De vrijzinnige afgevaardig ie Gothein
bespreekt in de „Vossiache Zeitang"
de neutraliteit van Nederland in de
toekomst en zegt onder anderen:
Duitschland heeft absoluut geen aan-
leidiDg om te trachten verandering te
brengen in zijn huidige verhouding
met Holland Zeker er zijn bij ons ook
ettelijke „pratriotten" die verlangen,
dat d Rijn vanaf zijn bronnen tot zijn
monding, een Duitsche rivier zij, maar
evenzoo weinig als de Zwitsers zulke
enthousiasten ernstig nemen, evenmin
moeten de Hollanders dat doen. Een
economisch belang bij een engere aan
eensluiting van Holland aan Duitsch
land bestaat er bij ons niet. Integendeel
het heeft voor ons in geval van oorlog
niet weg te cijferen voordeelen, dat
Holland niet tot het Duitsche rijk be
hoort. In 1870, toen de toentertijde
overmachtige Fransche vloot, de Duit
sche havens blokkeerde, was dat voor
ons verkeer met de overzeesche neu
tralen van groote beteekenis. Thans
echter was dit van veel geringer be
teekenis, omdat Engeland zich niemen
dal stoort aan de bepalingen van het
volkerenrecht, en vooral omdat het
tegenover de neutrale machten zijn
maritiem overwicht op ongehoorde
manier laat gelden, waar het hun voor
schrijft, hoeveel graan, wol, metaal,
minerale olie enz. zij op hun eigen
of op andere neutrale schepen mogen
aanvoeren. De groote maatschappelijke
nadeelen, die de neutrale staten thans
ondervinden door die rechtsverkrach
ting van Engeland en dat nog het
sterkst wel Amerika zullen aanlei
ding zijn, dat allen hunne koopvaardij-
maar vooral ook hunne oorlogsvloten
zullen gaan uitbouwen, om tenminste
met elkander aaneengesloten, Engeland
te dwingen de regelen van het volke
renrecht te respecteeren, en daarmede
zal dan ook de neutraleteit van Holland
weer een groote waardevermeerdering
ondergaan.
Holland wil zijn kolonies voor zich-
zelven behouden, dat is een gezonde
gedachte, zoolang het zich sterk genoeg
gevoelt, ze te beschutten tegen vijan
delijke machten, maar dan zal Holland
voortaan ook veel zwaarder lasten ten
behoeve van de vloot op zich moeten
nemen dit vooral met het oog op
de roofgierige Japanners, die van hun
plannen geen geheim maken.
Maar nogmaals: Wij hebben maat
schappelijk noch politiek belang erbij,
Holland tot een nauwere aansluiting
aan ons op te wekken, laat staan dan
tot zooiets te dwingen. Voor ons heeft
een neutraal Hollaud veel meer waarde
dan een dat bij ons aangesloten is, en
bovendien de geheele vraag is er eigen
lijk een van Hollandsch belang.
De „Standaard" schrijft:
Bij Nieuwpoort en Dixmuiden heeft
men de Yser over het land laten loopen,
om aan den vijand den doortocht te
beletten.
Men nam zijn toevlucht tot inun
datie, en naar de berichten van beide
zijden melden, had dit 't succes, dat
de aanvaller zich genoodzaakt zag tot
terugtrekken.
Voor ons is dit van geen geringe
beteekenis.
Er blijkt toch uit, dat het kunst
middel voor den vijand, om het kwaad,
dat zulk een inundatie berokkent, af
te weren, nog niet gevonden is.
Nu is de inundatie van de Yser niets
dan kinderspel bij wat ten onzent door
inundatie kan getooverd worden, niet
in een uithoekje, maar in 't hart van
het land, en op twintig maal breeder
schaal.
eerste het beste voorwerp te smoren, men
kan o k niet aan alles denken. Vroeger
zou men van den vinger Gods gesproken
hebben, die den misdadiger aanwijst.
De rechter van instructie werd hoe langer
hoe plechtiger, hij zat kaarsrecht op zijn
stoel, en zijn laag voorhoofd scheen met
een aureool omgeven; dat was nu een mis-
chad, die niet te ontkennen was.
Gij hebt gesproken van de edelmoe
digheid der freule De Marcilles, hernam hij
op strengen toon. Dit hier, weerspreekt dat
volkomen. Luister: de doode zelve antwoordt
u, en hij legde een in vieren gevouwen
papier op tafel; 't was een toevallige klei
nigheid, maar dat gekreukeld papier was
't zelfde dat de oude dame altijd gebruikte,
van dat grove soort, dat iedereen kent en
waarin de naam Bath gestempeld is.
Het bevatte slechts vier regels in het
handschrift der oude freule, of zóó kunstig
nagemaakt, dat men het een niet van het
ander zou kunnen onderscheiden, en die
enkele regels hielden een vreeselijke waar
heid in.
't Was een testament zonder waarde, om
dat het niet geteekend was, maar dat ten
minste den haat bewees, dien freule De
Marcilles haar bloedverwanten toedroeg, en
luidde aldus:
„Dit is mijn laatsts wil.
Ik wil niet, dat mijn neven iets van mijn
nalatenschap ontvangen.
Ik onterf hen om hun verkwisting, en
vermaak mijn geld aan hospitalen
Dit onvoltooid stuk bewijst, hoe noodig
de misdaad was, om u het bezit van het
fortuin te verzekeren. En nu vraag ik, wat
hebt gij op die wraakbare bewijzen te ant
woorden
De graaf boog het hoofd.
Alleen dit, zeide hij, dat wanneer ik
zulk een afschuwelijke misdaad begaan had,
ik geen bewijzen zou achtergelaten hebben,
Al mogen we hierop nu niet te veel
vertrouwen, en al blijft 't plicht onze
defensie, ook buiten de inundatie,
steeds hoog op peil te houden, het
toont dan toch, van wat kant in het
uiterste geval redding kon dagen. Met
opzet zeggen wein het uiterste geval.
Vergeet toch nooit, dat inundatie voor
de landbouwbevolking een ramp zonder
weerga is, waartoe nooit anders dan
als laatste redmiddel mag worden over
gegaan.
Onlangs zijn als verliezen van de
Duitschers en Oostenrijkers in den slag
roor Warschau getallen opgegeven,
die blijkbaar sterk overdreven waren.
Men sprak van Russischen kant van
750.000 man. De Times geeft nu echtei
de nieuwe en veel lagere schatting
van 100.000 man.
Verscheidene dames uit Essen meen
den dezer dagen bij een bezoek aan
een gevangenkamp niets beters te
kunnen doen, dan de gevangenen uni
formknoopen af te bedelentoen de
wacht tusschenbeide kwam, lieten ze
zich nog niet terugsturen. Daarop
werden ze door een patroelje mee naar
de keuken genomen en gedwongen
„piepers te jassen." De schillen mochten
ze als aandenken meenemen.
Het Engelsche persbureau deelt mee,
dat de „Emden" bij het eiland Kee
ling Cosos in den Indischen Oceaan
gestrand is. Het schip is gezonken.
Het verlies aan menschenlevens is
belangrijk.
De „Emden" is de bekende Duit
sche kruiser die den Indischen Oceaan
onveilig maakte ook voor de neutrale
scheepvaart en aan den Engelschen
handel gevoelige schade heeft toege
bracht. Een groot eskader maakte
sedert langen tijd jacht op de „Emden,"
maar deze ontsprong den dans en wist
zelfs onlangs bij een Engelsche haven
een Russischen kruiser en een Fran
sche torpedoboot te vernielen.
De kruiser kwam 's morgens vroeg
bij de Cocos-eilanden aan en zette 43
man aan land, die de toestellen van
het station voor draadlooze telegrafie
vernielden. Zij wilden naar boord terug-
keeren, toen de Sydney ter plaatse
kwam. De Emden koos zee en liet de
landingstroepen achter. Aanvankelijk
was de bediening der kanonnen van
de Emden goed, doch later minder.
De kruiser verloor twee schoorsteenen
en kreeg binnen het uur brand aan
den achtersteven. De Sydney leed geen
noemenswaarde schade.
De landingstroepen van de Emden
hadden voor twee maanden voedsel
opgevorderd, doch de inboorlingen
goed behandeld.
De kapitein van de Emden en prins
Frans Jozef van Hohenzollern (de
tweede zoon van prins Willem van
Hohenzollern-Sigmaringen, zijn beiden
gered en ongedeerd. Zij zijn krijgs
gevangen genomen. De verliezen van
de Emden bedragen 200 dooden en
30 gewonden.
De minister van marine heeft be
volen aan de overlevenden van de
Emden alle krijgseer te bewijzen. De
kapitein en de officieren zullen hun
degen mogen behouden.
Het Duitsche legerbestuur heeft in
de reservelazaretten, onder toezicht van
bevoegde oogartsen, de zorg op zich
genomen voor hen, die door een ver
wonding het gezicht verloren hebben.
Daar het bij de blind gewordenen aan
geestelijke inspanning en kracht ont-
ft
die zoo voor 't grijpen lagen, dat niets in
mijn verleden grond voor zulk een afschu
welijke verdenking of zulk een groote dwaas
heid kan geven; dat ik in plaats van te
paard langs druk bezochte wegen te gaan,
mij in het donker wel verscholen zou heb
ben, dat ik in plaats van mijn geld aan
iedereen te toonen, het dan wel verborgen
zou hebben en in plaats van 't mede te
nemen, dan wel later in mijn hoedanigheid
van erfgenaam zou opgetreden zijn; dat ik
ten slotte om een oude, ziekelijke vrouw
te verwurgen noch lederen toom uit mijn
eigen stallen, noch een geborduurden zak
doek zou hebben noodig gehad.
In 't vuur van zijn rede had hij bij deze
laatste woorden zijn gespierde handen aan
den rechter getoond en deze kon een lichte
huivering niet onderdrukken en bracht on
willekeurig zijn handen aan den hals.
Ik zeg dus, vervolgde graaf Jan, dat
ik in deze geheele zaak de hand van een
vijand veroiaerstel, wiens doel het is mij
ten verderve te voerenen ik vraag mij af,
wie die vijand, wat zijn doel, en wat de
oorzaak van zijn haat kan zijn. Wat ook
mijn lot moge zijn, het doel van mijn
verder leven zal er op gericht zijn hem te
ontdekken, 't zij morgen of eerst over twintig
jaarals God het wil, zal ik hem kennen
En dan
Hij hield op.
Mijnheer Bazouges haalde de schouder»
op, en Athanase Besnou, zijn griffier, wierp
hem een zonderlingen blik toe; de laatste
was het volkomen met den graaf eens.
Ook hij meende de hand van dien on-
zichtbaren vijand in het duister te zien
werken, en meende hem overal te bespie
den.
Maar wie kon dat zijn?
En hij vatte een innigen wrok tegen
den rechter van instructie op, die naar niets
wilde luisteren en op een dwaalweg geraakt,
breekt en tot opwekking daarvan niets
beter is dan bezigheid, heeft het leger
bestuur gezorgd, dat hun die verschaft
wordt In een der reserve lazaretten te
Dresden ontvangen blind geworden
soldaten van een voor jaren blind ge
worden luitenant onderricht in hef
lezen van blindenschrift. Zulk onderwijs
is ook door een blinde dame uit Godes-
berg aan den Rijn toegezegd.
Plaatselijk Mcinvs.
Voor Dames- en Kinderkleeding de
Firma Taverne De Meere, Hinthamer-
straat 69, 's Hertogenbosch, het oeste adres
voor deze omstreken.
Deze zaak is ook des Zondags van 10 tot
1 uur geopend.
*IIeusden, 14 Nov.
Onderstaande circulaire, onderteekend
door een comité van Nederlandsche vrou
wen, ontvingen wij ter bekendmaking ook
in Heusden.
Sedert drie maanden is het Nederland
sche leger gemobiliseerd, en het einde van
den toestand van oorlogsgevaar is, helaas,
nog niet te voorzien.
De winter staat voor de deur.
Bedenkt eens wat het zeggen wil, des
nachts op grens- of kustwacht te zijn, op
post te staan, patrouille te loopen, terwijl
regen, sneeuw of stormwind om de ooren
giert, of hevige vorst doet rillen, zelfs onder
behoorlijke kleeding. En hoe 't den mili
tair te moede zal zijn, die, om zich voor
eenige uren ter ruste te leggen, slechts kan
beschikken over een strooleger op bivak,
in koude tenten, tochtige schuren of ander
gebrekkig noodlogies.
Medelijden voor hem vragen wij niet.
Wij weten dat onze flinke Hollandsche
jongens en mannen goedsmoeds de onge
makken dragen, die hun voor het algemeen
belang, ter wille van Land en Volk, moeten
worden opgelegd.
Maar wat wij wèl vragen, is, ons te hel
pen in eene poging, om iets voor onze sol
daten te doen.
Is dat niet de ware; de echte taak van
ons, Nederlandsche vrouwen?
Inderdaad, er wordt door vele vrouwen
gewerkt in dezen zin. Maar al wordt er ook
nuttige arbeid verricht, er is toch niet ge
dacht aan een voorwerp van zeer practischen
aard.
Laat ons het voorbeeld volgen van de
Duitsche en Engelsche vrouwen, door het
breien van wollen bivakmutsen, die hoofd
en hals beschutten en warm houden.
Als iedere gemeente zorgt dat er b.v. 30
bivakmutsen beschikbaar komen, kunnen
ongeveer 60.000 soldaten geholpen worden.
En dat aantal zou nog lang niet allen om
vatten, die een bivakmuts kunnen gebruiken.
Het werk is ook niet zoo groot in
twee avonden is een muts gebreid.
Het ligt in de bedoeling de uitreiking
der bivakmutsen te doen geschieden op het
a.s. St. Nicolaasfeest. Omstreeks 28 Novem
ber a.«. dienen ze dus ter verzending gereed
te zijn. Voor de verzameling der mutsen
op eenige centrale punten en de toezending
aan de troepen, zullen tijdig 'inlichtingen
worden verstrekt.
De kosten aan wol voor het breien van
een muts, zullen pl.m. 50 cents zijn. Zij
die genegen zijn een of meer mutsen te
breien, worden verzocht hiervan zoo spoedig
mogelijk kennis te geven aan mevr. Ruijsch
van Dugteren, opdat de wol besteld kan
worden, welke desgewenscht gratis verkrijg
baar zal gesteld worden.
De aanwijzingen voor het breien kunnen
dan gelijkertijd verkregen worden.
Mevr. RUIJSCH VAN DUGTEREN.
Met ingenomenheid vernemen wij, dat
de Heusdendsche Conserverfabriek in volle
werking is en wel met conserveeren van
wortelen.
Wij hopen dat we eerlang weder zullen
kunnen getuigen, als in den vorigen winter,
dat Heusden voor alle handen werk heeft.
De heeren Van der Poel uit Stabroek
bij Antwerpen, die ook eigenaars zijn van
de Heusdensche Conservenfabriek, hebben
den schijn bar an schuldige aanhield in plaats
van de ware, die hem ontsnapte en die
zelfs zijn medeplichtige scheen te zijn.
De procureur bewaarde het stilzwijgen,
hij twijfelde en nu maakte mijnheer Ba
zouges een einde aan het pijnlijke ,tooneel.
Ik ben onpartijdig, zeide hij, de ge
zworenen kunnen van uwe verdediging het
hunne denken, ik behoef u niet te v voor
deelen en doe slechts mijn plicht, en die
is u ter beschikking der justitie te stellen.
Gendarmes, arresteert mijnheer De Mar-!
cilles.
De wachtmeester trad naderbij.
Waar brengt ge mij heen? vroeg de
graaf.
De rechter antwoordde.
Voorloopig naar de gevangenis te
Mayenne.
Neen, maar gij kunt haar schrijven.
Heeren, zoo wendde de rechter zich
tot de beide andere heeren, wij zijn met
die zaak op den goeden weg. Binnen vier-
en-twintig uur is de misdaad begaan, de
schuldige aangehouden en zijn de sprekend
ste bewijzen verzameld; dus is alles in orde.
't Is te mooi, merkte de griffier dub
belzinnig ;op. Had hij niet zooveel respect
voo de rechterlijke macht gehad, dan zou
hij den rechter van instructie hebben kun
nen, zooals 's nachts freule De Marcilles
verwurgd was.
En intusschen lag de gravin De Marcilles
met haar dochtertjes in haar armen op
haar knieën in haar kamer en bad onder
heete tranen om redding voor haar teeder-
beminden echtgenoot, wiens komst zij ieder
oogenblik verwachtte.
Maar hij zou niet wederkomen.
de Belgische vluchtelingen, welke hier nog
vertoeven als werkkrachten aangenomen.
Werkendam. Bij K. B. van 9
dezer, is onze Burgemeester H. J. Groote
Balderhaar ten Velde, als zoodanig benoemd
te Genemuiden, met ingang van 19 dezer.
Aalburg. JTerwijl het dienstmeisje
van A. V. alhier, met de hondenkar een
wagen tegenkwam, week een van hen ver
keerd uit, met het gevolg, dat het meisje
zeer ernstig aan het been gekneusd werd.
De eerste geneeskundige hulp werd ver
leend door dr. Oerlemans, die haar direct
per auto naar het Gasthuis vervoerde.
Aiiclel- Bij den heer C. Kalis alhier,
is ook een weegbrug geplaatst. Dit is de
tweede in deze gemeente.
Bij den landbouwer J. Roza alhier,
werd een suikerbiet gerooid van niet minder
dan 10 k.g.
Besojjen. Door 't op hol slaan van
zijn paard reed Maandag een voerman uit
Broek in volle vaart tegen het petroleum-
wagentje van K. Gouda, dat erg beschadigd
werd. De politie, die juist ter plaatse was,
eischte schadevergoeding, waaraan de voer
man na lang dralen voldeed.
Capelle. Woensdag 1.1. hield de
landbouwvereeniging een vergadering. We
gens het slechte weer waren slechts 6 leden
tegenwoordig. De aanwezige leden bestelden
kunstmeststoffen en veevoeder, terwijl twee
nieuwe leden met algemeene stemmen
werden toegelaten.
De Voorzitter stelde voor het derde punt
der vergadering uit te stellen, zijnde de
verkiezing van twee leden van het bestuur
wegens periodieke aftreding, waartoe werd
besloten. Hierna werd de vergadering ge
sloten.
Woensdag zijn uit deze gemeente
vier Belgische vluchtelingen naar Engeland
vertrokken. Eén ervan tusschen de 1830
jaar, werd terstond doorgelaten, de anderen
moeten enkele dagen wachten voor zij kon
den oversteken.
L. de J. kwam met zijn duim tus
schen een machine, waardoor het bovendste
lid van zijn duim werd verpletterd.
Donderdagmiddag liep de geheele
buiten polder onder water. Hetyerkeer met
Dussen is daardoor gestremd.
Gemleren. Het aantal behandelde
telegrammen over de maand October be
droeg 72, verzonden 29, ontvangen 43.
's-Gravemocr- Tengevolge van
het ruwe weder en het hooge water, is de
keersluis in de Vaart stukgeslagen. Het
water heeft bovendien een weg gevonden,
achter het muurwerk der Hooge Brug, met
dit gevolg, dat de weg van hier naar Was
pik is afgesloten moeten worden.
Als notabelen bij de Ned. Herv. Gem.
alhier, zijn herkozen de heeren P. van der
Dussen en A. Heijblom.
Mederheuiert. (Noord). Onder
vele blijken van belangstelling mocht
Woensdag j.l. de weduwe Bruygom haar
94sten verjaardag vieren. Het krasse oude
vrouwtje, dat nog zelf haar huishouding
bestuurt, is de oudste inwoonster onzer
Gemeente.
Zuid. Door den westerstorm van
Woensdagavond is het water der Bergsche
Maas zóó gewassen, dat Donderdag de
Veerdam en een gedeelte der uiterwaarden,
waarop nog vee graasde, zijn overstroomd.
Nieuweii«lijk. Bij de familie De
Hoog is j.l. Maandagmiddag het treurig
bericht ontvangen, dat 't zeilschip „Op Hoop
van Zegen" gioot 115 ton van D. de Hoog
alhier geladen met peeën bij de Moerdijksche
brug is gezonken, waarbij zijn vrouw een
4-jarig zoontje en een kind van 11 maanden
zijn verdronken. Het lijkje van het kind
is direct opgehaald en het lijkje van het
jongentje is Dinsdag bij het lichten van
het schip in de roef gevonden en zijn
Dinsdagavond per auto naar hier gebracht
het lijk van de vrouw is nog niet opge-
vischt. De schipper met een 3-jarig zoontje
en de zuster van de vrouw met de knecht
zijn drijvende op luiken door visschers ge
red. De deelneming met de Hoog in het
verlies van zijn zeer oppassende vrouw en
twee lieve kinderen is hier algemeen.
XI.
Achter de tralies.
Jan de Marcilles aan gravin Helena.
„7 October.
Uw voorgevoel heeft u niet bedrogen,
lieveling, wij zijn de slachtoffers van de
een of andere helsche samenspanning om
de eer en 't geluk van een gansche familie
te treffen. Toch heb ik hoop dat er ein
delijk licht in deze donkere zaak schijnen
zal. Doe geen moeite om mij nu te zien,
want ik zou de vernederingen niet kunnen
verdragen, die men u om uw schoonheid
en reinheid zou aandoen. Kus onze Gabrielle
voor haar vader, en wees vast overtuigd,
dat ik mijn laatsten druppel bloed voor
uw geluk zou geven.
Jan.
P.S. Wat zal César schrikken als hij in
de couranten de tijding van het gebeurde
leest. Zoo ge kunt, schrijf hem dan eens,
als gij er den moed toe hebt."
Jan de Marcilles aan gravin Helena.
25 October.
Ik ben nu overgebracht naar de gevange
nis van Laval en zal binnenkort voor de
rechtbank verschijnen. Iedere nieuwe dag
brengt mijn vonnis nader en vermindert
mijn hoop.
Men heeft mij toegestaan u te schrijven,
maar onder voorbehoud, dat mijn brieven
gelezen worden, voodat ze hun bestemming
bereiken en daar ik niets te verbergen heb,
iaat ik mijn gedachten den vrijen loop;
slechts over mijn liefde tot u kan ik niet
spreken, want die kan van geen tusschen-
persoon gebruik maken en bovendien onze
zielen begrijpen elkander ook zonder woor
den. Ik gevoel, dat ik veroordeeld zal wor
den, en nu is er in mijn hart slechts plaats
voor tweeërlei aandoeningen over; de eene
is mijn liefde voor u die met ieder uur
toeneemt, en nog grooter wordt door den
afstand, door het gemis uwer kussen, die
Maandagavond had de echtgenoote
van C. Walraven het ongeluk boven van
de trap in den kelder te vallen met het
noodlottig gevolg op een schaaltje terecht
te komen waardoor zij aan het hoofd een
vrij diepe wonde bekwambewusteloos
werd zij opgenomen, dr. Overbosch ver
leende geneeskundige hulp.
In de Geref. kerk alhier zal a.s.
Zondag des v.m. en des n.m. leesdienst ge-
houden worden.
Raatlisdoilk. De heer W de Wit
Czn. te Waspik is gekozen tot bestuurslid,
der Coöperatieve stoomzuivelfabriek alhier.
Het rijden van den melkwagen is
voor 't jaar 1915 weer aangenomen door
onzen dorpsgenoot P. Pauwels 11£ cent
per 100 L.
Kaam «don km veer. Ten po-a-
en telegraaf kantore alhier is tijdelijk werk
zaam gesteld de heer surnumerair Raden
Mohammed Johannes om te worden opge
leid tot commies bij den Nederlandsch-
Indischen post-, telegraaf- en telefoondienst
De heer C. H. M. van Loon, late
onderwijzer aan een openb. lagere school
te Roosendaal, is met algemeene stemmen
benoemd tot hoofd der o enb. lag scho >1
alhier.
%Vnal\Y({k. Van der Velden bad
Zondag 't ongeluk te vallen en zijn arm t
breken. Dr. van Gils verleende hulp.
ArUlioeven-Cappel Bij. den
veehouder J. V. alhier, werd Woensdag
nacht een kalf geboren, dat er wonderlijk
uitzag. De kop had zeer veel weg van die
van een dog, terwijl de voorpooten leken
op hondenpooten. Het dier bleek reeds bij
de geboorte dood te zijn.
Ween. In zijn verga 'ering van 11
dezer benoemde de Raad dezer gemeente
tot onderwijzer aan de openb. school alhier
de heer J. M. Snijders van Sliedrecht.
Alhier vertoeven van de 36 Belgische
vluchtelingen nog 18 personen. Enkelen
zijn er voorwaardelijk naar toe en zijn
voornemens als het hun daar goed aan
staat, nog andere familie's te komen halen.
Burgerlijke Stand.
Werkendam, van 1613 Nov.
Ondertrouwd: Antonie van Herwij
nen, 29 j. en Maria Konings, 22 j.
Geboren: Jannigje, d. v. C. A. Kie-
boom en A. KapelGeertrui, d. v. G.
Roubos en M. Verschoor; Dirkje Hui-
bertje, d. v. C. Hoogendoorn en M. G.
Potters; Gijsbert, z. v. J. W. van Does
burg en A. van der Giessen.
Overleden: Aart Fladderak, 26 j.
echtg. van T. van der Stelt; Cornell i
Korstiaan Zwets, 87 j., weda van A.
van Driel, en ecbtg. van G van Driel.
Afloop %anbe»tedlngeu.
Donderdag is te Middelburg aan be
steed het vernieuwen van de houten
beschoeiing langs de Zuidzijde van het
marinedok te Vlissingen, t ehoorende
tot de werken van het kanaal door
Walcheren. Raming f 17,300.
De laagste inschrijving was van de
firma Mees Visser te Papendrecüt voor
f 16,430.
Biiiiieulaud.
Het „N. v. d. D.," heeft met ge
noegen gezien, dat de regeering eenige
gemeentebesturen, die in de aanspo
ring tot zachten drang op de Bel
gische vluchtelingen om terug te keeren
abusievelijk dwang gelezen hebben, op
de vingers heeft getikt. In 't Zuileu
had men reeds bij aanplakbiljet be
kend gemaakt, dat weldra geen voedsel
meer uitgedeald zou worden.
Indien er nu maar gecontroleerd
vroeger mij met onuitsprekelijke zaligheid
vervulden; een zaligheid zoo groot, dat ik
de grootste ellende, de zwaarste verbanning
met u zou verkozen hebben, boven al do
goederen der aarde, indien ik u daarbij
had moeten missen.
De andere aandoening, die mijn ziel ver
giftigt, en mij tot nu toe onbekend was,
is de haat, een koele, beredeneerde eeuwig
durende haat, tegen den onbekende, die ons
in het ongeluk gestort heeft en wiens be
staan de rechters hardnekkig weigeren te
erkennen of op te sporen!
Ach, die rechters! Ai doe ik nog zoo
mijn best om hun het bestaan der geheim
zinnige hand te bewijzen, die alles gedaan
heeft, en hun het net te toonen, waarin
zij mij met behendigheid verward hebben,
en dat mijn onschuld moest bewijzen, zij
willen niet naar mij luisteren!
Zij zijn doof, zij hebben immers wat zij
zoeken, een schuldige. Een ander zou hen
maar in moeieiijkheden brengen, zij hebben
nu eenmaal de hand op mij gelegd en zij
beladen mij met een schuld, waaraan ik
zelfs nooit gedacht heb. Ik zou liever mijn
hand afgesneden of mij zelf een mes mde
borst gestooten hebben, dan mij zelfs -in
dien benarden toestand te beklagen over
de hardheid van freule De Marcilles, ie
zuster van mijn vader, om gebruik makend
van haar recht, ons te onterven; en nu
beschuldigt men mij van een der zwaarste
misdaden, die gepleegd kunnen worden.
Wie heeft toch die zwarte intrige kunnen
uitdenken? En met welk doei?
Wie is de man, die haar ten uitvoer ge
bracht heeft? Dat raadsel houdt mijn geest
dag en nacht bezig, en beproef ik onop
houdelijk op te lossen.
Wat kan ik hem gedaan hebben? Ik
kan mij niet herinneren eenig schepsel op
zettelijk onbeleefd of beleedigend behan
deld te hebben. (Wordt vervolgd,)
Oproep aan de Nederlandsche Trouwen.
1