de stad van de Duitsche overheersching
bevrijd is en volgens de Independence
is lit ook de opvatting van de Belgische
egeeriug. Het is er, zegt de Indépen-
I ice, met uitsluitend om te doen, het
leven aau de groote stad terug te geven
en daarmede zou men de zaak der on
afhankelijkheid van het land niet dienen.
De Duitschers, het spreekt vanzelf,
wenschen de groote stad zoo spoedig
mogelijk haar gewone uitzicht te zien
hernemen, maar het Belgische blad is
vau meening, dat elke Belg weigeren
moet om daar het leven te herstellen,
waar de Pruisen hun verblijf voortzet
ten, na begonnen te zijn er een ver
woesting te maken en ondergang te
zaaien.
Er zijn menschen, aldus schrijft de
Indépendance, die naar Antwerpen den
ken terug te keeren, aan den plicht te
kort te doen. Dat zijn die arme onge-
lukkigen, die, niettegenstaande de edel
moedigheid der Hollanders, langs de
grens tot ellende veroordeeld zijn en
die er, in hun eindeloos leed, liever
thuis lijden dan in den vreemde. Hoe
zouden wij niet hun terugkeer naar
hun nederige woningen, die zij achter
lieten, kunnen begrijpen 1 Er zijn ook
ambtenaren, wier plaats te Antwerpen
iade magistraten van het parket of
de politie-agentende ambtenaren van
de gemeentelijke armenzorg, den bur
gerlijken stand. De ontvangers, de hypo
theekbewaarders, enz., enz. Maar al de
genen, wier tegenwoordigheid te Ant
werpen noch onmisbaar, noch verplicht
is, moeten er zich van onthouden terug
te keeren, zoo zij over de middelen
beschikken om weg te blijven en wei
geren de Duitschers in de kaart te
spelen, wier beloften trouwens bij nie
mand meer eenige illusie moeten wek
ken. Dit is de opvatting der regeering
geweest, voorgeschreven aan haar onder
danen sedert den oorlog en tot dusver
in het overheerschte land getrouw in
acht genomen. Zij moeten er zich van
onthouden hun medewerking te ver-
leenen aan den vijand, en hem weer
staan en eveneens weerstaan aan al de
verschillende pogingen te "hunnen op
zichte gedaan om ze uit te noodigen
een bedrijvigheid tejheratellendie slechts
ondienst doen aan hun vaderland.
Londen, 30 October. Naar de Morning
Post verneemt zal de regeering het
Parlement, wanneer dit op 11 November
weer bijeenkomst, nog honderd millioen
pond sterling voor den oorlog vragen.
De Times over den militairen toestand.
De militaire medewerker van de Times
schrijft, dat de groote aanvallende be
weging tegen Galais mislukt schijnt te
zijn. De vraag is thans, wat de Keizer
en zijn gevolg van 1500 raadslieden
zullen doen. De verliezen van de Duit
schers in de tien laatste dagen moeten
alle voorgaande overtroffen hebben en
de Keizer moet nu een nederlaag aan
beide grenzen onder de oogen zien, ter
wijl zijn vijanden in Pruisen met den
dag sterker worden.
Gewag makende van de opening van
de vijandelijkheden door Turkije zegt
de Times, dat Turkije door haar dwaze
toegeven aan de raadgevingen van
Duitschland haar eigen doodvonnis
heeft geteekend. Van het Ottomaansche
rijk in Europa zal spoedig alleen de
heugenis over zijn. Als de tegenwoor
dige stijd voorbij zal zijn, zal Eurjpa
van twee elementen verlost zijn, die
vijftig jaar lang voornaamste bedreiging
van den vrede van Europa zijn geweest,
namelijk het Pruisische militarisme en
de Turken in Europa.
haar stem toen zij hem uitnoodigde, nu
hij toch eenmaal hier was, nog wat langer
te blijven, en naast hem plaats nemend
vroeg zij
Is het waar, Jan, dat gij in groote
moeielijkheden zijt?
Ja, tante, maar ik zou er u niet over
gesproken hebben, indien gij niet zelve er
over begonnen waart.
En César?
Ook César moet zich groote ontberin
gen getroosten; hij vraagt dikwijls belang
stellend naar u.
Freule De Marcilles beet zich op de lippen,
en bleef een oogenblik in gedachten ver
zonken zwijgen; weer maakte Jan aanstalten
om op te staan en afscheid te nemen.
Het is te laat, tante, en op uw leef
tijd heeft men behoefte aan rust, boven
dien zou Helena ongerust kunnen worden,
want ik ben van huis gegaan, zonder het
haar te zeggen.
Helena, mompelde de oude, zij was
de oorzaak onzer verwijdering.
Zij is een engel, verzekerde de graaf
met vuur en als gij haar kendet, zoudt gij
dat met mij eens zijn.
Hebt gij haar zoo lief, Jan, vroeg feule
De Marcilles.
O, haarl
Hebt gij haar zoo lief? herhaalde zij.
Met mijn geheele ziel.
De zeventigjarige sloot de oogen. Ik
zou vroeger de helft van mijn fortuin ge
geven hebben, om dat ook te kunnen hooren
peinsde zij.
De graaf vervolgde. Zij is tot iedere
opoffering, tot iedere edelmoedigheid in
staat voor hen, die zij liefheeft. Hadt gij
uw hart niet voor haar gesloten, tante, dan
zou zij, zoowel als ik zelf, u met liefde
omringd hebben en nooit heeft zij mij het
minste verwijt over 't verlies van mijn
fortuin gemaakt.
De correspondent van de Morning
Post te Parijs seint, volgens een bericht
aan hetzelfde blad, dat hij 'n bezoek
heeft gebracht aan Reims, dat aanhou
dend gebombardeerd wordt en waarnaar
schatting reeds 1 milliard franken aan
schade is aangericht. Van de bevol
king waren nog 40.000 in de stad.
Straat aan straat ziet men tooneelen
van algeheels verwoesting.
De kathedraal is eene ruine, die nog
afbrokkelende is. Groote stukken ver
weerde steen blijven neervallen van de
teere bogen. De steen van den gevel
is door het vuur ingevreten. Het bouw
werk is geheel ten prooi aan de ele
menten en staat nog slechts als een
groot wrak overeind.
Een hoofdofficier schrijft, volgens een
veldpostbrief, die afgedrukt is in de
Norddeutsche Allgemeine Zeitung, van
het Westelijk oorlogstooneel het vol
gende aan zijn vrouw:
„Je kunt je niet voorstellen, hoe het
in den oorlog toegaat. Nu eindelijk
worden de paardenlijken begraven en
de overblijfselen van het slachtvee. De
prachtige wegen zijn een handhoog be
dekt met slijk en hebben gaten, waarin
wagenwielen verdwijnen. De veldwegen
hebben geen harden ondergrond meer
en alles gaat, rijdt en tuft vijftig meter
links en rechts van de wegen, op de
weilanden, over klaver, bieten en stop
pels. Maar daar is nog minder vaste
ondergrond.
In den oorlog staat alles op zijn kop.
Alleen het eigen voordeel, het ruwe
geweld, het succes en de moed komen
er tot uiting. Wat wordt er in vredes
tijd een ophef gemaakt van een doode,
een gewondeBij de tegenwoordige
positie gevechten liggen dikwijls ge
wonden tusschen de beide stellingen.
In de rustpoozen laten wij de Engelsche
hospitaalsoldaten kalm hun gang gaan,
om hun gewonden weg te dragen
Wij hebben reeds vele gewonde offi
cieren van gezondheid, en dikwijls
moeten onze gewonden uren liggen, voor
zij weggehaald worden. De Engelschen
zijn even zelfzuchtig in den oorlog als
in de handel. Zij willen van onze man
nen zoo vele vernietigen als maar moge
lijk is. En hoeveel wordt en moet ver
nietigd worden, hetgeen in vredestijd
met grootste liefde en zorgvuldigheid
verpleegd zou wordenKan een paard
niet meer trekken, dan volgt onmiddel
lijk het schot. Drie weken rust en vrede,
en het dier zou gered zijn. Heeft een
auto een machine-defect, dan wordt zij
opzij van den weg gereden om den weg
gereden om den weg vrij te maken. Hoe
vlug zou het in de werkplaats gerepa
reerd kunnen worden. Scheurt 'n ransel,
weg ermee. De dooden en gewonden
hebben ransels genoeg. Hoeveel vee
wordt er geslacht, dat niet voor de helft
gegeten wordt. Hoeveel graan wordt
er gebruikt als ligstroo. Maar de rust
voor onze dappere troepen is de hoofd
zaak." (N. R. Ct.)
Op de laatste botermarkt van Gent,
te midden tusschen de breede boerinnen,
die met heur volle manden, het plein
voor het schoone stadhuis als 't ware
versperden, hebben we, aldus een cor
respondent van de Maasb., nog een
Duitsch-Belgische grap beleefd, die wij
thans even willen vertellen.
De kleine klucht speelde zich als
volgt af.
De boerinnen, die van verre gekomen
waren, wisten er van, dat de boter in
de laatste week te Gent enorm duur
was geweest, een gevolg natuurlijk van
den geringen aanvoer. Thans wilden
verscheidene vrouwen daarvan profi-
't Verlies zijt gij dus alles kwijt?
riep de oude dame uit.
Alles, tante; ik heb alles gedaan om
het te herstellen, maar 't lot is tegen mij,
en niets is mij gelukt.
Is 't waar, dat er deurwaarders op
Marcilles geweest zijn?
Ja, dat is waar.
Wat ging er in dit oogenblik in de ziel
van freule Angelica om? Werd zij geroerd
door 't ongeluk, zoo ridderlijk gedragen en
zoo zonder verontschuldigingen erkend, of
kwam de trots van 't adellijke geslacht in
verzet tegen dien ondergang
Zij greep de hand van haar neef en zeide
kortaf: Hoor eens, Jan, men heeft u
beetgenomen, ik heb niemand gezonden.
„Wat zegt gij daar?
De waarheid.
Wie kan 't gewaagd hebben?
Dat weet ik niet, maar ik ben blijde
dat ik u gezien heb. 't Bewijst uw goed
hart, dat gij gekomen zijt, want ik ben niet
goed voor u geweest
O tante!
Volg mij, ik wil het.
Met het licht in de hand ging zij hem
voor, door de gang naar een trap die met
vijf en twintig treden van graniet, naar een
diepen kelder voerde. Intusschen was de
voordeur blijven aanstaan, en sloop een
donkere gedaante met woeste haren in de
vestibule, waardoor de voordeur toegang
gaf; zijn oogen zochten de duisternis te
doorboren en toen hij den zwakken weer
schijn van het licht aan het eind van de
gang bemerkte, sloop hij voorzichtig van
de zaal naar een aangrenzend vertrekje,
waar hij zich in een hoek achter een ver
molmd meubelstuk verborg. Freule De
Marcilles daalde in gezelschap van haar neef
de trappen af en in den gewelfden kelder
gekomen wierp zij met haar handen een
hoop hout omver die in een hoek lag. Zakken
teeren, zonder rekening met in aan
merking te nemen, dat er enorm veel
boter aan de markt was.
Een der vrouwen vroeg 7 a 8 francs
per kilo.en zij had met eiken can-
didaat-kooper of koopster een woorden
ruzie.
Zij trok de aandacht.
Ook die van een paar Duitsche offi
cieren.
De Duitschers besloten de dure boerin
een goedkoope les te lezen.
Zij traden op de vrouw toe.namen
haar botermand en schreven een
briefje, waarmee zij naar het stadhuis
kon om geld. De boerin begrijpelijk
zeer onthutst over de requisitie, wendde
zich tot den eersten den besten com
missaris van politie, die voor het stad
huis surveilleerde.
De Duitsche officieren stonden vanuit
het café Pizzotti het speul af te
zien
De boerin gaf het briefje aan den
politieman met de vraag te zeggen wat
er op stond.
De commissaris keek en kon zijn
lachen niet bedwingen.
Wel, wel, moeder, zei hij, ze
hebben u leelijk te pakken gehad.
Daar staat op te lezen „Goed voor
twee weken opsluiting in het oude
vrouwengesticht te Berlijn."
De boerin schrok, dat haar knieën
kraakten.
Dus ik ben alles kwijt, jam
merde zij
De vrouw, die zoo'n hoogen prijs
wilde hebben van heur boter, en eerst
met veel lawaai en groote woorden
optrad, stond nu stroomen van tranen
te schreien.
De Duitschers hadden alles afgezien
en vonden dat hun „grap" die reeds
de helft van de markt in opschudding
had gebracht, thans ver genoeg was
doorgedreven. Zij pakten den boterkorf
en begaven zich naar de schreiende
boerin.
Zie hier, zoo spraken zij, hier
hebt ge alles terug, doch op voorwaarde
dat ge niet meer zulke hooge prijzen
van de burgers zult vragen.
Meneer, ik beloof het u. was het
antwoord van de boerin, die thans eerst
stillekens ging luisteren bij de andere
vrouwen, hoe hoog de prijzen gingen.
Hoewel 't te begrijpen is, dat bijna
alle nog in ons land vertoevende Belgen
verlangen naar hunne verschillende
woonplaatsen terug te keeren, zal dit
vooralsnog voor allen niet mogelijk
zijn, en waar 't voor iemand, wiens
eigendommen weinig of niet beschadigd
zijn of voor hen, die een vaste be
trekking bekleeden, die niet door den
oorlog is te niet gedaan, raadzaam is
zoo spoedig mogelijk te trachten zijn
plaats weer in te nemen, zullen velen,
vooral die buiten Antwerpen wonen,
geen onderkomen kunnen vindenwél
wordt van Duitsche zijde zooveel moge
lijk gezorgd voor approviandeering,
maar in de buitengemeenten moet nood
wendig nog gebrek heerschen.
Zoo lezen wij in een der vele ver
slagen over het onderzoek in België
Wat Antwerpen betreft, kunt ge een
ieder, die bestaandsmiddelen bezit, aan
raden naar Antwerpen terug te keeren.
Wil Holland Antwerpen redden, dan
moet men de menschen. die in Ant
werpen geen arbeid kunnen vinden,
nog eenigen tijd houden. Vooral met
de dokwerkers is dit het geval. Hier
onder zijn ruwe en rumoerige klanten
en conflicten zijn, zoo deze elementen
terugkomen, niet uitgesloten. De Duit
sche militaire overheid is zeer voor-
vol goud vertoonden zich aan de verbaasde
blikken van den jongen graaf en hun aan
blik riep een eigenaardige tinteling in de
oogen der oude gierige vrouw wakker. In
't aangezicht van haar schatten viel 't haar
zwaar daarvan te scheiden en een lichte
aarzeling maakte zich van haar meester,
maar spoedig had zij haar boozen hartstocht
overwonnen en voegde haar neef vriende
lijk toe:
Daar Jan, neemt gerust zooveel ge
wilt; 't huis is er van den kelder tot aan
de nok van 't dak mede gevuld, 't is voor
César en u.
En alsof zij bang was, dat haar wel
willende opwelling haar spoedig berouwen
zou, voer zij haastig voort:
Gauw wat, haast u. 't Is gelukkig, dat
de oude Rousalie door rheumatiek aan
haar bed gekluisterd is, want zij mag er
niets van weten, en vervuld van dezelfde
vrees, die vele oude heeren voor hun oude
huishoudsters koesteren, voegde zij er bevend
van aandoening bij
Neen, 't mag niet, zij zou mij mis
schien beknorrenkomt gij nog eens
terug
De graaf aarzelde en mompelde be
wogen
Maar, dat wil ik niet, 't is te veel, veel
te veell
Zoo snel haar krachten dat toelieten
bukte zij voorover, ggeep twee der zakken,
tilde die met moeüe van den grond en
legde ze in de armen van Jan.
En nu vertrek, zeide zij, ga spoedig
heen.
In een opwelling van hartelijke dank
baarheid kuste hij de oude dame, getroffen
door het offer, dat zij om zijnentwil bracht,
en dat haar zooveel kostte. Zij geleidde
hem tot aan de deur, en herhaalde onop
houdelijk
Gij moet terugkomen, Jan 1 gij moet
komend en tot nog toe zeer inschik
kelijk, en zal alles doen om conflictan
te vermijden, maar indien noodig, niet
voor krasse maatregelen terugdeinzen.
Wat echter de bevolking van dorpen,
zooais Lier Duffel en tal van andere,
die geheel of grootendeels verwoest
zijn aangaat, zij kunnen en mogen nog
niet uit Holland worden weggezonden.
Natuurlijk zal het gouvernement wel
genoodzaakt zijn om ook voor de slacht
offers van den oorlog iets te doen en
zoo wordt dan ook overwogen loodsen
op te slaan, waarin zij een tijdelijke
toeviucnt zullen vinden.
In Antwerpen werd voor en na ,het
bombardement aan werkioozen en be-
hoeftigen eenige onderstand verstrekt
bestaande uit brood en soepvan heden
af is dit opgehouden en wordt dit
alleen verstrekt aan dakloozen.
Een blad te Rennes meldt, dat bij
het Fransche leger proeven worden ge
nomen met een schild dat de soldaten
tegen kogels beveiligen moet. De Rus
sische regeering heeft het al ingevoerd
en nu is een fabriek te St. Hiiaire du
Harcourt druk doende met de vervaar
diging ervan. In het Argonner Woud
moet het ai in gebruik zijn.
Omtrent de moordenaars van Franz
Ferdinand luidt de uitspraakde be
klaagden Ilio, Cuxrilovc, Rerivic, Jova-
novic, Milovic werden tot den strop
veroordeeld; Carovic tot levenslange
gevangenisstraf, Prinzip, Cathrinowitsch
en Cabrinovic, Grabez tot 20 jaar ge
vangenisstraf, en 7 andere beklaagden
tot straffen van 3 tot 16 jaar zware ker
kerstraf. De overigen werden vrijge
sproken.
De Berliner Zeitung am Mittag schat
de verliezen der Fransshen tusschen
Toul en Verdun op meer dan 40.000
man, waarbij volgens het blad nog komt
een aanzienlijk verlies aan modern ge
schut. De B. Z meldt verder datJoffre
de opengevallen plaatsen door keur
troepen heeft laten aanvullen doch thans
de reserves volkomen minderwaardig
zijn.
De Russische groote generale staf
deelt dd. 27 mede Den28sten dezer heb
ben wij den tegenstand van de laatste
vijandelij ke strijdkrachten, die nog steeds
trachtten zich ten noorden van Filitsa
te handhaven, gebroken.
Op het front aan gene zijde van de
Weichsei zijn alle Duitsche en Oosten-
rij ksche troepen in vollen aftocht.
Russische ruiterij is Radom binnen
getrokken. Wij hebben verscheidene
duizenden krijgsgevangenen gemaakt,
kanonnen, tientallen machinegeweren
en legerautomobielen vermeesterd.
l*iaatiel(jk Mieum
Voor Dames- en Kinderklecding de
Firma Taverne De Meere, Hinthamer
straat 69, 's Hertogenbosch, het oeste adres
voor deze omstreken.
Deze zeak is ook des Zondags van 10 tot
1 uur geopend.
llcusdeu, 31 October.
De nieuwe dienstregeling der spoorwegen,
die 1 November aanvangt, brengt één trein
meer op 't traject 's-BoschLage Zwaluwe.
Ook de uren van vertrek zijn veranderd.
Alsdan vertrekt de trein van Drunen
naar 's-Bosch v.m. 7.24, 11.22 en nm. 5.07
en 8.42, en van Drunen naar Zwaluwe, v.m.
8.27, 2.10 en n.m. 6.19 en 9.36. uur.
Voor verdere routen raadplege men het
uitgegeven 10 cents boekje.
terugkomen.
Zij voerde hem tot over de bouwvallige
brug en hief met moederlijke zorg nu en
dan haar lantaarn in de hoogte, om een
misstap te voorkomen. Onbeweeglijk bleef
zij een oogenblik staan, zag hem zijn ros
losmaken en te paard stijgen en dankbaar
gestemd over den kus, dien hij haar nog
met de hand toewuifde, alsof hij spijt had,
dat hij haar verlaten moest, luisterde zij
met ingespannen aandacht, zoolang de hoef
slag van zijn paard zich in de stilte van
den vochtigen donkeren nacht hooren liet,
en kon pas besluiten weer naar binnen
te gaan, toen alles tot zijn gewone doodsche
stilte was teruggekeerd.
Haar huis, ongezellig en koud, bewoond
door niemand dan haar en de oude dienst
bode, die nu nog bovendien door ziekte
aan haar bed gekluisterd was, leek haar
onvriendelijk en somber toe. Zij herin
nerde zich het vroolijke gezin haier ouders,
het warme genoegelijke tehuis, waar be
zoeken van vrienden en verwanten, jacht
partijen en feesten het leven gezellig
maakten en een zekere afschuw over
haar verlatenheid maakte zich van haar
meester.
Welk een dwaasheid, welk zelfbedrog
was het geweest, zooveel jaren lang schatten
te verzamelen, zich elk genot te ontzeggen,
alleen om het genoegen te kunnen hebben,
met haar handen in het kille metaal te
woelen en te zeggen: dit alles is het mijne.
Zij verwenschte haar zelfzucht m haar
gedachten vlogen naar César, den knappen
officier, ma^r die genoodzaakt was een
bekrompen leven te leiden, en naar Jan,
dien goeden hartelij ken Jan, die zoo dapper
leed, zonder dat zij hem het middel ver
schaft had, om zijn lijden te verzachten.
En plotseling viel haar de boodschap in,
die men den jongen graaf gebracht had.
Wie kon dat gedaan hebben en waarom?
E*-rste Heusdensche Electrisch© Inrichting.
VVe werden door de firmanten de heereu
De Haan en Oerlemans, in de gelegenheid
2feSteld om van nabij kennis te komen
nemen met de electriscne inrichting voor
iicüt en krachtbedrijf, sinds een paar dagen
op de scheepswerf „Maas en Waai" in Wer
king gesteld.
Toen we des avonds ten zes ure, ons met
dat doel op het pad begaven, kwam ons op
den wal, uit den hoek van de werf, een
zee van licht tegemoet, en naderbij komende
zagen we een groot personeel op de werf
in de buitenlucht werkzaam, onder bet ge
not van electrisch iicnt, met dezelfde ge
makkelijkheid als op klaarlichten dag.
We werden welwillend over het geheele
terrein rondgeleid. De gebouwen beslaan
een oppervlakte van 1200 Meter, terwijl de
uitgestiektheid van de terreinen meer dan
een hectare bedraagt.
In de machinekamer, waar wij het eerst
belandden, staat een zuiggasmotor van 20
p. k., die direct aangekoppeld is op het
drijfwerk van de ijzer werkplaats en door
middel van een riem de noodige kracht
aanbrengt voor een draaistroom dynamo
van 20 p. k. bij 1000 omwentelingen per
minuut, en waarvan de spanning 220 volts
bedraagt. Deze dynamo verschaft do noodige
kracht en licht.
Vier electromotoren respectievelijk van
7, 6, 5 en 3 p. k. waren werkzaam om di
verse machines voor noutbewerking in be
weging te brengen. Zes booglampen, eik
van lüOO kaarsen, geven aan het terrein
een helle, bijna dagveriichting. In het hoofd
gebouw staan 10 half watt lampen van 200 k.
onder de overkapping 3 half watt van 200
k., in de timmerwinkei 6 metaaldraadlam
pen van 50 *k., in de machinale timmer
winkei 2 haifwatt van 200 k., in de maga
zijnen 5 metaaldraadlampen van 50 k., in
de schilderswerkplaatsen en de houtiood-
sen, alsmede in de machinekamer staan
nog 9 metaaldraadlampen van 50 k., en
ten slotte in huts nog een contróle lichtje.
Al deze opsommingen maken de lectuur
droog. We willen daarom eens opmerken,
dat we drie vaartuigen op stapel zagen,
want daar gaat het ten slotte over.
Verder zagen we voorloopig twee prao-
tisch ingerichte werkmanswoningen op het
terrein, alsmede een iogeable woning voor
den baas van de werf, zoodat de patroons
weten wat het personeel toekomt.
We gevoelen Bympathie voor de firma,
die geheel met den tijd weet mede te gaan
en, geholpen dooi de nieuwste vinding op
het gebied van werktuigen, thans keurig
timmer- en schrijnwerkerswerk weet te fa-
briceeren en het metaal op een andere
plaats in alle bochten weet te uervormen,
tot er ten slotte vaartuigen ontstaan, die
aan alle te stellen eischen voldoen. Ooc
hierdoor wordt aan tal van personen werk
verschaft. Zelfs in dezen kritieken tijd, nu
het voor menigeen en mog lijn ook voor
deze firma, voordeeiiger zou zijn het bedrijf
voor e3n tijd stop te zetten, werkt ze on
verdroten voort en is mede oorzaak uat
het getal werkeloozen te dezer piaatée geen
grootere uitbreiding heefi verkregen.
We hopen dat de scheepswerf geregeld
in bloei zal blijven toenemen; zulke ener
gieke lui verdienen dat ten voile.
Werkendam. Door de bouwver-
eeniging „Werkendam Vooruit", ia besloten
aan de gemeente een voorschot te verzo ken
groot f 60,090, ten behoeve van den aankoop
van grond, voor en den bouw van een
28-tal woningen.
Aalburg. Bij de wed. v. Bergeij
op het land wordt alhier een pompoen ge
kweekt, met het kolossale gewicht van 66
pond. Nog een andere van 44 pond heeft
een omtrek van 1.50 M.
DeWerken. Het Stbl. no. 493,
bevat de wet van 16 dezer, tot verklaring
van het algemeen nut der onteigening van
eigendommen in de gemeente de Werken
en Sleeuwijk, noodig voor den aanleg van
een duiker, in het waterschap de „Karne
melkspolder".
llerpt. Alhier wendde zich bij de
plaatselijke commissie voor steunverschaf-
fing aan uitgewekenen, een gezin aan uit
Dendermonde. Daar deze plaats ge teel ver-
Kon dat een strik zijn, dien men hem
gespannen had? Een dief misschien? Er
werd in den omtrek immers zooveel over
haar gesproken, en ieder kende het bestaan
van den schat, dien velen haar moesten
benijden, en die zoo gemakkelijk aan twee
alleen wonende vrouwen te ontrooven wa*.
Reeds keerde zij zich om, om Jan terug
te roepen, maar hij was al te ver weg om
haar roepstem te kunnen vernemen. Zij
bepaalde zich er dus toe de deur goed te
verzekeren en toen de grendels erop ge
schoven en de sleutel tweemaal in het slot
omgedraaid was, slaakte zij een zucht van
verlichting.
God zij danknu was zij veilig voor
de aanslagen van dieven en moordenaars.
De deur was van stevig eikenhout met
ijzer beslagen en de muren waren solide.
Alles was dus in orde. Maar toen zij zich
omkeerde om naar haar kamer te gaau,
verstikte haar stem in haar keel.
Een man met woeste oogen, onkenbaar
vermomd met modder bespat, en een
rooden baard stond voor haar, met een
mes in de eene en een lossen strik van
touw in de andere hand en voegde haar
toe:
Uw geld, of uw leven 1
VII.
De nacht van den v|)fden
October.
Freule De Marcilles gaf zich terstond
rekenschap van den toestand, den strik
waarin Jan gevalled was en de daarmede
verbonden misdaad, en gevoelde dat zij
verloren was. Haar oude Rosalie, doof, bij
na blind en voor drie vierden verlamd,
kon haar niet hooren, of de minste hulp
verleenen.
Wordt vervolgd).