van welke een krijpsbelasting wordt
geheven). Indien de burgemeester op
den aangegeven datum niet terug was,
zou zijn huis het eerste zijn, dat ver
woest werd, aldus werd hem gedreigd.
Daar twee schepens, de secretaris en
verschillende raadsleden der gemeente
Bilsen als vluchtelingen te Maastricht
waren, werd door den burgemeester des
voormiddags 11,30 te Maastricht eene
raadsvergadering belegd in het café
„Halte du Tram", aan den Brusselschen
weg. Hoewel het vrij ondoenlijk werd
geacht meer dan een vijfde dier som
in zilver en goud bij een te brengen
was men algemeen van oordeel, dat het
beter was die som te betalen dan Bil
sen wellicht aan verwoesting prijs te
geven. Van den Burgemeester zelf had
den d® Duitschers reeds 4000 francs
genomenzes raadsleden teekenden
staande de zitting elk voor 2000 francs,
terwijl tal van vermogende inwoners
uit Bilsen te Maastricht aanwezig, reeds
beloofd hebben hun aandeel in den op-
gelegden oorlogslast bij te dragen.
De dochter van prof. Koch, den bac
terioloog, die met een Pruisisch gene
raal getrouwd is, heeft de gouden me-
dalje, die Koch van het Koninklijke
Instituut voor openbare gezondheid te
Londen ontvangen heeft, ter smelting
aangeboden aan een vereeniging, welke
voorwerpen van edel metaal opsmelt
en de opbrengst voor vaderlandlie
vende doeleinden besteedt. De vereeni
ging heeft het aanbod van Koch's doch
ter echter niet aanvaard, omdat zij
meent, dat de medalje als curiosum
meer waard is.
Op diplomatieke verzoeken om be
richt omtrent de Portugeesche Engel-
sche onderhandelingen verklaarde, naar
de Reichspost van diplomatieke zijde
verneemt, de Portugeesche regeering
dat zij er niet aan denkt de neutrali
teit op te geven en dat Engeland ook
geen desbetreffend verzoek gedaan heeft.
De Portugeesche regeering vraagt een
crediet van 8 millioen voor bewape
ningsdoeleinden.
Zoowel te Rome als te Berlijn wordt
met stelligheid verzekerd, dat Portu
gal aan Duitschland den oorlog zal
verklaren. Volgens een correspondent
van het „Berliner Tageblatt" wil ex-
koning Manuel trachten, hierdoor in
eens op den troon te komen.
In de door het openbaar ministerie
opgestelde aanklacht tegen Prinzip en
diens medeplichtigen, de moordenaars
van Frans Ferdinand en zijne Echtge-
noote, worden 222 personen beschul
digd van hoogverraad en 3 van mede
plichtigheid en het verbergen van voor
den aanslag bestemde wapenen.
Het stuk behandelt uitvoerig het ont
staan der samenzwering en de voorge
schiedenis van den aanslag. Prinzip be
kende bij het onderzoek, dat hij met
het tweede sehot den districtschef Po-
tiorek had willen dooden maar de ge
malin van den aartshertog trof.
De aanklacht schildert verder uit
voerig de beweegreden tot de daad, het
drij /en der Groot-Servische kringen in
Belgrado, waaraan zelfs het hof deel
nam, het systematisch woelen tegen
Habsburg en de Oostenrijksche monar
chie, met het doel, de Slavische landen
der monarchie aan Servië te brengen.
Princip, Grabez en Cabrinowic be
kenden, dat zij in Belgrado haat tegen
de monarchie ingezogen hadden en dat
het groot-Servisch doel, n.l. de poli
tieke vereeniging aller Zuid Slaven, hun
Elisa had zich wel op de hoogtegesteld
van tijd en plaats waarop de lijken ter
aarde zouden besteld worden, maar de
twee vrouwen hadden er al lang gewacht.
Eindelijk kwam de treurige stoet in de
verte aan en Eugenie moest zich aan den
arm harer vriendin vastklampen om niet
op den grond te zinken.
Op ieder der ruw houten lijkkisten stond
een zwart cijfer en Elisa wist door den
doodgraver dat Lesurgues als nummer 3
was aangegeven.
De priester las het „de profundis," en
de beide vrouwen knielden neer.
Eugenie bad en vond de kracht haar
tranen te bedwingen.
Zij wachtte totdat de broeders en de
doodgraver zich verwijderd hadden.
Daarna knielde zij neer op het graf van
hem, dien zij had lief gehad.
Haar tranen vloeiden, haar hart brak.
Zij vergat alles wat zij om en door hem
had geleden en zij dacht alleen aan het
vreeselijk lot dat hem trof.
Zij dacht aan haar vervlogen jeugd, aan
haar ouders en aan hun tragisch einde.
Nu was alles voorbij.
Van haar heele leven, van haar liefde
bleef nu niets meer dan het mishandeld
lijk van het wezen onder de aarde, waar
zij alleen kon ween en.
Weenen en sterven dat was al wat haar
overbleef.
Twee mannen waren inmiddels het kerk
hof binnengegaan en zij naderden het graf
waar Eugenie knielde.
Elisa hoorde hen en de beweging die
zij maakte waarschuwde Eugenie dat zij
niet meer alleen waren.
De mannen kwamen nader en Eugenie
herkende in hen Ledru en Baudard.
De twee vrienden zagen elkaar aan en
lispten: „arme vrouw 1"
Eugenie stond op en maakte een gebaar
ideaal was geweest. In dienst van dit
ideaal hadden zij het plan tot den aan
slag op aartshertog Franz Ferdinand
beraamd en ten slotte verwezenlijkt.
Het „Huisgezin" schrijft:
Hedenmorgen spraken wij onder de
vluchtelingen hier aan 't station o.m.
ook een man die eergisteren nog in
de Antwerpsche gevangenis zat opge
sloten. Midden in den nacht werd hij
gewekt door het gebulder der kanonnen
en het knetteren der shrapnels boven
de stad.
In de duisternis van zijn cel turend,
omdat hij niet kon begrijpen wat dat
helsch lawaai te beduiden had want
kranten kreeg hij niet te lezen, ofschoon
toch wel een en ander tot binnen de
muren van zijn kerker was doorge
drongen werd hij plotseling hevig
ontsteld door een ontzettenden knal,
gevolgd door geknetter en gekraak alsof
de heele boel in elkaar zou storten.
Nog nauwelijks van zijn geweldigen
schrik bekomen werd de eerste slag
gevolgd door een tweede die hem nog
heviger leek en niet ver van zijn cel
in het gebouw sloeg.
De gevangenen begonnen langs alle
kanten op de deuren van hun cellen
te bonzen en hulp te roepen. Het leek
wel of die anders zoo rustige stilte der
gevangenis plotseling in een hel was
herschapen.
Een derde bom volgde onmiddellijk
op de twee vorige, deed een oogenblik
het lawaai der gevangenen verstommen,
dat echter daarna tot razernij scheen
over te slaan. Ook hij beukte werk
tuigelijk met zijn vuisten op de zware
deur van zijn cel, maar het was natuur
lijk onbegonnen werk.
Toen hoorde hij opeens het ge
rammel van een sleutelbos en op het
zelfde oogenblik werd de sleutel in
het slot van zijn cel gestoken en de
deur opengedraaid. Hij dacht niet
anders op dat moment of zijn laatste
uur was geslagen. Maar zonder te
wachten en alleen met de woorden
„vooruit op de vluchtsnelde de cipier
naar de volgende deur.
De man was de corridor ingerend
waar reeds meerdere medegevangenen
als bezetenen in verwarring heen en
weer liepen, als hazen, die „bij een
klopjacht in den ketel worden ge
dreven om neergeschoten te worden",
zooals hij het uitdrukte.
Hoe hij den uitgang bereikt had
wist hij nog niet, maar tot zijn ver
rassing stond hij eensklaps midden op
straat. Het gedreun der kanonnen en
net geknetter der granaten vulde bij
korte tusschenpoozen de lucht, en de
ruiten rinkelden uit de woningen op
de kasseien, zooals hij de straatsteenen
noemde.
Tusschen dat geweldig geraas door
hoorde hij hoog in de lucht een geronk
en gesnor van motoren; ontzaglijke
lichtbundels vielen op het stadsgedeelte
waarin hij zich bevond, en verlichtten
dit zoo helder alsof het dag was. De
zoeklichten uit een Zeppelin.
Alsof hij een benauwden droom had
vluchtte hij om zijn veege lijf te redden
in een deurnis van een der woningen
aan den overkant.
Toen zag hij echter meerderen door
de straat wegvluchtten en sloot zich
bij hen aan. Zij riepenZeppelins
Zeppelins!" en renden door de Kei-
zerlei, die in diepe duisternis ver
zonken lag, naar de groote stations.
De woningen leken overal uitgestorven,
maar den volgenden morgen, toen het
hem gelukt was zich in een naar Roo
sendaal vertrekkende trein te wringen,
om hen te danken. Zij vermande zich en
vroeg met bevende stem:
„Hebt gij hem gezien?"
„Wij waren gisteren bij hem."
„Hoe hield hij zich?"
„Zijn moed en wliskracht hebben hem
geen oogenblik verlaten. Lesurgues is ge;
storven zoo als hij geleefd heeft, als een man
die zich niets te verwijten heeft."
„Ik had hem zoo gaarne nog gesproken,
wie weet of wij niet nog iets te zijnen gunste
hadden gevonden."
„Wat er noodig was, is de opsporing der
ware schuldigen.
„Nu," voegde Baudard er bijdie zoo ver
zijn vriend Ledru had laten spreken, „nu
blijft ons niets over dan hem te beweenen."
„O jahernam Eugenie met verheffing
van stem en met vuurschietende oogen.
„Er blijft ons nog iets te doen. Zijn na
gedachtenis zuiveren van de smet die het
onrechtvaardig vonnis er op heeft geworpen
„Wij zullen ons gezamenlijk aan die taak
wijden," sprak Ledru.
l)e vrienden van Lesurgues lieten een
rijtuig komen, waarin de twee vrouwen
plaats namen en zij beloofden elkaar spoe
dig weer te zamen te komen, om te beraad
slagen wat hun te doen stond.
XXXIV.
Wanneer dit verhaal niet gegrond was
op onomstootelijke geschiedkundige feiten
zou allicht het vermoeden rijzen dat een
zoo grove dwaling, als die waardoor Lesur
gues en Bernard het leven verloren, alleen
bestaan kon in de verhitte verbeelding van
een romanschrijver.
Na het getrouw verslag van den loop der
gebeurtenissen in deze hoogst merkwaardige
zaak zal terecht iedereen zich verbazen hoe
een jury zonder aarzelen Lesurgues schuldig
kon verklaren, hoe een rechter het met zijn
geweten overeen kon brengen om dien on-
hoorde hij van medereizigers, dat ze
den geheelen nacht hadden doorge
bracht in de kelders hunner woningen.
De kerel was zoo blij als een engel dat
hij hier in Den Bosch stond en
vrij.
De Kaapstad-correspondent van „de
Times" meldt, dat hij inzage kreeg van
een document, waaruit zou blijken, dat
Duitschland zich reeds 14 Juni tot den
oorlog voorbereidde, terwijl, zooals men
weet, eerst 28 Juni de moordaanslag
op het aartshertogelijk paar plaats
had.
De Duitsche kruiser, de „Ever", lag
weinige dagen voor het uitbreken van
den oorlog te Kaapstad en vertrok nog
juist op tijd. Een onderschepte brief
voor den commandant bevatte zekere
instructies uit Berlijn, gedateerd van
14 Juni. Deze instructies onthulden
een volledig stelsel van kolenverzorging
voor de Duitsche vloot bij het uit
breken van den oorlog door geheime
Duitsche agenten in de Kaapstad, New-
York en Chicago. De commandant ont
ving de namen van schippers en ban
kiers, met jwie hij vertrouwelijk kon
spreken. Het plan was, dat een kolen-
schip de Tafelbaai zou verlaten, zoo-
genaaamd voor Engeland, maar inder
daad om een Duitsch oorlogsschip op
een afgesproken plaats te ontmoeten.
Natuurlijk mislukte het plan, voor
zoover Kaapstad aangaat, door deze
ontdekking en daaruit verklaart zich
wellicht, dat de Duitsche kruisers in
de Noord Atlantische wateren veel meer
activiteit aan den dag legden dan in
den zuidelijken Oceaan. De laatste
dagen is ook een geheel communicatie
systeem met Z. W. Afrika door middel
van postduiven aan het licht gekomen.
Een nieuwe proclamatie is afgekon
digd over de verhindering van den han
del met vijandige landen.
Zij bepaalt dat alle goederen gecon
signeerd naar eenige havens van Euro
pa, de Middellandsche Zee en de
Zwarte Zee, met uitzondering van die
in Rusland, België, Frankiijk, Spanje
en Portugal voorzien moeten zijn van
een verklaring van hun eindbestem
ming, alvorens zij verlof krijgen Enge
land te verlaten.
Een schrijver in het Legerorgaan be
spreekt den mogelijken duur van dezen
oorlog. Hij herinnert aan den zeven
jarigen oorlog van Frederik den Groote,
den twintigjarigen oorlog met Zweden
en den tienjarigen oorlog van Tsaar
Alexander tegen Napoleon, en hoewel
hij erkent, dat de tegenwoordige oorlog
niet zoo lang kan duren, acht hij het
toch onwaarschijnlijk dat het korter dan
een jaar zal aanhouden. Waarschijnlijk
zal Oostenrijk bij het begin van den
winter volkomen vernietigd zijn. De
oorlog met Duitschland echter zal voort
sukkelen, omdat een winterveldtocht
daar niet krachtig genoeg kan worden
doorgezet, en de oorlog zal dus eigen
lijk in het vroege voorjaar weer met
de vroegere felheid uitbreken. Het mach
tige Duitsche leger is een krachtige
vijand, en in het voorgevoel van eeo
eindelijke nederlaag zou het hardnek
kig de vredesonderhandelingen trachten
uit te stellenmaar, meent de schrijver,
in drie of vier maanden zou toch alles
beslist zijn, zoodat in het late voorjaar
of in den zomer, maar niet eerder, de
oorlog zou eindigen, afgezien dan van
onverwachte omstandigheden, die de
beëindiging der vijandelijkheden zouden
kunnen bespoedigen of vertragen.
gelukkige zonder genade aan den beul over
te leveren.
Zoo als gezegd, het historisch feit is niet
te loochenen en de waarheid is volstrekt
ondubbelzinnig aan den dag gekomen en
heeft bewezen dat de laatste verklaring van
Couriiot en de veronachtzaamde getuigenis
van Madaleine Breban juist waren.
Hierom moeten wij nog eenige bizonder-
heden meedeelen om ons verhaal volledig
te maken, hoewel de guillotine, helaas, het
laatste, onherroepelijke, onherstelbare woord
sprak, toen zij de hoofden van Lesurgues
en van Bernard deed vallen.
De vrienden van Lesurgues, Eymery, Bau
dard, Hilaire Ledru en André hadden zich
aangesloten hij Eugenie d'Argence, om het
volle licht over deze treurige zaak te doen
schijnen, en zij hadden aan den eenen kant
grooten steun gevonden in de medewerking
van rechter Daubanton en van den politie
beambte, die wij meer in het bizonder ken
nen onder zijn bijnaam „de kroeskop," ter
wijl aan den anderen kant een werkzaam
deel aan de opsporingen werd genomen door
Madeleine Breban.
De rechter Daubanton en de slimme poli-
tie-spion gingen uit van de veronderstelling
dat de moord op den koerier van Lyon
geschied was door bandieten van beroep,
door menschen die in den brutalen overval
van de postwagen zeker niet hun eerste
heldenfeit in de misdaad bedreven.
Zij moesten dus de medeplichtigen van
Courriot vinden bij de goede bekenden van
politie en justitie, bij recidevisten, bij ont
slagen of weggeloopen tuchthuis-boeven en
zij snuffelden dus in alle papieren naar de
namen van Roussy, Durochat en Vidal.
De doopceel van Dubosc was al gelicht,
zoo als wij gezien hebben en daardoor waren
de vrienden meer dan ooit overtuigd van
de juistheid der veronderstelling van Dau-
Een hooggeplaatst Belgisch officier,
dib in de Nederlandsche bladen gelezeD
had, dat de verdediging van Antwerpen
in de laatste uren geheel aan Engel
sehen zou zijn toevertrouwd, heeft den
Bredaschen correspondent van de „N.
R. Ct." een brief van een Engelsch ko
lonel laten lezen, waaruit blijkt dat
reeds in den nacht van 8 op 9 Octo
ber 3000 Engelschen van Beveren west
waarts zijn vertrokken, geleid door een
Belgische gids. Eerst vele uren later
zijn de Belgen met de overige Engel
schen uit Antwerpen weggetrokken.
De directeur van de Belgische straf
kolonie te Hoogstraten, heeft bericht
ontvangen dat de Belgische regeering
reeds van Ostende naar Bordeaux is
vertrokken, terwijl de Koningin in En
geland moet zijn.
Dit wordt bevestigd in een bericht
in de Londensche Observer, die meldt
dat de Koningin reeds Vrijdagavond te
Folkestone is aangekomen op weg naar
Londen.
Koning Carol van Roemenië is Za
terdagmorgen overleden.
I'laatnieliik Ileum
Voor Dames- en Kinderkleeding de
Firma Taverne De Meere, Hinthamer
straat 69, 's Hertogenbosch, het Deste adres
voor deze omstreken.
Deze zaak is ook des Zondags van 10 tot
1 uur geopend.
Heugden, 14 October.
Het getal Belgische vluchtelingen is toe
genomen en zal het getal honderd wel be
reikt hebben. Zooals we in ons vorig num
mer mededeelden, zijn er verschillende
familiën die met eigen middelen in hun
onderhoud voorzien; doch er zijn er meer,
die slechts met eenig ondergoed Donderdag
morgen loopende de stad Antwerpen hebben
verlaten om hier Zaterdagavond ten circa
elf uur aan te komen. In de buitensocieteit
aanvankelijk ontvangen, werd een vijftigtal
boterhammen, melk en koffie toegediend en
waren ze weer gelukkig toen ze maar kon
den gaan slapen, na al die vermoeienis.
Gedeeltelijk verbleven ze in de Buitensocie
teit en een ander gedeelte werd in de Prot.
Bewaarschool tijdelijk onder dak gebracht.
De eerste nacht moest alles zeer primitief
gaan, omdat eerst des avonds bericht was
gekomen, dat eene zending aanstaande was.
Zondag begonnen de ingezetenen zich uit
eigen beweging aan te melden om dekens
af te staan. Naar wij vernamen hebben
mej. Van der Heijden en mej. Adelberg
zich hierbij zeer verdienstelijk gemaakt,
door zich met inzameling te belasten; ook
andere dames gingen voor dat doel huis
aan huis.
Zondagavond kwam bericht van de ge-
gemeenten Genderen en Wijk, dat vluchte
lingen in den nacht te Drunen zouden
arriveeren. Met tal van boerenwagens werd
derwaarts getogen en in oeide gemeenten
was inmiddels alles gereed voor een liefde
rijke ontvangst.
Ieder werkt thans gaarne mede om den
goeden naam van het gastvrije Nederland
hoog te houden, niet alleen, maar ook ieder
is dankbaar gestemd, dat de vreeselijke
geesel des oorlog ons tot heden niet treft
en wil uit piëteit ook gaarne een dankoffer
brengen, waartoe thans de gelegenheid aan
ieder geboden wordt.
Door den Burgemeester alhier is eene
commissie samengesteld voor ontvangst en
verpleging der Belgische vluchtelingen, be
staande uit den Burgemeester, (de heer
Honcoop) de Secretaris (de heer H. J, van
Eggelen) en de heeren G. van Everdingen,
Ch. de Jong, P. A. van Andel en L. de Moll,
die daarbij ter zijde worden gestaan door
hunne dames.
'sGravemoer. Er worden toebe
reidselen gemaakt voor de ontvangst van
Belgische vluchtelingen.
Het tijdelijk hospitaal zal naar de pastorie
der Geref. kerk worden overgebracht.
banton en van zijn handlanger.
Een toeval moest hen te hulp komen.
De kroeskop, die zich zoo veel doenlijk
op de hoogte bleef stellen van al wat er in
de politie-buraux van Parijs en van geheel
Frankrijk voorviel, kreeg bericht van een
bureau in Parijs dat daar een zekere Durocher
was gevangen genomen, die uit Havre ge
signaleerd was geworden als vermoedelijke
dief van twee balen zijde van een expeditie
bureau waar hij sedert kort verbonden was.
Daubanton begaf zich onmiddellijk naar
den commissaris, die den beschuldigde on
dervraagd had en die zoo goed als zeker
was, dat de gearresteerde den diefstal in
Havre had bedreven. Het signalement kwam
in groote trekken overeen met de beschrij
ving die gegeven was van den reiziger La
borde zoodat het vermoeden veld won, hier
te doen te hebben met Durachot, die een
voudig zijn naam in Durocher had veran
derd.
Daubanton verzocht nu den commissaris
den gearresteerde voorloopig te Parijs in
arrest te houden en niet op te zenden naar
Havre, maar inmiddels zooveel doenlijk op
de hoogte te komen v ,n zijn antecedenten.
Daubanton redeneerde namelijk bij zich
zelf, dat Durochat sedert den achsten Floreal
in het bezit was gekomen van een groote
som geld en dat het dus wel bevreemding
mocht wekken, dat hij zoo weinig tijd later
een diefstal doet van betrekkelijk zoo weinig
waarde als twee balen zijde.
Toen echter door het verhoor en daarop
gevolgd onderzoek bleek dat Durocher, voor
dat hij in Havre in betrekking kwam bij
den expediteur, in Parijs was geweest en
daar op zeer weelderigen voet had geleefd
met een merveilleuse die hem hoogst waar
schijnlijk had gevild en die naar de inge
wonnen berichten op een mooien dag was
weg geloopen bijna zeker met al het geld
dat haar minnaar bezat, toen werd het
Als leden van het college van zettere
zijn benoemd de heeren P. van der Dussen
en A. Dekkers.
ïlederhemert. De bietencampagne
is thans begonnen. Tot voorman-weger is
aangesteld de heer A. v. Geffen te Ammer-
zoden, terwijl de heer A. v. Ooijen bij de
weegbrug fungeert.
- Waarschijnlijk zullen ook in onze
gemeente de arme Belgische vluchtelingen
aankomen. De Burgemeester heeft reeds van
den Commissaris der Koningin een telegram,
of er plaats was voor die ongelukkigen, ont
vangen.
Naar wij vernemen zal alhier met
ingang van 14 October (heden) een hulp-
telegraaf- en telefoonkantoor voor het alge
meen verkeer wordm geopend.
De heeren H. Smits en G. Smits zijn
aangesteld als resp. kantoorhouder en ver
vangend kantoorhouder.
Sleeuwyk.. Krachtens een op den
9en dezer vastgestelde politieverordening is
het verboden de wegen in deze gemeente
te berijden met voertuigen, waarvan de
wielen niet behoorlijk van klei en modder
zijn gezuiverd.
Door den Raad der gemeente Gorin-
chem is besloten tot aanschaffing van een
nieuwe boot ter voorziening in den veer
dienst GorichemSleeuwijk en in principe
aangenomen aan dezen dienst een motor
boot toe te voegen.
de Werken. Zaterdag 1.1. ia te
Aerdenhout bij Zandvoort overleden, de
heer mr. G. van Tienhoven, laatst oud
Commissaris der Koningin van Noord-
Holland, alhier in 1841 geboren.
Vrij hoe ven-Cappel. 0ok hier
zijn tal van vluchtelingen. Zaterdagavond
om i 11 uur zijn er 25 gearriveerd, terwijl
we Zondagnacht nog 82 personen ontvingen.
Hun verhalen zijn gruwelijk. De doorge
stane ellende en het gebrek dat geleden
werd, is eveneens ontzettend. Zij werden
hier goed ondergebracht en worden uit
stekend verzorgd.
Zondag 1.1. werd alhier in verhoor
genomen een schipper v. d. V. uit Hooge
Zwaluwe. Hij had nl. een misthoorn gesto
len van een motorboot in de haven te
Labbegat. De dader werd te Drimmelen
gearresteerd en bekende dadelijk.
Bturgeriyke Stand.
Dussen, over de maaud September.
Geboren: Theodora W., d. v. A. R.
van der Pluijm en P. E v. d. Pluijm;
Gerrit W., z. v. H. Teuling en W. v, d.
Assem; Adriana O., d. v. S. Schimmel
en A. v. Suntenmaartensdijk; Catharina
M., d. v. A. de Kenning en W. v. Geel
Adrianus W., z. v. J. P. Weterings en
J. A. E. v. d. Pluijm; Arnolda J., d. v.
C. de Wit en M. van Tilborg; Godefirida
E. d. v. Fr. van Dortmout, H. v. d.
Pluijm; Barend en Hendrik, zoons v.
G. Koops en H. v. d. Nat; Wilhelmus
z. v. P. A., Theuns en G. de Gast;
Christina A., d. v. J. v. Velthoven eu
A. Stevens; Jan A., z. v. G. Ripzaad en
H. van Breugel; Jacob A. C., z. v. J. H.
Kroon en A. O. v. d. BergAdriaantje,
d. v. 'W Nederveen en P Kilwinger;
Joannes A., z. v. W. van der Pluijm en
W. van Olst.
Overleden: Adriaan Valk, 86 j., wed.
van M. Langenberg; Teuna Dekker, 25
j.; Cicilia Verdick, 29 j. echtg. van P.
van Strien; Heudrika M. de Gast, lj.;
Heronimus van Beurden, 71 jBarend
Koops, 15 dagen; Wilhelmus A. Ber-
kenbos, 6 weken.
Ingekomen vanOosterhout, H. Nor
bartOudenbosch, C. P. F. v. d. Pluijm
Made c. a., E. A. SmxGoriucbem,
S. C. Heijmans; Rotterdam, C. J. v.
Dinteren; Waspik, F. v. d. Steen; Don
gen, J. v. Kampen; Waspik, H. A. Boom;
Dordrecht, J. C. v. Tilborg Mannheim,
A. A. v. d. Pluijm; Nijmegen, M. H.
Rijkers; Assen, R. Jonkers.
waarschijnlijker dat de bandiet naar een
andere plaats was getrokken en zich daar,
bij gebrek aan beter, op onrechtmatige wijze
had trachten geld te verschaffen.
Hoezeer Daubanton en de politie-spion
nu ook voor zich zelf o /ertuigd waren den
gewaanden reiziger onder handen te hebben,
moesten er toch nog heel wat ernstiger
feiten aan den dag komen, voordat hij van
den moord kon beschuldigd worden.
Eugenie d'Argence die met een koorts-
achtigen ijver was bezield om de misdadi
gers te ontdekken en de nagedachtenis van
Lesurgues op die wijze van allen blaam te
zuiveren, Eugenie had het denkbeeld op-
ge\at dat haar vijand I'iezre Chanty door
kruiperijen en verdachtmakingen veel had
bijgedragen tot het vonnis van Lesurgues
dien hij haatte.
Pierre Chanty was zeer in aanzien ge
klommen, want hij had zich in de gunst
van Barras weten in te dringen en dien
eerzuchtige in den waan gebracht dat hij,
Chanty, nog veel relaties had onder de
émigrés en royalisten en dus Barras op de
hoogte kon houden van hun doen en laten.
Eugenie had nu het plan gevormd Chanty
te spionneeren en zij had zich daartoe, met
behulp van den kroeskop vermomd als een
ach tienjarige jongeling uit het volk om zoo
doende veel vrijer te zijn in haar bewegingen.
Eens dat zij Chanty opwachtte aan den
ingang van het Paleis Egalité, waar hij
geregeld kwam, zag zij dat een mooi, keurig
gekleed bloemenmeisje op hem toetrad en
bem een roos aanbood.
Slot volgt)