigheid als
welwillendheid aan den dag gelegd, en was
uitgegaan van de zeer juiste veronderstelling
dat Legrand het boek niet als bewijsstuk
zou hebben voorgebracht wanneer hij wist
dat de datum opzettelijk of toevallig was
veranderd en aangezien Legrand voor de
overlegging van het boek pertinent verklaard
had dat de verkoop den achtsten had plaats
gevonden, moest hier wel het een of ander
geheim schuilen
De rechter riep daarop de hulp in van
een schriftkundige, die bij uitvoerig rapport
beweerde dat de twee cijfers 8 en 9 niet
door dezelfde hand geschreven waren maar
met verschillende pen en inkt, dat het cijfer
9 later is geschreven met veel zwaarder
hand en onmogelijk gelijktijdig inet de
regels schrift die den verkoop noteeren.
De verandering had blijkbaar een maand
later plaats gehad.
Na een lang onderhoud werd Legrand
finaal vrijgesproken van eenige bedoeling
om de justitie te misleiden of opzettelijk
zijn boek vervalscht te hebben.
Het feit zelf bleef een nog onopgelost
raadsel.
XXXIII.
Het directoire had uitstel bevolen van
de uitvoering van het vonnis, zoodat de
veroordeelden als het ware altijd nog in
voorloopige hechtenis bleven.
Het directoire had het document van
Courriot en het rekest aan den raad van
vijfhonderd toegezonden met een rapport
Wordt vervolgd in het 2e blad,
mu