de stad van de Duitsche overheersching bevrijd is en volgens de Independence is lit ook de opvatting van de Belgische egeeriug. Het is er, zegt de Indépen- I ice, met uitsluitend om te doen, het leven aau de groote stad terug te geven en daarmede zou men de zaak der on afhankelijkheid van het land niet dienen. De Duitschers, het spreekt vanzelf, wenschen de groote stad zoo spoedig mogelijk haar gewone uitzicht te zien hernemen, maar het Belgische blad is vau meening, dat elke Belg weigeren moet om daar het leven te herstellen, waar de Pruisen hun verblijf voortzet ten, na begonnen te zijn er een ver woesting te maken en ondergang te zaaien. Er zijn menschen, aldus schrijft de Indépendance, die naar Antwerpen den ken terug te keeren, aan den plicht te kort te doen. Dat zijn die arme onge- lukkigen, die, niettegenstaande de edel moedigheid der Hollanders, langs de grens tot ellende veroordeeld zijn en die er, in hun eindeloos leed, liever thuis lijden dan in den vreemde. Hoe zouden wij niet hun terugkeer naar hun nederige woningen, die zij achter lieten, kunnen begrijpen 1 Er zijn ook ambtenaren, wier plaats te Antwerpen iade magistraten van het parket of de politie-agentende ambtenaren van de gemeentelijke armenzorg, den bur gerlijken stand. De ontvangers, de hypo theekbewaarders, enz., enz. Maar al de genen, wier tegenwoordigheid te Ant werpen noch onmisbaar, noch verplicht is, moeten er zich van onthouden terug te keeren, zoo zij over de middelen beschikken om weg te blijven en wei geren de Duitschers in de kaart te spelen, wier beloften trouwens bij nie mand meer eenige illusie moeten wek ken. Dit is de opvatting der regeering geweest, voorgeschreven aan haar onder danen sedert den oorlog en tot dusver in het overheerschte land getrouw in acht genomen. Zij moeten er zich van onthouden hun medewerking te ver- leenen aan den vijand, en hem weer staan en eveneens weerstaan aan al de verschillende pogingen te "hunnen op zichte gedaan om ze uit te noodigen een bedrijvigheid tejheratellendie slechts ondienst doen aan hun vaderland. Londen, 30 October. Naar de Morning Post verneemt zal de regeering het Parlement, wanneer dit op 11 November weer bijeenkomst, nog honderd millioen pond sterling voor den oorlog vragen. De Times over den militairen toestand. De militaire medewerker van de Times schrijft, dat de groote aanvallende be weging tegen Galais mislukt schijnt te zijn. De vraag is thans, wat de Keizer en zijn gevolg van 1500 raadslieden zullen doen. De verliezen van de Duit schers in de tien laatste dagen moeten alle voorgaande overtroffen hebben en de Keizer moet nu een nederlaag aan beide grenzen onder de oogen zien, ter wijl zijn vijanden in Pruisen met den dag sterker worden. Gewag makende van de opening van de vijandelijkheden door Turkije zegt de Times, dat Turkije door haar dwaze toegeven aan de raadgevingen van Duitschland haar eigen doodvonnis heeft geteekend. Van het Ottomaansche rijk in Europa zal spoedig alleen de heugenis over zijn. Als de tegenwoor dige stijd voorbij zal zijn, zal Eurjpa van twee elementen verlost zijn, die vijftig jaar lang voornaamste bedreiging van den vrede van Europa zijn geweest, namelijk het Pruisische militarisme en de Turken in Europa. haar stem toen zij hem uitnoodigde, nu hij toch eenmaal hier was, nog wat langer te blijven, en naast hem plaats nemend vroeg zij Is het waar, Jan, dat gij in groote moeielijkheden zijt? Ja, tante, maar ik zou er u niet over gesproken hebben, indien gij niet zelve er over begonnen waart. En César? Ook César moet zich groote ontberin gen getroosten; hij vraagt dikwijls belang stellend naar u. Freule De Marcilles beet zich op de lippen, en bleef een oogenblik in gedachten ver zonken zwijgen; weer maakte Jan aanstalten om op te staan en afscheid te nemen. Het is te laat, tante, en op uw leef tijd heeft men behoefte aan rust, boven dien zou Helena ongerust kunnen worden, want ik ben van huis gegaan, zonder het haar te zeggen. Helena, mompelde de oude, zij was de oorzaak onzer verwijdering. Zij is een engel, verzekerde de graaf met vuur en als gij haar kendet, zoudt gij dat met mij eens zijn. Hebt gij haar zoo lief, Jan, vroeg feule De Marcilles. O, haarl Hebt gij haar zoo lief? herhaalde zij. Met mijn geheele ziel. De zeventigjarige sloot de oogen. Ik zou vroeger de helft van mijn fortuin ge geven hebben, om dat ook te kunnen hooren peinsde zij. De graaf vervolgde. Zij is tot iedere opoffering, tot iedere edelmoedigheid in staat voor hen, die zij liefheeft. Hadt gij uw hart niet voor haar gesloten, tante, dan zou zij, zoowel als ik zelf, u met liefde omringd hebben en nooit heeft zij mij het minste verwijt over 't verlies van mijn fortuin gemaakt. De correspondent van de Morning Post te Parijs seint, volgens een bericht aan hetzelfde blad, dat hij 'n bezoek heeft gebracht aan Reims, dat aanhou dend gebombardeerd wordt en waarnaar schatting reeds 1 milliard franken aan schade is aangericht. Van de bevol king waren nog 40.000 in de stad. Straat aan straat ziet men tooneelen van algeheels verwoesting. De kathedraal is eene ruine, die nog afbrokkelende is. Groote stukken ver weerde steen blijven neervallen van de teere bogen. De steen van den gevel is door het vuur ingevreten. Het bouw werk is geheel ten prooi aan de ele menten en staat nog slechts als een groot wrak overeind. Een hoofdofficier schrijft, volgens een veldpostbrief, die afgedrukt is in de Norddeutsche Allgemeine Zeitung, van het Westelijk oorlogstooneel het vol gende aan zijn vrouw: „Je kunt je niet voorstellen, hoe het in den oorlog toegaat. Nu eindelijk worden de paardenlijken begraven en de overblijfselen van het slachtvee. De prachtige wegen zijn een handhoog be dekt met slijk en hebben gaten, waarin wagenwielen verdwijnen. De veldwegen hebben geen harden ondergrond meer en alles gaat, rijdt en tuft vijftig meter links en rechts van de wegen, op de weilanden, over klaver, bieten en stop pels. Maar daar is nog minder vaste ondergrond. In den oorlog staat alles op zijn kop. Alleen het eigen voordeel, het ruwe geweld, het succes en de moed komen er tot uiting. Wat wordt er in vredes tijd een ophef gemaakt van een doode, een gewondeBij de tegenwoordige positie gevechten liggen dikwijls ge wonden tusschen de beide stellingen. In de rustpoozen laten wij de Engelsche hospitaalsoldaten kalm hun gang gaan, om hun gewonden weg te dragen Wij hebben reeds vele gewonde offi cieren van gezondheid, en dikwijls moeten onze gewonden uren liggen, voor zij weggehaald worden. De Engelschen zijn even zelfzuchtig in den oorlog als in de handel. Zij willen van onze man nen zoo vele vernietigen als maar moge lijk is. En hoeveel wordt en moet ver nietigd worden, hetgeen in vredestijd met grootste liefde en zorgvuldigheid verpleegd zou wordenKan een paard niet meer trekken, dan volgt onmiddel lijk het schot. Drie weken rust en vrede, en het dier zou gered zijn. Heeft een auto een machine-defect, dan wordt zij opzij van den weg gereden om den weg gereden om den weg vrij te maken. Hoe vlug zou het in de werkplaats gerepa reerd kunnen worden. Scheurt 'n ransel, weg ermee. De dooden en gewonden hebben ransels genoeg. Hoeveel vee wordt er geslacht, dat niet voor de helft gegeten wordt. Hoeveel graan wordt er gebruikt als ligstroo. Maar de rust voor onze dappere troepen is de hoofd zaak." (N. R. Ct.) Op de laatste botermarkt van Gent, te midden tusschen de breede boerinnen, die met heur volle manden, het plein voor het schoone stadhuis als 't ware versperden, hebben we, aldus een cor respondent van de Maasb., nog een Duitsch-Belgische grap beleefd, die wij thans even willen vertellen. De kleine klucht speelde zich als volgt af. De boerinnen, die van verre gekomen waren, wisten er van, dat de boter in de laatste week te Gent enorm duur was geweest, een gevolg natuurlijk van den geringen aanvoer. Thans wilden verscheidene vrouwen daarvan profi- 't Verlies zijt gij dus alles kwijt? riep de oude dame uit. Alles, tante; ik heb alles gedaan om het te herstellen, maar 't lot is tegen mij, en niets is mij gelukt. Is 't waar, dat er deurwaarders op Marcilles geweest zijn? Ja, dat is waar. Wat ging er in dit oogenblik in de ziel van freule Angelica om? Werd zij geroerd door 't ongeluk, zoo ridderlijk gedragen en zoo zonder verontschuldigingen erkend, of kwam de trots van 't adellijke geslacht in verzet tegen dien ondergang Zij greep de hand van haar neef en zeide kortaf: Hoor eens, Jan, men heeft u beetgenomen, ik heb niemand gezonden. „Wat zegt gij daar? De waarheid. Wie kan 't gewaagd hebben? Dat weet ik niet, maar ik ben blijde dat ik u gezien heb. 't Bewijst uw goed hart, dat gij gekomen zijt, want ik ben niet goed voor u geweest O tante! Volg mij, ik wil het. Met het licht in de hand ging zij hem voor, door de gang naar een trap die met vijf en twintig treden van graniet, naar een diepen kelder voerde. Intusschen was de voordeur blijven aanstaan, en sloop een donkere gedaante met woeste haren in de vestibule, waardoor de voordeur toegang gaf; zijn oogen zochten de duisternis te doorboren en toen hij den zwakken weer schijn van het licht aan het eind van de gang bemerkte, sloop hij voorzichtig van de zaal naar een aangrenzend vertrekje, waar hij zich in een hoek achter een ver molmd meubelstuk verborg. Freule De Marcilles daalde in gezelschap van haar neef de trappen af en in den gewelfden kelder gekomen wierp zij met haar handen een hoop hout omver die in een hoek lag. Zakken teeren, zonder rekening met in aan merking te nemen, dat er enorm veel boter aan de markt was. Een der vrouwen vroeg 7 a 8 francs per kilo.en zij had met eiken can- didaat-kooper of koopster een woorden ruzie. Zij trok de aandacht. Ook die van een paar Duitsche offi cieren. De Duitschers besloten de dure boerin een goedkoope les te lezen. Zij traden op de vrouw toe.namen haar botermand en schreven een briefje, waarmee zij naar het stadhuis kon om geld. De boerin begrijpelijk zeer onthutst over de requisitie, wendde zich tot den eersten den besten com missaris van politie, die voor het stad huis surveilleerde. De Duitsche officieren stonden vanuit het café Pizzotti het speul af te zien De boerin gaf het briefje aan den politieman met de vraag te zeggen wat er op stond. De commissaris keek en kon zijn lachen niet bedwingen. Wel, wel, moeder, zei hij, ze hebben u leelijk te pakken gehad. Daar staat op te lezen „Goed voor twee weken opsluiting in het oude vrouwengesticht te Berlijn." De boerin schrok, dat haar knieën kraakten. Dus ik ben alles kwijt, jam merde zij De vrouw, die zoo'n hoogen prijs wilde hebben van heur boter, en eerst met veel lawaai en groote woorden optrad, stond nu stroomen van tranen te schreien. De Duitschers hadden alles afgezien en vonden dat hun „grap" die reeds de helft van de markt in opschudding had gebracht, thans ver genoeg was doorgedreven. Zij pakten den boterkorf en begaven zich naar de schreiende boerin. Zie hier, zoo spraken zij, hier hebt ge alles terug, doch op voorwaarde dat ge niet meer zulke hooge prijzen van de burgers zult vragen. Meneer, ik beloof het u. was het antwoord van de boerin, die thans eerst stillekens ging luisteren bij de andere vrouwen, hoe hoog de prijzen gingen. Hoewel 't te begrijpen is, dat bijna alle nog in ons land vertoevende Belgen verlangen naar hunne verschillende woonplaatsen terug te keeren, zal dit vooralsnog voor allen niet mogelijk zijn, en waar 't voor iemand, wiens eigendommen weinig of niet beschadigd zijn of voor hen, die een vaste be trekking bekleeden, die niet door den oorlog is te niet gedaan, raadzaam is zoo spoedig mogelijk te trachten zijn plaats weer in te nemen, zullen velen, vooral die buiten Antwerpen wonen, geen onderkomen kunnen vindenwél wordt van Duitsche zijde zooveel moge lijk gezorgd voor approviandeering, maar in de buitengemeenten moet nood wendig nog gebrek heerschen. Zoo lezen wij in een der vele ver slagen over het onderzoek in België Wat Antwerpen betreft, kunt ge een ieder, die bestaandsmiddelen bezit, aan raden naar Antwerpen terug te keeren. Wil Holland Antwerpen redden, dan moet men de menschen. die in Ant werpen geen arbeid kunnen vinden, nog eenigen tijd houden. Vooral met de dokwerkers is dit het geval. Hier onder zijn ruwe en rumoerige klanten en conflicten zijn, zoo deze elementen terugkomen, niet uitgesloten. De Duit sche militaire overheid is zeer voor- vol goud vertoonden zich aan de verbaasde blikken van den jongen graaf en hun aan blik riep een eigenaardige tinteling in de oogen der oude gierige vrouw wakker. In 't aangezicht van haar schatten viel 't haar zwaar daarvan te scheiden en een lichte aarzeling maakte zich van haar meester, maar spoedig had zij haar boozen hartstocht overwonnen en voegde haar neef vriende lijk toe: Daar Jan, neemt gerust zooveel ge wilt; 't huis is er van den kelder tot aan de nok van 't dak mede gevuld, 't is voor César en u. En alsof zij bang was, dat haar wel willende opwelling haar spoedig berouwen zou, voer zij haastig voort: Gauw wat, haast u. 't Is gelukkig, dat de oude Rousalie door rheumatiek aan haar bed gekluisterd is, want zij mag er niets van weten, en vervuld van dezelfde vrees, die vele oude heeren voor hun oude huishoudsters koesteren, voegde zij er bevend van aandoening bij Neen, 't mag niet, zij zou mij mis schien beknorrenkomt gij nog eens terug De graaf aarzelde en mompelde be wogen Maar, dat wil ik niet, 't is te veel, veel te veell Zoo snel haar krachten dat toelieten bukte zij voorover, ggeep twee der zakken, tilde die met moeüe van den grond en legde ze in de armen van Jan. En nu vertrek, zeide zij, ga spoedig heen. In een opwelling van hartelijke dank baarheid kuste hij de oude dame, getroffen door het offer, dat zij om zijnentwil bracht, en dat haar zooveel kostte. Zij geleidde hem tot aan de deur, en herhaalde onop houdelijk Gij moet terugkomen, Jan 1 gij moet komend en tot nog toe zeer inschik kelijk, en zal alles doen om conflictan te vermijden, maar indien noodig, niet voor krasse maatregelen terugdeinzen. Wat echter de bevolking van dorpen, zooais Lier Duffel en tal van andere, die geheel of grootendeels verwoest zijn aangaat, zij kunnen en mogen nog niet uit Holland worden weggezonden. Natuurlijk zal het gouvernement wel genoodzaakt zijn om ook voor de slacht offers van den oorlog iets te doen en zoo wordt dan ook overwogen loodsen op te slaan, waarin zij een tijdelijke toeviucnt zullen vinden. In Antwerpen werd voor en na ,het bombardement aan werkioozen en be- hoeftigen eenige onderstand verstrekt bestaande uit brood en soepvan heden af is dit opgehouden en wordt dit alleen verstrekt aan dakloozen. Een blad te Rennes meldt, dat bij het Fransche leger proeven worden ge nomen met een schild dat de soldaten tegen kogels beveiligen moet. De Rus sische regeering heeft het al ingevoerd en nu is een fabriek te St. Hiiaire du Harcourt druk doende met de vervaar diging ervan. In het Argonner Woud moet het ai in gebruik zijn. Omtrent de moordenaars van Franz Ferdinand luidt de uitspraakde be klaagden Ilio, Cuxrilovc, Rerivic, Jova- novic, Milovic werden tot den strop veroordeeld; Carovic tot levenslange gevangenisstraf, Prinzip, Cathrinowitsch en Cabrinovic, Grabez tot 20 jaar ge vangenisstraf, en 7 andere beklaagden tot straffen van 3 tot 16 jaar zware ker kerstraf. De overigen werden vrijge sproken. De Berliner Zeitung am Mittag schat de verliezen der Fransshen tusschen Toul en Verdun op meer dan 40.000 man, waarbij volgens het blad nog komt een aanzienlijk verlies aan modern ge schut. De B. Z meldt verder datJoffre de opengevallen plaatsen door keur troepen heeft laten aanvullen doch thans de reserves volkomen minderwaardig zijn. De Russische groote generale staf deelt dd. 27 mede Den28sten dezer heb ben wij den tegenstand van de laatste vijandelij ke strijdkrachten, die nog steeds trachtten zich ten noorden van Filitsa te handhaven, gebroken. Op het front aan gene zijde van de Weichsei zijn alle Duitsche en Oosten- rij ksche troepen in vollen aftocht. Russische ruiterij is Radom binnen getrokken. Wij hebben verscheidene duizenden krijgsgevangenen gemaakt, kanonnen, tientallen machinegeweren en legerautomobielen vermeesterd. l*iaatiel(jk Mieum Voor Dames- en Kinderklecding de Firma Taverne De Meere, Hinthamer straat 69, 's Hertogenbosch, het oeste adres voor deze omstreken. Deze zeak is ook des Zondags van 10 tot 1 uur geopend. llcusdeu, 31 October. De nieuwe dienstregeling der spoorwegen, die 1 November aanvangt, brengt één trein meer op 't traject 's-BoschLage Zwaluwe. Ook de uren van vertrek zijn veranderd. Alsdan vertrekt de trein van Drunen naar 's-Bosch v.m. 7.24, 11.22 en nm. 5.07 en 8.42, en van Drunen naar Zwaluwe, v.m. 8.27, 2.10 en n.m. 6.19 en 9.36. uur. Voor verdere routen raadplege men het uitgegeven 10 cents boekje. terugkomen. Zij voerde hem tot over de bouwvallige brug en hief met moederlijke zorg nu en dan haar lantaarn in de hoogte, om een misstap te voorkomen. Onbeweeglijk bleef zij een oogenblik staan, zag hem zijn ros losmaken en te paard stijgen en dankbaar gestemd over den kus, dien hij haar nog met de hand toewuifde, alsof hij spijt had, dat hij haar verlaten moest, luisterde zij met ingespannen aandacht, zoolang de hoef slag van zijn paard zich in de stilte van den vochtigen donkeren nacht hooren liet, en kon pas besluiten weer naar binnen te gaan, toen alles tot zijn gewone doodsche stilte was teruggekeerd. Haar huis, ongezellig en koud, bewoond door niemand dan haar en de oude dienst bode, die nu nog bovendien door ziekte aan haar bed gekluisterd was, leek haar onvriendelijk en somber toe. Zij herin nerde zich het vroolijke gezin haier ouders, het warme genoegelijke tehuis, waar be zoeken van vrienden en verwanten, jacht partijen en feesten het leven gezellig maakten en een zekere afschuw over haar verlatenheid maakte zich van haar meester. Welk een dwaasheid, welk zelfbedrog was het geweest, zooveel jaren lang schatten te verzamelen, zich elk genot te ontzeggen, alleen om het genoegen te kunnen hebben, met haar handen in het kille metaal te woelen en te zeggen: dit alles is het mijne. Zij verwenschte haar zelfzucht m haar gedachten vlogen naar César, den knappen officier, ma^r die genoodzaakt was een bekrompen leven te leiden, en naar Jan, dien goeden hartelij ken Jan, die zoo dapper leed, zonder dat zij hem het middel ver schaft had, om zijn lijden te verzachten. En plotseling viel haar de boodschap in, die men den jongen graaf gebracht had. Wie kon dat gedaan hebben en waarom? E*-rste Heusdensche Electrisch© Inrichting. VVe werden door de firmanten de heereu De Haan en Oerlemans, in de gelegenheid 2feSteld om van nabij kennis te komen nemen met de electriscne inrichting voor iicüt en krachtbedrijf, sinds een paar dagen op de scheepswerf „Maas en Waai" in Wer king gesteld. Toen we des avonds ten zes ure, ons met dat doel op het pad begaven, kwam ons op den wal, uit den hoek van de werf, een zee van licht tegemoet, en naderbij komende zagen we een groot personeel op de werf in de buitenlucht werkzaam, onder bet ge not van electrisch iicnt, met dezelfde ge makkelijkheid als op klaarlichten dag. We werden welwillend over het geheele terrein rondgeleid. De gebouwen beslaan een oppervlakte van 1200 Meter, terwijl de uitgestiektheid van de terreinen meer dan een hectare bedraagt. In de machinekamer, waar wij het eerst belandden, staat een zuiggasmotor van 20 p. k., die direct aangekoppeld is op het drijfwerk van de ijzer werkplaats en door middel van een riem de noodige kracht aanbrengt voor een draaistroom dynamo van 20 p. k. bij 1000 omwentelingen per minuut, en waarvan de spanning 220 volts bedraagt. Deze dynamo verschaft do noodige kracht en licht. Vier electromotoren respectievelijk van 7, 6, 5 en 3 p. k. waren werkzaam om di verse machines voor noutbewerking in be weging te brengen. Zes booglampen, eik van lüOO kaarsen, geven aan het terrein een helle, bijna dagveriichting. In het hoofd gebouw staan 10 half watt lampen van 200 k. onder de overkapping 3 half watt van 200 k., in de timmerwinkei 6 metaaldraadlam pen van 50 *k., in de machinale timmer winkei 2 haifwatt van 200 k., in de maga zijnen 5 metaaldraadlampen van 50 k., in de schilderswerkplaatsen en de houtiood- sen, alsmede in de machinekamer staan nog 9 metaaldraadlampen van 50 k., en ten slotte in huts nog een contróle lichtje. Al deze opsommingen maken de lectuur droog. We willen daarom eens opmerken, dat we drie vaartuigen op stapel zagen, want daar gaat het ten slotte over. Verder zagen we voorloopig twee prao- tisch ingerichte werkmanswoningen op het terrein, alsmede een iogeable woning voor den baas van de werf, zoodat de patroons weten wat het personeel toekomt. We gevoelen Bympathie voor de firma, die geheel met den tijd weet mede te gaan en, geholpen dooi de nieuwste vinding op het gebied van werktuigen, thans keurig timmer- en schrijnwerkerswerk weet te fa- briceeren en het metaal op een andere plaats in alle bochten weet te uervormen, tot er ten slotte vaartuigen ontstaan, die aan alle te stellen eischen voldoen. Ooc hierdoor wordt aan tal van personen werk verschaft. Zelfs in dezen kritieken tijd, nu het voor menigeen en mog lijn ook voor deze firma, voordeeiiger zou zijn het bedrijf voor e3n tijd stop te zetten, werkt ze on verdroten voort en is mede oorzaak uat het getal werkeloozen te dezer piaatée geen grootere uitbreiding heefi verkregen. We hopen dat de scheepswerf geregeld in bloei zal blijven toenemen; zulke ener gieke lui verdienen dat ten voile. Werkendam. Door de bouwver- eeniging „Werkendam Vooruit", ia besloten aan de gemeente een voorschot te verzo ken groot f 60,090, ten behoeve van den aankoop van grond, voor en den bouw van een 28-tal woningen. Aalburg. Bij de wed. v. Bergeij op het land wordt alhier een pompoen ge kweekt, met het kolossale gewicht van 66 pond. Nog een andere van 44 pond heeft een omtrek van 1.50 M. DeWerken. Het Stbl. no. 493, bevat de wet van 16 dezer, tot verklaring van het algemeen nut der onteigening van eigendommen in de gemeente de Werken en Sleeuwijk, noodig voor den aanleg van een duiker, in het waterschap de „Karne melkspolder". llerpt. Alhier wendde zich bij de plaatselijke commissie voor steunverschaf- fing aan uitgewekenen, een gezin aan uit Dendermonde. Daar deze plaats ge teel ver- Kon dat een strik zijn, dien men hem gespannen had? Een dief misschien? Er werd in den omtrek immers zooveel over haar gesproken, en ieder kende het bestaan van den schat, dien velen haar moesten benijden, en die zoo gemakkelijk aan twee alleen wonende vrouwen te ontrooven wa*. Reeds keerde zij zich om, om Jan terug te roepen, maar hij was al te ver weg om haar roepstem te kunnen vernemen. Zij bepaalde zich er dus toe de deur goed te verzekeren en toen de grendels erop ge schoven en de sleutel tweemaal in het slot omgedraaid was, slaakte zij een zucht van verlichting. God zij danknu was zij veilig voor de aanslagen van dieven en moordenaars. De deur was van stevig eikenhout met ijzer beslagen en de muren waren solide. Alles was dus in orde. Maar toen zij zich omkeerde om naar haar kamer te gaau, verstikte haar stem in haar keel. Een man met woeste oogen, onkenbaar vermomd met modder bespat, en een rooden baard stond voor haar, met een mes in de eene en een lossen strik van touw in de andere hand en voegde haar toe: Uw geld, of uw leven 1 VII. De nacht van den v|)fden October. Freule De Marcilles gaf zich terstond rekenschap van den toestand, den strik waarin Jan gevalled was en de daarmede verbonden misdaad, en gevoelde dat zij verloren was. Haar oude Rosalie, doof, bij na blind en voor drie vierden verlamd, kon haar niet hooren, of de minste hulp verleenen. Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1914 | | pagina 2