Het Land van Heusden en Allen», de Langstraat en de Bommelerwaard
De vrouw van den Banneling,
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3417. Woensdag 2 December 1914
FEL ILLFjTÜJM.
UNB van \h#W-
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
uommers 6 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke rege
meer 7Vi ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Het is waarlijk geen wonder, dat
velen zich in deze tijden van ontzag-
gelyke beroering en worsteling angst
vallig afvragen, wat, in zoo menig op
zicht, de toekomst voor ons verborgen
mag houden. Deze vragen stellen zich
honderden millioenen, stellen zich de
burgers van verscheidene Europeesche
staten, en geen is er die met zeker
heid vermag te zeggen, wat de eerst
volgende tijden zullen brengen.
Schier dagelyks toch wijzigt zich de
toestand en mitsdien de daaruit voort
vloeiende gevolgen. Zyn heden de be
richten, zoo op het westelijke als ooste
lijke oorlogstouneel, iets gunstiger voor
de geallieerden, morgen is het weder
andersomhoe wordt ook in dezen
modernen tyd van oorlogvoering het
oude dichterwoord van eeuwen geledep,
bewaarheid: dat er niets ter wereld
zoo wisselvallig als de krijgskans is.
Inmiddels wat ook de eind-afloop van
dezen reusachtigen volkerenstryd moge
zyn, hoe ook de krijgskans zich nog
ten gunste moge keeren voor de eene
of de andere party', éen volk heeft
reeds ten volle den zwaren druk des
krygs te torschen het platgetreden en
vernielde België. Eu angstvallig vra
gen zich thans ettelijke millioenen Bel
gische landgenooten afwat moet er
van ons land worden
En het antwoord Het is daarbij
maar de kwestie op welk standpunt
men zich steltop dat der geallieerden
of op dat der aanhangers van den
Driekeizersbond. Yan Fransche zijde
ofschoon ons dunkt, dat voorspel
lingen ten deze al zeer voorbarig zijn
is men zoo rotsvast van de over
winning overtuigd, dat ook de toe
komst van België geen onbekende zaak
is. Immers, het spreekt van zelf, rede
neeren dezulken, dat wij koning Al-
bert en met hem zijn land voor hei
ondergane leed schadeloos zullen stel
len. Er zijn er, die dezen koninklijken
held zelfs het koningschap over Jeru
zalem en Palestina willen toekennen,
wanneer het Turksche Rijk verplet
terd is; anderen zouden hem gaarne
tot koning van Frankrijk zien verhe
ven worden, als de monarchale regee-
nng8vorm in het rijk van Marianne
opnieuw zal worden ingesteld.
13)
Hij zou zijn best doen om burggraaf
César te spreken, en bovendien dan zijn
broeiter den griffier de verstrekte volmacht
achterlaten, om daa medcj naar omstandig
heden te handelen. Hij h?d er al over
nagedacht hoe in de nalatenschap van freule
De Maicilles te be lissen; 't was nog tijd
genoeg om daarvan afstand te doen, als de
burggraaf bij zijn in wanhoop opgevat be
sluit volhardde.
En ten slotte hoopte hij, dat de publieke
opinie, door allerlei omstandigheden op
een dwaalweg geraakt, daarvan zou terug
komen, en voor den onschuldig veroor
deelde partij zou kiezen.
Sta mij intusschen toe, u een kleinen
dienst te bewijzen; vervolgde hij. Ik kan
niet dulden, dat de gravin De Marcilles
haar land zonder geld verlaat. Hier is tien
duizend francs: Als ze op zijn, wend u dan
tot ons, mijn broeder en ik zijn u onwan
kelbaar trouw, en vergeet ons niet, waar
gij geld of goeden raad mocht noodig heb
ben, wij alles wel vinden bij het regelen
der zaken van den graaf en den burggraaf.
Wij zullen ons best doenl Misschien was
't beter, dat gij hier in de buurt bleef!
't Leven is er zooveel goedkooper!
Neen, ik moet naar Parijs om de toe
stemming te verkrijgen naar Jan toe te
gaan. Men staat anderen die gunst ook wel
toe!
De notaris schudde hel hoofd, hij twij
felde er aan, en geloofde evenals zijn broe
der, aan 69n tot nu toe onoplosbaar geheim.
Id Duitschland echter ziet men cie
toekomst van België geheel anders in
natuurlijk wordt daarbij in de eerste
plaats met een DuitschOostenrijksch
Turksche overwinning rekening gehou
den. Duitschbnd, redeneert men, zal
aan zijn westgrens geen scbynneutra-
len staat kunuen duldenhet moet
zich de vrije vaart door het Kanaal
kunnen verzekeren, en België dat zoo
veel offers gekost heeft aan Duitsch
bloed, zal op de een of andere wijze
Duitschland daarvoor schadeloos moe
ten stellen. In elk geval zal België als
verdedigings- en aanvalswapen tegen
Engeland moeten gebruikt kunnen
worden en moet voor het minst Bel-
gië's lot zoodanig worden bepaald, dat
het in de toekomst geen gewillig werk
tuig meer k&n zijn in Engeland's
handen.
Wij zien hieruit, hoe gansch ver
schillend het lot van België zal zijn,
als de Entente, dan wel de keizers-
bond overwinnend uit den strijd treedt,
en hoe België's toekomst geheel van
de wisselvallige krijgskans afhangt.
Yan die krijgskans hangt, wat ons
betreft, ook zeer veel af. Wy hebben
daarbij minder het oog op ons land
zelf, dan wel op „de kurk waarop
Nederland drijft", zijn Oost-Indische
koloniën.
Wij weten, en de geschiedenis wijst
het uit, hoe teu allen tyde begeerige
oogen geslagen zijn naar ons koloniaal
bezit, waarvan voor zulk een groot
deel 's lands welvaart en intirnatio-
nale positie afhankelijk is. En nu wil
de vrees bij velen boven komen, dat
dit kostbaar nationaal eigendom ons
zal ontnomen worden. Door wien
Door Engeland, Duitschland of Japan,
is het antwoord.
Ter weerlegging daarvan, zij het
ook veronderstellend er wij ze, zouden wij
het volgende in het midden willen
brengen: wat Engeland aangaat, ver-
lieze men nimmer uit het oog, dat dit
rijk reeds een reusachtig koloniaal ge
bied te beheerschen heeft, met een be
volking van niet minder dan 400 mil-
lioen zielen, waaraan het metterdaad
„de handen vol" heeft. Bovendien
pleit de historie tegen koloniale expan
sie-voornemens van Engelandeen
maal toch, nu 100 jaar geleden, kwam
Brittanië reeds in het volle bezit on
zer koloniën. Edoch het gaf deze, op
eenige kleine gedeelten na, alle terug
toen de orde, na de Napoleontische
oorlogen, in Europa wederkeerde. Daar
bij komt, dat Engeland, juist in dezen
oorlog met al zijn energie is opge
komen voor de handhaving der klei
nere neutrale staten, en dat het der
halve van het grootste belang is, dat
deze staten ook intact gelaten worden
wat hun koloniaal bezit aangaat.
Meer dan Engeland, zou mogelijker
wijze voor ons koloniaal bezit te duch
ten zijn van een overwinnend Duitsch
land. Dit land toch heeft voor het af
zetgebied van zijn sterk ontwikkeld
economisch leven koloniën zeer van
noode. Nochtans de moeilijkheden waar
mede de Duitsche kolonisatie tot dus
ver steeds te kampen gehad heeft,
wijzen er op, dat men zich te Berlijn
nog wel eens dubbel zal bedenken,
vooraleer de hand uit te strekken,
naar wat met reden een koloniaal wes
pennest zou kunnen blijken. De an
nexatie van Elzas en Lotharingen,
waar na 44-jarigen onverpoosden arbeid
nog niets te bespeuren valt van eenige
toenadering der oorspronkelijke bevol
king tot het Duitsche regime, is een
harde les, die Germania niet zoo spoe
dig weer vergeten zal.
Rest Japan, het land der overwin
naars in deu Ohincesch-Japanschen en
den Ru8sisch-Japauschen oorloghet
land der overwinnaars van Port Ar
thur en nu weder, van Tsingtau. On
getwijfeld richten zich allicht de be
geerten der Japanners naar het rijke
Nederlandsche koloniaal bezitdoch
tusschen begeerte en bevrediging ligt
zoo vaak een onoverkomelijke afstand.
Het is namelyk zeer de vraag of
Engeland, hcezeer Japan zijn bondge
noot is, er toe zou medewerken de in
vloedsfeer van dit, in de laatste 25
jaar zoo zeer opgekomen rijk, nog
meer te versterken. Zulk een verster
king toch zou een dreigend gevaar voor
Amerika worden en de reeds bestaan
de Japansch-Amerikaansche wrijving
meer doen toenemen dan met de En
gel sche belangen ooit strooken kan. En
zonder Engeland's instemming zal de
regeering van den Mikado nimmer tot
zulk een stap kunnen overgaan, waar
tegen trouwens nog andere dan zuiver
staatkundige redenen zich verzetten
te weten het antagonisme tusschen
Westersche beschaving en Oostersche
machtsuitbreiding.
Ziedaar eenige toekomstvragen, wier
De groote gestrengheid waarmede de graaf
behandeld werd en de zorg, die men droeg,
om alle gemeenschap tunchen hem en zijn
vrouw te voorkomen, versterkte hem in de
meening, dat een machtigen invloed tegen
hem werkzaam wn, en dat daarin de sleutel
van het geheim, waarin zonder twijfel de
liefde een rol speelde, te zoeken was. Toch
wa3 't moeielijk een oordeel uit te spreken,
en voorzichtig als hij was, besloot hij alles
aan den tijd over te laten,
Vaarwel dan, zeide hij, ik wensch u
van harte sueao.
De gravin vervolgde met Suzanna en de
kleine Gabrielle haar weg per rijtuig naar
Laval, waar zij den nachttrein naar Parijs
vond, die haar in ijlende vaart naar die
verzamelplaats van ongelukkigen en ont
erfden bracht. De laatste band, die haar
aan 't verleden bond, was nu verbroken.
Denzelfden dag, op 't zelfde uur verliet
de Airopos onder 't daveren van 't geschut
van 't fort Boyard, den mond der Cbarente,
en koos weldra 't ruime sop van den At-
lantischen Oceaan; onder haar lading ge
deporteerden bevonden zich graaf Jan De
Marcilles en Toussaint Vardon. Twee slacht
offers, de een van de liefde, de ander van
den haat van baron Raynaud.
Het werk van den man der duisternis
was volbracht.
XVI.
Om het geld.
Onder de negen of tien groote hötets,
die, rondom door tuinen omgeven, aan de
eene zijde aan den faubourg Saint Honoré,
en san de andere aan de Avenue Gabriel
uitkomen, trekt dat van den baron Raynaud
door zijn trotschen gevel en fraai aangelegd
park, het nicest de aandacht. Slechts de
bezitter van een zeer groot fortuin kan
beantwoording slechts dan met genoeg
zame zekerheid kan worden gegeven,
wanneer de wisselvallige, ja wispel
turige krijgskans ten slotte de balans
des oorlogs, hetzij naar gene, hetzij
naar deze zijde, voorgoed heeft doen
overslaan.
Buiteoland.
Als bewijs dat er in België gebrek
aan voedsel is wordt bericht dat de in
gezetenen van Gent per dag slechts
twee-en-een balf ons brood krijgen voor
hen, die ouder zijn dan zeven jaar.
zich de weelde van zulk een verblijf ver
oorloven, een weelde, die spreekt uit de
kostbare steensoorten, de ijzeren balcons
welker smeedwerk een groote kunstwaarde
heeft, uit de groote architectonische lijnen,
en uit de ornamenten, overal met kwistige
hand verspreid. Toch zijn de Parijsche bc
zitters van de monumentale woonhuizen
algemeen als hotsls bekend nederig, ver
geleken bij die van Italië en Spanje, wear
de naam „palazzo" zelfs aan verblijven ge
geven wordt, die de rijke Parijzenears zelfs
niet voor hun bedienden zouden waardig
keuren.
't Hotel van baron Raynaud mocht met
recht op den nsam van paleis aanspraak
maken. Het kabinet van den bankier be
vond zich op de eerste verdieping en liep
uit in een reeks van salons, die ook de
élite der Parijsche financieele en aristocra
tische wereld binnen hun wanden hadden
vereenigd gezien, 't Was hoog van verdie
ping met kostbrar snijwerk versierd en be
hangen met licht groen zijden damast. De
meubelen stijl Louis XVI waren ieder op
zichzelf even zooveel kunststukken en iedere
tafel, iedere fauteuil had tot model kunnen
dienen, 't Was tegen 't eiDd van Februari,
en een groot houtvuur, dat onder den rood
marmeren schoorsteen gloeide, verspreidde
een aangename warmte door het vertrek,
en riep door het schijnsel grillige figuren
op de satijnen wanden te voorschijn; door
de vitrage gordijnen wierp de zon nu en
dan een koesterenden straal naar binnen
en leidde de aandacht af naar de donkere
lijnen der boomen en de marmeren stand
beelden en groepen, die zomers van het
park een waar lusthof maakten. De baron
zat diep in gedachten verzonken, voor zijn
gemakkelijke schrijftafel, waarop de uitge-
zochtste kunstvoorwerpen uit de fabriek
van Gauthière prijkten. Nu en dan rimpelde
zich zijn voorhoofd en draaide hij zich in
Een Staatstelegram uit Petersburg
meldt
Aan het front ProsjowitzeBrzeskos-
tareBochniaVisnitsj hebben onze
troepen op 26 dezer een beslissend suc
ces behaald. Wij sloegen het Oosten-
rijksche leger terug, namen 7000 man
gevangen, maakten;ongeveer 30 kanon
nen buit, waarvan 10 met bespanning,
en meer dan 20 machinegeweren.
Een onzer bataljons deed een inval
in Bzreskostar en nam het overschot
van hst 31ste Honved-regiment, den
commandant, 20 officieren en 1250 man
schappen gevangen. Ook het vaandel
viel in onze handen. Bovendien namen
wij een automobiel, waarin zich de offi
cieren van den Staf bevonden. De ver
volging van den vijand wordt krachtig
voortgezet.
In het gevecht bij Lodz, dat den
27sten werd voortgezet, kwamen wij op
eenige plaatsen vooruit.
In de Karpathen hebben onze troe
pen een aanval gedaan op een sterke
Oostenrijksche legermacht.
De Times verneemt uit Athene, dat
te Beiroet hodjas van de minarets de
bevolking opruiden om bij het eerste
verschijnen van oorlogsschepen van de
ententemogendheden een algemeene
slachting van Christenen en Europeanen
te beginnen.
De gemeenteraad van Antwerpen heeft
in buitengewone zitting besloten een
leening aan te gaan tot dekking van
de aan de stad opgelegde oorlogscon
tributie van 50 millioen francs, en ter
bestrijding van andere stedelijke be
hoeften.
De gouverneur van Brabant heeft,
volgens een telegram uit Brussel aan
de vertegenwoordigers van een aantal
financieele instellingen bijeengeroepen,
om hen mededeeling te doen over de
oorlogsschattingen, die van België ge-
eischt worden. Naar de gouverneur
zijn leunstoel om, stak zijn beenen naar
het vuur uit en liet zijn blikken langs het
plafond dwalen. Eensklaps werd de deur
van 't aangrenzend vertrek zachtjes geopend
en een jong meisje, bijna nog een kind,
gekleed in een wit wollen jurk met een
rood lint om het midden naderde behoed
zaam op haar teenen. Zij kon ongeveer 12
jaar oud zijn, had blond haar, koude blauwe
oogen, die veel op die van den baron ge
leken en zag er tenger en kwijnend uit.
Haar figuur was nog niet tot volle ont
wikkeling gekomen, mpar beloofde zeer be
vallig te worden. Haar ziekelijke, doorschij
nende gelaatskleur verraadde een zwakke
gezondheid en aanleg tot zenuwaandoenin
gen; zij had iets trot3ch en vastberadens
in houding en blik, verdacht door goed
hartigheid en rroolijkheid, en zoo was de
geheele verschijning eer aantrekkelijk dan
het tegendeel.
Bij den stoel van den baron gekomen
bleef zij stilstaan, en onaangenaam verrast
door haar plotselinge verschijning, riep hij
ongeduldig:
Marcella!
Nu, wat is er?
Altijd zoo onverwacht!
O, zeide zij plagend, ik begrijp het
al, ik hinder u. Gij wacht zeker iemand?
Ja!
Anton heeft het mij gezegd, uw oude
kamerdienaar, gij weet wel, mijnheer An
ton! Maar wie moet er komen?
Wat gaat u dat aan?
Misschien wel die magere, uitgedroogde
man, die hier zoo dikwijls komt.
Misschien wel
Onder ons gezegd, een heel naar man.
Marcella!
En aan wien ik 'n vreeselijken hekel heb.
Dat is heusch jammer.
Hij is een huichelaar, een leelijkerd,
een nijdigaard.
mededeelde bestaat de door Duitschland
opgelegde eigenlijke oorlogsschatting
uit 35 millioen francs per maand voor
het onderhoud dar Duitsche troepen.
Bovendien moet België 375 millioen
francs betalen als straf voor het verzet
tegen de schending van zijn neutrali
teit en als schadeloosstelling voor de
verliezen, die de Duitschers dienten
gevolge geleden hebben.
Een particulier Reutertelegram zegt:
Niet-officieele berichten melden, dat
troepjes Duitschers,jaheelecompagnieen
en bataljons hongerend eD half bevro
ren door de besneeuwde bosschen en
velden zwerven. Zij zoeken een gelegen
heid om zich over te geven en houden
daartoe zelfs gepantserde Russische
auto's aan. De krijgsgevangenen worden
geleidelijk in dorpen geconcentreerd.
Om den terugtocht der Duitschers
geheel af te snijden, zouden nog zes of
zeven nieuwe Russische legercorpsen
noodig zijn.
Volgens berichten die te Boedapest
in regeeringekringen zijn ontvangen, is
de nederlaag der Russen in het gevecht
bij Homonna (in Zemplin) nog veel
grooter daD aanvankelijk gemeend. Onze
troepen hadden de Russische stelling
aan beide vleugels omvat en een dub
belen flankaanval tegen haar gericht.
Het vuur onzer artillerie bracht de
Russen vreeselijke verliezen toe. De
onstuimige stormloop van ons voetvolk
was zoo onweerstaanbaar, dat de vijand
in allerijl moest terugtrekken. Geduren
de den terugtocht weiden de Russen
door onze kanonnen met een hagel van
granaatkartetsen bestookt. Behalve 1500
gevangenen verloren de Russen duizen
den dooden en gewonden in dit gevecht.
Ten Zuiden van de Weichsel hebben
de tegenaanvallen der Duitschers tot
belangrijke successen geleid. Achttien
kanonnen werden buitgemaakt en 4500
man gevangen genomen.
Maar officieel wordt meegedeeld is
de koning van Engeland Zondagavond
naar Frankrijk overgestoken ten einde
het hoofdkwartier vaü het expeditie-
leger te bezoeken.
Een Fransche dragonder-patrouille
die in een bosch oostelijk van Yperen
een verkenning deed, ontmoette een
Duitsche officier die door teekenen te
kennen gaf, dat hij zich wilde over
geven, tegelijk met zijn mede-officieren
en een korps van achthonderd man.
Daarop kwamen veertig Duitsche offi-
Houd op!
Zij veranderde van toon en werd ern
stiger.
Ik heb ongelijk, zeide zij. Ik vergeet,
dat ik niet medetel, en dat men nooit naar
mij luistert.
De baron kreeg een opwelling van berouw
over zijn gestrengheid voor zijn dochtertje,
dat hij geheel veronachtzaamde en met de
zelfde onverschilligheid als vroeger haar
moeder behandelde. Hij trok haar op zijn
knieën, nam het blonde kepje tusschen zijn
handen en drukte er een kus op. Zij haalde
diep adem en zeide:
Hoe heerlijk, vadertje, een kus van u,
dat gebeurt zoo zelden.
En als om het scherpe, dat er in die
opwelling gelegen was, weg te nemen, ging
zij voort:
Geloof toch niet, dat ik dit als een ver
wijt bedoel, maar uw tijd is ook zoo kost
baar, gij hebt altijd zooveel zaken.
Hij glimlachte en vroeg:
En gij?
Ik, o, ik heb er veel te veel!
Te veel? zeide hij verwonderd.
Zeker; ten eerste, die vreeselijke, lastige
miss Brampton, met wie ik drie uren achter
elkander Engelsch moet spreken. U kunt
niet begrijpen hoe vervelend die juffrouw
Evelina Brampton is. Zij leest den heelen
dag den Bijbel met mij, en wil mij, geloof
ik. tot haar godsdienst bekceren. Wat ver
veelt mij die godsdienst! Dan hebben we
de achtenswaardige weduwe Wilhelmina
Brauer, die mij Duitsch leert, wat, tot mijn
spijt, een even groote plaag is. Endanein-
delijk die aardige Juliette Sporzi die mij
de schoone taal van Dan te en Petranca,
de taal der liefde, moet voorlispelen. Lieve
hemel, wat een werk! En dan spreek ik
nog niet eens van de manege, van den dans
meester en van den piano-onderwijzer, mijn
heer Bisler, die nog 't vervelendste van de
K